353ste Staatsloterij.
Stadsbericliten.
5e klasse, 13e lijst, 2 Febr.
Nr. 929 f 2000; Ns. 6510, 13417, 13523, 16193 en
19628 f 1000; Ns. 1571, 5229, 7536, 16939, 17797 en
18783 f 400; Ns. 5022 en 13763 f 200; Ns. 311, 1032,
2056, 2781. 4759, 8498, 9992, '10520, 14453, 14665,
14893 en 19107 f 100
5e klasse, 14e lijst, 3 Febr.
Ns. 1986, 8054 en 8697 f 1000; Ns. 9167, 17711 en
20257 f 400; Ns. 2654 en 4285 f 200 Ns. 136, 1179,
8913, 10252, 10871, 12283, 13664, 14537,14751,15028,
15845, 16402, 18493, 20114, 20491 f 100.
den meteoor.
Te Koegras is den 2, omstreeks 4.20 's mor
gens, een merkwaardig natuurverschijnsel waargenomen.
Aan den Zniderhemel bewoog zich een schoone vuurbol
van pl. m. 1 meter middellijn. Een helder licht ver
spreidend j bewoog hij zich snelsteeds dalend, in noor
delijke richting. Na op ongeveer manshoogte pl.m. 700
meter te zijn voortgegaan spatte hij boven de Midden-
vliet in duizenden kleinere bollen uiteen. Voor zoo ver
waarneembaar, geschiedde alles geruischloos. In de woning,
in de nabijheid waarvan de bol neerkwam was het op
dat oogenblik zoo helder als bij vol maanlicht.
Witte liruls.
Tot bestuursledon der afdeeling »Langedijk van
shet Witte Kruis" zijn gekozonds. H. B. Hobbema
van Noordscharwoude (le maal) en J. Vis, van Oudkar
spel (2e maal), en tot adviseerend lid C. C. Rootlieb,
van Zuidschai wonde (2e maal). Het volledige bestuur be
staat uit 7 gewone en 2 adviseerende leden, van wie er
jaarlijks 3 aftreden.
Landsmeer. De Raad dezer gemeente heeft zich
onlangs opnieuw bij adres tot de autoriteit gewendom
aan te dringen op eene vroeger toegezegde verplaatsing
van het pontveer te Watergang naar »het Schouw". Ge
schiedt dit laatste dan is er te eer kans op het ver
krijgen van een rijweg, van »het Schouw" naar het dorp.
Edam. Toen de secretaris dezer gemeente, de heer
D. Schelliuger den 3 zijne werkkamer binnentrad, vond
tij haar eenvoudig maar net versierd. Van het stadshuis,
de openbare en particuliere gebouwen wapperden de vlag
gen en de klokken van den speeltoren beiërden. De heer
D. Schellinger was heden 25 jaar in functie als secre
taris en bijna 40 jaar als ambtenaar der secretarie.
Prac itige geschenken werden hem vereerd dcor den
raad (bij monde van den burgemeester H. J. Calkoen),
door de burgerij (door den heer H. de Boer Jzn.), door
de ambtenaren de leden van den brandraad enz. Zelf
had hij de rmen op ruime schaal bedachtevenals de
weeshuizen der verschillende gezindten, het diaconiehuis
en zeer vele stille armen.
Nationale Bakkerij-Tentoonstelling.
In den huize Vondel" te Amsterdam zal in Mei
a.s. een nationale Bakkerij-Tentoonstelling worden ge
houden, die de volgende groepen zal omvattenGroep 1
brood, beschuit en roggebrood in afzonderlijke klassen
verdeeld als voedingsmiddelen. Groep 2: weeldebrood,
waaronder worden verstaan alle fijnere broodsoorten,
groot of klein. Groep 3: kunstwerken van levend of dood
deeg of van brood vervaardigd. Groep 4: productie der
banketbakkerij.
De inschrjjving wordt opengesteld tot 15 Maart.
De bekroningen zullen bestaan in eere-diploma's, zoo
mogelijk eereprijzen, diploma's voor gouden, zilveren en
bronzen medaljes en eervolle vermeldingen.
