dien weg en in de onmiddellijke nabijheid der muziek
tent beweegt, doet zeer veel afbreuk aan het genot der
muziek.
Maakten de zich daar bevindende gebouwen nog een
sieraad hunner omgeving uit, men zoude over bovenge
noemde bezwaren kunnen heenstappen, doch integendeel,
zjj ontsieren een der schoonste gedeelten van onzen Hout,
zooals ook burgemeester en wethouders erkennen.
Bovendien is sedert de gegevene vergunning in het jaar
1867 veel veranderd. Sedert dien tijd toch is de gemeente
eigenaresse geworden van een zoo schoon terrein als
Middenhout.
En wanneer nu gebleken is, dat de tegenwoordige
plaats zoowel voor eene muziektent als eene buitensocie-
teit ongeschikt is, dan verdient in overweging genomen
te worden of dit terrein, zoo noodig met de naaste om
geving, aan bovengenoemde doeleinden zoude kunnen
dienstbaar worden gemaakt en wel van gemeentewege.
Zijns inziens zoude dit op de volgende wijze kunnen
geschiedenOp eene daartoe geschikte plaats wordt van
gemeentewege een muziektent geplaatst en wel zoodanig,
dat de muziek door een ieder der wandelaars dier om
geving kan genoten worden.
Verder wordt, op eene nader aan te wijzen plaats, van
gemeentewege een zomerhuis gebouwd, dat gedurende de
muziekuitvoeringen voor ieder burger tegen een matige
jaarlijksche contributie en buiten de uitvoeringen voor
een ieder gratis toegankelijk zoude moeten zijn.
De gemeente getroost zich voor de kosten van het
stedelijk muziekkorps eene zeer belangrijke uitgave en
zeer terecht, daar de muziekuitvoeringen in den stads-
hout tot ontspanning der geheele burgerij dienon. Maar
evenzeer is de oprichting van een zomerhuis om die mu
ziekuitvoeringen te kunnen aanhooren eene zaak, waarbij
de geheele Alkmaarsche burgerij belang heeft en daarom
moet niet aan een min of meer bekrompen particulier
initiatief worden toevertrouwd datgene, wat zonder gel
delijke opofferingen, van gemeentewege beter kan geschieden
En z.i. zullen uit de contributie en de pachtsom van
het zomerhuis, het onderhoud, benevens de rente en
aflossing van de voor de stichting dier gebouwen te slui
ten geldleening, kunnen verkrogon worden.
Met het oog op bovenstaand, stelt de heer Vonk in
afwjjking van het voorstel van burgemeester en wet
houders, aan den gemeenteraad voor, te besluiten:
a. aan de genoemde adressanten te berichten, dat zij voor-
loopig nog gedurende dezen zomer, doch uiterlijk tot
1 October a.s., tegen dezelfde condities als vroeger, over
het tegenwoordige terrein kunnen beschikken.
b. Burgemeester en wethouders uit te noodigen vóór 1
October 1897 aan den gemeenteraad uitvoerige tee-
keningen te willen indienen aantoonende
1°. op welke wijze Middenhout en het daaraan grenzende
plantsoen aan bovengenoemd doel op geschikte wijze
kan dienstbaar worden gemaakt;
2°. een plan van eene in die omgeving passende muziek
tent, benevens zomerhuis, met de begrooting van kosten;
3°. daarbij te verstrekken eene opgave van de vermoe
delijke kosten van onderhoud, zoomede mededeeling,
of die onkosten benevens de rente en aflossing der
voor de stichting dier gebouwen te sluiten geldleening,
naar de meening van burgemeester en wethouders uit
de pachtsom en de contributies zonden kunnen bestre
den worden.''
De heer Vonk deelt mede de redenen, welke hem
hebben aanleiding gegeven dit voorstel te doen. Hij ver
klaart n.l. niet te kunnen zeggen dat het reglement der
vereeniging van dien aard wasom wederom zonder
verder iets meer, grond aan haar af te staan. Hij is
daarin versterkt door de rond gezonden toelichting der
adressanten aan heeren leden van den Raad waaruit ten
duidelijkste blijktdat het voornemen bestaat na 31 Mei
a.s. de vereeniging op denzelfden voet voort te zetten. Hij
meent dat eene vereeniging als dezewaar, om zoo
maar uit te drukkende een den baas speelt over den
ander, in het kader van dezen tijd niet meer thuis be
hoort. Wil dan ook de Raad het verzoek inwilligen dan
zal hij naar zijne meening vooraf de statuten dienen goed
te keuren.
