No. 37.
Negen en UTegentigste Jaargang.
1897.
Y R IJ 1) A Gr
26 MAART.
Mr. A.P. fflS IAKG3.
Buitenland.
Al kMAAIISCHf COlItAA I.
Deze Courant wordt IMmsdag-, Uouitci'ii.g- en
Ztttcrdagavomd uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers 0,00. Afzonderlijke nummers 3 ets.
i'eiefouBiiu
Prijs der gewone Advertentiënt
Per regel O,IA. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Dinsdag 23 Maartoverleed te 's Gravenhage onze
stadgenoot Mr. Adrianns Petrus de Lange. «Onze stad
genoot", want al was ilr. A. P. (hij was in onze
omgeving zoo bekend, dat men zijn familienaam in het
gesprek kortheidshalve wegliet) inden Elaag gevestigd,
hij bleef tot zijne laatste levensdagen aan Alkmaar, waar
hij werd geboren en zijne moeder woont, van harte ge
hecht hij bleef belang stellen in hetgeen hier ter stede
en in den omtrek voorviel, en dezelfde voor zijne talrijke
vrienden en kennissen
Vandaar dan ook, dat, toen sedert 28 November van
het voorgaand jaar, de berichten omtrent zijne ziekte,
zooals later bleek in Indië veroorzaakt, minder geruststel
lend lnidden, in vele kringen zijne afwezigheid opviel,
zijn ongesteldheid deelneming wekte, gelijk thans de tij
ding van zijn overlijden.
Mr. A. P. de Lange was dan ook niet slechts een be
gaafd man, uitmuntend rechtsgeleerde, welsprekend pleit
bezorger, die dikwerf op geestige wijze en altijd helder
en duidelijk de rechtszaken toelichtte; hij was een sym
pathieke persoonlijkheid, die voor zijn vrienden alles
over had, wiens voorlichting gemist wordt, omdat hij
tallooze malen getoond had, hoe geen inspanning voor
de aan zijn zorgen toevertrouwde belangen te groot
kon zijn.
Voor velen in Hollands Noorderkwartier, uit eiken
kringwas hij de raadsman die ten volle vertrouwen
genoot, op wiens steun gerekend werd, die bij zijne ad
viezen nimmer aan zichzelf of eigenbelang dacht; zijn
eigenschappen waren van dien aard, dat zij ook door
zijn tegenstanders werden gewaardeerd.
Voorzeker wanneer men zich op politiek terrein en in
de rechtspraotijk beweegt, heeft men tegensuauueis iüa»i
opvallend was het, hoe de vertegenwoordiger van dit
district, zelf steeds welwillend en vriendelijk gestemd,
op gelijke wijze ontvangen werd. Hij was overal welkom.
In welke vergadering ook, van polderbesturen, raadscom
missies en in openbare bijeenkomsten, als b.v. die waarin
hij hier ter stede de loonsverhooging der timmerlieden
besprak, telkens bleek, hoe door zijn woorden eene
groote meerderheid voor zijne meening gewonnen word
Hoe langer hoe meer beschouwde men hem als ieman d
van gezag en invloed, wiens meening altijd overweging
verdiende, dien men als zijn meerdere in kennis be
schouwde, hoewel het nooit bij hem opkwam, om zich
daarop te laten voorstaan.
Eenvoudig in zijn leven en wijze van doen, rijk aan
algemeene kennis, vlug in het begrijpen van hetgeen
hem werd medegedeeld of hetgeen hij las, schoen het
menigeen toe of alles wat anderen moeite kostte, door
hem zonder veel arbeid was verkregen.
Men dacht er niet aan, dat Mr. A. P. de Lange geen
oogenblik ongebruikt liet verloren gaan, zich nauwelijks
tijd gunde, om van het voortdurende werk uit te rusten
of zich te verpoozen.
