No. 10.
HTegen en Itfegentigste Jaargang.
1897.
VRIJDAG
22 JANUARI.
Nationale Militie.
Inschrijving.
Buitenland.
EEN OFFER.
FEUILLETON.
47)
4LKMAA
A AT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers ©,06. Afzonderlijke nummeis ets.
Frijs der gewone Advertentlën»
Per regel 0,16. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Teiefoonnunner
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
noodigt de jongelingen, geboren in 18?8, in deze ge
meente verblijf houdendedoch wier vader, moeder ol
voogd in eene andere gemeente met der woon gevestigd
is uitte onderzoeken of hunne inschrijving voor de
Nationale Militie in diean dere gemeente reeds is geschied,
in welk geval zij beleefd worden verzochthet bewjjs
van de inschrijving ter secretarie dezer gemeente te wil
len vertoonen.
Alkmaar, De Burgemeester voornoemd
20 Jan. 1897. A. MACLAINE PONT.
BËLG1Ë. Een der Brusselsche bladen heeft
groote ontsteltenis verwekt door het bericht, dat baron
Dhanis op weg naar den Bovennijl in eou hinderlaag
zou zijn gevallen en met 21 zijner metgezellen door de
Mahdisten verwond zou zijn. De Regeering echter spreekt
de juistheid van het bericht tegen.
Gelijk men zich herinneren zal, word de koene Afrika-
reiziger Dhanis, eenige jaren geleden als belooning zijner
groote verdiensten voor de Congostaatdoor koning
Leopold in den adelstand verheven. Den laatsten tijd
wisten de dagbladen telkens te vertellen, dat Dbanis de
Engelsche Nijlexpeditie zou steunen door de Mahdisten
nit het zuiden aan te grijpenvan regeeringswege
werd 't bestaan van dergelijke plannen steeds ontkend.
De sympathie van koning Leopold voor de Engelsche
regeering en 't gevaar dat der Congo3taat zelf dreigt
van de zijde der Mahdisten maken een dergelijke expe
ditie lang niet onwaarschijnlijk.
DUIT8CHI.A1VD. Het is nog niet zekerof het
einde van de werkstaking nu bereikt zal worden. Men
staat voor een groote moeilijkheid een gevolg van de
dwaasheid van beide partijen om van het loongeschil een
machtsqnaestie te maken. De vertegenwoordigers der
werklieden staan er op, dat al de oude werklieden weder
aangesteld en de in dienst genomen mannen ontslagen
worden; als wij van dezen eisch afzagen zeggen zij
zonden wij de onderliggende partij zijn. Als de werkgevers
zich dezen eisch laten welgevallen dan geven zij daar
mede toe dat de werklieden gewonnen hebbeu en dat
willen zij niet; bovendien zou het ook onbillijk zijn, de
mannen die hen in den nood geholpen hebben nu aan
kant te zetten.
De werkstakers hebben in het geheel van buiten
200,000 mark ontvangen waaronder 103,000 mark uit
Berlijn en 3000 mark uit het buitenland. De vereeni-
ging van Duitsche boekdrukkers heeft hun 50,000 mark
geleend.
Het uit Calcutta te Hamburg aangekomen zeilschip
»Pirrie" is ter waarneming naar de Hansa-haven gegaan
omdat aan boord verschillende zieken waren.
Het is thans officieel gebleken, dat het schip Calcutta
verliet op den 27 Septembertoen daar geen ziekte
heerschte. De stuurman is onderweg gestorven aan tering,
de overige ziektegevallen aan boord beperken zich tot
verschijnselen van uitputting, ten gevolge van de zware
en vermoeiende werkzaamheden.
EAEELA1V1». Den 19 is de zitting van het Par
lement geopend. Lord Salisbury verklaarde in het
Hoogerhuis ten aanzien der Turksche quaestie »dat
uit de gewisselde correspondentie zal blijken dat de mo
gendheden het eens zijn over de noodzakelijkheid om in
gemeenschappelijk overleg te handelen om het rijk van
den Snltan te redden. Het is mogelijk dat een daad
werkelijke pressie noodig wordt, maar er bestaan kleine
verschillen in den vorm waarin de mogendheden hare
inzichten uitdrukken naar mijne meening zijn althans
de voornaamste hervormingen aangenomen. Eene be
slissing omtrent het lot van het Turksche rijk kan niet
lang worden uitgesteld.
