DE AGRA-SCH AT. No. 87. Wegen en Wegentigste Jaargang. 1897. R IJ DA G 23 J LI. Amsterdamsche Brieven. FEUILLETON. Buitenland. SHERLOÜKHOLMES. ALkMAARSCHE COUBAIMT. Deze Courant wordt ®I»sd»g-, Ooaderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar ƒ0,80; franoo door het geheele rjjk 1, De 3 nummers O,OO. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prijs der gewone Advertentlën: Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TEE ZOON. ïelefoonnunner: 3 XIX. Amsterdam is zijn zomerslaap begonnen. Nu de vacanties zijn aangebroken hebben allen, die 't zich maar eenigszins kunnen veroorloven, in gezonder streken de zomerkwartieren betrokken of zij hebben een buitenlandsche reis aauvaard. Vooral het Gooi is dit jaar bijzonder in trek, met name Bussnm, waar voortdurend enorm wordt gebouwd en toch geen enkele villa ledig staat. In volle treinen worden 's morgens de forensen naar de hoofdstad overgebracht en zij slaken een zucht van verlichtingwanneer 's avonds het uur is geslagen, waarop zij naar hunne huisgoden in de met bloemengeur bezwangerde Gooische lucht kunnen terugkeeren. Onder die omstandigheden is 't begrijpelijk, dat de verkiezingen en herstemmingen voor den gemeen teraad een zeer kalm verloop hebben gehad. Tot hiertoe is eigenlijk de eenige meeting, waar iets van verkiezings agitatie was te bespeuren, gehouden in Plancius ten gun ste van de candidatnur des heeren Henri Polak, den be kenden voorzitter van den Algemeenen Nederlandschen Diamantbewerkersbond. De heer Van Zutphen «Oome Jan'' zeggen de diamantbewerkers en de heer H. Kuyper, ook een kopstuk van den Bond, bevalen hun president krachtig aanmaar vrijwat meer zal 't de candidatuur gebaat hebben, dat ook de heer P. L. Tak, »Piet Tak" zeggen de Amsterdammers daarvoor met een welsprekend en zaakkundig betoog in de bres is gesprongen. Wat er nog ten gunste van den oandidaat te zeggen overbleef deed de heer Henri Polak zelf, maar daarbij betoonde hij zich plus royaliste que le roizoodat de belasting-schuldigen wel moeten rillen bij het idee, dat zoo iemand misschien iets zal te zeggen hebben over de uit gaven van de stedelijke schatkist. Op zijn verlanglijstje bleken te staan: gemeente-exploitatie, schoolbaden schoolartsen, afschaffing van het schoolgeld op de scholen le klasse vor mindeling van arbeidsduur en vermeerdering van loon der trambeambten een minimum onbelastbaar inkomen van f 1000 verbetering van het lot der gemeente-werklieden enz. Het fraaist was evenwel, dat deze heer, die, zoo hij gekozen wordt, toch de belangen der gansche burgerij zal hebben te behartigen, ook zou willen, dat de gemeente, na naasting der gas-eoncessie, het gas aan de diamant industrie zou leveren tegen den kostenden prijs en voorts de diamant-fabrieken van belasting zou vrijstellenEn die bevoordeeling van deze eene industrie boven alle an deren werd gemotiveerd met de bewering, dat de Staat ook wel een premie gaf aan de schatrijke suiker-fabri kanten 1 De heer Jacobus Polak, die met zijn naamgenoot in herstemming komt, was mede ter vergadering aanwezig en nam ook aan de discussie doel. Jammer maar, dat hij niet over veel redenaarstalent beschikt dan ware hier een prachtig succes te behalen geweest. Nu bleven de zwakke punten van de redeneering van zijn tegen stander geheel onaangetast en Henri werd in de oogen van de niet diep doordenkenden de overwinnaar van Ja cobus. Intusschen is de uitspraak van een Plancius-ver- (Het teekeu van vier.) 19) Door A. CONAN DOYLE. Om drie uur na den middag werd er met geweld gescheld, klonk er een gebiedende stem in het voorhuis en werd, tot mijne verbazing, niemand minder bij mij binnengelaten dan Mr. Athelney Jones. Hij verschilde