Dit werkzaam leven begon reeds kort na zijn verblijf
te Leiden. Toen plotseling na eene ongesteldheid van
enkele dagen, zijn vader Mr. P. A. de Lange, 21 April
1869, hem ontviel, stond hij als oudste zoon van een
talrijk gezin, nauwelijks één jaar na zijne promotie,
die op Dinsdag, 19 Mei 1868, plaats had, voor de groote
moeielijkheid een drukke practijk als advocaat te behouden.
Hij volgde tevens zijn vader op als secretaris van de
Schermeer en penningmeester van de Berger meer en
andere dergelijke betrekkingen, die allen uitnemend wer
den vervuld. Gedurende eenige jaren was hij leeraar in
staathuishoudkunde en statistiek aan de H. B. S. alhier,
en korten tijd vervulde hij dergelijke betrekking aan de
Burgeravondschool.
In November 1878 werd hij gekozen tot lid van
den gemeenteraadherkozen in 1883 bedankte hij in
1888, werd nogmaals herkozen in 1891 en 1893 en be
dankte als raadslid in 1894 toen hij als lid der 2e kamer
Mr. W. van der Kaay opvolgde. De gemeentelijke ex
ploitatie der gasfabriek en het tot standkomen der water
leiding zijn door hem zeer bevorderd. Behalve de drukke
practijk namen tal van andere betrekkingen zijn tijd in
beslag. Hij was rechter-plaatsvervanger, adviseur van
het Landbouwcrediet, dat hoofdzakelijk op zijn initiatief
werd opgericht, adviseur van het agentschap der Neder-
landsche bank, langen tijd voorzitter der Centrale Libe
rale Kiesvereoniging, die, vooral toen Alkmaar en den
Helder nog één district vormden, de politieke richting
in deze streek beheerschte, doch niet zonder veol werk
te vorderen van den voorzitter. Met den heer C. Bosman
gaf hij zich alle moeite om eer* spoorweglijn Alkmaar
Hoofn tot stand te brengen.
Ook heeft Mr. A P. de Lange nog vele jaren tijd ge
vonden, eerst in de Heldersch on Nieuwedieper couraDt,
en later in het Vaderland, "onder het pseudoniem van
Dirk Groen uit de Beemster, naam te maken als publicist.
In 't Physisch Genootschap S. N. S. S. was hij een ge
wild spreker.
Doch het merkwaardigst tijdperk van dit zoo goed
vervulde leveD, was het laats'e.
Na lang aarzelen en aanvankelijk in het geheel niet
geneigd om als vertegenwoordiger op te treden, gaf hij
zijn werkkring hier ter stede prijs.
In den Haag gevestigd, werd hij aangezocht door den
directeur der Maatschappij tot exploitatie van Petroleum-
bronnenden heer J. B. A. Kesslerom zich aan het
hoofd te stellen eener nieuwe onderneming tot het zoeke n
van andere petroleumbronnen. De groote verwachtingen,
daarvan gekoesterd, blijken niet overdreven te zijn.
Doch merkwaardig blijft hef, dat Mr. A. P. de Lange
een geheel nieuwen werkkring aanvaardde; eenige kennis
van Indië en van de landen waar de nieuwe onderneming
terrein hadwas daartoe onontbeerlijk. Op 52-jarigen
leeftijd werd de reis aanvaai die de doodelijke ziekte
ten gevolge had. Zoo werd het leven afgesneden dat
nog zooveel te verwachten gaf.
Allerminst vermoedde hij van zijn zoon in Indië
voorgoed afscheid te hebben genomen.
Weinigen ,zijn er die zooveel vermochten als hij en
zich zoo weinig aanmatigdendie zoo de kunst ver-
stondenjfajtïderen te leiden, zonder heerschzuchtig te zijn.
Ook Kamer werden ad vrezen gewaardeerd
niet geneigd tot het honden van redevoeringen ter wille
van de kiezers, had hij weldra in zijne nieuwe omgeving
vrienden verworven, die zijn verdiensten erkenden.
