No. 27.
IVegen en Negentigste Jaargang.
1897.
WOENSDAG
3IAART.
Amsterdamsche Brieven.
EEN OFFER.
Kiezerslijst.
FEUILLETON.
ALKIHAARSdlE COURANT.
Deze Courant wordt MImsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het
geheele rjjk 1,
De 3 nummers 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer3
Prijs der gewone Advertentlëm
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
De BURGEMEESTER van ALKMAAR herinnert bij
deze hen aan wie inlichtingen ten behoeve der kiezers
lijsten zijn gevraagddie inlichtingen vóór 4 Maart,
e.k. in te zenden.
Nalatigheid ten deze kan tot veroordeeling tot eene
geldboete aanleiding geven.
Alkmaar, De Burgemeester van Alkmaar,
25 Febr. 1897. A. MACLAINE PONT.
SCHOOLVERZUIM.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis, dat op heden ter gemeente
secretarie ter lezing is gelegd de staatvermeldende
volgens art. 81, 2e lid der wet op het lager onderwijs,
de namen der kinderen boven de 6 en beneden de 12
jarendie niet voorkomen op de lijsten der op 1 Ja
nuari 1897 schoolgaande kinderen.
Ouders of verzorgers van op dezen staat voorkomende
kinderen verkrijgen geene ondersteuning geneeskundige
hulp uitgezonderd, van wege de gemeente, tenzij zij aan-
toonen, dat hunne kinderen ten onrechte op dezen staat
zijn aangebracht of het niet schoolgaan van deze aan
hen niet is te wijten.
Burgemeeocer en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT, Voorzitter.
26 Febr. 1897. 0. D. DONATHSecretaris.
Plaatselijke directe belasting.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis dat het 2e suppletoire ko
hier der plaatselijke directe belasting naar het inkomen
dienst 1896den 24 Februari 1.1. door Gedeputeerde
Staten goedgekeurd heden aan den gemeente-ontvanger
ter invordering is uitgereiktterwijl een afschrift van
dat kohier gedurende vijf maanden ter secretarie voor
een ieder ter lezing is nedergelegd.
Bezwaarschriften tegen den aanslag kunnen ongezegeld
bij den Gemeenteraad worden ingediend binnen drie
maanden na den dag der uitreiking van de aanslagbil
jetten welke uitreiking op den 4 Maart a.s. bepaald is.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT, Voorzitter.
2 Maart 1897. C. D. DONATHSecretaris.
VI.
Onze tegenwoordige hoofdcommissaris van politie
heeft met de reorganisatie van het onder hem staand
corps nog maar matig succes.
Aan ijver en goede gezindheid ontbreekt 't den heer
Franken zeker allerminst. Ja, wien als man van de pers
wel eens vergund wordt een blik te slaan op de vele
beslommeringen, die hij zich op den hals heeft gehaald
om zich zoo consciëntieus mogelijk van zijn taak te kwijten,
staat verbaasd over zooveel werkkracht en zooveel vol
harding om de bestaande misbruiken met wortel en tak
Roman van
H. RIDER HAGGARD.
63)
ZES-EN-DERTIGSTE HOOFDSTUK.
Joan bleef in de Kent-Street en hare dagen sleepten
langzaam voorbij. Toen de eerste overspanning harer
zelfopoffering voorbij wasverviel zij in een toestand
van melancholie, die treurig was om aan te zien. Elke
week ontving zij verwarde en hartstochtelijke brieven
van haar echtgenoot, die zij meest ongelezen in het vuur
wierp, Eindelijk kwam er een, die haar inderdaad trof,
want hij bevatte de mededeeling van het aanstaande
huwelijk van sir Henry Graves en miss Emma Levinger.
Deze mededeeling werd bevestigd door een kort briefje
van den heer Levinger, dat haar met haar maandelijksche
toelage werd toegezondenwant van Samuel wilde zij
niets aannemen. In Januari kwam er weer een brief
met een nummer van een locaal blaadjedat een be
schrijving gaf van de huwelijksplechtigheidvan de ver
schillende geschenken, de kleeding van »het lieve bruidje
en van den statigen bruidegom, sir Henry Graves.''