echter ten zeerste van den volleerden menschenkenner die zoo spoedig het geval van Upper Norwood begrepen had. Hij zag er terneergeslagen en teleurgesteld uit. .Goeden dag, sir, goeden dag," zeide hij «ik begrijp dat Mr. Sherlock Holmes uit is." »Ja, eu ik kan u niet met zekerheid zeggen wanneer hij terugkomt. Maar, misschien wilt n op hem wachten. Neem dan plaats en steek een sigaar op." «Dank uhet zal mij hoop ik niet hinderen." «En een whisky met soda »Welnn, een half glas. Het is zeer heet voor den tijd van het jaar; en ik heb het aardig druk gehad. Gij kent mijne theorie omtrent dat geval te Norwood »Ik herinner mij, u er een te hebben hooren verklaren." »Welnu, ik ben verplicht geweest daarop terug te komen. Ik had mijn web dicht om Mr. Sholto gesponnen, Sir, toen hij, flap door de mazen heenwipto. Hij was in staat een alibi te bewijzen, dat niet gelogenstraft kon worden. Vanaf het oogenblik dat hij de kamer van zijn broeder verliet, had men hem niet uit het gezicht ver loren. Bijgevolg kon hij het niet zijn die over daken eu door trapdeuren was binnengekomen. Het is een zeer duister geval, en mijn roem staat erbij op het spel. Een weinig bijstand zou mi] niet ongevallig wezen." «Daaraan hebben wij allen van tijd tot tijd behoefte," zeide ik. gadering nog heel wat anders dan een stembus-resultaat en moesten wij wedden, dan was Jacobus onze man. In district I staan de kansen voor.de heeren mr. Oa- roli en Kamerlingh Onnes zeer gunstig en zeker is 't, dat het degelijke en actieve element, door hen te kiezen, in den Raad zal worden versterkt. Mr. Oaroli heeft meermalen blijk gegeven van een helder oordeel in be langrijke gemeente-quaesties en de heer Kamerlingh Onnes heeft blijkens zijne geschriften een uitgebreide studie ge maakt van handels-vraagstukken en met name van die, welke op Amsterdam betrekking hebben. Zij hebben het voorrecht een ijverig verkiezingscomité te bezitten, dat hard voor hen werkt en zelfs de nieuwigheid van mee tings met muziek heeft ingevoerd zooveel moeite en inspanning zullen waarschijnlijk niet onbeloond blijven. Datzelfde heeft men ook gedacht van de Hollandsche roeiers, die naar Henley zijn getogen, doch, zooals men weet, is daar die vooronderstelling niet uitgekomen. De leden van «De Hoop" hadden voor zich de vaste over tuiging, dat Blussé met de Diamond Sculls zou gaan strijken en ook nu nog is 't hun niet uit het hoofd te praten, dat de Amerikaan van Eyk niet sterker is. Zeer alar- meerende berichten hebben de ronde gedaan over de gezondheid van Biassé, die in de werkelijkheid verschrik- keljjk overdreven zijn geweest. Vandaag sprak ik nog iemand, die de races te Henley heeft bijgewoond en hij verzekerde mij, dat er voor onzen sciffeur geen oogen blik levensgevaar heeft bestaan. Eigenaardig was de sterke vertegenwoordiging der Hollanders bij de wed strijden zoo waren er van de '24 Persmannen 10 land- genooten. De verwachtingen waren zoo hoog en toen Triton, Laga en Blussé allen verslagen waren, zijn de meeste Hollanders stilletjes naar Londen afgedropen. Jammer is 't, dat Ooms, die eenmaal de Diamond Sculls veroverde, niet meer in roei-wedstrijden mag uitkomen. Hij roeit nog dikwijls, maar de heeren Lippman Rosen thal Co., waar hij zooveel als portier is, willen niet, dat zijn naam meer bij races voorkomt. Ook in de wereld der kellners is groote agitatie. De vier bedienden van tien heer V ornimmen uit het Hotel du Commerce in de Kalverstraat hebben namelijk het werk gestaakt, omdat de patroon nog een vijfden kellner had aangesteld, die nu natuurlijk ook zijn aandeel in de fooien moest hebben. Het personeel beweerde nu reeds zoo weinig te ontvangen, dat men met groote moeite rond kwam