ei Stadsberichten. a 5 .2 a '3 9 c5 S 13 Beets. Door stemgerechtigde ingelanden van den polder Beetskoog is tot lid van dien polder gekozen de heer H. M. J. Wredeman, en vervolgens tot voorzitter de heer C. Ubbels. Hoofddorp. Op de paardenmarkt waren den 24 aangevoerd 294 paarden en 36 hitten. Er waren veel bnitenlandsche kooplieden. Handel in beste paarden ving. De prijzen variëerden van f 90 tot f 700. Besmettelijke veeziekte. In de »St.-Ct." is opgenomen een staat van de gevallen van besmettelijke veeziekten in Nederland voor gekomen gedurende de maand Jnni 1897. (De cijfers tnsschen haakjes duiden het aantal eige naren aan, onder wier vee de ziekte voorkwam.) s. 3 3a M -ïï >.2 p GQ O CO O co CM cm^ CM x© CD L— 00 xO i-rt I N •n fe P 0 Ph 0 CM 01 CM CD O O OCT 00 CD OS O 00 O O CD CM xO CM 00 CM O xO^ cm" CD CM CD CP 00 00 CP co" O O CD co O CM C5 (M n CS C3 Ja -ö ï- O O 'O fl cS ja N a 03 a cc ÏZ5 IS] p i» O en .3 '3 o o J3 O H Ken nieuwe polder. Zeeland is een polder rijker geworden. De Saeftin- ger polder, onder de gemeenten Grauw en Clinge, groot 580 H.A., is eindelijk na het te boven komen van vele tegenspoeden tot stand gekomen. Een dijk van 5000 M. lengte sluit den polder van de Schelde af en bevrijdt hem, naar men hoopt, voorgoed van alle vloeden. Toch zal gedurende een drietal maanden nog een kleine dui zend man aan den arbeid blijven om de verdere werken, op het bestek aangegeven, ten uitvoer te brengen. Middel tegen rupsen. In de «Sachs. Landw. Zeit'' wordt veezout aange raden als een middel ter bescherming der velden tegen vernieling door de rups van het koolwitje. De koolvelden worden des avonds met het zout bestrooid, dat gedurende deu nacht, door den dauw opgelost wordt. Aldus behan delde velden worden door de rupsen gemeden of wel verlaten. Al naar gelang van het weder en de wijze van strooien is eene herhaling daarvan vereischt, welke echter wegens de goedkoopte en de onschadelijkheid van het middel gemakkelijk in praktijk te brengen is. Tegen muizen Den reuk van terpentijn kunnen de huismuizen niet verdragen. Bevochtigt men nu oude lappen met terpentijn en legt men die in de muizengaten of op de plaatsen waar men de mnizen wil verdrijven, dan is men zeker dat ze weggaan. Na verloop van 14 dagen wordt nog eens hetzelfde gedaan en de kleine knaagdieren zijn voor goed verdwenen. (Veldpost) Aardbeziën. Als een zeldzaamheid wordt medegedeeld, dat door vier te Zwijndrecht wonende commissionairs dit jaar ruim 463,000 K.G. aardbeziën werden verzonden. Hierbij zijn niet gerekend, die, welke dagelijks ter consumptie naar Botterdam en Dordrecht werden vervoerd, waaromtrent do controle natuurlijk niet mogelijk is. Zeker wel oen be wijs dat er dit jaar eene enorme massa geweest is. Te Bussen (N.-Br.) hebben verscheidene landbou wers hun hooidat op de waarden aan den Nieuwen Maasmond is geoogst en met den hoogen vloed van 19 Juni onder brakwater gestaan heeft, op vierkante hoopen gereden om er mest van te maken wijl het tot niets anders geschikt is. Duizenden kilo's zijn daardoor verloren; de schade voor de boeren is vrij aanzienlijk. Mond- en klauwzeer. Te Wormerveer is onder het vee van den veehou der Koel het mond- en klauwzeer uitgebroken. Warder. Bij het graven voor de fnndeering van een nieuw te bouwen koffiehuis i3 door een der werklieden een potje gevonden inhondende 85 zilverstukken van verschillende grootte en twee goudstukken. Het wapen stelt voor: een bisschop met een staf, doch het randschrift is zeer moeilijk te ontcijferen, terwijl het jaartal ontbreekt. Later is nog een stukje gevonden, dat het wapen draagt van zeven pijlen in één bundel met het jaartal 1680. Bergen. In de algemeene vergadering der Ver- eeniging «Hulp in Nood'', alhier, werden tot bestuurs leden herbenoemd de heeren P. Hilbrand en T. A. Rnscb. Na het afdoen vorder van eenige huishoudelijke