ALKMAARSCHE COURANTE Zitting van den Gemeenteraad Woensdag 2 Jnni 1897, No. 66 Negen en negentigste Jaargang. 1897 VRIJ!» AG 4L Jülïl 18»?. Tweede blad. ~8 T E M M I A De BURGEMEESTER van ALKMAAR maakt bekend, dat op Dinsdag, den 15 Jnni 1897, eene stemming zal plaats hebben ter benoeming van een lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het kiesdistrict ALKMAAR en wel uit de volgende candidaten Asch van Wijck, van Jhr. Mr. T. A. J., 's Gravenhage. Fokker Mr. E., Middelburg. Kaay, van der Mr. W., 's Gravenhage. Kuijkhof, van J. G., Rotterdam. De stemming vangt aan des morgens 8 uren en duurt tot des namiddags te 5 uren. Het stembureau zal zitting houden voor het le stem dlstrlct in het Stadhuis en voor het 3e steindistrict in een der lokalen van de 3e openbare sehool voor onvermogcndcn aan de Oudegrachttegenover het Wildemanshofje. De inhoud van art. 128 van het Wetboek van Straf recht lnidt aldus Hij die opzettelijk zich voor een ander uitgevende aan eene krachlens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing deelneemtwordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste één jaar. Alkmaar, den 2 Juni 1897. De Burgemeester voornoemd A. MACLAINE PONT. ÏAA ALKMAAR, 's namiddags 123/4 ure. Voorzitter de heer A. Maclaine Pont, burgemeester. Tegenwoordig 10 leden. Afwezig om verschillende redenen van verhindering de heerenC. Bosman, G. de Groot Jz., mr. J. P. Kraak man, J. de Wit Dz., J. 0. Witte, B. Preijer en G. T. M. van den Bosch. Secretarisde heer C. D. Donatn. De Voorzitter opent de vergadering waarna de notulen der vorige zitting gelezen en goedgekeurd worden. 1. Aan de vergadering wordt medegedeeld, dat is inge komen een adres dd. 1 Juni 11. van den heer N. A. Conijn, directeur der bouwmaatschappij »Rijnecom", houdende het verzoek, om terug te komen op s raads besluit van 14 April 11., no. 9 en waarbij wordt ingezonden een plan van rioleering der terreinen tusschen Emmastraat en Nieuwlandersingel. De Voorzitter stelt voor, dit adres te stellen in handen van B. en W. om bericht en raad. De heer Boelmans ter Spill acht dit niet noo- dig, wanneer er slechts gevraagd wordt om oen besluit in to trokken. De Voorzitter zegt, dat bij hetzelfde adres ter goedkeuring wordt aangeboden een straten- en riolenplan. De heer Boelmaus ter Spill zou in dit geval het eerste gedeelte van het adres voor kennisgeving wil len aannemen en het tweede gedeelte stellen in handen van B. en W. om bericht en raad. De heer Goede heeft hiertegen bezwaar. Spr. zou het geheele adres gesteld willen zien in handen van B. en W. Neemt de Raad het eerste deel aan voor kennis geving, dan zal de oplossing van het tweede gedeelte voor den aanvrager moeielijker gemaakt worden. Hij zou er niets tegen hebben, indien door den verzoeker voor- loopig voor rekening der maatschappij een loopbrug werd gemaakt. Deze brug zou dienst kunnen doen, totdat er 70 of 100 woningen op het bouwterrein zijn verrezen de gemeente zou dan voor hare rekening een steenen brug kunnen leggen. De heer Boelmans ter Spill verklaart tegen het voorstel van den Voorzitter geen bezwaar meer te zullen maken, hoezeer hij de meening blijft toegedaan, dat de Raad niet op zijn eens genomen besluit moet te rugkomen, zonder dat daarvoor redenen worden opgegeven. Het adres wordt daarna gesteld in handen van B. en W. om bericht en raad. Arbitrage bij geschillenuit aanneming van werken voortspruitende. 2. In de raadszitting van 16 December 1896 werd een voorstel van Burg. en Weth., naar aanleiding van ingekomen adressen van de besturen van den Nederland- schen aannemersbond en van de vereeniging van Neder- landsche steenfabrikanten om bij mogelijke geschillen uit aanneming van werken voortspruitende arbitrage toe to passenin handen gesteld van eene speciale raads commissie ten einde de daarin behandelde zaak uit een rechtsgeleerd en bouwkundig oogpunt te willen beschouwen en daaromtrent rapport uit te brengen, Die commissie meent er aan te mogen herinneren, dat door burgemeester en wethouders op de door hen ont wikkelde gronden o. a. aan den Raad werd voorgesteld te besluiten „a. de „Algemeene voorwaarden, behoorende bij de be stekken van aan- of uitbesteding ten behoeve der „gemeente Alkmaar", vastgesteld bij raadsbesluit van „25 Januari 1854, in te trekken „b. te bepalendat de „Algemeene voorschriften" van „het departement van Waterstaat, Handel en Nijver heid voor zoover daarin voorkomende bepalingen „in de bestekken niet uitdrukkelijk worden uitgezon derd op de publieke werken dezer gemeente van „toepassing zullen zijn." Na omtrent deze zaak van gedachten te hebben ge wisseld deelt de commissie mededat zij zich in be ginsel met het bovenomschreven voorstel van burg. en weth. kan vereenigen en mitsdien tot de aanneming daarvan in beginsel kan adviseeren. Echter heeft zij bezwaar tegen het bepaalde bij 496 der daarbij bedoelde A. V. van het dep. van W. H. en N. luidende: „De bij de vorige paragraaf bedoelde commissie „van deskundigen zal bestaan uit drie leden een te be noemen door den Minister (lees eventueelburgemeester „en wethouders) een door den aannemer en een door den „kantonrechter in het kanton waarin het werk is gelegen.'' Het komt haar n.l. voor onraadzaam te zijn deze be paling te maken ten aanzien van den kantonrechter, die, als hij zich niet gehouden acht tot de benoeming van een deskundige over te gaan de nitnoodiging daartoe even tueel zou kunnen afslaan. Ook bij het dep. van Justitie wordt daarover naar zij heeft vernomen aldus gedacht. Men houdt zich aan dat dep. onledig met het ontwerpen van andere bepalin gen om tot de benoeming van deskundigen te geraken. In afwachting van hetgeen daarvan het resultaat zal zijn stelt zij voor te besluiten de behandeling van het voorstel vau burgemeester en wethouders, dd. 11 December 1896 tot nader aan te houden. De heer Boelmans ter Spill zou hot geheele advies opnieuw in handen der speciale commissie willen stellen. Dit advies geeft het voorstel aan de hand, de behandeling van het voorstel van B. en W. tot nader aan te houden, in afwachting van wat het resultaat zal zijn der bemoeiingen, waarmede men zich aan het depar tement van justitie onledig houdt, inzake de benoeming van deskundigen. Nadat bovenstaand rapport' door de commissie was uitgebracht is door den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid een nota van inlich tingen ingezonden aan de Tweede Kamer op een adres van het bestuur van den Nederlandschen Aannemersbond, houdende verzoek tot herziening der Algemeene Voor schriften voor de uitvoering en het onderhoud van wer ken onder beheer der Departementen van Waterstaat, Handel en Nijverheid, van Binnenlandsche Zaken, van Oorlog en Justitie. In die Nota van inlichtingen geeft genoemde minister te kennen, dat de Minister van Justitie bij beschikking van 22 Augustus 1896 no. Ill, de be staande voorschriften, ten aanzien van de beslissing in geschillen, heeft gewijzigd in den zin van die van het Dep. van W. H. en N. Om die reden zou spreker deze zaak opnieuw naar de commissie willen verwijzen, om dat voor aanhouding thans geene redenen meer bestaan. Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten. Credlet-aanvraag voor werken. 3. De toestand van de afrastering langs de kweekerjj aan het Kweerenpad eischt dringend verbetering. De bedoelde afscheiding is niet meer te herstellen en komt voor vernieuwing met gekyaniseerd hout in aanmerking. De kosten hiervan worden door den gemeente-architect op f 123 geraamd. Verder is van de balustrade vau den Accijnstoren een pinakel gebroken en bleken bij onderzoek eenige gedraaide kolommen in slechten toestand te verkeeren. Het ge deeltelijk losmaken der balustrade het vernieuwen van den bedoelden pinakel en van drie gedraaide kolommen, zal, met eenig lood- en verfwerk p.m. f 100 kosten. Bij de begrooting voor den dienst van 1897 is op deze uitgaven niet gerekend terwijl het onraadzaam wordt geacht de bovenbedoelde voorzieningen tot 1898 uit te stellen. In verband daarmede stellen B. en W. voor te be sluiten hen te machtigen don post onder volg. 74 »Hui- zen torens enz.'' der gemeente-begrooting voor 1897 ter zake al3 bovenbedoeld te overschrijden met f 223 en genoemd college uit te noodigen te zijner tijd de noodige financieele voorstellen te willen doen tot vinding dezer gelden. De heer Stoel doet opmerken dat op advies van de commissie van fabricage de herstelling van het hek langs het Kweerenpad telken jare bij de behandeling der ge- meente-begrooting is uitgesteld, omdat men deze afschei ding niet van eenig belang achtte. Ter plaatse worden niet anders dan jonge boompjes gekweekt en daarom zou hij denken dat de bestaande toestand nog wel tot 1898 bestendigd kan blijven. De heer Janssen vraagtwaarom ook daar, gelijk elders in de plantsoenen geen paaltjes met puntdraad geplaatst kunnen worden. Het straatje langs het Kwee renpad wordt toch niet door het publiek gebruikt. De heer de Sonnaville verklaart, dat dit pad, hetwelk naar het badhuis voert, juist zeer druk beloopen wordt en dat vernieuwing niet langer kan wachten. Het voorstel van B. en W. wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Overneming van een te maken riool ln de W llhelmlnalaan. 