Door de commissie van bijstand en uitvoering is be
sloten ten behoeve der tentoonstelling een inschrijving
open te stellen voor het waarborgfonds, groot f 150, in
in 60 aandeelen a f 2,50.
somtijds in hooge mate belemmeren en het onbillijk zou
zijn deze te bevoordeelen boven de ingezetenen, door de
belasting op het inbeslagnemen van gemeentegrond of
water op hen niet toe te passen
dat art. 2 uv en q behooren te vervallen omdat
naar het oordeel der Kamer de stoepen bij de huizen
voor het gebruik van de ingezetenen die daarvan den
eigendom hebben en met het onderhoud belast zijn
zooveel mogelijk behooren vrij te blijven en in het
bijzonder wat het sub u bedoelde betreftomdat dit een
groote belemmering aan den kleinhandel zou veroorzaken,
die de Kamer niet billijk kan achten.
Wat de algemeene strekking der verordening aangaat
heeft de Kamer echter gemeend nog het volgende als
haar oordeel te mogen te kennen geven
dat nu blijkbaar de gemeente fiuantiën versterking
behoeven en in verband daarmede het denkbeeld is opge
komen om voor de vele uitgaven wegens inrichting en
onderhoud van gemeentewerken eenige vergoeding te
zoeken in heffingen ten laste van hen die van die
werken genot of voordeel trekkenen die alzoo bij het
behoorlijk in stand houden dier gemeenteweken belang
hebben het bevreemding mag verwekken dat in de
eerste plaats gedacht is aan een reeks van heffingen
welke uitsluitend of hoofdzakelijk ten laste zullen komen
van ingezetenen die door andere belastingen toch reeds
voor die werken bijdragen;
dat het meer voor de hand gelegen zoude hebben en
ook billijker zou zijn geweest om allereerst heffingen in
te stellen welke zouden komen ten laste van hen die
buiten de gemeente wonen en toch geregeld profijt hebben
van de gemeentewerken bezittingen en inrichtingen of
deze gebruiken zonder daarvoor iets hoegenaamd in de
kosten bij te dragen
dat naar het oordeel der Kamer de heffing van haven-,
kaai- en diepgelden daarom billijker en meer rationeel
ware geweestdan de hoffingen die nu worden voorge
steld en dat het alzoo overweging zou verdienen om
eene verordening op het heffen van haven-, kaai- en
diepgelden aan de voorgestelde verordening te laten
voorafgaan, althans daarmede te verbinden;
dat zulks te meer verdient te worden overwogen, omdat
de gemeente Alkmaar thans de eenige gemeente in ons
geheele Rijk iswaar deze heffing niet bestaat en toch
reden van bestaan zou hebben en omdat de opbrengst
daarvan ook veel belangrijker zou zijn dan van de nu
voorgestelde heffingen
dat omtrent de verdere gronden, die voor het invoeren
dezer heffing bestaan en omtrent de vermoedelijke op
brengst de Kamer meent te mogen verwijzen naar hare
missive aan den Raad der gemeente gericht van den
25 Juni 1890 No. 13, onder opmerking, dat die opbrengst
ook bij uiterst matige heffing wegens de toeneming van
het verkeer nog veel belangrijker zou zijn dan toen in
uitzicht werd gesteld en dat de redenendie destijds
met meer of minder grond werden aangevoerd om de
bedoelde heffing van haven-, kaai- en diepgelden uit te
stellen (namelijk het verband met de heffing van
wik- en weegloonen) thans in alle gevallen niet
meer bestaan.
Eindelijk is het der Kamer voorgekomen, dat het niet
op haar weg ligt om advies uit te brengen over de aan
geboden veroitiufiiug op de invordering van de bedoelde
heffingen.
Re Kamer van Koophandel en Fabrieken
te Alkmaar
(get.) A. PRINS Az., Voorzitter.
J. VERDAM, Secretaris.
Men verzoekt ons mede te deelen dat zondag, den
7 de dienst in de kerk der remonstrantsche ge
meente zal vervuld worden door den heer dr. A. P. G.
