No. 24. Negen en Negentigste Jaargang. 1897, WOENSDAG 24 FEBRUARI. Amsterdamsehe Brieven. EEN OFFER. Buitenlan d. FEUILLETON. ALKMAARSCHE Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,8O; franco door het geheelo rijk 1, De 3 nummers O, O®. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnnmner3 COURANT. Prijs der gewone Advertentiên: Per regel ©,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitga vers HERMs. COS- TER ZOON. V. We meenden met de plaats van onze nieuwe Beurs klaar te zijn en feitelijk zijn wij dat ook, maar de laatste dagen hebben de heeren De Flines en Yon Glahn weder zooveel propaganda gemaakt voor hun geliefkoosd Bou levard-plan dat er eenige onzekerheid is gaan bestaan, of het onlangs goedgekeurde ontwerp zal worden uitge voerd. Althans bij menschenop wie mooie teekeningen en lange ingezonden stukken in de bladen indruk maken. Wat de heer De Flines wil verdient theoretisch zeker de voorkeur. Een verkeersweg van 60 M. breedte be ginnende bij het Centraal Station en loopende via den Dam tot het Sophiapleinzon ontegenzeggelijk de hoofd stad tot sieraad strekken. Maar om dat te bereiken zou den verschillende perceelen in de Warmoesstraat onteigend moeten worden. Nu hebben de bezitters daarvan zich wel-is-waar bereid verklaard deze tegen een schappelij- ken prijs van de hand te doen maar in ieder geval is daarmee bijna een millioen gemoeid. Waar Amsterdam een beurs kan krijgen op eigen terrein, dat groot genoeg is om een aan architectonische eischen voldoend gebouw te stichten kunnen wij niet aannemen, dat oen millioen zal worden opgeofferd voor een iets gunstiger gelegen terrein afgezien nog van het feitdat de gemeenteraad slechts zeer noode op een eenmaal genomen besluit terug komt. Wij vreezen dan ook dat de heeren De Flines en Von Glahn al hun moeiten en kosten voor niets maken; in principe zullen zij gelijk krijgenmaar in werkelijk heid zal het gebouw op de eenmaal goedgekeurde plaats verrijzen. Een agitatie van gansch anderen aard heeft dezer dagen in de hoofdstad ook vrijwat stof tot gesprekken gegeven. Indertijd deelden wij mede dat de politie toevallig was gekomen achter de verblijfplaats van den veroordeelden anarchist Alexander Cohen. Toen de rechter eenige jaren geleden het vonnis over hem nitsprak had hij zich aan de uitvoering daarvan weten te onttrekken door naar het buitenland nit te wijken. Later meende hij, onder een valschen naamgerust naar het moederland terug te kunnen keeren en hij vestigde zich te Water graafsmeer zonder dat iemand in hem den gevlnchtte vermoedde. Hier beging Cohen evenwel'de onvoorzich tigheid aan socialistische bladen mede te werken zoodat de politie de aandacht op hem ging gevestigd houden. Nu was er maar weinig meer noodig om hem in den val te doen loopen en hij werd gearresteerd om de weinige maanden die hij nog te goed had, in den kerker door te brengen. Nauwelijks was hij daarof op een goeden dag kregen de redacties der verschillende bladen een bezoek van een donker-oogige levendige Fransehe damedie zich pre senteerde als madame Alexander Cohen. Zij deelde niede, dat haar man door den gevaugenisdokterden heer Wal- burgh Schmidtop afschuwelijke wijze was behandeld. Zoo ruw mogelijk zou hij door dezen bejegend zijn en op Cohen's vraag of hij overeenkomstig het advies van zijn dokter ook flanel mocht dragen zou hij met stok- Roman van H. RIDER HAGGARD. 