No. 6.
IV egen en üVegentigste Jaargang.
1897.
WOENSDAG
13 JANUARI.
Rationale Militie.
DINSDAG- en VRIJDAG^
AVOND van 5 tot 7 uur IN-
SCHRIJVING voor de
NATIONALE MILITIE der
geborenen van 1878.
PAKIJSCHE BRIEVEN.
EEN OFFER.
B u i te nl a n d.
FEUILLETON.
ALKMAARSCHB COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonne) nentsprjjs per
3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door bet
geheele rijk 1,
De 3 nummers 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone AdvertentlFn:
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer i 3
De Burgemeester van ALKMAAR herinnert de dienst
plichtige lotelingen dezer gemeente die op grond van
het le lid van art. 127 der wet op de Nationale Militie
als geestelijke Bedienaar van den godsdienst of Student
in de Godgeleerdheidvan den werkelijken dienst wen-
scheu te worden ontheven dat hunne schriftelijke aan
vrage daartoe met het vereischte bewijsstuk, overeen
komstig art. 71 van het kon. besluit van 8 Mei 1862
(Staatsblad No. 46) tnsschen 20 Januari en 1 Pebrnari
a.s. bij hem behoort te worden ingeleverd.
Alkmaar, 11 Januari 1897.
De Burgemeester voornoemd
A. MACLAINE PONT.
Asnières-Paris 5/7 Jannari 1897.
1896 behoort tot het verledene, zoo gaan wij zoetjes
naar de twintigste eeuw en naar de groote tentoonstel
ling van het jaar 1900. Wat zal 1897 ons brengen, veel
geluk en voorspoed, hopen wij, aan alle lezers en lezeres
sen der Alkmaarsehe Courant. En wat zal men te Parijs
bedenken teneinde 97 niet te doen achterstaan bij 96.
Immers in het afgeloopen jaar, hadden wij het bezoek
van de rnssische vorsten en wij vreemdelingen kannen
dit niet zoo gevoelen, doch alle Franschen waren opge
togen van vtengde, blijdschap en geestdrift. Velen, vooral
in het buitenland, spotten met die kinderlijke vreugde
der Parijzenaars, doch eigenlijk moest men dit achter
wege laten, want het is beter dat het volk leeft in een
zoeten droom en veel illusie, danst, zingt en hoerah
schreeuwt, dan dat dit zelfde volk moedeloos wordt,
zwartgallige gedachten krjjgt en gaat meedoen aan anar
chie en bommen. Natuurlijk zond de Czaar een telegram
van gelukwenschen aan president Felix Faure en de
president liet dit niet onbeantwoord. Zou men willen
gelooven, dat vele Franschen er over treuren, dat de
Russen eene andere tijdrekening hebben en dat bij hen
de lo Januari of liever het Nieuwjaar eerst den 13en
van deze maand invalt. Een geestig schrijver, Alphonse
Allais, stelt daarom voor, dat men elkander zal tegemoet
komen, «couper la poire en deux,'' zooals men hier zegt,
ieder volk zon zijn geheele kalender zes dageu verscuui-
ven, dan zou men elkander dus juist in het midden op
7 Januari ontmoeten en Franschen en Russen konden
Roman van
H. RIDER HAGGARD.
43)
»U, hebt mij al tweemaal een dame genoemd, juffrouw
Bird", zei zij«doch ik moet u zeggendat ik dat in
geen geval ben. Ik weet niet eens wie mijn vader is
ofschoon ik geloof, dat het iemand van een goede familie
is, en mijn moeder was de dochter van een boer."
«Getrouwd?" vroeg juffrouw Bird.
Joan schudde het hoofd.
«O dan begrijp ik het."
«En dat is ook gedeelteljjk de reden waarom ik mijn
dorp heb verlaten vervolgde Joan.
«Bradmonth, bedoel je? Zie mij maar niet zoo ver
baasd aan lieve. Ik heb den naam in het getuigschrift
van den predikant zien staan en ook op de koffer."
»Bradmonth, juist. Ik woonde daar bij een tante en
iedereen zag laag op mij neer."
«Dat was zeer slecht van hen. Maar doden ze dat zoo
in eens of had je soms nog een andere reden om weg te
gaan? Je tante wist er toch zeker van?"
