No. 151.
Acht en Negentigste Jaargang
1896,
^WOENSDAG
9 DECEMBER.
Kaas-, Graan- en Veemarkt.
Amsterdamsche Brieven.
EEN OFFER.
FEUILLETON.
ALKMAABSCHE OIIBAM.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers O,«6. Afzonderlgko nummers 3 ets.
Prijs der gewone Advertentie»:
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnui
ter 3
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis dat wegens het invallen
van '25 December en 1 Januari a.s. op een Vrijdag en
26 December a.s. op een Zaterdag de met die dagen
samenvallende markten zullen worden gehouden als volgt
de Graan- en Kaasmarkt op Woensdagen, den 33
en 30 December a.s.
de Zaterdagsche weekmarkt op Donderdag, 3d De
cember a.s.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar A. MACLAINE PONT Voorzitter.
26 Nov. 1896. C. D. DONATH Secretaris.
XXV.
Uit de wereld der diamantbewerkers zooals in
een onzer hoofdbladen het stereotiepe opschrift luidt
komt ditmaal belangrijk nieuws. Belangrijk niet alleen
voor de beoefenaren der diamant-industrie en wie daar
mee annex zjjn maar voor de geheele arbeidersbeweging
in Nederland.
Vroeger reeds schetsten wij het ontstaan van den Al-
gemeenen Nederlandschen Diamantbewerkersbond en als
bekend mag derhalve voorondersteld worden dat deze
Bond ontzaglijk veel voor zijn leden heeft gedaan. Hij
heeft een einde gemaakt aan het exploitatie-systeem dat
in zwang was gekomen toen de vele vette jaren door
broodmagere werden gevolgd, en dank zij der krachtigen
organisatie heeft hij aan misbruiken zoodra die weder
dreigden in te sluipen een kort en bondig einde ge
maakt. Natuurlijk is het volgen van die gedragslijn ge
paard gegaan met het voeren van schier onafgebroken
strijd met strike en boycot en hoe verder de uitingen
van de moderne werklieden-samenleving mogen heeten.
En tegenover de sympathie der werklieden die voor
hunne aaneensluiting beloond werden door betex'e ver
dienstenstond de nauw verkropte woede van de werk
geversdie met tanden knersen telkens hadden toe te
geven omdat een aanhoudende staking hen geheel ten
val zou brengen. Het ging in de laatste jaren hard
tegen hard en menig patroon in het diamantvak zwoer
een duren eed om zich op den gehaten Bond te wreken,
zoodra de gelegenheid daartoe maar gunstig was. Aan
den anderen kant ging de Bond prat op zijne telkens
behaalde overwinningen en op den duur kon zeliover
schatting niet uitblijven.
Zoo is de toestand al maanden achtereen geweest. In
open strijd, met een voorafgaande oorlogsverklaring, wisten
de werkgeversdat zij altijd voor den A. N. D. B.
zouden moeten bukken en daarom besloten zijlangs
een achterpaadje hun doel te bereiken. Naast den Bond
bestonden een vakaldeeling van »Patrimonium'de Isr.
vereeniging »Betsalel", en de vereeniging »St. Eduardus
onderafdeeling van den Ned R.-Kath. Volksbond. Hoewel
de contributie lager was telden zij aanvankelijk weinig
leden. Veel schade deden zij aan den Bond niet, want
bij besluiten van ingrijpenden aard gingen zij gewoonlijk
daarmoe mede.
Verleden jaar, bij den fameusen strijd om bondsfabrieken
en de daarop gevolgde staking deed zich echter iets voor,
dat van groote beteekenis zou worden. In den beginne
vereenigde het bestuur van St. Eduardus zich met dien
eisch doch later onthield het zich op advies van het
hoofdbestuur van den R.-K. Volksbond. Dat was het
sein voor een groote scheiding die door de R.-K. gees
telijkheid krachtig in de hand werd gewerkt. Zoo deed
St. Eduardus ook niet meë aan het met zooveel moeite ont
wrongen bazen-contractwaarvan weer het gevolg was
dat de bazen die het gebod van de patroons opvolgden
en het bazen-contract niet teekenden den A. N. D. B.
verlieten om zich in de armen van de onderafdeeling
van den R.-K. Volksbond te werpen.