zoodat een verdeeling met nog één persoon meer onmogelijk was. De beide kellnersbonden hebben daarop een protest-vergadering belegd en de heer Vernimmen moet zich nu behelpen met bedienden van den tweeden rang. Bij deze gelegenheid is weer eens gebleken welke rotte toestanden er in het kellnersvak zijn. In de meeste café's krijgen zij geen cent salaris en wat meer zegt van hunne fooien moeten zij nog een deel afzonderen om een jongen te betalen die de glazen spoelt, en een man, die de zaal schoon houdt. De enkele koffiehuishouders, die f 8 a f 12 per maand aan hun kellners betalen stellen nog weer heel andera oischen zoo is er in de Kalver straat een groot café waar het salaris f 8 bedraagt waarvoor de kellners onder m.er moeten zorgen voor «Uw vriend Mr. Sherlock Holmes, is een bewonderens waardig man, sir," zeide hij op vertrouwelijken toon «hij laat zich niet makkelijk beetnemen. Ik heb dien jongen man verscheiden zaken zien ondernemen, maar ik ken er niet een die hij niet aan het licht kon brengen. Zijn methode is onregelmatigen zijn theorie wellicht wat te overhaast, maar, over het algemeen geloof ik dat hij een veelbelovend ambtenaar zou hebben kunnen worden. Ik heb heden morgen een telegram van hem ontvangen waaruit ik opmaak, dat hij de een of andere aanwijzing voor deze Sholto-zaak gevonden heeft Zie hier." Hij nam het telegram uit zijn zak en reikte het mij over. Het was gedateerd van Poplar, twaalf uur, en luidde «Ga terstond naar Baker-streef. indien ik nog niet terug ben, wacht mij dan. Ik ben op het spoor van de Sholto-zaak. Zoo gij het einde ervan wilt bij wonen, kunt gij ons heden avond vergezellen." «Dat klinkt goed. Waarschijnlijk heeft hij de creosoot weder geroken," zeide ik. «O, dan is hij ook op een dwaalspoor," riep Jones met zichtbare voldoening, zelfs de besten van ons worden soms nit den koers gebracht. Het spreekt van zelf dat ook dit zal blijken een valsch alarm te zijn maar als ambtenaar der Wet ben ik verplicht geen kans te laten glippen. Doch, er is iemand aan de deur. Misschien is hij het wel." Er werd een zware, strompelende stap op de trap verno men, als die van iemand, die van tjjd tot tijd naar zijn adem hijgde. Eenige keeren stond hij stil alsof het klimmen hem te zwaar viel, doch ten laatste bereikte hij de deur en stapte hij naar binnen. Zijne verschijning stemde volkomen met de aankondiging van zijn bezoek overeen. Hij was een man op leeftijd, als zeemaa gekleed met een tot aan den hals dichtgeknoopte «jekker." Zijn rug was gebogen, zijn knieën knikten en hij scheen ten zeerste aamechtig te wezen. Hij leunde zwaar op een stevigeu stok, en hijgde naar zijn adem. Ik kon slechts weinig van zijn gekat zien, behalve een paar heldere, donkere oogen, overschaduwd door witte wenkbrauwen au oogharen een abonnement op twee Amsterdamsche couranten. Als 't publiek dat alles wist zou 't zeker minder gebeten zijn op den kellner, die bij de betaling der consumptie niet onduidelijk te kennen geeftdat hij op een fooi rekent. Krijgt hij die nietdan heeft hij niet alleen voor niets bediend maar hij lijdt nog schade omdat hij van het schoonmaken van het gebruikte glas uit ziju eigen zak iets moet betalen. Zijn dat nu toestanden in onze eeuw die zooveel mogelijk wonsebt gepredikt te zien dat de arbeider zijn loon waard is BEIiUIK. De leiders van de liberale partij hebben een manifest uitgevaardigd, waarin zij aandringen op herstel van de eendracht in het liberale kamp. In het manifest wordt gewezen op den politiekeu economischen en geestelijken achteruitgang van België onder de heer schappij der cleriealen. De liberale en radicale fracties worden opgeroepen om zich aan te sluiten om de con servatieven ten