DE AGEA-SCHAT. No. 82. Herste blad. Megen en Megentigste Jaargang. 1897, ZONDAG 11 J LI. Buitenlan d. FEUILLETON. SHERLOCK HOLMES. Al.kll A A itSCIII, CO [RAVI Deze Courant wordt IMnsttag-, Donderdag- en '£atei-dagavoad uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f ©s80franco door het geheele lijk 1, De 3 nummers ©,06. Afzonderlijks nummers S ets. Frljs der gewone Ad verten tien t Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgavers HERMs. COS- TER ZOON. lelefoonnoKiMer Fersoneeie belasting. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te Alkmaar brengt, op grond van artikel 1 der wet van 22 Mei 1845 (Staatsblad no. 22), bij deze ter kennis van de ingezetenen der gemeente, dat het voljaarsch kohier no. 4 der belas ting op het personeel, dienstjaar 1897, op 8 Juli 1897 door den Directeur der directe belastingen in Noordhol land executoir verklaard, heden aan den ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeentee ter in vordering is overgegeven. Alkmaar, den 10 Juli 1897. Het Hoofd van het Bestuur voorn., A. MACLAINE PONT Rijkstninbouwleeraar. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaau brengen ter kennis van belanghebbenden, dat bij Kon. Besluit van 18 Juni 11. no. 22, voor het tijdvak van 1 Juli j.l. tot en met 30 Juni 1898 is benoemd tot Rijkstninbouwleeraar de heer J. G. HAZELOOP te Rotterdamvoorts, dat deze ambtenaar werkzaam zal zijn binnen de provincie Noordhollandter standplaats Aalsmeer. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MAOLAINE PONT, Voorzitter. 9 Juli 1897. O. D. DONATH, Secretaris, DUSTSCIHIjAIVD. Eindelijk is het Prins Hohenlohe, gelukt een staatssecretaris van financiën te vinden. Na de weigering van Dr. Buchenberger, zijn er onderhan delingen aangeknoopt met den Duitschen gezant te Was hington, baron Thielman. Deze schijnen reeds tot het gewenschte resultaat te hebben geleid. Baron Thielmann die te Lenox in Massachusetts vertoeft, heeft het gerucht bevestigd, dat hij ternggeroepen is om als minister van financiën van Duitschland op te treden. Hij verzekerde, dat hij zijn benoeming reeds een dag of veertien geleden heeft ontvangen. De »Frankf. Ztg.'' verwacht van den nieuwen candi- daat, dat hij de tot dusver gevolgde handelsstaatkunde zal voortzetten. Hij ib wei geen vrijhaudeiaar, maar evenmin agrariër. De nieuwe minister is een verklaard voorstander van den gouden standaard. KfiïPTH. Uit Kaïro wordt gemeld, dat tnsschen Engeland en Abessynië samenwerking verkregen is in den strijd tegen den Mahdi. De tocht der Engelsch- Egyptische armée naar Soedan is hervat. De Sirdar en zijn adjudanten zijn den Nijl opgevaren, om zich naar de grens te begeven. Zoodra de Nijl vol doende diepte heeft voor het vervoer van troepen, zal de tocht naar Aboe Hamed worden aanvaard, waar de opper bevelhebber denkt den 30 Juli een voldoende troepen macht te hebben. De vooruitzichten voor het Engelsch-Egyptische expe ditiekorps zijn zeer gnnstig, meldt de »Times," vooral wat den tocht naar Berber betreft. Reeds vroeger was gemeld, dat de Khalifa Abdullah voornemens is op Kordofan terug te gaan. Thans komt OtiA&ï&ïxë&Si&tÉ daarbij nog het bericht, dat tan zuiden van Omdurman opstand in zijn gebied is ontstaan. EHTGBHAlfD. De minister van koloniën, de heer Chamberlain, beeft een langdurige conferentie gehad met de te LondeD aanwezige minister-presidenten van de ver schillende Engelsche koloniën. Het doel dier conferentie was de vaststelling van den grondslag voor het sluiten van een federatie tusschen alle deelen van het Britsche wereldrijk. Of het Chamberlain zal gelukken, dit zeer geliefd plan van vele zijnen voorgangers, tot een goede einde te brengen, valt te bet wijfelen ^Opmerkelijk