InsGlirijving Scliitterij,
No. 62. Tweede blad.
RTegen en Megentigste
Jaargang. Zondag 23 Mei 1807=
Dinsdag en Donderdag
Puinplaatsen.
Paspoorten.
€revonden Voorwerpen.
Amsterdamsche Brieven.
FEUILLETON.
Zitting van den Gemeenteraad
van des middags 12 tot des namiddags 2
nnr, ter Gemeente-Secretarie, tot en met
31 MEI a.s.
XIV.
Woensdag 19 MEI 1897,
ALKMAABSCHE COI IHM.
Burgemeester en Wethouders van ALK MAAR
brengen ter kennis van de ingezetenen dat in het Ge
meenteblad van Alkmaar No. 64 is opgenomen hun besluit
van 13 Mei 1.1., waarbij plaatsen zijn aangewezen voor
het nederwerpen van puin, grind, afbraak, tak
ken of dergelijke voorwerpen.
Bedoeld Gemeenteblad is verkrijgbaar ter gemeente
secretarie tegen betaling van 5 cents per exemplaar.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT, Voorzitter.
22 Mei 1897. C. D. DONATH, Secretaris.
De l'ASrOOIll'KA' voor de verlofgangers der
Nationale militie van de lichting 1890 kun
nen ter gemeente-secretarie worden afgehaald.
Te bevragen aan het bnrean van politie op werkdagen,
des morgens tusschen 9 en 12 uur
Een halsdas, een parapluie, een rozenkrans, een stopmes,
een portemonnaie, een kolenschop, een paar kousjes, een
hoepel, een waschbord, een huissleutel, een broche.
AlkmaarDe Commissaris van politie voorn.,
22 Mei 1897. S. M. S. MODDERMAN Jr.
«Ik wil het hopen, baron," was Anna's antwoord, «want
indien dat niet het geval is, kan en mag ik hier niet
blijven, hoe zeer het mij ook spijt om de kinderen."
»Weluu, in dat geval zullen wij er iets anders op
vinden, want ik wil de opvoeding mijner dochtertjes niet
weer aan juffrouw Branu toevertrouwd zien.'
Dien avond had er eene heftige woordenwisseling plaats
tusschen den baron en zijne moeder. De laatste had hem
gezegd, dat zij een brief van mejuffrouw Braun gehad
had, met de vraag, wanneer zij terng kon komen, en de
baron had daarop geantwoord, dat hij vast besloten was,
haar voor goed haar afscheid te geven. Hij had opge
merkt, dat zijne meisjes met grooten afkeer van haar
spraken, en hij wiide, zooals hij zeide, zijne kinderen,
die reeds moederzorg misten, niet kwellen met eene
gouvernante, die zoo weinig takt bezit, om een kinderhart
tot zich te trekken. Daarbij boezemde die vrouw hem
zelf afkeer in, hij vertrouwde haar niet.
De barones was vreesel jk verontwaardigdzij had
juffrouw Braun als gouvernante gekozen, omdat zij het
noodig achtte, dat de verwilderde kinderen onder streng
toezicht kwamen, en zij wilde niet, dat eene dame, die
zij vertrouwde, op die wijze hare betrekking werd op
gezegd zij vond zulk eene behandeling ongepast.
»Ei, zoo, mama," vroeg de baron, »en hoe hebt n dan
juffrouw Waller heengezonden, ik doe niet erger tegen
over juffrouw Braun, als u tegenover haar. Hoe dat
echter zij, als u juffrouw Braun wilt protegeereu, kunt
n haar laten torngkomen, en als gezelschapsdame bij u
houden, doeb, de gouvernante mjner kinderen wordt zij
niet meer. Ik heb ingezien, mama, dat ik te lang mijne
plichten heb verzuimdik ben vast besloten, daar een
eind aan te maken, en mijn verzuim, zoowel ten opzichte
mijner kinderen, als van mijne pachters te herstellen.
Ik blijf hier, en begin natuurlijk met wie mij de naaste
zijn, met mijne lievelingen, fs het nu niet begrijpelijk
dat de eerste vaderlijke handeling tegenover hen is, dat'
ik haar de gouvernante terug geefaan welke zij zoo
innig zijn gehecht U hebt tot hiertoe geweigerd mij
met ronde woorden te zeggen waarom zij u reden tot
misnoegen heeft gegeven. Kunt u mij bewijzen dat zij
een slechte opvoedster is dan laat ik haar terugkeeren
naar Engeland doch ook in dat geval wordt juffrouw
Braun hunne gouvernante niet. Ik geloof toch dat ik
als vader in dat opzicht te kiezen heb voor mijne
dochters."
