Nr. 7060 f 20,000Ns. 13889 en 1397 f 1000Ns. 10177 en 15456 1 400 Ns. 10461 en 17356 f 200; Ns. 5219, 15755, 20872 f 100. gebrek. De Sultan heeft wel 2500 zak meel gezonden, maar er zou oneindig veel meer noodig zijn. In het geheele eiland zijn 25000 menschen die aan alles gebrek hebben. ITALIË. Volgens de laatste medeaeelingen van majoor Albertoni zetten de vrijgelaten Italiaansche ge vangenen hun marsch voort. Majoor Albertoni zelf hoopt met de laatste officieren en 300 soldaten tegen den 15 Maart uit Addis Abeba te vertrekken en zal daar twee officieren achterlaten om de nakomers te verzamelen. Koning Menelik heeft bij openbare kennisgeving bevolen, dat de verstrooide Italianen ten spoedigste naar Addis- Abeba gebracht moeten worden. TURKIJE. Bij Salonika is een spoorwegbrug in gestort op 't oogenblik, dat daarover een trein met 3000 Turksche soldaten reed. Talloos zijn de slachtoffers. Over de oorzaak der ramp zijn verschillende verbalen in omloop. Volgens de Atheensche bladen had men de brug met dynamiet laten springen maar uit Konstanti- nopel wordt gemeld dat de brug in slechten toestand verkeerde en door de kracht van den stroom instortte. Het spoorwegvervoer is voorloopig gestaakt. Toch zijn volgens een bericht uit Larissa, reeds 18,000 man Turk sche troepen aan de grens bijeen. Zij bewaken alle berg passen waarlangs benden in Macedonië zouden kunnen binnendringen. Te Larissa verwacht men ieder oogenblik, dat de oor logsverklaring zal worden uitgevaardigd. De Lutlne. Met twee booten heeft men het werk op het wrak der >Lutme" hervat. De haringvisschers in de Zuiderzee hebben veel last van de zeehonden, welke vooral in den omtrek van Urk talrijk zijn. Deze robben verslinden niet alleen groote hoeveelhe den haring maar de sleep- en reepnetten worden door hen vaak op zoovele plaatsen gehavend om daaruit de haring machtig te worden dat de visschers al hun be schikbaren tijd noodig hebben om de aangebrachte schade te herstellen. Jacht op de robben in de Zuiderzee wordt slechts zel den en door weinigen gemaaktzoodat zij ongehinderd kunnen voorttelen. De haringvangst is tot heden zeer gering. Vermoedelijk is het stoomschip »Utrecht'', een vracht boot van de Rotterdamsche Lloyd die 28 Februari van Rotterdam naar Indië vertrok een ongeluk overkomen. Reeds den Hen en 12en Maart werd berichtdat wrak stukken van den bovenbouw op de Fransche kust waren aangespoeld. Op aanvrage om nadere inlichtingen ontving daarop de N. Rott. Ct. van Lloyd uit Londen bericht, dat volgens tijding uit Brest van 7 tot 10 dezer velerlei voor werpen op de kust waren aangedrevendie blijkbaar van de Utrecht" afkomstig waren. Wat er van het schip en zijne bemanningkapitein Pekelaar en 36 koppen passagiers waren niet aan boord geworden isis niet bekend. De »Utrecht'' had een gedeelte der lading aan boord van het stoomschip »Gelderlaud" dat na bij den Hoek van Holland op strand te hebben gezeten, te Rotterdam werd binnengebracht. Langedijk. Met elk jaar vermindert het aantal stukken groenland dat nu nog tusschen de bouwakkers in den omtrek van den Langedijk wordt aangetroffen. Wel haast zal al het land tusschen Langedijk St. Pan- crasKoedijk Warmenhuizen en Kalverdijk één groote tuinbouw zijn en geen enkel stuk vee een grasveld meer vinden om op te grazen. Het jaar 1897 heeft zich weer ingezet met »scheuren" van honderden »sneezen" weiland, die aan veeteelt en melkerij onttrokken worden. Een