zaken, bleek nit het verslag van den penningmeesterdat de ontvangsten dit half jaar bedroegen van donateurs en donatrices f 186,25 contributie etc. f 219,90. Uitkee- ringen wegens ziekte werden gedaan tot een bedrag van f 143. De Vereeniging telt tbans 94 contribueerende leden en 103 donateurs en donatrices. Be grootste spoorwegbrug. De grootste spoorwegbrug van hot vasteland is wel die bij Müngsten. De ijzerconstructie is 456 meters ang, aan eiken kant komt daarbij nog een gemetselde boog van 15 meiers. De twee middelste pijlers zijn 70 meter hoog. Aan de landhoofden en pijlerfuudeeriugen zit 11.000 kub. meter metselwerk de brng bevat 5,100,000 kil. ijzer en kost 2,700,000 mark. De afstand tnsschen Remscheid en Solingen die in vogelvlucht slechts 71/a kilometers bedraagt, was per spoor vroeger 44 kilometer, maar wordt nn tot 12 kilo meters verminderd. Tan Duitschland's keizer. Wat keizer Wilhelm II in zijn jongenstijd gedaan en gedacht heeft, wekt ongetwijfeld de belangstelling van velen op. Aardige mededeelingen daaromtrent zijn verzameld en uitgegeven onder den titelUne education impériale: Guillaume II door den heer Ayme. De heer Ayme is van 1875 tot 1877 de Pransche leer meester van prins Wilhelm den tegenwoordigen keizer, en diens broeder, prins Heinrichgeweest. Hij gaf een uur per dag les aan beide prinsen en daar een goed deel van dien tijd werd besteed aan conversatiehad hij ge legenheid de meeningen van den lateren keizer van het Duitsche rijk te leereD kennen. Er is onder zijne mededeelingen veeldat belangwek kend is om te weten. Zoo vertelt hij dat prins Wilhelm gaarne sprak over socialisme. Hij erkende het rechtvaardige in vele wen- schen der sociaal-democraten. Hij sprak er dikwijls over om een eind aan het oorlogen te maken door enkel de ministers te laten vechten, die in internationale botsingen toch maar middelen zien om naam en fortuin te maken Hij was hoogelijk ingenomen met voorstellen waarvan het doel was misbruiken te verminderen, onrecht te her stellen schuldigen van hoogen rang te straffen en de stoffelijke en zedelijke ontwikkeling van de mindere klas sen te bevorderen. Hij wilde dat geen onderscheid ge maakt zon worden tnsschen den adel en de rest van het volk of tnsschen de israëlieten en belijders van andere godsdiensten. De jonge prins beweerde steeds, dat een republiek de eenige geschikte regeeringsvorm voor Frankrijk is. Zoo lang er drie hoofden voor een hoed zijn," placht hij te zeggen, «is een bestendige dynastie onmogelijk, want de vorst op den troon zal steeds, behalve de republikeinen, twee pretendenten met hnn aanhangers tegenover zich hebben." Prins Wilhelm scheen niet zeer vriendschappelijk jegens Engeland gezind te zijn. Hij merkte graag op«Wat zal er van Carthago worden als de roodgebroekte soldaten (de Franschen) en die met «Pickelhauben" schouder aan schouder zullen marcheeren". Met Carthago bedoelde hij Engeland Prins Wilhelm was een zeer ijverig leerling en zat bijkans den geheelen dag over de boeken gebogen. Van zes uur in den morgen als zij waren opgestaan, leerden de prinsen hunne lessen, totdat het tijd was om naar school te gaan. (Zij bezochten het gymnasium te Kassei). Om twaalf uur werd er geluncht en om vijf uur gedi neerd. Voor de maaltijden werden 20 tot 25 minuten besteed. Tegen halftien gingen de prinsen naar bed. De vrije uren werden ingenomen door lessen in Pransch Engelsch, mnziek, schieten en rijden. Zij mochten een paar minuten met hun schoolkameraden spelen en maak ten daarvan druk gebruik. Op hun verjaardagen en op de verjaardagen der fami lieleden mochten zij een tooneelstnk uitkiezen, dat zij wilden zien en dan werden zij des avonds medegenomen naar den schouwburg. Prins Wilhelm kreeg 20 mark zakgeld in de maand prins Heinrich half zooveel. van 250000 vierkante mijlen uit. Elk stroompje rolt goudzand. De reis naar het goudland