60) Hij nam den brief weer op en las hem nog eens aandachtig door. Als dat niet Joan's hand was moest zij nauwkeurig nagemaakt zijn. Toen dacht hij aan den vorigen brief, welks inhond hem zoo verrast had. Zou bij zich dan zoo in het karakter van dat meisje hebben bedrogen Het scheen zooEn toch en toch Zij had gezworen dat zij hem lief had en dat zij dien Rock haatte. Met welk oogmerk kon zij aldus gehandeld hebben Alleen om den wille van het geld, anders wist bij geen reden te bedenken. Rock was een rijk man en hij baron zonder één cent. Wanneer die brief werkelijk echt wasdan bleek daaruitdat zij hem goed genoeg achtte voor minnaar maar niet voor echtgenoot; dat zij zich een beetje met hem vermaakt had en hem nu over boord wierp in ruil voor een rijk huwelijk met een man van haar eigen stand. Hij had wel meer gehoord van vrouwen die aldus handelden en Joan scheen iets dergelijks al lang van plan te zijn geweest. Van het eerste oogenblik af had zij immer geweigerd zijn vrouw te worden O, blinde dwaasdie hij was geweestwat had hij zich noodeloos gekweld met al zijn twijfelingen en het zoe ken naar den rechten weg van zijn plicht 1 Maar toch kon hij nog niet gelooven, dat het waar was. Er moest een misverstand heerschen. In ieder geval zou hij naar Londen gaan en zich op de hoogte stellen van de feiten, vóór hij een oordeel ging vellen. Waarom was hij, ten spijt van de raadgevingen van den docter en juffrouw Bird, niet vroeger gegaan Een half uur later was hij op weg naar het station. In de nabijheid van Bradmouth zag hij Samuel Rock. »Nu komt er meteen een eind aan den leugen dacht slagen zijn bedreigd. Destijds kwam erdank zij de mooie oogen der Fran<jaise een klein agitatietje tegen een der gelijk optreden in een deel dei pers, maar weldra bloedde het zaakje dood. Nu onlangs kwam het droeve afsterven van den dia mantbewerker Croltsteijn, die bij de relletjes in de Ver- werstaat was aangehouden en beschouwd werd als een der hoofdaanleggers van het standje. Zijn kameraden beweerdendat hij onschuldig wasmaar de rechter achtte voldoende bewijzen voor een veroordeeling aan wezig. Goltsteijn werd ziek in de gevangenis en toen hij deze verliet was 't zoo treurig met hem gesteld, dat hij eenige dagen later overleed. De A. N. D. B. zorgde voor een schitterende begrafenis en zijn makkers schreven dit ontijdig uiteinde toe aan de slechte zorgen van den heer Walburgh Schmidt. In die dagen kwam Cohen jnist op vrije voeten zoodat hij het terrein voldoende voorbereid vond om een protest-meeting tegen den gevangenisdokter te organiseeren. Natuurlijk waren Domela Nieuwenhuis en van Emmenes met consorten aanstonds van de partij. In deze vergadering ging 't niet zeer zachtzinnig toe en al was de helft maar waar van hetgeen aan dr. Wal burgh Schmidt ten laste werd gelegddan zou hij toch al een monster van wreedheid en onkunde zijn. In de werkelijkheid schijnt echter niets minder jnist te zijn. Dezer dagen nog sprak ik een gewezen gevangenbewaarder, die heelwat anders wist te verklaren. Maarvoegde hij er aan toeook dr. Schmidt is een mensch en ook hem wordt het leven soms zoo bitter gemaaktdat hij wel eens tot forsche maatregelen moet overgaan. Vooral sommige socialisten kannen tegen hem een toon aanslaan, die niemand dulden zou. En dan is 't een herhaaldelijk voorkomend verschijnseldat gevangenen zich voor dood ziek zelfs voor krankzinnig uitgeven om op die wijze een reden voor vrijlating te krijgen. De dokter mag zich daardoor niet om den tuin laten leiden en wanneer hij zietdat de zoogenaamde patiënten onwrikbaar in hun rol volharden laat hij hun een douche geven die buitengewoon geschikt is om aan alle komediespel een einde te maken. Dat lijkt nn wel hardvochtigmaar gerust de menschen makerr 't er naar. Wie gewillig en volgzaam is, kan zich met geen mogelijkheid over den dokter beklagen integendeelniemand weethoe veel menschen die berouwvol het cachot verlieten hij heeft