licht werk is dat scheuren'' niet. Twee paarden voor een ploeg hebben alle krachten in te spannen om de diepe voren te snijden en het gras onder, de zwarte aarde boven te keeren. Het loon van een ervaren ploe ger is niet hoog. Tegenwoordig verdient zoo'n arbeider met hard werken hoogstens f 1,50 per dag. Een luttel loon voor zoo'n zwaren arbeid onmiddellijke nabijheid van Monk's Lodge ontmoeten. Zij ging dus naar het tuinhuisjeeen rustiek ge bouwtje omgeven door boomen en dicht begroeid met klimop en andere slingerplanten. Hier ging Joan zitten. Er lag een roman dien Emma daar vergeten had en dien zij voor zich open sloeg, alsof zij er in las, ofschoon zij over het boek heen zag en strak het oog op de beide wegen gevestigd hield. Bijna een uur verstreek en nog was er niemand voor bij gegaan die eenigszins op Henry geleek. Plotseling begon haar hart te bonzen want op een afstand van een honderd meter en juist op den hoek van den weg naar het stationzag zij een man naderendie licht hinkte. Zij snelde het tuinhuisje uit baande zich een weg door het struikgewas en de heg en bleef bij een kromming van het pad staan. Hier wachtte zij luiste rende naar het naderend geluid eener voetstap en naar zijn zachte stemdie een destijds in Londen populair deuntje neuriede. Er verliepen eenige seconden, die haar een eeuw toeschenentoen kwam hij om den hoekzijn stok zwaaiende als een knots. Hij was zoo verdiept in zijn gedachten of in het liedje, dat hij neuriededat hij haar eerst zagtoen hij vlak voor haar stond. Een dame voor zich ziende in een grijs kleedweek hij een pas uitbracht de hand aan zijn hoed keek haar aan en bleef toen staan, als door den bliksem getroffen. Henryzei ze zacht. »Gij hier, Joan!'' riep hij uit, »en in deze kleeding? Een oogenblik was het, alsof ik een geest voor mij zag een geest uit het verleden.'' »Ik ben een geest uit het verleden", antwoordde zij »ja dat is alles wat er van mij is overgebleven een geest kom mee, Henry, ik verlang je te spreken." Hij volgde haar zwijgend; eindelijk bevonden zij zich in het tuinhuisje. Henry opende den mondalsof hij iets wilde zeggen maar oogenschijnlijk dacht hij dat het beter was te zwijgen, want hij perste de lippen op elkaar en wachtte tot Joan zou beginnen te sproken. Wordt vervolgd.) Aanbesteding. Dijkgraaf en heemraden van den polder De Zeevang hebben aanbesteed het ophoogen van den dijk langs de Ringvaarttusschen Edam en Axwijk, 3de gedeelte. Er waren 9 inschrijvers. Het werk is gegund aan den laagsten inschrijver D. Ent, te Edam, voor f 13,600. Werkverschaffing door ontginning. Onder het gebied van de dorpen Jnbbega en Schu- rega, in de Friesche gemeente Schoterland, zijn in den afgeloopen winter groote uitgestrektheden heidevelden welke waren aangekocht door den heer P. W. Janssen, te Amsterdam, en Baron van Heemstra, te Driebergen, reeds tot bouwland ontgonnen. Ruin honderd arbei ders hadden daardoor werk en brood. Thans zijn daar nog honderd-vijftig man werkzaam, die daarbij zooveel verdienen, dat zij niet bij het armbestuur behoeven aan te kloppen. Niet alleen is deze werkverschaffing voordeelig voor de arbeiders, doch ook de winkeliers, smeden, bakkers enz. ondervinden daarvan de voordeelen. De ontgonnen velden leveren nu reeds een aangenaam gezicht op. Waar vroeger slechts dorre heide te zien was, aanschouwt men nu omgespitte akkers, welke dit voorjaar zullen bezaaid, beplant en bepoot worden. Deze