In 't Lagerhuis sprak minister Balfour o. a. de
hoop uit, dat de enquête commissie in zake den inval
in Transvaal bet resultaat zal hebben, dat de banden
van wederzijdsch vertrouwen tusschen de verschillende
rassen in Zuid-Afrika nauwer worden.
Edward Bell, alias Ivory, heeft den 19 terechtge
staan voor de rechtbank vau Old Baily te Londen In
de aanklacht werd hem ten laste gelegd .samenzwering
met Tynan (de beruchte No. 1), Kearney en Haines om
in het Vereenigd Koninkrijk een ontploffing te veroor
zaken die menschen in levensgevaar brengen en groote
schade aanrichten kon". Bell luisterde met aandacht naar
het voorlezen der akte van beschuldiging en antwoordde
op de gewone vraag van den voorzitter met duidelijke
stem »Niet schuldig.''
De advocaat-generaal trok do vervolging in, omdat hij
niet kan bewijzen dat Bell keunis droeg van het aau-
wezig zijn van een voorraad ontplofbare stoffen in een
huis te Antwerpen.
Het vonniswaarbij de beklaagde niet-schuldig werd
verklaard aan het hom ten laste gelegde word daarna
uitgesproken.
FRAAKRIJK. Het ministerie Méline heeft weder
een paar aanvallen te verduren gehad. Eerst een inter
pellatie over de benoeming van Donmer tot gouverneur
van Indo-China. Door den heer Caruau l werd deze be
noeming gebrandmerkt als seen onwaardige regeerings-
daad,'' als »een erbarmelijke parlementaire manoeuvre,
z. Herhaaldelijk moest de ijverige bestrijder van het
kabinet tot de orde worden geroepen. Jaurès ging nog
verder, door de regeering te beschuldigen van omkooping
der tegenstanders. Doch de kalme en bezadigde taal van
Méline overtuigde de Kamer van zijn politieke integriteit
en met groote meerderheid werd de eenvoudige orde van
den dag aangenomen.
Daarna volgde een aantijging, dat Méline aan eenige
zijner politieke vrienden ridderorden zou hebbeu verleend,
doch ook dezen aanval wist de minister-president af te
slaan.
Roman van
H. RIDER HAGGARD.
Dit plan scheen haar verhit brein te verlevendigen
zij ging in olk geval zitten en begon vlag te schrijven,
zonder naar haar woorden of haar gedachten te zoeken
Zij schreef
Mijn lieveling.
Natuurlijk heb ik geen recht je zoo te noemen, maar
dit is immers toch geen werkelijke brief en je zult hem
nimmer ontvangen, want ik zal hem onmiddellijk in het
vuur werpen ik speel eigenlijk maar een beetje.
Henry, mijn lieveling, mijn alles, mijn echtgenoot,
zie je nu niet dat ik aan 't gekscheren ben, want hoe
zou ik je anders zoo kannen noemen Ik ben zeer ziek
ik geloof dat ik ga sterven en ik hoop, dat ik spoedig
zal sterven, heel spoedig, dat er niets van mij zal over
blijven dat ik als door den wind zal worden wegge
blazen of misschien veranderd mag zijn in een bloem op
mijn eigen graf, een bloem voor jou om te plukken. Ik
heb je van middag gezien, Henry ik droeg den mantel,
dien je zuster had uitgekozen en ik geloof waarlijk, dat
ik je had toegesproken, wanneer zij mij dat niet had
verboden en mij daarbij zoo trotsch had aangekeken, dat
ze mij bang maakte. Was het niet zonderling ik
moet er nu om lachen, ofschoon ik toen wel had willen
huilen dat jij daar voor mij stondt en naar den
mantel om mijn schouders keekt en niet meer notitie
van mij naamt dan alsof ik een winkelpop was Mis
schien heb je mij daar wel voor aangezienen o, ik
wilde dat ik dat was, want dan had ik geen gevoel
Maar ik heb je mijn geheim nog niet verteld en toch
zul je dat wel graag willen kennen. Ik verwacht een
kind, Henry een kind met groote blauwe oogen, als