is wat de hertog van Devonshire zeide in zijn toespraak tot de ministers. Hij wees er op dat de totstandkoming van een nauwere verbinding het gevolg en niet de oorzaak van het samengaan in kleine en schijn baar onbeteekenende zaken moet zijn. Eerst als een een stemmigheid getoond is in de vele quaesties, die tnsschen het moederland en de koloniën bestaan, kan van een inniger band sprake wezen. Volgens de »Times" werd in de geheime zitting der enquête commissie het volgende verhandeld Voorlezing geschiedde van eon brief van den heer Blake, waarin deze meldt, aan de verdere beraadslagingen geen deel te zullen nemen, omdat hij de getuigenissen onvol ledig acht, wanneer daarbij niet zijn overlegd de tele grammen aan Rhodes, die in het bezit van Hawksley zijö. Daarna werd mededeeling gedaan eener nota van Labou- cherO; waarin betreurd wordt, dat de beschuldigingen tegen het Departement van Koloniën niet zorgvuldiger onderzocht zijn. Vervolgons kwam in behandeling het rapport van den voorzitter, het officiëele rapport der commissie das. Een voorstel van Labouchere om zijn rapport eerst te behan delen, werd verworpen. liet rapport van den heer Jackson begint met de ver klaring, dat de Johannesburgers grieven hadden, die hun optreden verontschuldigen doch die verontschuldiging geldt in geen enkel opzicht voor den heer Rhodes, die met behulp der troepen van de Chartered Company een' gewapenden opstand tegen de regeering der Z -A Repu bliek steunde. Het rapport neemt verder aan, dat Jame son de grens overtrok, zonder machtiging van Rhodes, doch daar het plan bestond de troepen in Transvaal te gebruiken om daar de opstandelingen te steunen, blijft, de verantwoordelijkheid van Rhodes bestaan. Daarom wordt Rhodes beschuldigd: dat hij het volkenrecht ge schonden heeft, den Hoogen Commissaris, de reg-erine der Kaapkolonie en de directenren der Chartered Com pany heeft bedrogen en zijn ondergeschikten om den tuin neeit geleid door valsche voorstellingen." Engelseh-Indië is de oproerige bewegin» nog lang niet ten einde. Te Calcutta werd Dinsdag verteld' dat de werklieden van de molenwerken stroomopwaarts den arbeid hadden nedergelegd en dat zij in troepen, te zamen achtduizend man sterk, op weg zijn getogen om de oproerlingen in de stad te versterken. Het gerucht is bevestigd, waarop de bezetting van Barrackpur bevel heeft gekregen om den werklieden den weg af te sn jden (Het teeken van vier.) 14) Door A. C O N A N D O Y L E. sZijt ge daar, hondje. Goede oude Toby. Ruik dit Toby, ruik Hij hield de in den creosoot gedoopten zakdoek voor den nens van den hond, terwijl het dier met een lachwekkenden hoofdknik even als een kenner de sterke lacht opsnoof. Daarop wierp Holmes den zak een eind van zich af, maakte een lang touw aan den halsband van den hond vast en bracht hem bj den voet van de regenpjp. Het beest hief onmiddelljk een luid scherp geblaf aan, en liep toen zóó snel, met den neus op den grond en opgeheven staart heen, dat wj de grootste moeite hadden het te volgen. Het begon langzamerhand in het oosten te dagen, en wj konden thans reeds op eenigen afstand door de grauwe Incht heenzien. Het groot vierkant hnis, met zjn don kere vensters en hooge, naakte maren, verhief zich treurig en verlaten achter ons. Onze weg liep door de lande rijen over de smalle paden waarmee die doorsneden waren. De geheele plaats, met de verspreide puinhoopen en boomstronken, kwam ten zeerste overeen met het duis tere treurspel dat er binnen was afgespeeld. Toen wij den grensmuur bereikten, liep Toby luid blaffende in de schaduw en bleef ten slotte stilstaan in een hoek die door een jongen beuk begrensd was. Waai de twee muren ineen liepen, waren verscheiden steenen