Jorissen pred. te Rotterdam.
Politieke Verceniging „Vooruitgang."
Dinsdag, den 2, 's avonds trad in het lokaal Har
monie als spr. op de heer I». «Ie Klerk, lid van den
gemeenteraad te Rotterdam en van het bestuar der Libe
rale Unie. Hij was door bovengenoemde vereemging
uitgenoodigd, dien avond eene lezing te houden, naar
aanleiding van de nieuwe kieswet.
Na een woord van welkom en opening door den presi
dent der vereeniging Vooruitgang", verkreeg de spr.
het woord, die zijne rede begon met den aanhef:
Dames, heeren en medewerkenden I wellicht zou ik
niet als spr. voor u zijn opgetreden, wanneer niet juist
het onderwerp, wat ter bespreking gevraagd werd, n.l.
de nieuwe kieswet, iets, wat mij als lid der Liberale
Unie zeer ter harte gaat, een onweerstaanbare drijfveer
daartoe ware geweest.
Spr. zou met zijn gehoor, w.o. wellicht vele a.s. kie
zers, behandelen 1°. hoe wij langzamerhand gekomen
waren tot de uitbreiding der kieswet tot op heden 2°.
bespreken de bijzonderheden en wat men noodig heeft
daarbij te weten. Spr, zou hierbij geen kritiek uitbrengen,
vooreerst, omdat die, tijdens de discussiën in de Kamers,
in overvloed geleverd was en ook omdat, nu de kieswet
er door is, daarmede toch niets meer te verhelpen valt;
3°. wat hij meende het beste te zijn, dat in deze omstan
digheden geschieden moest en 4°. wilde hij trachten de
a.3. kiezers op te wekken en aan te moedigen.
Bij de ontwikkeling van een land (aldus begon spr.
zijne inleiding) wordt al spoedig de regeering eene zaak
niet van het belang van enkelen, maar van het algemeen
belang en zoo ontstaat langzamerhand een bezield lichaam,
dat den naam draagt van Staat.
Bij voortgaande ontwikkeling worden vaak verande
ringen noodig eu wees spr. op de wetsherzieningen van
1798, 1801, 1805, 1806, ook op de grondwetsherziening
van 13 Maart 1848, die op verzoek van Willen II, op
5 Juni 1848 door de Staten-Generaal aangenomen werd.
Hierbij deelde de koning het gezag met do Staten-Generaal,
bestaande uit 2 Kamers.
Spr. gaf een overzicht wat de vereischten waren om
tot de hoogeie of lagere staatsbetrekkingen gekozen te
kunnen worden en kwam daarop tot de wet van 48,
die wellicht vrij goed was, maar toch zeker niet voor
alle tijden gemaakt scheen, vooral was over de regeling
van hot kiesrecht al spoedig verschil van gevoelen
velen eischten uitbreiding en anderen in navolging van
Frankrijk en Zwitserland zelfs algemeen stemrecht.
Reeds Kappeijne vormde het plan tot eene grondwets
herziening en eindelijk had onder minister Heemskerk
in '87 de 8e grondwetsherziening plaats. Deze had z.i.
Hospitaal op Java.
Voor de oprichting van een hospitaal voor de zen
ding der gereformeerde kerken te Poerworedjo, op Java,
is door A. Kuiper, te Amsterdam, eene gift ontvangen
van f 10.000.
Veeziekten.
Bij den veehouder Rebel te Haarlemmermeer bij
Slotenzijn twee koeien aan miltvuur gestorvenop
last van den districts-veearts zijn de wettelijke bepalin
gen toegepast.
Onder het rundvee van den veehouder Jacob Out te
Zaandam is door den dislricts-vcearts mond- en klauw
zeer geconstateerd.
JHonil- en Klauwzeer.
De Rumeensche veeartsenijkundige ispecteur Star-
covici heeft, naar hij verzekert, de bacil van het mond
en klauwzeer ontdekt. Die bacil heeft het aanzien eu
bijna de afmetingen van die der typheuse koortsen bij
den mensch. De levensduur van deze bacterie is, onder
alle omstandigheden, ongeveer 6 maanden.