die van jou. Eerst schaamde ik mij daarover en ik
werd bang. Alle nachten droomde ik, dat ieder, die mij
kende, mij naliep in de straten, mij aanwees en vooraan
liep juffrouw Gilling water, mijn tante. Nu schaam ik
mij niet meer. Het kan mij niet meer schelenen
waarom ook. Niemand zal een meisje zonder naam
kwalijk nemen, dat zij een kind zonder naam krijgt,
niemand dan ik zelf; en ik zal het liefhebben, o, zoo
liefhebben, bijna zoo lief als jou, mijn lieveling. Maar
ik zou geheel vergeten, dat ik ga sterven, kas mij
wanneet ik dood ben Henry bleeke lippen, die je moet
kassen dan zal er geen kind meer zijn, en dat is
jammer, want dan kunt ge het ook niet zien. Wanneer
het toch geboren wordt zal het geschieden in den Hemel
of waar arme meisjes te recht komen, die van den
goeden weg zijn gegaan Ik begrijp eigenlijk niet wat
het beteekent, Henryik begrijp niet, Henry, niet,
waarom ik je zoo liefheb, want dat was mijn noodlot
neen, ik begrijp niet, waarom ik zoo moet lijden. Omdat
ik je bemin Is het mijn schuld is het de schuld van
een ander Ik wil niet zeggen jou schuld, lieveling
of is het eenvoudig een straf des Hemels, omdat ik ge
zondigd heb Maar dat schijnt mij toch zonderling toe
Als ik je aan je woord had gehouden en je vrouw was
geworden, dan zou ik niet gezondigd hebben dat wil
zeggen, in de oogen van anderen en ik zou niet- ge
leden hebben. Ik zou even goed zijn als alle andere
getrouwde vrouwen en veel gelukkiger dan het grootste
deel. Maar nu ik niet aan trouwen wilde denken, omdat
dit je ondergang zou zijn, nu ben ik slecht en moet ik
lijden ik kan er tenminste geen andere reden voor vin
den. Ik bekommer mij er niet over, Henry, wanneer
het je geluk kan bevorderen en ik hoop, dat je altijd
gelukkig naoogt zijn. Maar ik ben ook zelfzuchtig. Als
ik dood ben, zul je eens denken aan mij en aan den
kleine, die niet geboren is en als ik kan zal ik van
tijd tot tijd verschijnen in je slaap en dan zal je mij
zien in het wit gekleed en met loshangend haar want
je vondt immers mijn haar altijd zoo mooi en met
In de Sorbonne te Parijs is Zondag de tweehon
derdjarige gedenkdag gevierd van de geboorte van mar
kies Dupleix, den man die in 1731 gouverneur van
Chandernagor, in 1742 hoofd van de Fransche Oostin-
dische Compagnie was en wellicht Oost-Indië voor Frank
rijk zou geannexeerd hebben, indien hij steun had gehad
van zijne regeering.
Er werden redevoeringen gehouden door den afgevaar
digde Etienne en Bonvalot, en Sarah Bernardt oogstte
veel bijval met het voorlezen van een gedicht over Du
pleix door Harancourt.
ITAIjIE. Zeer ernstige berichten uit AfrikaDe
Derwishen rukken op naar Agordat reeds is Kassala
afgesneden van de verbinding met Keren, en men vreest
voor een Mahdistischen inval in het hart der kolonie.
Tot overmaat van ramp is generaal Baldissera jnist een
paar dagen geleden van Massoewah naar Italië vertrokken.
De berichten uit Massoewah luiden
Een sterke afdeeling Derwishen rnkt op den weg Elit-
Bitama voortwaarschijnlijk de voorhoede eener macht
van Kedarf, die een aanslag op Agordat onderneemt. Het
bestnnr in de kolonie heeft besloten alle beschikbare
troepen te verzamelen tusschen Agordat en Keren. Agor
dat is goed versterkt en rijkelijk voorzien van levens
middelen. Het wordt verdedigd door een voldoend aantal
inlandsche troepen onder Europeesche officieren. Een af
deeling ordounaucen houdt voeling met de voorhoede der
Derwishen.