De heer Hintzen herdacht hem. »De Kamer aldus
«sprak de heer H., «heeft gedurende de laatste maanden
«het verlies te betreuren van een aantal mannen op
wier voorlichting zij steeds hoogen prijs heeft gesteld.
»Zeker behoorde Mr. A. P. de Lange tot degenen die
»hier in hooge achting stonden wegens hun karakter en
«kunde. Ofschoon slechts korten tijd werkzaam in ons
«midden, bewonderde men de scherpte van zijn blik, de
«kennis die hij ten toon spreidde bij de onderwerpen
«waaraan hij zich wijdde; zijn gezin en de Kamer lijden
«een groot verlies door het heengaan van den man die
«om zijn karakter zoo hoog stond aangeschreven."
Gelukkig hij, wiens heengaan na zulk een leven aldus
wordt betreurd. Strekke dit tot troost der diepbedroefde
tachtigjarige moederechtgenoot en kinderenwier
glorie hij was.
Een zijner vrienden stelt ons het volgende ter hand
Mr. A. I». 1»E E.AXWE
Droeve tijding Alkinnar's burgers
Dompelde u in diepen rouw
Een der liefsten uit ons midden
U verknocht met hechte trouw
Is gegaan waar 't altijd rust is
Zonder strijd om 't mijn en dijn
Waar de stervling mo6 van 't zwoegen
Rust na aardsch verdriet en pijn.
Liefd'rijk echtgenoot en vader,
Waardig vriend zijn leven lang
Kundig raadsman ernstig spreker
Werkzaam 't liefst in 's lands belang
Graaft hij door zijn vroeg ontslapen
Ons een leögte in het gemoed
Die ons duurzaam leed berokkent
Leedwaarvan het harte bloedt.
Geest en ernstdoor waarheidsliefde
In volslagen harmonie
Onafscheidlijk saamverbonden
Tot de schoonste trilogie
Deden aller hart hem winnen
Ieders achting liefde en lof
Prijzen die van edel maaksel
Langer leven dan de stof.
Moest dan dierb're vriendhet leven
Yeel te vroeg uw leên ontvliên,
Waan nietdat we u ooit vergeten
Zal u 't oog al nooit meer zien
Neen 't herdenken uwer deugden
Aan ons harteleed gepaard
Doet u leven voor uw vrienden
Na uw dood hun dubbel waard
Ten onrechte deelt het Ochtendblad van het Han
delsblad van den 25 mede, dat hij ook voor do Alkmaar-
sche Courant hoofdartikelen schreef. Aan de redactie van
dit blad was hij nooit verbonden.
DUITSCHIiAAD. De onthulling van het nationaal
gedenkteeken werd bijgewoond door de beide keizerinnen,
door de Duitsche bondsvorsteu en de vertegenwoordigers
der buitenlandsche regeeringen. Een ontzaglijke menigte
was op de been de vensters en daken der omliggende
huizen waren dicht bezet.
De keizer voerde persoonlijk het bevel over de troepen
die voor de plechtigheid waren aangewezen. Nadat het
gebed tot inwijding was gedaan, beval de keizer dat het
omhulsel van het monument zou worden weggenomen.
De troepen presenteerden, honderd-één kanonschoten
weergalmden, de klokken werden geluid, de geestdriftige
menigte barstte los in een niet eindigend gejuich en
«floch !"-geroep.
Daarna defileerden de troepen voor den keizerde
keizerinnen en de overige vorstelijke personen deden een
rondgang om het gedenkteeken en legden kransen op do
trappen van het voetstuk, waarna de bolde keizerinnen
den Rijkskanselier graoelijk begroetten. Aan het gala-diner
stelde de keizer een dronk in.
Het is niet aan mij, zeide bij o. a., mijn grootvader te
huldigen, maar zijn geest waart heden door zijn volk.