«Ja, natuurlijk," zei de barones schamper, «ik weet
immers reeds, wat ik te wachten heb van mijne kinderen,
en ik zie nu, dat het mijne kleindochters niet beter zal
gaan ontzag voor anderen is er niet meer juffrouw
Braun zon ze dat geleerd hebben doch één ding zeg ik
n, dat, wolko hervormingsplannen ge n in het hoofd hebt
gezet, met betrekking tot de opvoeding van uw dochters,
ik voorioopig niet toesta, dat er hervormingen gebracht
worden in het bestuur der goederen."
«Dat zullen we zien, mama, dat is van later zorg. In-
tusschen blijft u mij nog altijd hel antwoord op mijn
vraag schuldig, ik begrijp dus, dat u niets bepaald kwaads
van juffrouw Waller weet. Kan ik er op rekenen dat
zij uwerzijds geene tegenwerking zal ondervinden Want
de eenigo voorwaarde, waarop zij hier blijven wil, is, dat
u zelf' haar daartoe uitnoodigt."
«In dat geval kan zij weer vertrekken, want dat doe
ik nooit."
«Welnu, mama, dan weet ik wat mij te doen staat, en
zal ik er iets op vinden, om haar voor mijne meisjes te
behouden."
Er werd iets anders op gevonden iets, dat voor het
oogenblik het beste voor alle partijen was. Dokter ter
Heide gaf als zijne moening te kennen, dat, al was Ellen
hersteld, het toch good voor haar zon zijn, eens veran
dering van lucht te genieten, zeelucht b.v., en opdat het
gemis van hare zusjes niet nadeelig op het teergevoelige
kind zon werken, werd nn overeengekomen, dat de drie
meisjes, onder toezicht van juffrouw Waller, naar een
door de geneesheeren aanbevolen badplaats zonden gaan.
en daar Ellen toch nog half patientje was, zou voor
ioopig zuster Amalia hen vergezellen, dan had juffrouw
Wallor meteen gezelschapen was haar taak minder
zwaareerstgenoemde kon dan de meisjes meteen eenig
Een der meest sympathieko vereenigingen van de velen,
die elk jaar ter algemeene vergadering in de hoofdstad
bijeenkomen, is wel „Het Witte Kruis." Het platte
land van Noord holland is zij in menig opzicht ten zegen
ook de stedelijke afdeelingen in die provincie doen veel
goedshet herstellingsoord te Hilversum behoort tot de
schoonste instellingen in ons land en bovenal is er de
afdeeling «Ziekenverpleging," die hare afgezanten zendt
om licht te verspreiden aan het, sombere ziekbed en jonge
meisjes in staat stelt aan een edele aandrift gehoor' te
verleenen. Waar het »Roode Kruis" slechts dan diensten
verricht, als het moordende lood op het slagveld zijn
taak heeft gedaan, werkt het «Witte Kruis" van den
eenen dag op den anderen zonder marktgeschreeuw
maar daarom met niet minder toewijding. Zoowel de
eenvoudige regenbak op het platteland als het trotsche
»Heideheuvel" te Hilversum leggen een schoon getuigenis
af van haar belangelooze activiteit om dat te kunnen
bereiken is het begrijpelijkdat eenige jaren geleden
werd been gestapt over het bezwaar om den naam der
Vereeniging voor veel geld te verpanden aan een buiten-
landsche loterij-onderneming, waarmee zij zelf feitelijk
niet te maken heeft.
De vergadering in de afgeloopen week kreeg eenige
plechtigheid door de aanwezigheid van den nieuw be
noemden eere-voorzitter, den heer mr. G. van Tienhoven.
Op hartelijke wijze werd hij door dr. Barnonw toege
sproken en met de innemendheid, waarvan de nieuwe
Commissaris der Koningin het geheim bezit, werd dezo
16) Door Debora van de Velde.
«Tegen dat laatste protesteer ik, in het belang mijner
kinderen," gaf von Reinenburg ten antwoord, «wat uw
wenseh betreft, om bij dokter Ekhart te logeeren, daarvan
mag ik n niet terughonden, al had ik gaarne gezien, dat
mijne moeder n het tegendeel verzocht had en, zuster
Amelia, hoe staat het met haar, kan die nog wat blijven
«Tot het einde der week, baron, dan zal ik naar de
inrichting moeten terng keeren, om, zoo gevraagd wordt,
weer bij anderen dienst te doen het patientje hier heeft
mij niet meer noodig."