Doch ook al mocht daartoe besloten worden dan nog
zon hij zich met zoodanig besluit niet kunnen vereenigen,
en van daar zijn thans gedaan voorstelhetwelk beoogt
uitstel van het nemen eener beschikking op het verzoek
van adressanten en onderzoek naar eene geschiktere ge
legenheid teneinde zoo mogeljjk van gemeentewege tot
oprichting over te gaan. Mocht het blijken dat die
geschikte plaats niet te vinden is of dat het oprichten
van gemeentewege niet aanbevelenswaardig isdan zal
aan het verzoek van adressanten nog altijd kunnen wor
den voldaan.
De heer de Groot verklaart het voorstel-Yonk in
zooverre te kunnen ondersteunen dat ook hij de tegen
woordige sociëteit ODgeschikt achtvooral met het oog op
den Noordenwind doch hij zal er niet voor wezen, om
van wege de gemeente tot oprichting over te gaan.
De heer Bruinvis kan met het voorstel-Yonk, zoo
als hetzelve is toegelichtook medegaan, doch niet zooals
het gedrukt is rondgezonden.
Het aanwijzen van een ander terrein en voornamelijk
Middenhout, daar verklaart hij zich tegen.
De heer Stoel oordeeltdat indien de geschiedenis
wordt nagegaan van de buitensocieteitmenigeen zal
moeten erkennen dat ze niet zoo royaal is geweestals
indertijd wel meriigeen gedacht zou hebben. Hemel
en aarde zijn bewogenom deze inrichting tot stand
te brengen en daarom wil het hem voorkomen dat de
Raad de commissie niet te ver van zich dient te ver-
wjjderen. Hij zou den adressanten thans willen berichten,
dat nadere plannen zullen worden ingewachtwant van
eene oprichting van gemeentewege verwacht hij niets.
De heer Boelmans ter Spill gelooft dat de Raad
aan de heeren die destijds het initiatief voor deze zaak
genomen hebben dank verschuldigd is doch hij is het
met den heer Vonk eens dat wat voor 30 jaren goed
was, het daarom nu niet meer behoeft te zijn andere
tijden andere eischen. Het wil spreker wenschelijk voor
komen beide voorstellen te onderzoeken ten einde later
eene keuze te doen. Ook hij vindt de tegenwoordige plaats
niet goed en de gronden van den heer Vonk acht hij
alleszins voldoende om eene andere plaats daarvoor te
bestemmen. Het zou hem dan ook leed doenindien
de heer Bruinvis bij zijne verklaring bleef, dat geen
ander terrein zou kunnen worden aangewezen.
De heer Bruinvis heeft er niets tegen, een onder
zoek te doen ofschoon hij bevestigt geene plannen te
hebben, Middenhout voor de plaats der sociëteit aan te
wijzen.
De heer Goede verklaart zich niet te kunnen ver
eenigen met het voorstel, om direct aan drie heeren het
gebruik van een gedeelte grond te vergunnen, evenmin als
hij zou kunnen medegaan met het voorstel-Vonk om
Middenhout als plaats der muziektent enz. aan te wijzen.
Hij stelt voor het voorstel-Vonk te stellen om advies
in handen van B. en W. en aan adressanten het gebruik
van den grond te laten tot 1 November a.s.
Do heer Kraakman vraagtof het niet mogelijk
is beide voorstellen zoodanig te combineeren dat aan
genomen wordt het voorstel van B. en W., met dat van
den heer Vonk voorzoover sub a betreft. Er zal dan
eene nieuwe aanvrage kunnen en moeten inkomen van
de nieuwe vereeniging, die 1 Juni wordt opgericht. Hij
acht een verzoek uit den boezem eener vereeniging beter
dan dat, uitgaande van drie personen.