Wij denken aan zijn deemoed, zijn eenvoud en trouwe
plichtsbetrachting, en herinneren ons zijn woorden, dat
hij meer geleerd had door deemoediging dan door succes.
Voor ons echter, hooge vorsten en verwanten, zal zijn
aandenken een nieuwe aansporing zijn om voor onze
volken te leven en te arbeiden. Op den vooruitgang en
de beschaving, op het behoud van den vrede, de vriend
schap en de wapenbroederschap willen wij de glazen op
heffen, met den roepHet Duitsche volk en vaderland
en de Duitsche vorsten, hoera 1
De groote optocht had den volgenden morgen plaats.
Te 11 uur kwamen de vorstelijke personen in de prachtige
tent, die tegenover het gedenkteeken was opgericht en
lieten den schitterenden stoet voorbijtrekken. De optocht
bestond nitoudkrijgers, eerejoffers, vereenigingen, am
bachten met hunne emblemata, feestwagen en personen
in de schitterende kleederdrachten van alle tijden.
Dertigduizend personen en 150 muziekkorpsen namen
aan den optocht deel. Een ontzaggelijk getal kransen
werden op het. gedenkteeken neergelegd.
De wagen met de Germania bleef staan tusschen de
tent des keizers en het gedenkteeken. Germania hield
een dichterlijke toespraak, die eindigde met een «Hoch
op den keizer, waarmede alle aanwezigen vol geestdrift
instemden.
EKRELAH Si. De expeditie der Niger-maatschappij
tegen den koning van Benin kan als geëindigd worden
beschouwd doch de koning is nog steeds voortvluchtig.
Een detachement van tachtig man met twee Maxim-ka-
nonnen en 140 dragers is nit Benin vertrokken om den
koning op te sporen, Na een marsch van zestig mijlen
werd een opengehakte plek in het wond bereiktwaar
honderden hutten stonden, blijkbaar eerst gebonwd sedert
de verovering van Benin. De hutten werden verwoest. De
inlanders waren niet onvriendelijk maar zeer bevreesd.
Te Bombay zijn ongeregeldheden voor gekomen bij
het vervoer van pestlijders naar de afgezonderde hospi
talen. De gemeentelijke wagen voor het vervoer der zie
ken werd aangevallen door een groote menigte. De wagen
werd vernield maar ernstiger gebeurtenissen werden voor
komen door de aankomst van een sterke politiemacht.
In de week die 19 Maart eindigde, stierven te Bombay
in het geheel 1230 inwoners onder wie 448 pestlijders.
Te Karachee werden gedurende deze week 202 sterfge
vallen aan pest aangegeven.
FRAJSKBIJH. Volgens berichten uit Parijs moeten
bij de zaak Arton twaalf parlementsleden zijn betrokken,
tien afgevaardigden en twee Senatoren. Zaterdag zal de
gevraagde machtiging worden gevraagd om hen te ver
volgen. Enkele bladen spreken de overtuiging nit dat het
wel nooit tot een proces zal komen, aangezien de belang
rijkste getuigen, Charles de Lssseps en Cottu, zullen wei
geren mededeelingen te doen.
De Fransche fregat-kapitein Picard-Destelandie
wegens oneenigheid met zijn superieuren den dienst heeft
verlaten heeft zich ter beschikking van den Griekschen
minister van marine gesteld en van dezen een gunstig
antwoord ontvangen. De minister van marine admiraal
Besnard heeft hem echter verboden zijn plannen nit te
voeren onder bedreiging dat hem de titel van officier, zijn
pensioen en zijn Fransch burgerrecht zou worden ont
nomen.
Nu er sprake van is, dat president Fanre eerst
daags een drieweeks bezoek zal brengen aan Petersburg,
wordt door de «Gaulois" de vi'aag gesteldof tijdens
de afwezigheid van den president niet moet worden
voorzien in de waarneming der Regeering. De grond
wet zwijgt geheel over dit geval. Het blad stelt voor een
vice-president te benoemen of een regentschap in te stollen.