Veehandel In Friesland.
In het vette rundvee is de ha-edel iets drukkerde
vraag is grooterterwijl de aanvoer vrij gelijk blijft.
Hetzelfde geldt voor kalve- en melkkoeien. De gemeste
kalveren waarvan de aanvoer niet groot is blijven in
één doen de prijzen zijn vrij hoog.
De aanvoer van stieren voor de slachtbank is aanmer
kelijk kleiner de meeste boeren hebben dit vee reeds
verkocht. De kleinere aanvoer heeft de prijzen echter nog
niet van eenig belang doen rijzen.
Daar in den laatstcn tijd de prijzen van de Londenschp
vleeschmarkt behoorlijk goed afgekomen is de handel in
lammeren en vette schapen drukker met hooger prijzen
In vette varkens is de handel vlug met hooger prijzen
hetzelfde geldt voor vette biggen. De voorraad van dit
vee is niet grooten dewijl biggen van 100 a 130 pond
voor Londen opgekocht worden heeft menig boer geene
biggen meerom op het hok te leggen en te mesten. In
Londensche biggen is de handel levendig in nuchtere
kalveren eveneenswaarin de vraag het aanbod verre
overtreft.
De prijzen zijn thans: vette koeien 28 —30J cent, melke-
f 100f 190 kalve f 100f 195 vette kalveren 28
33 ct., stieren 18423 et., vette schapen f 15—f 30,
melkschapen f 11f 22, weidlammeren tot f 15, vette
varkens 1719 ct., Londensche biggen 14—15 ct., nuch
tere kalveren f 6f 10. In jonge biggen is weinig han
del zij worden weinig aangeboden.
Haarlem. Mr. G. van Tienhoven heeft de vol
gende kennisgeving gericht aan de gemeentebesturen,
burgerlijke en militaire autoriteiten, colleges, ambtenaren
en ingezetenen van Noorholland:
1 Februari 1Ö97.
Ik heb de eer u mede te deelen, dat ik heden de be
trekking van Commissaris der Koningin in de provincie
Noordholland heb aanvaard.
Werd aan mijn hooggeachten ambtsvoorganger uwe
medewerking in ruime mate geschonken, ook ik roep
deze met het volste vertrouwen voor mij in, overtuigd
dat zij mij gegeven zal worden waar onze gezamenlijke
bemoeiingen moeten strekken tot den voortdurenden
bloei der provincie Noordholland en tot bevordering der
belangen van hare ingezetenen.
Een nieuwe aanslag te Amsterdam.
Aan de woning van den heer Heymans, bij den
Amstel, werd in den morgen van den 2 te zeven uur
gebeld. De dochter des huizes, meenende dat de bakker
er was, opende de deur. Zij zag toen aau de overzijde
der straat een bakkerskar staan, doch de bakker was
niet te zien. Mej. Heymans boog zich buiten de deur,
om uit te zien en plotseling schoot van rechts een man
toe, die haar met een blinkend voorwerp aan den hals
verwondde. Hevig verschrikt stiet zij den man van zich
af en wierp de deur op slot. Vermoedelijk verwijderde
hjj zich in de richting van den Amsteldijk.
Door de huisgenooten werd geneeskundige hulp inge
roepen. Het bleek, dat de wonde zeer onbeduidend was
en hoogst waarschijnlijk met een stomp voorwerp werd
toegebracht.
Mej, Heymans heeft geenerlei vermoeden op een be
paald persoon. De aanvaller zag er volgens haar uit als
een gewoon werkman.
Nut tan het algemeen.
Dinsdag, den 2, 's a^Mwis, hield mevr. Ciuusje
Poolmanin de vorgaömng van het departement
Alkmaar der Maatschappij tot nut van 't algemeen, een
tiental voordrachten. De zaal was flink bezet. Wel een
bewijs, dat de naam dezer spreekster goed bekend was,
hoewel zij nooit of zelden hier optrad.