Wenschelijk zou het echter wezen dat reeds dadelijk
eene beslissing kon worden genomen, doch met het oog
op de gerezen bezwaren zal uitstel wellicht noodig zijn.
De Raad zal later een beslissing kunnen nemen, daar
de tijd van overweging (tot 1 October a.s.) daatoe ruim
schoots voldoende is. De overbrenging van de tent naar
Middenhout acht hij zeer bezwaarlijk. Nu de muziektent
eens gevestigd is, acht hij het onnoodig haar zoodanig
te verplaatsen, dat de buiten- en burgersocieteit noode
eene plaats zonden kunnen erlangen. Het wil hem voor
komen, dat als later de vereeniging eene aanvrage doet,
de gemeente zeker wel hare toestemming zal verleenen.
't Zal trouwens aan de vereeniging wel onverschillig zijn
waar zij hare opstallen zal kunnen plaatsen.
Feitelijk is hij thans niet voor uitstel, vooral met het
oog op de ontbinding der sociëteit op 31 Mei a.s. De
oplossing van deze kwestie acht hij zeer wenschelijk. Om
nieuwe zaken op te richten meent hij, dat men het par
ticulier initiatief moet hon oreeren. Hij zou thans in be
ginsel eene plek grond aan de nieuwe vereeniging willen
afstaan, zonder nog die plek bepaald aan te wijzen.
De heer Vonk kan zich met het voorstel-Kraabman
tot combinatie van het voorstel van B. en W. met dat
sub a van spreker niet vereenigen. Daardoor zou het
door spr. gewenschte onderzoek vervallen. Door voor te
stellen het nemen eener beslissing nog vóór 31 Mei, spr.
meent, dat dit is de Raad voor een feit stellen. Als er
eene beslissing had moeten worden genomen vóór 31 Mei,
dan hadden adressanten zich vroeger tot den Raad moeten
wenden. Wanneer de Raad nu echter besluiten wil wat
spr. zou betreuren om in geen geval de inrichting
door de gemeente daar te doen stellen dan vervalt het
onderzoek en zal de geheele zaak veel vereenvoudigen.
De heer van den Bosch kan met het gecombi
neerde voorstel van den heer Kraakman wel medegaan.
De oprichting eener zomertent van gemeentewege kan
ook hem niet bijzonder toelachen. De gemeente geeft
voor een ieder de muziek gratis. Willen nu particulieren
een stuk grond pachten, hij zal zich daartegen niet ver
zetten. Het particulier initiatief moet zorgen voor eene
sociëteit. Daarom ook is hij voor afstand van grond.
De prijs van f 50. per jaar is hem evenwel te laag voor
grond, gelegen in een omgeving, welke terecht het lust
oord van Alkmaar is genoemd. Hij ondersteunt het voor-
stel-Kraakman, indien de prijs van f50 worde vervan
gen door de clausule: tot nader overeen te komen prijs
De heer Stoel zou al dadelijk uitgemaakt willen
zien, of van gemeentewege tot oprichting zal worden
overgegaan. Hij verzoekt daarover stemming.
De heer Boelmans ter Spill acht, dat dan het
voorstel te eng wordt. Hij vraagtwaarom geen onder
zoek
Nadat de heer Goede nog nader de wenschelijkheid
betoogde van zijn voorstelom het voorstel-Vonk in
handen van B. en W. om bericht en raad te stellen, brengt
de Voorzitter in stemming het voorstel: »dat er
geen onderzoek zal worden gedaan, omtrent de vraag,
of de gemeente een sociëteitsgebouw zal stichten.''
Dit voorstel wordt aangenomen met 12 tegen 4 stem
men. Tegen stemden de heeren: de Groot, Vonk, Boel
mans ter Spill en Goede.
De Voorzitter verklaart alsnu in stemming te
znllen brengen het gecombineerde voortsel-Kraakman,
met uitlating der 6rfpachtsom van f 50.
De heer Kraakman zal echter liever het cijfer
der pacht bepaald zien. De nieuwe vereeniging zal dit
moeten weten, om in zee te kunnen gaan. Is het bedrag
van f 50 te laag welnu dat de Raad het verhooge.