ontginning doet dus dubbel nutzij verschaft aan eene menigte veldarbeiders, ambachtslieden en neringdoenden werk, en tegelijk wordt de grond vruchtbaar gemaakt ten voordeele van tijdgenoot en nakomeling. Op de ont gonnen velden zullen nu doelmatige arbeiderswoningen gebouwd worden, waardoor wederom vele timmerlieden en smeden weer werk zullen krijgen. (»N. v. d. D.") Bebossclilng. Door den minister van financiën is bij suppletoire begrooting voor 1897 voorgesteldwoesten grond van de maalschap Kootwijk onder Apeldoorn en Barneveld voor den Staat aan te koopen en tot bosch te ontginnen. De maalschap is bereid te verkoopen 2064.6650 hectaren stuifzand voor f 7.de hectare en 622.2770 hectaren heide voor 25 de hectare, samen f 30.009,58. Het grootste deelhet stuifzand is de ergste woestijn die in ons land is te vinden maar is naar het oordeel van het bestuur der Ned. Heidemaatschappijgeschikt voor bebosschingwaartoe de voorbereiding niet meer zal kosten dan die van de heide. Verder zullen eenige boerderijen worden aangekocht voor boschbaas en vaste arbeiders. In 1897 zal voor een en ander zijn uit te geven f 7000. Aan de Nederl. Heidemaatschappij zal de leiding wor den opgedragen van de voorgestelde ontginning te Koot wijk en zij zal tevens adviseur worden voor het technisch beheer der overige Staatsbosschen tegen toekenning van eenige vergoeding. Verhooging der begrooting met f 39,000 wordt voorgesteld. Een drijvende tentoonstelling. Een eigenaardig middel om het werk onzer Hol- landsche schilders meer tot gemeengoed te maken, is uitgedacht door den directeur der bekende roederij voor rivier-stoomschepen Fop Smit Co. Met eenige leden van het genootschap Pulchri Studio te 's-Gravenhage heeft hij nl. de overeenkomst aange gaan, dat zij voor het le. klasse salon van zijn nieuwe stoomboot W. F. Leemans een schilderij zouden afstaan. Zij ontvangen daarvoor van hem gedurende 3 jaar eene geringe vergoeding en hebben zich hiertegenover ver plicht, om uiterlijk binnen een maand hun schilderijen te remplaceeren, indien deze koopers vinden. Men kan zich met den directeur in verbinding stellen over even- tueelen aankoop, bovendien is in de kajuit een lijst op gehangen met de prijzen die voor de werken worden ge vraagd. De schilder H. W. Mesdag heeft den heer Smit, eene schilderij voor het damessalon ten geschenke gege ven. Tentoonstelling te Parijs. Do Hollandsehe Maatschappij van Landbouw zal op de wereldtentoonstelling te Parijs vertegenwoordigd worden door haren president, den heer D. F. A. Bau- duin, en haren secretaris, den heer P. F. L. Waldeck. Van het Nederlandsch Landbouwcomité zullen geen ver tegenwoordigers in de commissie zitting hebben. Leeuwarden. Den 15 voormiddags 10'/2 uur is op de algemeene begraafplaats ter aarde besteld het stoffelijk overschot van den heer J. A. Coopmans, in leven commies der 3e klasse bij de Posterijen alhier die on langs op zoo droevige wijze het leven verloor. Een groot getal vrienden en zeer vele andere belang stellenden hadden zich op do begraafplaats vereenigd, om de laatste eer te bewijzen aan den jongelingdie door zijn prrvaat leven de algemeene achting had weten te verwerven en als ambtenaar steeds de verpersoonlijkte welwillendheid en voorkomendheid was geweest tegenover het publiek en zijne minderen. Eenige kransen bedekten de lijkkist. Daaronder was één van de commiezen en één van de bestellers van het postkantoor. De