Die verdeeldheid was een kolfje naar de hand van de
werkgevers. Haar stilletjes aan te wakkeren zou het
slaan van het uur der wrake aanmerkeljjk verhaasten.
Dit achterpaadje gingen zij met grooten ijver bewandelen.
Allen die zich bij St. Eduardus aansloten werden on
gevraagd en zoo stilletjes mogelijk door de werkgevers
beschermd en de bondsleden ondervonden daarvan het
groote nadeel. Dat ging zóó goed dat zelfs een juwelier
achterop een partijtje ruwe diamanten voor de bazen
moot hebben geschreven: >Deze partijtjes zijn voor leden
van den R.-Kath. Volksbond." St. Ednardus groeide
niet weinig hierin en om den A. N. D. B. zooveel mo
gelijk afbreuk te doenschroomde zij niethaar deuren
ook voor niet-katholieken open te zetten. Iedereen was
welkom mits tegenstander van den Bond.
Om daaraan een einde te maken, nam de A. N. D.B.
een kras besluit. In een manifest werd kennis gegeven,
dat zijne leden voortaan niet meer met, die van St. Edu
ardus zouden samenwerken. Uitdrukkelijk werd daarbij
verklaard dat 't hier geen poging was om de vrijheid
van arbeiden aan te randenen aangetoond dat de
bondsleden de volkomen vrijheid bezaten om te werkeD
met wie zij wilden evenals dit met de leden van den
R.-K. Volksbond het geval was.
Daar do groote meerderheid dor diamantbewerkers nog
altijd in de gelederen van den A. N. D. B. staat, was
de uitgevaardigde proclamatie ongeveer gelijk met de uit
sluiting der leden van St. Eduardus. De aanval tegen
den Bond zou daarmee derhalve in eens zijn afgeweerd.
De werkgevers lieten zich echter het wapen, dat hun zoo
gemakkelijk in handen was gespeeld, niet maar dadelijk
ontrooven. Een protest werd gezonden door de Vereeni
ging van Eigenaren van Diamantslijperijen, waarin tevens
werd verzocht de noodlottige circulaire in te trekken.
Toen daaraan niet werd voldaan kwam drie dagen later
van dezelfde zijde hetzelfde verzoek, ditmaal met de be
dreiging dat anders maatregelen van tegenweer zouden
genomen worden.
Blijkbaar had men hierbij uitsluiting op het oog en
voor zulk een ingrijpende daad wilde het Bestuur van
den A. N. D. B. niet alleen de verantwoordelijkheid
dragen. Het riep zijne leden in het Paleis voor Volks
vlijt bijeen, waar Henri Polak, de voorzitter, op de hem
eigen heldere wijze den toestand van het oogeublik schetste.
Niet de minste moeite zou 't hem gekost hebben, do zeer
talrijke vergadering te hebben doen besluiten, geen stap
terug te treden, doch alle gedachte van dergelijke door-
drijverij was verre van hem. Integendeel hij stelde
op den voorgrond, dat de tijd om het er op aan te laten
komen veel te ongunstig was. Immers, er heerscht thans
juist een buitengewone slapte in den diamanthandel. Wel
is waar gingen er daarna nog enkele stemmen op om
toch maar vol te houden doch ten slotte behield de
wijsheid de overhand en werd op voorstel van het bestuur
besloten het manifest in te trekken totdat een confe
rentie met de fabriekseigenaren zou hebben plaats gehad.
De A. N. D. B. iets terugtrekken en dat nog wel uit
vreeB in jaren was dat niet voorgekomen en begrij
pelijkerwijs heerschte er groote vreugde onder de werk
gevers.
Die vreugde is waarschijnlijk de raadgeefster geweest
bij een andere sinds eenigen tijd aanhangige quaestie.