4. De heer W. F. Stoel, directeur der woniugmaat,- schappij Alkmaar'' heeft zich tot B. en W. gewend met het verzoek hem vergunning te willen verleenen om in de Wilhelminalaan, van de groote Kruislaan af tot in den put midden voor het hoofdgebouw der Cadettenschool een riool te mogen leggen van dubbelverglaasde aarden buizen ter wijdte van 0.30 M. en hem toe te zeggen, dat dit riool, zoodra het gereed zal zijn, bij de gemeente in eigendom en onderhoud worde overgenomen. Eene beslissing op dat adres behoort aan den Raad, weshalve B. en W. het, voorzien van hun advies, ter tafel van dit college overbrengen. In dit advies stellen B. en W. voor, te nemen het volgende besluit: de Raad der gemeente Alkmaar, Gelezen een adres dd. 14 April 11. van den heer W. F. Stoei, directeur der woningmaatschappij »Alkmaar", houdende het verzoek aan deze gemeente te mogen over dragen een te zijnen koste aan te leggen riool van dub belverglaasde aarden buizen ter wijdte van 0,30 M. in de Wilhelminalaan, van de groote kruislaan af tot in den put midden voor het hoofdgebouw der Cadettenschool Besluit: bij de gemeente kosteloos in eigendom en onderhoud over te nemen van den heer W. F. Stoel, directeur der woningmaatschappij Alkmaar", hot aan het hoofd dezes omschreven riool, onder bepaling: a. dat het riool worde gemaakt ten genoogen van burgemeester en wethouders, welks aansluiting in vol doend verval op den put, vóór den toegang naar de Cadettenschool, moet plaats hebben b. dat in het riool bij de groote Kruislaan en verder om de 20 M. een zinkput worde gemaakt van klinkers in sterken tras met een wanddikte van één steen of van stampbeton met een wanddikte van 6 c. M., elk groot 33X77 c.M., met minstons 30 c.M. slikvang, afgedekt met een gegoten ijzeren plaat ter dikte van 12 m.M.; c. dat tusschen de zinkputten de noodige aansluit- putjes van klinkers of stampbeton als onder b. worden gemaakt ter beoordeeling van burgemeester en wethou ders, ter grootte van 33 c.M. in het vierkant, hoog 45 c.M., afgedekt met gegoten ijzeren plaat ter dikte van 10 m.M.; d. dat op de helft van het te leggen riool een cement- steenen put worde gemaakt, wijd 90 c.M., met een wand dikte van minstens 8 c.M. en met minstens 70 c.M. slikvang, welke put moet worden afgedekt met een 15 m.M. gegoten ijzeren plaat, gesteund door een T-ijzer van 10 K. G. per M., op ongeveer 30 c. M. onder den grond e. dat het riool op zoodanigen afstand van het ijzoren hekje langs de Wilhelminalaan moet zijn verwijderd dat het eventueel leggen van een voetstraatje te bedoelder plaatse ongehinderd zal kunnen geschieden dat voor bet weder in orde brengen van den grind weg voor zooveel hot riool daarin komt te liggen, na het leggen van een riool, ten kantore van den gemeente ontvanger moet worden betaald ƒ0.25 per M2.; g. dat de overneming niet eerder plaats heeft, dan wanneer het riool is gelegd ten genoegen van burgemees ter en wothouders h. dat de op de overdracht on de levering vallonde kosten door den verzooker worden gedragen; i. dat de aan den verzoeker toebehooreude grond ten westen van de huizen welke ter plaatse door hom zullen worden gesticht nimmer worde bebouwd dan onder beding, dat in de plaats van het nu te maken riool, door de gemeente voor rekening van den verzoeker of zijne rechtverkrijgenden, een riool van grooter capaciteit, ter beoordeeling van het gemeentebestuur, worde gelegd. Afschrift van dit besluit te zenden aan don heer Stoel voornoemd, met verzoek om binnen twee maanden na den datum van dit besluit te doen weten of deze voor waarden door hem worden aangenomen. De heer Boelmans ter Spill heeft bedenking tegen de bepaling onder letter i vermeld. Deze bepa ling zal slechts uit te voeren zijnwanneer de heer Stoel gaat bouwen of wanneer deze dea grond overdraagt