broeder van den overledene, de heer PI. Coopmans, bedankte namens de familiein treffende woorden de talrijke schare voor de betoonde deelneming en belang stelling. Veeziekte. Oostwoud. Niettegenstaande alle mogelijke voor zorgsmaatregelen breidt het mond- en klauwzeer onder het vee zich hier gestadig uit. Er zijn nu reeds vier stallen aangetast. Ook te Spanbroek is onder den veestapel van den landman P. K. besmettelijk mond- en klauwzeer uitgebroken. De heer K. Cz. de Boer heeft verlof gevraagd en verkregen op een nader te bepalen dag de Regeering te interpelleeren over de wijze van optreden tot beteugeling van het mond- en klauwzeer onder het rundvee. Burst ngerhorn. De zangvereeniging »Amicitia" te K o 1 h o r n, gaf den 14 eene goed geslaagde uitvoe ring. Opgevoerd worden ter afwisseling der zangnum mers, een blijspel en een paar operettes, waarom harte lijk word gelachen. Te K o 1 h o r u worden dit jaar weder twee nieuwe vischbotters bijgebouwd. Van jaar tot jaar breidt de visschersvloot zich hier uit. In hoofdzaak gaat men ter palingvangst. Met het nieuw aanbreien en herstellen van palingfuiken zijn hier 's winters een aantal personen bezig. Stavoren. Het lijk van den heer C., ambtenaar der posterijen te Leeuwardenin den avond van 7 Januari 1.1. nabijStavoren op droevige wijze omgekomen, is in den morgen van 12 Maart in de haven alhier op gehaald. Sergeant Zeig. Onder de manschappen, die den 13 met »de Koningin Wilhelmina" uit Indie terugkeerden, bevond zich de sergeant Zeig, wiens daden van grooten moed wel waard zijn nog eens in herinnering te worden ge bracht. Zeig nam in 1886 te Harderwijk dienst in het Ned. Ind. leger, en bij kon. besluit van 1 Nov. 1892 werd hij tot ridder der M. W. O. 4e kl. benoemd wegens zijn dapper gedrag op 31 Juli 1892. Dien dag beklom hij bij de overrompeling van den benting Kota Bazar bij Segli met Eland de bijna drie meter hooge borstwering; sprong het eerst naar binnen, geraakte onmiddellijk in gevecht met de talrijke verdedigers en maakte met de bajonet zijn tegenstanders af. De benting viel door die daad in onze handen. Dit was voor Zeig het begin van een reeks eervolle wapenfeiten. Bij kon. besluit van 2 Febr. 1893 werd hjj wederom eervol vermeld wegens zijn gedrag op 31 Oct. 1892. Het was op dien dag, dat nabij Segli drie ben- tings werden genomen. Alweder was het Zeig, die de eerste in twee dier bentings kwamin den eerste kwam hij gelijk met zijn commandant, doch nam deze op den schouder om hem de eer te geven de eerste te zijn ge weest, die in de versterking was gekomen. Bij kon. besluit van 30 Aug. 1895 werd Zeig benoemd tot Ridder der M. W. O. 3e klasse wegens het volgende wapenfeit. Bij het overbrengen van vivres van Lam Soet naar de missigit Lamdjamroe op 17 Sept. 1894 werd Zeig door den talrijken vijand aangevallen. Deze aanval was zóó onstuimig, dat de Atjehers met klewang en lans zich tusschen de soldaten wierpen. De sergeant Zeig hield stand. Spoedig kreeg hij een klewanghouw over den linkerarm en eon lanssteek in den borst. Ofschoon zwaar gewond bleef hij het commando voerenvuurde zijn sol daten door woord en daad aan en wist zijn troep al vechtende bij elkaar te houden. Hij verdedigde zich met zooveel beleid en moed, dat andere aanrukkende detache menten tijd hadden hem en zijn dapperen te komen ont zetten. Het was aan Zeig's optreden te danken, dat niet de geheele troep door den vijand was afgemaakt. Met