Stelt de gemeente f 300 dan zal de vereeniging dit on
getwijfeld aanvaarden. Iu het laatste jaar heeft de thans
bestaande vereeniging ongeveer f 800 uitgegeven voor
buitenconcerten en de voorgaande jaren ruim f 500. Hoe
hooger de gemeente nu het recht stelt, hoe minder bui
tenconcerten zullen worden gegeven wat hij en zeker
het geheele publiek zou betreuren. De vereeniging heeft
steeds alles gedaan tot genot van het publiek dat bij
buitenconcerten zeker wel het meest profiteerde. Ziedaar
een reden om het cijfer der erfpacht niet te hoog te
stellen.
Het voorstel-Kraakman, bestaande uit het door B. en
W. gedane voorstel, vereenigd met sub a van dat van
den heer Vonk wordt in stemming gebracht en aan
genomen met 13 tegen 3 stemmen.
Tegen stemden de heeren Vonk van den Bosch en
Goede.
Af- en overschrijvingen.
6. Regenten van het Burgerweeshuis verzoeken machti
ging tot afschrijving van te zamen f 1104.62 en tot over
schrijving van gelijk bedrag op verschillende volgnummers
hunner begrooting, dienst 1896.
De commissie tot de belastingzaken en eenige andere
onderwerpen van finantiöelen aardkan zich geheel ver
eenigen met de voorgestelde wijzigingen en stelt der
halve voorRegenten van het Burgerweeshuis tot de
gevraagde af- en overschrijving te machtigen.
Zonder hoofdelijke stemming de gevraagde machtiging
verleend.
Begrooting Schutterij.
7. De Schuttersraad verzoekt machtiging om van art.
11 zijner begrooting voor 1896 af te schrijven f 50.03 en
dit bedrag over te schrijven op art. 23 Kosten van het
schijfschieten". Laatstgenoemd artikel is overschreden
ten gevolge van het gaan met de daarvoor geschikte
schutters naar Bergen, ter oefening in het schijfschieten.
De Schuttersraad bericht tevensdat het totaal der
uitgaven in 1896 wederom ver beneden de begrooting blijft.
Ook zonder deze mededeeling maakt de commissie tot
de belastingzaken enz. geen bezwaar te adviseere" tot
het bewilligen der gevraagde af- en overschrijving be
houdens nader grondig onderzoek der uitgaven na de
indiening der rekening.
Zij stelt alzoo voorde gevraagde machtiging te ver
leenen. Alsvoren.
Overdracht concessie stoomtram
AlkmaarHaarlem.
8. De heer Maurice Lnbcké concessionaris van den
stoomtramweg HaarlemBeverwijkAlkmaar, heeft zich
bij adres tot den Raad gewend met het verzoek om de
genoemde concessie te mogen overdragen aan de »Société
anonyme Beige des Tramways Neérlandais'', gevestigd te
Brussel Rue Neuve No. 137welke maatschappij in
hetzelfde adres en onder overlegging van den „Moniteur
Beige" van 24 Februari 1895, waarin hare statuten zijn
opgenomentegelijk het verzoek doet de concessie te
mogen overnemen.
Op dit adres berichten B. en W., dat het bovenom
schreven verzoek een gevolg is van het bepaalde bij
art. 25 der concessie-voorwaarden, luidende: »De con
cessionaris zal deze concessie niet aan een ander mogen
overdoenzonder goedkeuring van den Gemeenteraad."
Bedriegen zij zich nietdan werd deze bepaling ge
maakt ten einde zekerheid te hebben, dat de exploitatie
van de hierbedoelde stoomtram niet in verkeerde handen
zou geraken. En in dit opzicht kan ernaar hunne
meening, thans geen bezwaar bestaan, het verzoek in te
willigen. Een aandachtige lezing der statuten heeft hun
den indruk gegeven dat men hier met een zeer soliede
maatschappij te doen heeft. Haar maatschappelijk ka
pitaal is bepaald op één millioen francsverdeeld in
10000 aandeelen van 100 francs, welke alle zijn geplaatst
en van welke verreweg het grootste getal berust in
handen van den bekenden heer M. Lnbcké terwijl de
namen en de maatschappelijke posities van de overige
aandeelhouders geheel voor zich zeiven spreken. Ook
omtrent de administratie en de directie dezer maat
schappij worden in hare statuten zoodanige bepalingen
gevonden, dat de concessie gerustelijk kan worden over
gedragen.