«Eigenlijk toeh nog wel, zuster, als juffrouw Waller
bij mij logeert," zei dokter Ekhart. »U moet er nog maar
eens over denken, en als dokter Ter Heide komt, er met
hem over spreken. Maar kom, ik moet heengaan, tot
genoegen, baron, tot vanavond, juffrouw Waller, en met
nog een vriendelijken groet voor de pleegzuster en de kin
deren, ging de goede man heen.
Ofschoon baron Otto het liever anders gewild had,
gebruikte hij dien middag het diner afzonderlijk met
zijne moeder, terwijl Anna Waller en de verpleegster
met de kinderen aten, en des avonds, nadat Ellen was
ingeslapen, werd er iugespannen, om Anna naar haar
logies te brengen.
«Ik hoop, dat n geduld zult hebben, juffrouw Waller,"
sprak Otto, terwijl hij haar in het rijtuig hielp, en n
niet zult laten afschrikken door de houding mijner moeder
om hier dagelijks te komenik zal u natuurljk scha
deloos stellen voor dezen tijd ik twijfel echter' niet, of
de barones zal langzamerhand wel inzien, dat ze ten on
rechte zich zoo onvriendeljk tegenover u gedraagt."
toespraak beantwoord. Hij wist zoo juist de rechte snaar
aan te roeren, toen hj in deze vergadering van Noord
hollanders er op wees, dat hij zooveel voor deze provincie
gevoelde, waar hj de gelukkigste jaren zijns levens had
mogen werken. »Het Witte Krnis" was voor hem dan
ook geen vreemdeling en hj betoonde er zich zeer mee
vereerd, dat hem het eere-lidmaatsehap daarvan was aan
geboden.
Over het ter vergadering verhandelde valt weinig te
zeggen. Er werd ook hulde gebracht aan den afgetreden
eere-voorzitter jhr. mr. Sehorer en er werd geconstateerd,
dat het ledental vrj aanzienlijk is toegenomen, terwjl
de financiën over het geheel reden tot tevredenheid geven.
Merkwaardig was de demonstratie met het toestel «Tril-
lat," waarmee door middel van formaldehyd ontsmet
wordt. Dr. G. Hondius Boldingh kweet zich van deze
taak en nit zjn toelichting bleek, dat het nieuwe ont
smettingsmiddel voor de toekomst veel belooft.
In den gemeenteraad hebben wj woensdagmiddag
een niet onaardig debat gehad, dat misschien in een
debating-elub beter op zjn plaats zou zjn geweest, maar
toch aan de overigens vrj saaie vergadering iets onder
houdends gaf. Er was namelijk aan de orde gesteld een
voordracht van B. en W. om de verordening op do
Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwjzeressen bij
het Lager Onderwjs zoodanig te wjzigen dat ook
leeraréssen voortaan benoembaar zjn evenwel op een
lager traotement dan de leeraren, nameljk op f 1800
met twee vier-jaarljksche verhoogingen, elk van f 600.
Als vanzelf kwam hierbj de qnaestie ter sprake, of de
vrouw, van wie hetzelfde gevraagd wordt als van den
man, niet het recht heeft op hetzelfde salaris als deze.
Sommige leden hadden daarnaar wel ooren, maar
merkwaardig de heer Den Hertog, die door de radicale
partj in den Raad is gebracht, was van oordeel, dat
geljke salarissen alleen dienden gegeven te worden bij
het bestaans- minimum en niet b j de booge tractementen
als aan de Kweekschool worden betaald. Een bittere
terechtwijzing werd hem daarvoor toegediend door de
heeren Gerritsen en Kon veld.
Nn, op dit pnnt zal nog wel heel lang verschil van
gevoelen bestaan. In het algemeen kan de vraag, als
hiervoren gesteld, wel bevestigend beantwoord worden,
maar de twjfel Komt boven, wanneer men de omstan
digheden in aanmerking gaat nemen. In den regel is de
leeraar gehuwd, zoodat hj voor zjn gezin heeft te zorgen
en bjna altjd is de vrouw, in dienst van het gemeente-
Ijk onderwjs, ongetrouwd, zoodat zj zelfs met haar
geringere bezoldiging in een gunstiger conditie verkeert.
Bovendien is een salaris van f 1800 f 2400 voor een
vrouw op zichzelf alleszins voldoende te achten. Maar
wat de deur toedoet zelfs de jverigste voorstanders
van geljke salarieering zouden, als 't er op aan kwam,
er voor terugdeinzen de slecht gevulde gemeentekas zulk
eon koopje te bezorgen. Het onderwjs kost reeds schat
ten en wanneeer nn een nieuw beginsel voor de Kweek
school werd ingevoerd zonden met het volste recht ook
de onderwjzeressen aan de andere onderwjs-inrichtingen
met het verzoek komen om ook haar op denzelfden voet
te behandelen. Dat zon eenvoudig niet te betalen zjn.