Generaal Yigano heeft eenige compagnieën militie en
inlandsche troepen uit het gebied van Sarae onder de
wapenen geroepen. Men gelooft, dat de toestand binnen
enkele dagen duidelijker zijn zal."
Volgens de »Agenzia Stefani" is de voorhoede der
Derwishen tot op twee uren afstands van Agordat aan
gekomen zij hebben daar post gevat zonder voort te
rakken. Waarschijnlijk wachten zij de komst van den
hoofdtroep af, die zich bij Bischa samentrekt.
8FAAJTE. Een telegram nit Havana meldt, dat de
opstandelingen nabij de hoofdstad een trein hebben over
rompeld en de reizigers nitgoplunderd, Tien officieren
werden gevangen genomen, maar allen weer in vrijheid
gohteld, met uitzondering van een officier van vreemde
nationaliteit, die gefusilleerd werd.
Voorts hebbeu de opstandelingen de kanonneerboot
»Relamiago" met een torpedo vernield zij schoten op
de bemanning die zich zwemmende trachtte te redden.
Zes Spanjaarden zijn gedood bijna allen die zich aan
boord bevonden, zijn gewond.
TIIURIJE. De Porte heeft aan de gezanten een
Dota gezonden, wairin zij verklaart, het ontwerp betref
fende de organisatie der gendarmerie op Kreta aan te
nemen, onder voorbehoud echter, dat het opnemen van
buitenlanders in het korps gendarmen slechts tijdelijk
zal zijn en er geen Grieken in zullen opgenomen worden.
Manzar Bey, de moordenaar van pater Salvator, zal
te Aleppo opnieuw voor een krijgsraad terecht staan. De
door de gezanten verlangde publiciteit van het proces is
door de Porte toegestaan.
den kleine in de armen, En eindelijk zul je ook sterven
en bij mij komen je zult niet naar mij behoeven te
zoeken, want ik ben een zondares en God zal goed voor
mij zijn en medelijden met mij hebben omdat ik zooveel
heb uitgestaan en ik zal aan je bed staan wachten en
den adem die je ontsnapt, opvangen in mijn borst. O,
ik ben zoo alleen geweest, zoo vreeselijk alleen ik had
een gevoel alsof ik op een wereld stond, waar niemand
mij begreep en allen mij bespotten en haatten. Maar
ik wist, dat ik alleen was, omdat ik u niet kon zien.
Wanneer ik je slechts eenmaal nog kon zien, zou ik ge
lukkig sterven. O, mijn lieveling, mijn lieveling, als ik
je maar eens zien kon, en je maar eens een uurtje vrien
delijk tegen mij was, dan zon ik
Hier eindigde Joan plotselinghaar hoofd begon zoo
te bonzen, dat ze in zwijm dreigde te vallen toen zij
zich een weinig hersteld had, wankelde zij naar bed,
niet meer denkende aan het onsamenhangende, half krank
zinnige epistel.
Een paar minuten later kwam juffrouw Bird de kamer
binnen met een dokter geen »bus"-dokter, doch een
zeer bekwaam arts uit een ziekenhuis, die de patiente
vluchtig onderzocht.
»Hm 1" zei hij, toen hij de temperatuur had opgeno
men »dat heeft veel weg van het begin van hersenont
steking, ofschoon het ook een erg geval van influenza
kan zijn op het oogenblik kan ik er echter weinig van
zeggen. Is u iets omtrent den loop der ziekte bekend,
juflrouw Bird
Zij herhaalde de bekentenis, die Joan haar gedaan had.
Wanneer heeft zij n dat verteld?" vroeg hij.
Ongeveer anderhalf uur geleden."
d Dan moet n daar niet te veel waarde aan hechten.
Zij vorkeerde in een toestand van geestelijke overspanning,
vergezeld van koorts en was min of meer haar zinnen
kwijt. Ik heb menschen gekend, die in znlke gevallen
allerlei dwaasheden vertellen. Zij is echter zeer ernstig
ziek en het zou zonde zjjn, dat een vrouw van zulk
oen prachtigen lichaamsbouw die niet zon doorstaan. Ik
ben echter niet bang. Wat een prachtig meisje 1 U