»Ik heb ten minste dit alles niet voor niets gedaan",
dacht Joantoen zij de courant neerwierpen dien
ganschen dag lag zij op haar bed, weenende van bittere
jaloesie en onnoemelijke wanhoop.
Nooit zou zij de kracht gevonden hebben om te doen
wat zij gedaan hadwanneer zij vooraf geweten had
welk nameloos lijden haar deel zou zijn; en van tijd tot
tijd gevoelde zij innig berouw, dat zij zich zoo had op
geofferd. Rock had haar met de meeste nauwgezetheid
van alles op de hoogte gehouden; hij had haar zelfs niet
de aardigheden onthouden, die hij maakte op hetgeen er
tnsschen hen beide was voorgevallen en de wetenschap
dat hij, die haar lief had, haar moest haten en verachten,
uit te roeien. Doch bij zijn optreden was het kaf dikker
gezaaid dan het koren en bij de zuivering zijn er zooveel
belemmerende factoren.
De verhouding van den hoofdcommissaris tot de bladen
is een gansch andere dan onder zijn voorganger. De
heer Steenkamp gaf zich gaarne het air van ongenaak
baarheid en een verslaggeve" zag hij liever gaan dan
komen. De heer Franken heeft in dat opzicht andere
denkbeelden. Wanneer de per 'mannen zich ook tot hem
wenden, steeds worden zij met groote welwillendheid
ontvangen en de meest volledige inlichtingen, voorzooverre
de ambtsgeheimen het veroorlooven, worden verstrekt. Al
in de eerste week van zijn optreden bracht hij persoonlijk
een bezoek aan de redactie-bureaux, waar hij de wen-
schelijkheid van een goede verstandhouding tusschen pers
en politie betoogde. Tot hiertoe heeft de heer Franken
steeds in dien geest gehandeld en nog dagelijks geeft hij
het bewijs, dat hij nauwkeurig alles nagaat, wat in de
couranten geschreven wordt zoowel over zijn beleid als
over dat zijner ondergeschikten.
Tot zelfs de kleinste bijzonderheden wordt dit uitge
strekt. Heeft een occasional oens, ter wille van een
kwartje belooning, zijn phantasie zoodanig laten werken,
dat hij met de hand op het hart het ophalen van een lijk
of iets dergelijks durft bezweren, dan ontvangt de redactie
den volgenden dag een schrijven van den hoofdcommissaris,
waarvan de stereotiepe aanhef luidt: Wellicht interes
seert 't U te vernemen en dan volgt het resultaat
van een ingesteld onderzoek, waaruit blijkt, dat het ge
heele bericht uit den duim gezogen is. Een aandachtig
lezer der Amsterdamsche couranten kan dan ook opge
merkt hebben dat het aantal glazenwasschers, die van
hun ladder zijn gevallen en de vechtpartijen met bloedigen
afloop in de laatste jaren minstens gedecimeerd zijn.
Maar vooral geeft de heer Franken zich veel moeite,
wanneer het geldt de rehabilitatie van ambtenaren, op
wie ten onrechte een smet is geworpen. Dan komt er
een reeks vertrouwelijke rapporten, waarbij de uitnoo-
diging is gevoegd om een der redactie-leden aan het
hoofdbureau inzage te doen nemen van nog meer be
scheiden, die een geheel ander l:cht werpen over het als
een tekortkoming geqnaiihceerde feit. Blijkt daarentegen,
dat een agent of inspecteur zich inderdaad aan plicht
verzaking heeft schuldig gemaakt, dan deinst de hoofd
commissaris voor afdoende bestraffing niet terug.
En ondanks dat alles moeten wij blijven bij hetgeen wij in
den aanhef zeidende reorganisatie is nog lang niet wat zij
wezen moet. Een bewijs daarvoor leverde nog weer een der
jongste zittingen van het kantongerecht, waar een drietal
jongelui uit den gegoeden stand zich over het volgende had
te verantwoordenEenige weken geleden waren zij in
een rijtuig teruggekeerd van de uitdeeling der prijzen
die overdag bij de hardrijderij op schaatsen op de banen
der IJsclub waren behaald. Bij de afrekening waren zij
van oordeeldat de koetsier hen wilde afzetten en daar
om namen zij een toevallig aanwezigen politieagent in
den armmet wien naar het politiebureau werd gewan
deld om daar het geschil te doen beslechten.