losgeraakt, en de spleten aan de benedenzijden afgerond, alsof zj kort geleden als ladder gebruikt waren. Holmes klom naar boven en wierp den hond er overheen aan de andere zjde. Daar is de afdruk van de hand van hem, met het hokten been," zeide hj toen ik naast hem naar boren klom »gj ziet de lichte bloodvek op het witte pleis terwerk Wat is het gelukkig dat het sedert gisteren geregend heeft. Hoewel zij ons acht en twintig uren voor zjn, zal hnn spoor nog zeer goed op den weg zijn waar te nemen. Ik beken dat ik dit betwjfolde toen ik dacht aan de vele voetgangers die in dien tjd den weg naar Londen hadden afgelegd. Mjne vrees werd echter spoedig ge logenstraft. Toby aarzelde geen enkelen keer doch liep steeds snuffelend voort. Klaarbljkeljk was de reuk van de creosoot duideljk boven andere waar te nemen. Vei beeld u niet,' zei Holmes »dat mjn succes in deze zaak alleen afhangt van de omstandigheid dat een dezer kerels zijn voet in het vocht gezet heeft. Ik weet nu genoeg dat mj instaat zoude stellen om hnn spoor op verscheiden andere wjzen te vinden. Dit is echter de gemakkelijkste en daar da fortuin haar onder ons bereik heeft gesteld, zonde het ondankbaar wezen, indien er geen gebruik van zoude maken. Het vraagstuk is er echter moeieljker door geworden, dan het°zich eerst liet aanzien. Zonder deze alledaageche oplossing, zou er willicht eenigen roem bj te halen zjn geweest?" Dat is toch het geval," zeide ik: »ik verzeker n, Holmes, dat ik de middelen, waardoor gj uwe resultaten in deze zaak verkrjgt, zelfs meer bewonder, dan ik dit deed op den moord in Jefferson Hope. Het geval sch jut mij meer ingewikkeld en onverklaarbaar. Hoe kon'det gij, bjvoorbeeld, met zooveel vertrouwen den man met het houten been beschrijven?" Och, beste jongen dat was zoo eenvoudig mogelijk. Twee officieren die ergens een troep gevangenen te be waken hebben ontdekken een belaugrjk geheim betref fende een begraven schat. Er wordt een kaart voor hen geteekend door een Engelschman met name Jonathan Small. Gj herinnert u dat wj dien naam zagen op de kaart in Kapitein Merstan's bezit.. Hij had die voor zich en zjne bondgenooten onderteekend met het teeken van vier, zooals hj het eenigszins dramatisch noemde. Door hnlp van deze kaart, ontdekken de officieren, of een hunner, den schat en brengon dien naar Engeland ITAIilK. Bj de bespreking van de begrooting van justitie in het parlement merkte de minister op,sprekende over_ de betrekkingen met het Vatikaan, dat'noch ver zoening noch str jd tot iets leidt. De zorg der regeerinc is om langzamerhand een toestand in het leven te roepen die mogeljk maakt de qnaestie langs wettigen weg en op billjke wjze te bespreken met volkomen inachtneming der rechten van Italië. >Wj moeten," zeide de minister o. a., met gematigdheid maar zonder zwakheid optreden, liet Parlement kan thans niet de wet op de goederen in de doode hand behandelen. Men zal moeten erkennen dat de tegenwoordige regeering veel heeft gedaan om een draaglijke verhouding in het leven te roepen." Deze woorden werden levendig toegejuicht. RUSI.AWSS. Het buitengewoon gezantschap bj den Keizer van China schijnt voor Rusland zeer voordeelige tractaten gesloten te hebben. Rusland heeft het recht gekregen om langs den spoorweg dien door Russen in Mantsjoerje wordt aangelegd, steen kolen te delven om boomen te vellen voor timmerhout en werklieden te pressen onder de Chineesehe bevolking. Het Czarenrjk heeft verder het recht verkregen om po litietoezicht uit te oefenen, wat inderdaad geljk staat met een militair bestuur over bet gebied, aan den spoorweg grenzende. Bovendien gaf China concessie voor 't vervoer van -Russische troepen, voor het geval Rusland in oorlog