voortgeholpen. Hoe dan ook, een onweerlegbaar feit is 'tdat Dr. Walbnrgh Schmidt dezer dagen alles behalve op rozen wandelt. Op straat is hij zonder bewaking niet meer veilig en sedert hij een brief ontvangen heeftwaarin hem wordt meögedeeld dat zijn doodvonnis is geteekend, wordt hij goregeld door een politie-wacht geëscorteerd. In een schrijven aan den minister heeft hij zich over de bedreiging beklaagd maar daarmee heeft hij zijn veilig heid niet terng. Inmiddels juichen Cohen c.s over het effect der volksjustitie en zij zullen met dreigen voort gaan totdat de dokter zijn ontslag genomen heeft. In dien deze werkelijk onschuldig isdan mag men zich verbazen over de slapheid onzer jnstitiedie aan een dergelijk schrikbewind den kop niet weet in te drukken. hij in zich zelf, terwijl hij een zucht van verlichting slaakte; wanneer hij gister met haar getrouwd was, zon hij thans bij haar in Londen zijn, want hij zal toch wol niet hier zijn wittebroodsweken willen slijten In eik geval wilde hij een einde aan de qnaestie maken. Hij reikte de tengels over aan den koetsier dien hij verzocht langzaam door te rijden sprong van het rijtuig en bleef aan den rand van den weg staan wachten. Zoodra Samuel Rock hem zag, bleef hij staan alsof hij terug wilde keeren. Doch hij scheen onmiddellijk van gedachten veranderd en liep door. »Goeden dag, mijnheer Rock", zei Henry. »Ik zon graag een paar woordjes met u spreken. Ik heb van morgen zonderling nieuws gehoordwaarover gij mij wel eenige ophelderingen kant geven.'' »Wat voor nieuws?'' vroeg Samuel onverschillig. »Dat gij gister met Joan Haste zijt getrouwd." »Eu wat wil u daarvan weten, sir Henry Gravos »Niets bijzonders, mijnheer Rock ik kan het alleen maar niet gelooven." Niet?" antwoordde Samuel spottend. »Wilt gij hier dan eens een oog inslaan En hij haalde een af schrift van de hnwelijksacte te voorschijn. Henry verbleektetoen hij het document laszonder een woord te spreken gaf hij het terug. »Ik geloot dat het in orde is?" vroeg Samuel, nog altijd spottend. »Oogenschijnlijk ja antwoordde Henry „En is is mistress Rock bij u »Welneen Meent ge dat ik dwaas genoeg zou zijn haar nu hier te brengen om u gelegenheid te geven haar na te loopen Ik ken uw spel, mijnheerzij heeft mij alles verteld. Ge zoudt van daag naar de stad gaan, niet waar? Voor ditmaal zijt ge een uur te laat. Joan mag een beetje onbezonnen zijn geweest, maar iu den grond van haar hart is het een verstandig meisje en zij wist zeer goed dat het beter voor haar was een eerlijk man te trouwen met een goed tehuis dan een zwendelaar zonder een stuiver, als gij. Ik heb En is hij schuldig dan behoeft de verbazing niet minder gering te zijn, dat de autoriteiten zich het recht tot straffen door het volk uit de handen laten nemen. DIJITSCHIiAIRD. De weigering van Salisbury om mede te werken tot eene blokkade van Athene (door de Duitsche regeering voorgesteld)wordt door de regee- ringsbladen streng afgekeurd, maar begrijpende, dat men aan het eens genomen besluit toch niets veranderen kan, is de regeering bereid met de mogendheden in onder handeling te treden over het toekomstig bestuur van Kretaop twee voorwaarden. Ten eerste moet daarbij buiten aanmerking blijven een annexatie van Kreta door Griekenland welke geen waarborg zou zijn voor het herstel van geregelde toestanden op het eiland, en daar entegen voor de overige Balkanvolken een gevaarlijk precedent zou scheppen. Ten tweede moet vóór het aanknoopen der onderhandelingen een einde worden ge maakt aan de met het volkenrecht strijdige actie van Griekenland waarvan het voortduren een toenemend gevaar voor oorlog oplevert. In geen geval wil de Dnitsche