«Neen zij wist het niet. Wij kannen niet goed met
elkaar overweg en ik achtte het het besthaar niets te
zeggen. En bovendien wilde zij, dat ik met iemand zal
trouwen, dien ik niet mag lijdeu."
»Omdat er een ander is waarvan je wel houdtver
onderstel ik, lieve. Dat gaat mij echter niet aan. Maar
als ik een onbescheiden vraag mag doen hoe ben je aan
het geld gekomen
«Een heer
»Een heer 1" riep juffrouw Bird uitverschrikt haar
werk neerleggende.
«Neen neen dat nietantwoordde Joan blozend
«hij is zoo iets van voogd over mij; ik geloof, dat hij
een vriend van mijn vader was. In elk geval heeft hij
op dien dag het Nieuwjaar aanvangen. Wij geven hier
ook nieuwjaarsfooien en nogal flink ook, aan concierge,
brievenbesteller, telegrafist enz. enz. In de handelswijken
krijgen de portiers een vrjj stevig pourboire, of liever
gezegd Ȏtrennes". Daar goeft de kleine handolsagent 5,
10 of 20 franken, de handelaars geven 40 a 50 franken
en de groote handelshuizen kunnen niet minder geven
dan 100, 150, 200 franken. In die wijken hebben de
«gar^ous de recettes," de kassiersknechts van de Frau-
sche Bank een prachtig buitenkansje daarom ziet men
in die buurten slechts oude «gargous de recettes" van
de Bank. Men geeft hun die postjes voor de laatste 5
jaren ongeveer van hun dienst, vóór zij op pensioen gezet
worden. Bijna alle groote handelshuizen geven aan dien
looper ongeveer vijftig franken étrennes, zoodat de man
met Nieuwjaar een drieduizend franken ophaalt en vormt
dit in eenige jaren een niet onaardige aanwinst tot zijn
pensioen. Nu, die mensehen verdienen het wel, hun leven
lang loopen zij door weer en wind met geheele fortuinen
van anderen in den zak, op vervaldagen einde der maand,
dragen zij dikwijls twee tot drie millioen rond.
De keizer van Rusland krijgt ook een mooi nieuw
jaarscadeau. De fransche pers biedt hem een souvenir
aan van de groote parade, de revue van Chalons. Het
aquarelle, vervaardigd door den bekenden schilder Edouard
Detaille, is zeer fraai en stelt het oogenblik voor, waarop
de keizerlijken stoet voorbij de troepen rijdt. Op den
voorgrond zien wij den Czaar te paard, hij brengt de
hand aan zijn astrakan muts en groet het driekleurige
vaandel, hetwelk een luitenant der jagers te voet hem
voorhoudt. Naast den Czaar rijden de generaals Billot en
de Boisdeffre en de officieren welko zijn gevolg uitmaken.
Rechts van don keizer, in een groote landauer, bespan
nen met zes paarden, zit de keizerin naast president
Felix Faure en verder is de geheele schilderij vol met
ruiters, arabieren, soldaten enz. enz. Het geheel maakt
een zeer fraaien indruk en zal dit aquarelle naar Rus
land verzonden worden vergezeld van een album, bevat
tende een brief aan den Czaar benevens de namen van
de vijftienhonderd couranten, die aan dit geschenk bij
droegen.
Op politiek gebied zien wij als Nieuwjaarsnieuwtje,
dat thans in de Tweede Kamer een afgevaardigde zitting
neemt, die de leer van Mahomed is toegedaan, een blanke,
die Muzelman is geworden. Reeds haddon wij den Homme-
Canon den sterken man, die in de Folies-Bergères de
kanonskogels in zijne armen opving en later député werd.
Wij hadden den kapper en den man met zijn blauwen
kiel, doch wij hadden er nog geen Turk. Waarom de
kiezers van Pontarlier nu juist dezen doctor kozen, weet
men niet, deze docter is overigens een braaf man en
een zeer overtuigd aanbidder van Allah; wij zijn bepaald
nieuwsgierig hem eens te ontmoeten, want men beweert,
dat hij zijne godsdienstplichten waarneemt, onverschillig
waar hij zich bevindt, dus wanneer de député-muzelman
midden op de straat zijn gebed gaat doen, zullen de
Parijzenaars vreemd opkijken. Enfin, het is ten minste
weer iets nieuws.