aan een ander. De overdracht kan evenwel ook aan verschil lende eigenaren geschieden en in dat geval zal de vraag gedaan kunnen wordenhoe de kosten te innen van het door de gemeente aan te leggen rioolm. a. w. wat zal door ieder der eigenaren moeten worden bijgedragen De V o o r z i 11 e r zegtdat de onder letter t gestelde voorwaarde een servituut op don grond wordt. Van dit besluit wordt bij aanvaarding van het riool eene acto opgemaakt. De heer Boelmans ter Spill meentdat dit geen antwoord is op zijne vraag. Spreker zon willen weten op welke wijze de verdeeling der kosten zal ge schieden wanneer bedoelde grond in handen van b.v. 10 eigenaars komtof wel de heer Stoel verkoopt de helft van den grond. Deze verkochte helft wordt bebouwd, de andere helft niet. Zal nu hij die de helft bebouwd heeftde kosten van het geheele riool moeten dragen De beer B r u i n v is zegtdat er staatdat de ge meente zal aanleggen ten koste van de eigenaars van den grond. De oene eigenaar zal zich over de voldoening dier kosten met den anderen dan moeten verstaan. De heer Goede deelt het bezwaar van den heer ter Spill welke laatste heer geen andere oplossing weet te geven teneinde de door hem goopperde moeielijkbeid te voorkomen dan het riool direct van goede capaciteiten te doen maken hoezeer hij erkentdat daarin wel iets bezwarends voor den verzoeker ligt. De V o o r z i 11 e r zal het voorstel van B. en W in stemming brengen doch de heer Canters geeft in overweging het voorstel aan te houden, 't Zal zijne be doeling n.l. niet zijn het voorstel af te stemmen maar hij zou gaarne eene andere omschrijving wenschenom dat ook hem het bezwaar van den heer ter Spill zeer gegrond voorkomt. De heer Goede is mede voor aanhouding. Hij zou B. en W. willen uitnoodigen met den tegenwoordigen eige naar in overleg te treden, ten einde er toe te komen, dat deze geen grond verkoopt aan derden, dan onder verplichting van het leveren eener zekere bijdrage in de kosten van het eventueel te maken wijdere riool. De heer Stoel verklaart, dat de gem.-achitect zelf heeft gezegd, dat eene afmeting van 30 c.M. in over vloed ruim genoeg is, ook al wordt de achtergrond be bouwd. Hij voor zich heeft er daarom geen bezwaar tegen, dat het voorstel onveranderd wordt aangenomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt evenwel besloten het voorstel tot eene volgende vergadering aan te houden. Rekening gemeente-gasfabriek over 1896. 5. De rekening der gemeente-gasfabriek toont voor de eerste maal eene vermindering in de opbrengst van het lichtgas aan en wel ten bedrage van f 870,88, ver oorzaakt door het toenemend gebruik van het gasgloei licht ook de cokes en bries brachten f 515,38 en het ammoniakwater f 341,35 minder op dan het vorige jaar; daarentegen waren de opbrengsten van kookgas, meter- huur, straatverlichting, teer, ijzeraarde en aanleg zóóveel hooger dat de totale ontvang Èt f 102,858,95 die van 1895 met f 1700,613 overtrof. De uitgaven bedroegen met inbegrip van het schadelijk saldo van 1895 a f 833,585, f 95703,345 en buiten dat schadelijk saldo f 94870,76 zijnde f 1915,845 meer dan in 1895, het schadelijk saldo waarmede dat jaar aanving eveneens buiten rekening gelaten. Onder de uitgaven zijn begrepen f 4426,97 als restant der in 1895 ondernomen uitbreidingswerken, en f 2743,29 voor het maken van een 120 M3. grooten teer- en ammoniakwaterbak waartoe door Burgemeester en Wethouders machtiging was verleend. De jaarrekening sluit met een voordeelig saldo van f 7155,605, hetwelk overgebracht moet worden op den dienst van 1897, om in aanmerking genomen te worden bij het opmaken der begrooting voor 1898 ter prijsbepaling van den in dat jaar te heften gasprijs. Nevens de rekening zijn overgelegd do exploitatie rekening, de winst- en verliesrekening en de balans, ter voldoening aan het in een vorig jaar in den Gemeenteraad uitgesproken verlangen. Het onderzoek der rekening gaf de Commissie tot de belastingzaken enz. geen stof tot bedenkingen. De uit gaven bleken behoorlijk door kwitantiën gedekt of door belastiugslijsten verantwoord, en de raadpleging van de boeken der administratie gaf der Oommissie den indruk, dat ook de ontvangsten nauwkeurig zijn vermeld. Zij geeft derhalve in overweging, de rekening goed te keuren

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1897 | | pagina 5