regeering medewerken tot een begin van verdeeling van het Turksche rijk. Wordt daarmede namelijk een aanvang gemaakt, dan zal Konstantinopel ongetwijfeld aan Rusland komen en is een oorlog tnsschen Rusland en Oostenrijk (Dnitschland's grootsten bondgenoot) onvermijdelijkwant Rusland meester van de Dardauellen heeft de macht de Donau te sluiten en Oostenrijk van uit de Middellandsche Zee aan te vallen. Zaterdag bij 't debat over de begrootingspost der ofiicierspensioenen die een der leden van den Rijksdag verminderd wenschte te zien, zeide de minister van oorlog »De Rijksdag heeft niet alle rechten; Z. M. de Keizer heeft zeer bepaalde rechten die onaantastbaar zijn. Er kan hier over de zaak worden gesproken, er kunnen ook voorstellen worden ingedienddoch dat zal geen invloed hebben op de besluiten van Zijne Majesteit. Bebel antwoordde daarop zeer terecht nOf de opperbevelhebber met de besluiten die wij goedvinden te nemen, rekening wil honden, is zijn per soonlijke zaak, maar een Rijksdag die zichzelf eerbiedigt, weet wat hem te doen staat. Het ontbreekt een volks vertegenwoordiging die zich hare waarde ten volle bewust is, niet aan middelen om aan hare besluiten kracht bij te zetten. Doet zij dit niet dan heeft zij 't zicbzelve te wijtenals hare besluiten als waardeloos ter zijde gelegd worden." De voorgestelde verlaging der pensioenen werd echter afgestemd. RDADEfjART». Op Dnitschland's verzoek tot mede werking aan de blokkade van Athene antwoordde Sa lisbury ^Engeland is het volkomen met de mogendheden eens op de twee hoofdpunten1°. dat de vereeniging van het eiland met Griekenland thans onmogelijk is2°. dat het n gezegd dat ik haar wilde trouwen en gij ziet dat ik mijn woord heb gehouden. En nu nog een woordje, sir Henry Graves blijf in het vervolg uit haar nabijheid want wanneer ik n eenmaal met haar in gesprek betrap, dan loopt het slecht af met u en met Joan ofschoon ze geen sikkepit om u geeft." »Wees niet bang, dat ik één poging zal doen om uw huiselijk geluk te verstoren, mijnheer Rock. En nn ga mij in Godsnaam nit den weg, of ik vergeet mij zelf." Samuel gehoorzaamdenog altijd met een trek van haat en jaloezie op het gelaat; en Henry wandelde naar de dogcart, die op hem stond te wachten. Hij nam de teugels en keerde terug naar Rosham. »Thomsom", zeide hij tot den bottelier, die hem open deed»ik ga van daag niet naar de stadpak mijn kofier maar weer uit. Wacht even ik word toch op Monk's Lodge verwacht; laat mijn portemantean dus zoo maar blijven. Wanneer komt moeder terng Morgen, sir Henry." »Dan zal ik haar niet vóór Dinsdag zien, dock dat schaadt niet. Roep den opzichter even ik zou hem graag willen spreken. Laat de dogcart tijdig geBoeg voor komen opdat ik mij op Monk's Lodge nog kan bleedeu voor hot diner." Het zou moeilijk om niet te zeggen onmogelijk zijn om Henry's gevoelens van dien dag te analyseeren schaamte en woede hadden er echter de overhand schaamte omdat hij zulke woorden had aangehoord als Rock hem had toegevoegd en woede, omdat zijn ijdelheid en zijn blind vortrouwen in het zoet gepraat van een vrouw die beweerde hem te beminnen hem in znlk een Detelige positie had geplaatst. Telkens en tel kens ontleedde hij elke bijzonderheid dezer zonderlinge goschiedeuis en soms kon hij er niet aan gelooven dat hij slechts tot speelgoed had gediend van dat meisje. Hoe was haar gedrag van vroeger overeen te brengen met die zonderlinge brieven en haar jongste handel wijze Er was slechts één antwoord op deze vraag zij had gespeeld met zijn gevoel en met de weinige ervaring die hij omtrent vrouwen haden evenals per-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1897 | | pagina 1