Zij heeft haar naam dezen avond zeer zeker gehand
haafd. Het publiek was blijkbaar tevreden en gaf dit
door applaus te kennen. Misschien is het succes voor
namelijk te danken aan het welluidende orgaan, waarover
mevr. P. beschikt. Alle woorden werden goed uitge
sproken, goed gearticuleerd en zonder acceut.
Wie echter zóó verstaat onze moedertaal tot haar
recht te doen komenzou echter naar onze meening
den hoorders meer genoegen verschaffendoor eenige
minder bekende gedichten of fragmenten voor te dragen,
als^Meesters straf", »0 mijnheer", en »Met z'n ach
ten enz.
Het best geslaagd scheen ons toe de kiudersproke
van Marie Boddaert en »het eerste consult van een
doctores Hierbij kwam 'n de goede eigenschappen der
spreekster het meest aau 't licht.
Wij hopen, dat mevr. Poolman gehoor geeft aan den
wensch van den voorzitter, den heer P. Kool, die haar
bedankte en tot weerziens toeriep, en terug komt.
Wij durven voorspellen, dat dan nog een grooter getal
hoorders zal aanwezig zijn, vooral wanneer de spreekster
een programma aanbiedt van minder algemeen bekende
stukken.
Kamer van Koophandel en Fabrieken.
In de den 26 gehouden vergadering waren alle
leden tegenwoordig behalve de heer Schilling, die ongesteld
is. Deze vergadoring was alleen belegd ter bespreking
van de verordening Op het heffen van gelden voor het
gebruik van openbare gemeentewerkenbezittingen of
inrichtingenwaarvoor door B. en W. een ontwerp aan
den raad is ingediendover welk ontwerp het advies
der Kamer is gevraagd. Daarom was besloten de ver
gadering niet openbaar te houden en hiervan te voren
ook geen bekendmaking gedaan.
Nadat besproken was welk advies over het bedoelde
onderwerp door de Kamer zal worden gegeven wordt
besloten dat omtrent het verhandelde in deze verga
dering geen mededeeling zal worden gedaan, noch daaraan
publiciteit zal worden gegevenvóórdat het advies is
opgemaakt en ingediend.
Dit thans bij missive aan den raad ingediend advies
luidt als volgt
Alkmaab, 1 Februari 1897.
De Kamer van koophandel en fabrieken te Alkmaar
heeft de eer, naar aanleiding van het aan haar gevraagd
advies over de ontwerp-verordening op het heffen van
gelden voor het gebruik van openbare gemeentewerken,
bezittingen of inrichtingen, haar toegezonden bij missive
van 13 Januari 1897 No. 34 aan UEA. mede te deelen,
dat zij van die ontwerp-verordening kennis heeft geno
men, den inhoud heeft overwogen, en besloten heeft het
navolgende aan UEA. als hare meening te kennen te geven
dat de Kamer in het algemeen de voorgestelde heffingen
niet onbillijk of overdreven acht en alzoo meent tot de
aanneming daarvan te moeten adviseeren behoudens de
volgende wijzigingen die zij daarin wenschelijk acht
dat in art. 2 letters a, c, r en s de belasting niet
naar de lengte per metermaar naar de ingenomen
ruimte per vierkante meter behoort te worden gerekend,
evenals dit ook geschiedt bij het sub e bedoelde enz.,
daar toch evenzeer bij hetgeen onder deze letters genoemd
wordtde ingenomen ruimte zoowel in de breedte als
in de lengte aan den gemeentegrond of water wordt
onttrokken ten nadeele van het algemeen verkeer;
dat in art. 2 c de gas- en duinwaterleiding behooren
te vervallen, omdat de gemeente indirect reeds inkomsten
heeft van het gebruik dier leidingen en deze in de straten
of wegen steeds in orde gehouden dienen te worden ten
behoeve van alle aangeslotenen
dat in art. 2 achter de woorden »en dergelijken"
behoort te worden ingevoegd»koopmansgoederen niet
uitgezonderd", omdat vele personen buiten de gemeente
vvone de op verschillende tijden een groot gedeelte van
de straten of wegen innemen voor het bergen of uit
stallen van koopmansgoederendaardoor het verkeer