duurt vier tot zes weken. Alle berichten spreken van de fabelachtige schatten, die in dat land te vinden zijn. Hoeveel gond reeds uit gegraven is kan men nog niet zeggen. Enkele delvers zijn heengegaan, medenemende zooveel zij maar dragen kondenanderen zijn achtergebleven, omdat zij meer gond hadden gevonden dan zij konden vervoeren. Er is iemand die beweert in oen enkel hutje vier kannen te hebben gezien, ieder vijf gallon (een gallon is circa 4,5 liter) metende en vol goudzand en goudklompjes. Een ander doet verhalen omtrent een vindplaats waar goudklompen lagen zooals elders kiezelsteenen. Dougall Mac Arthur, een delver, die met een fortuin teruggekeerd is, beweert, dat de berichten niet overdreven zijn, en ddt er geenerlei gevaar is voor te grooten toe loop van goudzoekers. Er zijn mijnen voor iedereen. Een quaestie van groot gewicht is die van den toe voer van voedsel gedurende den winter. Iedereen néémt wel voedsel voor zichzelf mede, doch er gaat te veel volk en er moet wel gebrek ontstaan. De loonen in de mijnen betaald bedragen 15 dollar (45 golden) per dag. 's Zomers wordt het goud gewasschen, 's winters ge graven. Ontegenzegljk zal er in het volgend voorjaar een on geëvenaarde «rush" plaats grijpen. Goed ingelichte lieden raden iedereen in Engeland af om nog dit jaar op reis te gaan. Het klimaat is gedurende den winter wel kond, doch niet zóó, dat het den arbeid onmogeljk maakt. De zomer warm. De stad Dawson-city in Klondyke rijst als bij toover- slag uit den grond. De orde wordt door de Canudeesehe bereden politie zeer goed gehandhaafd. Ken schouwburgbrand. Een noodlottige schouwburgbrand wordt uit de Vereenigde Staten bericht. Het Casino en Zomerschouw- burg te Padncab (Kentucky) zijn vernield door eeD brand, welke aan het slot van de voorstelling ontstond door een vaurwerk op bet tooneel. Van de 600 toeschouwers in de zaal werden 150 in het gedrang gewond. Vjf acteurs, die zich door de vlam men den uitweg zagen afgesneden, zijn verbrand, en twee kinderen worden nog vermist. Van den jongeren broeder botuigt de heer Ayme dat hij onverbeterlijk lui was. Niet zeiden kwamen bj zijn lessen de waterlanders te voorschijn. Maar hij was niet op zijn mondje gevallen en kon somt ids vrj scherpe op merkingen maken. Eens, toen de heer Ayme den prinsen een dictee gaf waarin deze zin voorkwam «Naast haar natuurljke be valligheid, bezat zj (een koningin) de verheven majesteit die het kenmerk is van prinsessen van koninklijken bloede", wierp prins Heinrich de pen neder, zeggende«Wie dat geschreven heeft, heeft niet veel met koninginnen omge gaan". «Waarom niet?" vroeg de leermeester. «Wel ik heb die verheven majesteit nooit opgemerkt bj prinsessen van koninkljken bloede en ik ben toch te midden van haar grootgebracht". De Pranscb-Duitsche oorlog kwam dikwijls ter sprake tusschen leermeester en leerling. Prins Wilhelm hield altjd stijf en strak vol dat de oorlog door Frankr jk was uitgelokt. En hij staafde deze bewering met het volgende verhaal Gij weet dat mijn vader niet kan veinzen. Welnu, ik herinner mj nog zeer levendig wat er gebeurde op den dag, toen de oorlog officieel was verklaard, het was te Potsdam. Wij zouden juist aau tafel gaan om te dineeren toen mijn vader bleek en ontdaan, de kamer binnenkwam «Het is geschied", zeide hj met gebroken stem, toen hj ons omhelsde. «Frankrijk wil deu oorlog. Och, kinderen, wat een verschrikkelijke ramp Ik geef n mijn woord van eer, dat da maaltijd niet vroolijk was en als iemand ons toen had gezien, had hij moeilijk tot de overtuiging kunnen komen dat de verschrikkelijke tijding ons vreugde had verschaft". Tentoonstelling te Mttnchen. Op de Internationale Kunst-Tentoonstelling te Mün chen heeft de jury met eenparige stemmen de gouden medaille eerste klasse toegekend aan de kunstschilders N. Bastert, G. H. Breitner en P. de Josselin de Jong, en