Ten einde de tarieven te handhaven heeft de Bond
voortdurend gestreefd naar invoering van het eigen kos-
sten-stelsel. Men begreep dat slechts geleidelijk tot
algemeene invoering daarvan kon worden overgegaan en
derhalve werd aan personeelen, die op vastgeld werkten,
veroorloofd dit te blijven doen. Nergens mocht dit sy
steem evenwel opnieuw worden ingevoerd. Eenigen tijd
ging dit goed totdat onlangs de eigenwerkmaker Schltl-
ter die 4 molens heeft, dit veroordeelde vastgeld-stelsel
ging toepassen. Het Hoofdbestuur van den Bond kon
zich hierbij niet neerleggen en hield verschillende cou-
ferenties met de Vereeniging van Eigenwerkmakors. Deze,
wars van alle toenadering wilde haar vakgenoot niet
in den steek laten, zoodat voor Schliiter de werkstaking
werd geproclameerd. Maanden achtereen heeft deze ge
duurd zonder dat men veel verder kwam. Nu besloot
de Bond tot krasser maatregel en de boycott werd over
Schliiter uitgesproken. In die dagen heeft juist het zoo
even vermelde échec van den Bond plaats gehad en
klaarblijkelijk daardoor aangemoedigd, zond de Vereeniging
van Eigenwerkmakers een schrijven aan het Bondsbestuur,
waarin zij meedeelde dat zij wanneer vóór primo De
cember de bewuste boycott niet zou zijn opgeheven, maat
regelen zou nemen welke wel eens zeer nadeelig voor
de leden van den Bond konden worden. De heer Polak
zond dat schrijven onbeantwoord terug en nog denzelf
den avond kwamen de eigenwerkmakers bijeen om tot
onmiddellijke uitsluiting der Bondsleden te besluiten.
Natuurlijk groote sensatie in de wereld der diamant
bewerkers.
Een vergadering werd door de leden van den Bond
in net Paleis voor Volksvlijt uitgeschreven en daar
hoerschte groote opgewondenheid. Het Hoofdbestuur ver
heelde niet den kritieken toestand waarin de Bond was
gekomen. Gaf men toe dan waB de strijd verloren en
zouden ook de juweliers op vast geld gaan laten werken;
daarom moest de boycott gehandhaafd blijven. Ook de
fabriekeigenaren hadden besloten een algemeene uitslui
ting te proclameerenmaar daarom mocht men niet ver
sagen. Tegen een sterk gepantserd^ vesting kruit te ver-
Roman van
H. RIDER HAGGARD.
31)
Kapitein Graves vervloekt? Waarom?' fluisterde zij.
»Dat kan ik je niet met zekerheid vertellen. Alles wat
ik weet, heb ik van Lucilla Smith, die een zuster is van
Mary Roberts, die ginds keukenmeid is en die waar
schijnlijk aan de deur heeft staan luisteren en zij heeft
het van den tuinmansjongen, zegt ze."
>Zij Wie, tante?''
>Natuurlijk Lucilla Smith. Versta je mij niet meer
Ik heb je verteld, dat de oude sir Reginald opzat in
't bed en den kapitein heeft vervloekt tot zijn gezicht
blauw was. Toen gaf bij een gil en was hij dood."
»Hoe vreeselijkzei Joan. »Maar waarom vervloekte
hij den kapitein
Waarom Omdat de kapitein niet wilde trouwen
met juffrouw Levinger, die de hypotheken op hun eigen
dommen in handen heeft. Haar oude vos van een vader
heeft hun dat allemaal ontstolen, toen hij daar rent
meester was. Ik vermoed Hier bleef juffrouw Gil
lingwater plotseling steken; haastig vervolgde zij daarna
»Maar dat doet hier niets ter ter zako hij heeft ze in
allen gevalle en kan alles koopen wat de Graves toebe
hoort, al is 't morgen ook en als dat zoo is, verwon
dert het mij niets, dat sir Reginald begon te vloeken,
toen hij zijn zoon hoorde zeggen, dat hij haar voor geen
geld ter wereld wilde trouwen."'
Heeft hij ook gezegd, waarom hij haar niet wilde
trouwen vroeg Joan, met een wanhopige poging om
den onderzoekenden blik harer tante zoo goed mogelijk
uit te houden.
»Ik weet niet of hij dat gedaan heeft, Lucilla wist er
in elk geval niets van, dus zal Mary Roberts dat zeker
niet hebben kunnen hooren. Zij heeft echter toch iets
gehoord ze hoorde je naam, wel twee of drie maal
en zoo luid, dat ze zich onmogelijk heeft kunnen ver
gissen."
»Mijn naam O Mijn naam hijgde Joan.