Nog iets nieuws en ditmaal op geneeskundig gebied.
al die jaren voor mij betaald en hij heeft mij gezegd
dat hij mij elke maand nog vijf pond wil geven ik
voorzie echter liefst zelf in mijn onderhond."
«Een vriend van je vader Wat een zonderlinge ge
schiedenis Hij kan toch niet je vader zijn
«Mijn vader!" sprak Joan, met oogen groot van
verbazing. «Mijnheer Levinger mijn vader! Natuurlijk
niet. Als hij dat was, waarom heeft hij mij dan mijn
gansche leven als een vreemde behandeld
»Het is mogelijk," antwoordde juffrouw Bird «ik heb
zooveel van die dingen hooren vertollen."
»Neen, neen, daar is hij niet slecht genoeg voor hij
js integendeel heel goed en vriendelijk. Hij wist, dat
ik weg wilde en gaf mij vijf en twintig pond om te
kunnen vertrokken en hij heeft mij zelf verteld dat dat
het erfdeel was, hetwelk mij is achtergelaten door mijn
vader, die dood is, maar wiens naam hij niet mocht
noemen."
«Zonderling," zei juffrouw Bird. «En nu moet ik naar
het eten gaan zien. Toevallig heb ik werk van een
paar groote winkels en ik zal eens vragen of er geen
betrekking open is, die je bevalt. Kijk, Jim wil, dat
je het hoofd oen weinig omdraait, zoodat hij je neus kan
zien. Begint het niet sprekend te gelijken en haar
echtgenoot vriendelijk toeknikkende, verliet zij het vertrek.
Zoodra zij de deur achter zich had gesloten, bleef zij
staan. «Er schuilt een geheim achter," prevelde zij«zij
heeft mij niet de geheele waarheid verteld, zij is wegge
gaan wegens een liefdeshistorie dat kon ik aan haar
gelaat zien. Ik zou verstandig doen, wanneer ik haar
maar op staanden voet weer wegzond, doch ik heb er
den moed niet toeik goloof, omdat ze zoo mooi is en
er zoo treurig en verlaten uitzieten bovendien is het
onze plicht degenen te helpen, die aldus in ongeluk ver-
keeren zelfs al valt er iets op hen te zeggen, maar
ik heb het recht niet, zoo iets van haar te denken. Neen,
ik kan haar niet wegzenden. Dat zou baar ondergang
kunnen zijn en daar wil ik mijn geweten niet mee be
lasten. Maar ik beb weinig op met dien voogd, met
dien mijnheer Levinger, die zulk eeu mooi meisje naar
Een zekere docter Calot schijnt de gebochelden van hun
bochel te genezen. Tot nog toe werkt deze docter vooral
op kinderen en hij toonde aan de leden van de Académie
de Médecine zes patiënten, die voorheen een ronden rug
droegen en thans kaarsrecht geworden zijn. De heer
Calot maakt eerst de gebochelden in slaap en drukt en
wrijft dan met alle kracht op den ruggegraat, teneinde
deze recht te krijgen door eene drukking en wrijving
der ruggewervels. Deze operatie duurt slechts eenige
minuten. De patient moet dan gedurende zes maanden
eene soort van stevig gipsverband dragen, of liever twee
of drie verschillende verbanden, totdat de rug vanzelf
recht»blijft. De toekomst moet natuurlijk nog leeren of
zulk een ex-bochel niet weder zijn gebrek terug krijgt
toch is het al heel mooi, dat de docter Calot het zoo
ver bracht, van iets dat krom was, recht te maken.
Verleden jaar, 29 Maart, hadden wij hier de volks
telling en is thans de uitslag daarvan bekend gemaakt.
Het aantal in geheel Frankrijk is iets grooter dan vijf
jaren tevoren, men telde in 1896 38.517.975 zielen, dat
is 175.027 meer dan in 1891. Dit is dus niet veel, vooral
niet als men het vergelijkt met landen als Duitschland
en ItaliS, maar die kleine vermeerdering komt tenminste
het fransche element ten goede, want er zijn 74.307
vreemdelingen minder dan vijf jaren tevoren. Verder
komt die vermeerdering voor in de groote steden met
meer dan 30000 inwoners, zoodat in kleinere gemeenten
over het algemeen eene vermindering is waar te nemen.