mocht komen met een derde mogendheid. TBA5ISVAAL. De commissie, door den Volksraad van de Z. A. Republiek benoemd, ten einde een onderzoek in te stellen naar de beste middelen om de talrijke per sonen te helpen, die door de veepest geruïneerd zjn, heeft heden haar verslag b j den president van den Volks-' raad ingediend. Zj stelt voor daartoe een krediet van 200.000 toe te staan, waarvan 150.000 aan de boeren zullen worden geleend als eerste hypotheek op hunne hoeven dit voor schot mag voor eiken betrokkene niet hooger zjn dan £250. De overschietende 50.000 zullen worden gebruikt voor het aankoopen van vee, zoodra er een afdoend middel tegen de veepest ontdekt is. De Volksraad heeft dit plan goedgekeurd. TIRHIJK. Omtrent de vredesonderhandelingen komt de laatste dagen niet veel nienws. Wèl weet de ^Standard" te melden, dat de Saltan onverzetteljk is en gezegd zoude hebben «Indien de mogendheden geen concessies willen doen zal ik de vredesvoorwaarden op den Akropolis aan Griekenland voorsehrjven," maar heel waarschijnlijk is dit verhaal niet. Als de mogendheden voet bij stuk honden, zit er voor den Sultan, die dit zeer goed inziet, toch niet anders op dan toegeven. De gezanten schijnende toestand dan ook niet als ernstig te beschouwen. De I ransche gezant, gaat over een dag of acht naar hranknjk om zijn vrouw naar een badplaats te geleiden en met den heer Hanotanx te raadplegen over den toestand m het Oosten. Is de vrede bj het vertrek van den heer Lambon nog niet geteekend, dan zal de heer De la Bou- imière als chargé d'affaires zjn plaats in den raad der gezanten innemen. over, terwjl zj, naar wj willen veronderstellen, een daarbii geste de voorwaarde onvervuld lieten. Welnu, waarom behield Jonathan Small den schat niet voor zich zeiven? Het antwoord ligt voor de hand. De kaart is gedateerd op een tiid toen Morstan in bizondere aanraking kwam met gevan genen Jonathan Smal! behield den schat niet, wijl hij en zijne bondgenooten zelve gevangenen waren, en niet weg konden komen." »Maar dit is slechts eene veronderstelling zeide ik »Het is meer dan dit. Het is de eenige hypothese die de feiten bedekt. Laat ons zien hoe zj bij het vervolg past. Majoor Sholto leeft gedurende eenige jaren rustig voort gelukkig in het bezit van zjn schat. Dan ont vangt hj een brief uit Indië die hem grooten angst ver oorzaakt. Wat was dat?" »Eeu brief die hem meldde dat de lieden togen wie iij zjne belofte geschonden had, in vrijheid waren gesteld." »Of ontsnapt waren. Dat is meer waarschjnljk, want als hj den duur hunner gevangenschap geweten had, dan zon het geene verrassing voor hom geweest zjn. Wat doet hj toon Hij neemt zich ten zeerste in acht voor een man met een houten been, een blanke want bij ziet op zekeren tjd een blanke voor h e m aan en schiet een pistool op dezen af. Welnu, op de kaart bevindt zich do naam van slechts één blanke. Deswege mogen wij met vertrouwen beweren dat de man met het houten been en Jonathan Small één en dezelfde persoon is. Komt u deze redeueering valsch voor?" «Neen zj is klaar en gegrond." Welnu, laten wj ons thans in de plaats van Jonat han Small stellen. Laat ons de zaak van zjn standpunt beschouwen. Hj komt naar Engeland met het dubbel om terag te krijgen wat hj als zjn rechtmatig eigendom beschouwt, en zich te wreken op den man die hem slecht behandeld heeft. Hj vond uit waar Sholto woonde ea stelde zich hoogst waarschjnljk meteen van diens hnisgenooten in betrekking. Daar is bjvoorbeeld die kelderknechtLaf Rao, dien wij niet gezien hebben. Mrs. Bernstoue beschrijft hem verre van gunstig. Small kou echter niet uitvinden waar de schat verborgen werd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1897 | | pagina 1