val te brengen. De oproeping wordt beschouwd als een voorteeken van een algeheele reorganisatie van het liberalisme in het koninkrijk. HUITSCHlATUr». De keizer schijnt weder reisplan nen te hebben en wel naar Jeruzalem. Indien hij gaat zal de keizer met een groot gevolg de heilige plaatsen bezoeken, daar het zijn doel is zijn beschermheerschap over alle Duitsche christenen in het Oosten af te kon digen. Tot dusver was de bescherming der christenen in de Levant een voorrecht van Frankrijk. KlïeEIiA'MU. Het Hoogerhuis heeft het ontwerp betreffende de schadevergoeding aan werklieden bij onge vallen, in tweede lezing aangenomen. Generaal Booth heeft te Londen een groote wapen schouwing gehouden over zijne troepen uit alle deeleu der wereld. Volgens de beschrijving geschiedde het op treden van den generaal op hoogst eigenaardige wijze. Voor op het platform in de zaal stond een tent die blijk baar ledig was, want zij was bijna geheel plat. Maar op een gegeven teeken rees de tent omhoog en werd de generaal, zittende aan een kleinen tafel, onthuld. Zoo dra de menigte hem gewaar werd, ging er een machtige juichkreet op. Daarna volgde de eigenljjko revue. In groepen trok ken heilsoldaten voorstellende het werk van het heils leger sedert 1886 langs den generaal. De banieren legden getuigenis af van den strijd die gestreden is. Vele opschriften als«Beëlzebub bestreden in hospitalen", «Slachtoffers om der wille van het geweten" en «De Tor quay helden" werden levendig toegejuicht. De groepen in hun verschillende nationale kostuums werden met geest drift begroet. Na de processie hield de generaal een toespraak, waarin hij zijn hoop op de toekomst betuigde. Er was een tele gram ingekomen van de koningin, dat onder een storm van bijvalsbetuigingen werd voorgelezen. Het was een van dezelfde kleur. Zijn geheele voorkomen gaf mij den indruk van een achtenswaardig zeevaarder, die oud en behoeftig geworden was. «Wat wenseht gij, man?" vroeg ik. Hij keek als kindscb om zich heen. «Is Mr. Holmes hier zeide hij. «Neen. Maar ik ben zijn vertegenwoordiger. Als gij een boodschap voor hem hebt, kant gij mij die ger.ustelijk toevertrouwen." «Ik wou het aan hem zelf zeggen," antwoordde hij. «Maar het is hetzelfde, vriend. Is het iets omtrent de boot van Marc Smith «Jaik woet wel waar die is. En ik weet ook waar de mannen zijn. En ik weet ook waar de schat is. Ik weet er alles van." «Zeg het mij dan, dan zal ik hot hem laten weten." «Ik wou het aan hem zelf zeggen," herhaalde hij met de stijfhoofdigheid, zeer ouden menschen eigen. «Welnu, dan moet. ge op hem wachten." «Neen, neen ik wil ten pleiziere van een ander geen ganschen dag opofferen. Als Mr. Holmes niet hier is dan moet Mr. Holmes het zelf maar uitvinden. Ik geef niets om jullui beiden, en wil geen woord zeggen." Hij strompelde naar de deur, maar Athelney Jones trad hem in den weg. «Wacht even mijn vriend," zei hij «gij hebt belang rijke berichten, en moogt dus niet heengaan. Wij zullen u hier houden of gij wilt of niet, totdat onze vriend terugkomt." Nu liep de oude man zoo snel hij kun naar do deur, doch toon Athelney Jones zijn breeden rug daartegen plaatste, zag hij dat alle weerstand nutteloos was. «Een nette behandeling!" riep hij met zijn stok op den vloer stampende: «ik kom hier om een heer te spro ken, en gij beiden, die ik nog nooit in mijn leven gezien heb, houden mij vast eu behandelen mij op zulk een wijze." «Gij zult er niet te erger om af zijn," zeide ik «wjj zullen u uw tijdverlies vergoeden. Zet u hier op de sofa en gij zult niet lang behoeven te wachten." Hij keerdo schoorvoetend en grommend terug, en zette

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1897 | | pagina 1