Het is hier als overalde groote steden lokken het
meeste menschen en toch hoort men zoovelen die zoo
gaarne in hun kleine stadje of dorpje zouden wonen
mitszij maar van hun rentetje konden leven. Nu
zij dit niet kunnen, blijven zij liever te Parjjs, Marseille,
Lyon of andere groote stad. Het is hier dus evenals in
andere landen. De groote stad trekt alles aan en wordt
eindelijk overbevolkt ten koste van de rest van het land.
Enfin, daar valt wel niets aan te doen.
J. M. T.
DUITSCSAIjAWD. Door de aanhoudende vorst en
den buitengewoon lagen waterstand wordt het verkeer
in de haven van Hamburg zeer belemmerd. De ijsbrekers
kunnen ten gevolge van den lagen waterstand het vaar
water slechts onvoldoende openhouden. Zaterdag zaten
in de Beneden-Elbe 11 stoombooten en 1 zeilschip vast
en tegenover Blankenese zijn 6 zeebooten vastgeloopen.
De werkstaking, die nu reeds twee maanden duurt,
houdt nog steeds aan.
Zaterdag lagen 194 schepen in de haven, op 147 daarvan
werd met 291 ploegen gewerkt. Op de kaden waren
997 werklieden bij 167 kranen bezig. In de loodsen
waren 516 oude arbeiders en 1628 noodhulpen aan den
arbeid.
Do Londensche correspondent van de «Manchester
Guardian' verneemt dat de Duitsche regeering voornemous
is een eind te maken aan de betrekkingen die tot dusver
tnsschen haar en enkele dagbladen hebben bestaan. Met
Londen laat gaan zonder te zorgen dat zij een goed on
derkomen heeft. Het heeft er veel van, alsof hij haar
kwijt wilde zijn alles bij elkaar genomen blijft het een
zonderlinge geschiedenis Ik moet zeggen, dat ik er be
lang in stel nieuwsgierigheid is altijd een mijner
zondeD geweest en nu zie ik, dat ik haar nog niet over
wonnen heb."
En hoofdschuddende, nu over haar eigen slechtheid,
begaf juffrouw Bird zich naar de keuken.
Na het middagmaal vertelde zij Joan, dat zij eiken
middag een wandeling maakten naar het Park en noo-
digde zij het meisje uit mee te gaan. Joan nam deze
uitnoodiging gaarne aan, want zij begon behoefte te ge
voelen aan een weinig frissche lucht. Vragend zag°zij
echter naar mijnheer Bird.
«Je verwondert je er zeker over hoe hij uit kan
gaan?" vroeg zijn vrouw. »Dat zul je aanstonds zien.
Ga nu je hoed opzetten."
'Toen Joan gereed was, bemerkte zij dat een groote
stoel op wielen, dien zij reeds in de gang had zien staan,
de kamer was binnen gerold en met groote handigheid
schoof mijnheer Bird zich nu met behulp van zijn ge
spierde armen in dezen stoel.
«Hoe ter wereld zullen zij dien stoel naar beneden
krijgen?" vroeg Joan zich verbaasd af. Het raadsel
werd spoedig opgelost, want Sally verscheen aan de voor
deur met drie planken, waarin een gleuf, die van het
portaal tot aan het plaveisel reikte. De drie wieion van
den stoel werden in de gleuven gezet, mijnheer Bird hield
do ijzeren leuningen aan weerszijden van de stoep vast
en triomfantelijk glimlachende liet hij zich aldus in de
straat glijden.
«Zoo zie je, lieve," zei juffrouw Bird, terw. l Sally de
planken weer op de plaats bracht, «wat men door de
noodzakelijkheid al leert. Knap gedaan, nietwaar Maar
wij hebben nog knapper uitvindingen gedaan."
Toen vertrokken zij; mijnheer Bird bracht zijn wagentje
zelf in beweging, terwijl Sally en juffrouw Bird het be
stuurden. Joan wilde ook helpen, doch dit werd haar
wegens haar onbekendheid met de straten, niet toegestaan.