Zoo was dan ook het debat niet veel anders dan een
onschuldige gelegenheid voor enkele voorstanders der
vrouwenbeweging om zich als kampioen daarvoor op te
werpen een kampioen met het woord en niet met de
daad. Want een motie kwam er niet en ten slotte werd
zelfs de geheele voordracht zonder stemming ongewjzigd
goedgekeurd.
Van het verschrikkeljke drama, dat in de aalstraat
naar alle waarschjnljkheid is afgespeeld, hebben onze
lezers zeker al wel gehoord. Er is daar brand ontstaan,
vermoedeljk door een gas-ontploffing. Men vooronderstelt,
dat een inbreker het perceel is binnengedrongen, daar
het gaslicht heeft willen aansteken en toen op een nog
onverklaarde wjze een ontploffing heeft teweeggebracht.
De man moet het gevaar hebben zien aankomen en is
jlings gevlucht, maar vóór het verlaten van het huis is
zjne hand tusschen de met geweld dichtslaande voordeur
bekneld geraakt. In zjn wanhoop heeft hj zich toen
losgerukt, hetgeen hem niet is gelukt, dan nadat hj het
vel van vier zijner vingers, waaraan nog zelfs de nagels
vastzatenheeft losgescheurd. Verder op de straat is
een overbljfsel van een duim gevonden.
Alleen de gedachte aan de afgrjseljke pijnen, die de
man moet hebben geleden, doet reeds huiveren. Een
raadsel is 't, dat hj daarbj het bewustzjn niet heeft
verloren en een ander raadsel is, dat hj zich hj niemand,
voorzooverre de politie heeft kunnen nagaan, heeft laten
verbinden. Oproepingen zjn gericht tot geneesheeren,
apothekers, ziekenverpleegsters en particulieren om zich,
indien zij in deze aangelegenheid inlichtingen kannen
geven, tot de politie te wenden. Veel resultaat verwach
ten wj daarvan niet. De apothekers en doctoren zjn ge
bonden door hnn ambtseed, volgens welken zj zweren-
dat zj aan niemand znllen openbaren, wat in de uitoefe,
ning van hnn ambt hnn als geheim is toevertrouwd of
ter kennis is gekomen, tenzj hunne verklaring als getuige
of deskundige in rechten gevorderd worde of zij anders
tot het goven van mededeeling door de wet verplicht
worden. Maar ook buiten dit bezwaar znllen er zeker
weinigen zjn, die het ellendige ljden van den zondaar
hebben gezien en daarna nog moed gevoelen hem nu ook
nog de strat der justitie op den hals te halen. Na zulk
een gruweljke verminking zal de smeekbede van den
overtreder om hem te verraden allicht gehoor vinden.
Het meest waarsch jnl jiin is echter, dat de ongeluk
kige zjn geheim heeft toevertrouwd aan de wateren van
IJ of Amstel en eerlang daaruit het ontzielde lichaam
zal worden opgehaald.
VAN ALKMAAR,
's namiddags 123/4 nre.
(SLOT.)
Aansprakelijkheid van Burgemeester
en Wethouders voor het in 189S
ontdekte tekort in de gemeentekas.
16. De in de raadsvergadering van 16 September
1896 benoemde speciale oommissie, naar aanleiding van
het voorstel-de Groot, heeft het volgende rapport aan den
gemeenteraad uitgebracht.
Gevoelen der meerderheid.
De meerderheid der Oommissie, benoemd naar aan
leiding van het voorstel van den heer G. de Groot Jz.,
en van het daarop gevallen besluit, geeft daaromtrent
de navolgende beschouwingen.
Het voorstel zelf heeft ten doel om eene raadscommis
sie van drie leden te benoemen om twee rechtskundige
adviezen in te winnen.
Daarin ligt opgesloten, dat door drie raadsleden aan
twee buiten den Raad staaude rechtsgeleerden schrifteljk
aan den Raad over te leggen adviezen zonden gevraagd
moeten worden.
Daartegen werd door den heer Goede aangevoerd, dat
het raadzaam moet worden geacht rekening te honden
met de denkbeelden der beide rechtsgeleerde raadsleden,
die in deze zaak nog niet gesproken hebben. Hj stelde
daarom voor, dat het voorstel van don heer de Groot
zon worden in handen gesteld van die beide leden, en de