was de scherpste pijl in het arme hartdat reeds zoo
gewond was. Alles zou zij kunnen dragen maar toch
was de dood haar aangenamer geweest dan het lot, het
welk thans het hare wasZij werd verafschuwd door
Henry, van wiens kind zij de moeder zou worden, maar
die thans de liefhebbende echtgenoot eener andere vrouw
was; zij was gebonden aan een man, dien zij haatte en
die eenmaal de rechten zou opeischen waarop hij aan
spraak had. Geen berouw, hoe oprecht ook, kon aan den
toestand iets meer veranderen; juffrouw Bird had gelijk
zij oogstte wat zij gezaaid had.
En zoo kropen de dagen langzaam voorbijde winter
verdween en maakte plaats voor de lente en het uur
van haar vonnis naderde steeds meer en meer.
Haar gezondheid bleef vrij goed, want verdriet sloopt
een lichaam slechts zeer langzaam; maar elke week werd
zij neerslachtiger en het einde vond haar steeds zwakker
dan het begin. Vriendinnen had zij niet dus ging
zij zeer weinig uit zij las veel, met een vaag idéé
om zich meer te ontwikkelen zooals Henry haar eens
had aangeraden of zij oefende zich met Jim en Sally
in de taal der doofstommen. Toch bracht zij den tijd
niet in ledigheid doorwant in deze dagen viel de
schaduw van een groot ongeluk neer op het gezin in de
Kent-Street. Juffrouw Bird's gezicht begon te verzwakken
en de dokters die zij raadpleegdeoordeelden dat dit
nog erger zou worden.
»0kind", zei zij tot Joan »wat moet er van ons
allen worden, wanneer ook ik blind word? Ik heb wat
geld weggelegd een honderd vijftig pond alles bij
elkaar genomen misschien twee honderdmaar dat zal
spoedig verdwenen zijn en dan zal men ons ongetwijfeld
naar een werkhuis sturenen je weet kinddaar
worden man en vrouw van elkaar gescheiden."
En geheel onder den indruk van dit treurig vooruit
zicht, brak het vrouwtje in tranen los.
Komaan, ik zou mij daar nu nog maarniet ongerust
over maken", antwoordde Joan vriendelijk, »Sally helpt
goed mee en ik kan het fijne werk doen waarvoor uw
oogen niet geschikt meer zijn."
»Dat is heel lief van je Joan. O hoe weinig heb
In het politiebureau wachtte hun een zeer onvriende
lijke bejegening. De agentwiens tusschenkomst was
ingeroepen en de dienstdoende brigadier beschuldigden
hen van dronkenschapen toen zij daartegen op kwamen,
werden zij gefouilleerd en vervolgens in een cachot ge
bracht. Hoezeer zij ook protsteerden eerst 's nachts om
2 uur werden zij losgelaten. Den volgenden dag deden
zij hun beklag bij den heer Frankendie een streng
onderzoek toezegdeterwijl zij tevens bij den officier van
justitie een aanklacht indienden wegens heleediging, on
rechtmatige vrjjheidsberooving en mishandeling. De politie
hield evenwel hare beschuldiging ook vol en zoo moesten
de heeren wegens openbare dronkenschap voor den kan
tonrechter verschijnen.
Zij hadden gezorgddat zij althans op dit ijs goed
beslagen verschenenwant niet alleen hadden zij zich
den rechtskundigen bijstand van mr. Biederlack ver
zekerd maar bovendien hadden zij zeven getuigen
meegebrachtwier verklaringen zeer ten nadeele van
de bewering der politie waren. Onder meer was een
der heeren in training voor het kampioenschap op de
schaatsen met het oog daarop had hij al verscheidene
weken pertinent eiken droppel sterken drank geweigerd
en 't was moeilijk aan te nemen, dat hij, nu de ijs-cam
pagne pas begonnen was, plotseling zijn leefregel had
laten varen. Anderen, die de beschuldigden hadden ge
zien bij hun tocht naar het politie-bureau en bij het
verlaten daarvan, verklaarden niets abnormaals te hebben
bespeurd. De kantonrechter liet zich dan ook op zeer
scherpe wijze over het gedrag van de bewuste politie
dienaren uit en het O. M. voegde daarna zijnerzijds nog
een bittere philippica aan het adres der politie toe, waarna
vrijspraak werd gerequireerd.