Op grond van een en ander stellen B. en W. voor te
besluiten
Goed te keuren dat de bij Raadsbesluit van 20 Mei
1896 No. 8 verleende vergunning om ten behoeve van
den aanleg en de exploitatie van eene stoomtram van
Beverwijk tot Alkmaarin aansluiting met die van
Haarlem—Beverwijk gebruik te maken van de onder
Alkmaar gelegen gemeentewegen en gronden en wel van
den tol onder Heiloo tot op den berm vau de Nieuw-
landersingelgracht door den heer M. Lubcké worde
overgedragen aan de >Société anonyme Beige des Tram
ways Neérlandais", gevestigd te Brussel.
De heer van den Bosch heeft tegen de overdracht
geen bezwaar, maar hij zou gaarne wenschen, dat door
den concessionaris en B. en W. meer aandacht werd ge
schonken aan artikel 2 der concessievoorwaarden, waarin
gehandeld wordt over de aanwijzing van een wachtlokaal.
Hij vindt het thans aangewezen lokaal aan deze zijde
der brug daarvoor geenszins geschikt. Eene richtige nale
ving van art. 2 beveelt hij ten zeerste bij B. en W. aan. Dat
voor het verkrijgen van een lokaal aan gene zijde der brug,
bij aankomst der tram, op onoverkomenlijke bezwaren is
gestuit, meent hij te mogen tegenspreken. Voor f 4 per
week is aan den concessionaris een geschikt lokaal aan
geboden. Als men bedenkt, dat degene, die dit aanbod
deed, zich verbond, dat lokaal van 's morgens vroeg 5
uur tot 's avonds 12 uur ter beschikking te stellen en
zich tevens te belasten met het aannemen en bezorgen
van vrachtgoederen, dan vindt hij, dat de gevraagde
prijs zeer billijk was te achten.
De Voorzitter zegt, dat het wachtlokaal thans
maar tijdelijk is aangewezen. Hij zegt toe, dat B. en W.
znllen zorgen, dat het aan gene zijde der brug zal wor
den gevestigd.
De heer Bosman doet opmerken, dat in de conces
sie tevens is bepaald, dat uitsluitend met cokes moet
worden gestookt. Daaraan wordt de hand niet gehouden
de bewoners aan den Straatweg hebben reeds geklaagd
over den last van stank en rook.
De Voorzitter antwoordt, dat ruim 14 dagen ge
leden de directeur hierop is gewezen en dat deze heeft
bericht stipt voor de naleving van het voorschrift te
zullen zorg dragen.
De heer Witte heeft gezien, dat niet wordt voldaan
aan den gestelden eisch dat van de Emmastraat af een
persoon met vlag en bel of 's avonds met lantaarn en
bel voor de locomotief loopt. De persoon die daartoe
was aangewezen, hing somwijlen en liep voorts naast de
locomotief.
De Voorzitter deelt mede, dat ook hierop reeds
de aandacht van den directeur is gevestigd. Blijkt het,
dat aan het voorschrift voortdurend niet wordt voldaan,
dan zullen B. en W. positieve maatregelen nemen.
De heer Goede is echter meermalen getuige geweest,
dat de bewuste persoon wel tusschen de rails en zelfs
vlak voor de locomotief liep. Hij keurt dit afwant
struikelt deze persoon en komt hij te vallen dan kan
hij zich voorstellen, dat deze direct dood is.
De heer Kraakman meentdat de concessie be
paalt dat de concessionaris verplicht is domicilie te
kiezen te Alkmaar. Hij zou wenschen dat bij dit be
sluit bepaald werddat de nieuwe concessionaris dit
ook doet.
Doet hij daartoe alzoo het voorstelhij wenscht even
zeer voor te stellen dat bij dit besluit uitdrukkelijk
bepaald wordtdat de gedeponeerde fondsen ook ten
aanzien der nieuwe concessionaris gedeponeerd moeten
blijven.
Beide amendementen worden evenals het voorstel van
B. en W. zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
(Wordt vervolgd.)
Drukkerij v. Herms. Coster Zoon Alkmaar.