den anderen ridder Terwoort is hij de eenige militair, beneden den rang van officier, die gerechtigd is tot het dragen van de Militaire Willemsorde 3e klasse. Bij aankomst der koningin Wilhelmina, werden de terugkeerende manschappen eerst toegesproken door den kapitein-commissaris van afmonstering, den heer G. J. Wijnmalen en vervolgens door deu stelling-commandant te Amsterdam, generaal-majoor Eland. Deze wees er op, dat tal van officieren gaarne naar Amsterdam waren gekomen om aan sergeant Zeig uit naam van het geheele Nederlandsche leger hulde te bren gen. »Met hoogachting, eerbied en bewondering," zeide spr., »zien wij op tot u, tot den onder-officier, wiens daden belangrijke bladzijden zullen vullen in het merk waardig geschiedboek van Nederlandsch-Indië. Ik wensch u van harte toe, dat gij nog vele jaren zult mogen rus ten op uwe met eere vordiende lauweren. Ten slotte sprak nog de heer Boissevain namens de vereeniging »Moed, Beleid en Trouw." Daarna nam sergeant Zeig, ridder der M. W. O. derde klasse, het woord, en zeide hij: »Ik ben geen redenaar, maar ik wil toch namens het geheele detachement, dank brengen voor de schoone ont vangst ons bereid. Ik dank u, generaal, voor wat u na mens het Nederlandsche leger zeidet. Ik dank u hartelijk voor de eer mij aangedaan. Ik dank u, mijnheer Boisse vain, voor wat u in naam der Vereeniging Moed, Beleid en Trouw" gezegd hebt. Dit kan ik u verzekeren. Als het Vaderland ons roept, zal het op ons allen steeds kuunen rekenen." Na afloop dezer warme ontvangst ging het detachement naar het afmonsteringsbureel, waar den manschappen een uitstekend, smakelijk maal wachtte. De tafels waren ver sierd met bloemen eu vruchten en ook de zalen prijkten met groen en vlaggedoek. In de gang stond een soort eere- poort. Namens »Moed, Beleid en Trouw" werd eere wijn geschonken. Schagen. Bij de beëindiging van het lei-enlood- werk aan de nieuwe kerk alhier bleek, dat er ruim 700 K.G. lood vermist werd. Bij onderzoek kwam aan het licht, dat deze partij lood gestolen was door eenige kerk werkers. De schuldigen hebben den diefstal reeds bekend. Den 23 zal alhier de heer Feisser, rijks-ontvanger te Schagerbrug, voor de liberale kiesvereeciging alhier eene lezing houden over de nieuwe kieswet en waarschijnlijk een enkel punt behandelen van het programma der Liberale Unie. 354e STAATSLOTERIJ. le klasse, le lijst, 15 Maart. Ns. 17971 en 11620 f 1500No. 2U456 f ÏOÖONo. 19599 f 400, No 16383 f 200, Ns. 706, 2162, 3228, 5399, 13540, 15413,20632 f 100. le klasse, 2e lijst, 16 Maart. Laatste Berichten. Be Mretenser quaestie. PARIJS, 15 Maart. In de Kamer hield de radicaal socialist Goblet een interpellatie over de Oostersche quaestie. Hij sprak als zijn meening uit, dat Frankrjjk niet deel kan nemen aan dwangmaatregelen tegen Grie kenland. Frankrijk moet Griekenland steunen; de blok kade zou het signaal voor een oorlog aan de Grieksche grens en misschien voor een algemeene uitbarsting zijn. Frankrijk zou er niets bij verliezen al3 het zich uit het Europeesch concert terugtrok. Spr. zeide ten slotte dat hij ofschoon behoud van het Russisch bondgenootschap wenschende, wel zou willen weten waarheen dit Frankrijk zal leiden. Hanotaux las daarop zijne verklaring voor. Hij hcrin- nordo aan het votum der Kamer ten gunste van het behoud van den vrede door het Europeesch concert.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1897 | | pagina 2