Nu zal men zeggen, dat bij een corps van eenige hon
derden manschappen dergelijke afdwalingen altijd kunnen
voorkomen, zonder dat daardoor iets ten nadeele van de
organisatie bewezen wordt. In het algemeen is dat ook
waar, maar in dit bijzondere geval geldt het niet. De
jongelui hadden namelijk den hoofdcommissaris beloofd,
van al het gebeurde geen gewag te zullen maken, onder
voorwaarde, dat de beide politie-mannen, die hen gemo
lesteerd hadden, hunne excuses aanboden. Dit aanbod
werd ter kennisse gebracht van den agent, den brigadier
en den politie-schrijver, de eenigeu, die op den bedoelden
avond op het politiebureau aanwezig waren. Zij weiger
den dat aan te nemen en hielden eenstemmig vol, dat
er niets onbehoorlijks was gebeurd. Door deze onwaar
heid op hun eersten leugen te laden, blijkbaar met het
doel om elkander te sparen, legden zij een immoraliteit
aan den dag, die in een corps, dat geroepen is de wet
te handhaven en de orde te bewaren, niet te dulden is.
En laat ons nu eens aannemen, dat bier sprake was ge
weest van drie arme drommels, die geen rechtskundigen bij
stand konden koopen en niet zulke geloofwaardige ge
tuigen a decharge konden meebrengen. Op de verklaring
van den politie-agentdie eerst begon te hakkelen toen
hij bemerkte dat zijn tegenpartij over schier onweer
legbare bewijzen beschikte zouden dergelijke jongelui
ik toen ik je in mijn huis opnamkunnen vermoeden
wat een zegen je nog eens voor mij zoudt worden en
hoe lief ik je nog eens zou krijgen. En het is slecht
van mij om te klagenwant Goddie ieder vogeltje
zijn brood geeft, zal ons niet van honger laten omkomen.
Daarom zal ik moed houden en vertrouwen in hem
blijven stellen."
»0", antwoordde Joan, »had ik slechts uw geloof;
maar dat wordt zeker alleen aan brave menschen ge
geven. Waar is het werk? Ik zal maar dadelijk
beginnen. Neen, nu geen dank meer; het is een afleiding
voor mij en ik zou bovendien mijn vingers voor u stuk
willen naaien."
Zoo werd het werk van juffrouw Bird gedaan als
gewoonlijken zooals Joan vermoed had gaf de inge
spannen arbeid haar inderdaad afleiding. Maar terwijl
zij daar zoo zat te naaien, uren achtereen, kwam er een
nieuw verlangen bij haar op het verschrikkelijkste
verlangendat men zich denken kan het verlangen
naar den doodDe dood lachte haar toe en dagelijks
bad zij den Hemeldat zij zou mogen sterven zij en
haar kindwant haar verbeelding kon zich geen toe
komst scheppendie slechter zou zijn dan die welke
haar thans te wachten stond.
Slechts eenmaal had zij weer iets van Henry gehoord;
en dat nog wel door middel van een courantwaarin
zij las, dat »sir Henry Graves en zijn jonge vrouw zich
thans bevonden in Shepheard's Hotel te Caïro waar de
dappere kapitein zeer populair was en lady Graves zeer
bewonderd werd." Er werd nog bij gemeld dat zij
op reis waren naar het Heilige Land en tegen het
einde van Mei naar Rosham zouden terugkeeren.
Kort nadat Joan dit had gelezenmaakte zij haar
testament, geheel onder den invloed van haar verlangen
naar den dood. Dit verlangen begon zoo sterk te worden,
dat zij inderdaad meende, haar einde te voelen naderen.
Aan sir Henry Graves vermaakte zij all® boeken die
hjj haar eens had gegeven, en een langen brief, dien zij
met heel veel moeite in elkaar kreeg en in de enveloppe
van het testament stak. Al haar overige bezittingen
van welken aard ook samen ten bedrage van onge-