»Ja, jou naam, als er tenminste in de buurt nog niet
een andere Joan Haste bestaat en daar heb ik nooit van
gehoord. En vertel mij oens wat dat te beteekenen had
»Hoe kan ik u dat vertellen, tante; ik weet het
zelf niet.'1
»Je bedoelt zeker, juffrouw, dat je het niet wilt ver
tellen. Zie je mij voor een gek aan, Joan Begrijp je dan
niet, dat ik je spelletje doorzien heb Ik heb je lang
genoeg gadegeslagen en ik moet eerlijk verklaren, dat
jij je voor een jong meisje nogal kranig gehouden hebt.
Ik ben trotsch op je, Joan, maar ik vind, dat je beter
gedaan hadt met Samuel te trouwen; want als alles
wordt opgeteld, geloof ik, dat hij de rijkste van hen
beiden zal zijn, maar als je niets hebt om van te leven
en dat is hier het geval, vermoed ik dan kom
je daar niet ver mee."
»Wat bedoelt u toch, tante?"
»Bedoelen? Neen, maar nu zul je mij voor de mal
gaan houden bewaar dat voor de mannen. Je wilt mij
toch niet wgs maken, dat je niet je best hebt gedaan
om den kapitein verschooning. hij is nu sir Henry
verliefd op je te maken. Het schijnt, dat je hem
goed hebt ingepalmd en hem zoo gek hebt gemaakt op
je lieve gezichtje, dat hij een huwelijk met dat meisje
van Levinger heeft geweigerd, alleen om jon te trouwen,
want daar zal het op uit loopen. Laat ik je nu eens
een goeden raad geven. Denk er aan uit het oog uit
het hart. Verlies sir Henry daarom niet te lang uit het
oogje moet het ijzer smeden, terwijl h6t heet is en
hem trouwen. Doe het desnoods in 't geheim, maar trouw
met hem. Dat zal natuurlijk een groote opschudding
geven, maar dan ben je eenmaal zijn vrouw. Luister nu
goed naar mij. Door zoo te praten, ben ik eigenlijk bui
ten mijn boekje gegaan, doch je bent een mooi meisje
en ik houd van je, meer dan jij van mij en ik zou je
graag in de groote wereld zien en als dat nu eenmaal
gebeurd is zal je je oude tante niet vergeten. Ik zeg,
dat ik buiten mijn boekje ben gegaan, want er zijn er,
die niet graag zouden willen zien, dat jij Lady Graves
werdt. Ja, er is iemand, die zijn best zal doen om dat
te beletten Samuel Rock, bijvoorbeeld en hij zou er wat
moois voor over hebben, wanneer ik hem een handje
wilde helpen. Maar als het tijd is moeten wij ons weten
op te offeren en dat doe ik nu voor jou pleizier, Joan.
Wanneer je soms een brielje naar Rosham wilt schrijven,
zal ik het voor jou laten bezorgen. Misschien is het ech
ter beter, wanneer je wat wacht en dan zelf gaat."
Half toornig, half verbaasd had Joan dit lange ver
baal aangehoord. Wat had zij, Joan, ooit gedaan, dat
men zoo slecht over haar dacht
vlk begrijp u niet, tante ik wil kapitein Graves in
't geheel niet trouwen," antwoordde zij.
»Zou je mij nu willen wijsmaken, dat je niet gek op
hem bent en hij gek op jou
»Ik zeg alleen dat ik hem niet wensch te trouwen.
Een huwelijk met een meisje als ik zou zijn onder
gang zijn."
Juffrouw Gilling water zag het meisje dat voor haar
op het bed zatverbaasd aan toen barstte zij uit in
een luiden lach.
»Neen maar jij bent een onuoozele meid", zeide zij
den vinger naar Joan uitstekende. Jij bent zoo onnoozel
als er ooit een meisje is geweestjij met je mooie ge
vouwen handjes en je prachtige haar lijkt op een engel.
Je zou niemand in 't geniep een zoen knnnen geven
Zelfs je lippen zouden dan blozen hè En je zoudt hem
nooit willen trouwen wanneer zijn ma er op tegen was
nooit, niet waar? Ik zal je eens wat zeggen, Joan;
eiken dag heb ik een betere gedachte van je gekregen
je bent niet half zoo dwaas als waarvoor ik je altijd heb
aangezien. Je herinnert je zeker nog, wat ik je omtrent
Samuel Rock heb gezegd en je denkt dat ik geld van
hem en van misschien nog meer in mijn zak heb gesto
ken om je er in te laten loopen. Dat was toen het