aan den architect Dr. P. J. H. Coypers. Verder de gouden medaille tweede klasse aan de kunst schilders B. M. Koldewey, Jacob Smits en H. J. van der Weele. Als men weet, dat in het geheel slechts twintig medailles eerste klasse zijn uitgereikt waarvan Engeland er drie en do overige landen slechts één of twee hebben behaald dan mag ons land trotsch zijn op zijne vier eerste medailles. Wegens vroeger te München behaalde onderscheidingen bleven buiten mededinging de inzenders0. Bisschop, Jozef Israels, H. W. Jansen, J. Maris, W. Maris, H. W Mesdag, Ter Meulen, Neuhoys, Strnys en Tholeu. (Uoiul in Amerika. Nooit heeft er langs de kust van den Stillen Oceaan zulk een opwinding geheerscht als thans in verband met de goudvondsten to Klondyke het geval is. Deze zijn wel de rijkste die ooit gedaan zijn. Het nieuwe gouddistrict ligt volgens de «Times geheel in Canada en breidt zich over een oppervlakte De le luit. W. H. Buehers dio eervol ontslag uit den militairen dienst heeft aangevraagd is bestemd om als burger-leeraar bij de Cadettenschool op te treden. In de kerk der evang. luth. gemeente zal op Zondag, den 1, de dienst worden vervuld door den heer ds. K. A. Gonlag, ex-luth. predikant te Beverwijk. De heer M. A. I*. Schaaps, leerling dor inrich ting voor hooger onderwijs alhier, slaagde den 28 voor,, het staatsexamen B in oude talen. Concert Buitensocieteit. Evenals verleden jaar en eenige jaren daaraan voorafgaande gaf het gemeentelijk muziekkorps uit Haarlem onder IcidiDg van den luitenant-directeur 0. P. W. Kriens, op uitnoodiging van het bestnnr der Buiten-societeit, den 28, 's avonds een concert in den stadshont. Het korps schijnt uiet meer zoo talrijk als vroeger te zijn gelukkig was dit niet vau invloed op de uitvoering. Zooals wij dit van deze kapel gewoon zijn was ook nn de wedergave van het uit negen nummers bestaande programma goed verzorgd. De marsoh uit de opera «Le Proptète,", van Meyer beer hadden we gaarne wat vlugger gespeeld willen heb ben zooals het nu ging kwam het ons te tam, te gerekt voor het ferme flinke in dit werk ging hierdoor wel wat verloren. Daarentegen maken wij het korps ons compliment over de uitvoering van Mozart's «Zauberflöte'', ouverture. Eerst die breode accoorden, en daarop volgende het als fuga bewerkte allegro, dat door de executanten, die het vlugge thema te spelen kregen, zeer duidelijk werd ten gehoore gebracht. Ook de andere vlugge pas sages in dit werk waren gemakkelijk te volgen. Dan de ouverture van Verdi, Jeanne d'Arco, evenzeer een schoon stuk mnziek. Het gedeelte waarin fluit, cla rinet en hobo aan 't woord zijn trok vooral ouze opmerk zaamheid. Alles klonk helder en zuiver. De wals «Hourida'' van Gilletschijnt van denzelfden maker van «Loin dn Bal" te zijn althans merkt men eenige trekjes op die met het laatstgenoemde stukje veel overeenkomst hebben. Zeer mooi was na het einde van wals no. 3 (een concert- wals bestaat altijd nit eenigo bijeengevoegde walsen, die dan te zamen één stuk vormen) de climax naar het Coda: de gedeeltelijke herhaling van wals no. 1. In de fantaisie op motieven van Chopin de Garnier geinstrumen- teerd, hoort men de bekendste stukken van den grooten Pool, als Wals in Des, Nocturn in Es, Polonaise in A en een mazurka. Al die phantasiën hebben veel over eenkomst met elkaar, wij hebben nu in een paar jaren een Ohopin fantaisie gehoord van Zaagmans, van Aken, Bouwman en nu van Kriens, en telkens krijat, men dezelfde stukkende bewerking verschilt natuurlijk wel iets maar de stof voor zulk een werk is bij allen dezelfde. Van de beide ballet muzieknummers voldeed ons het laat ste «Divertissement Espagnol" van Desormes meer dau «Terpsichore" van Ganne. Evenzoo vonden wij de «Rhapsodie Norvégienne" van Lals minder mooi. Hierin bomt in 't begin eeu nog al 1 mg aangehouden dissonant voor, die verschrikkelijk schril en hard klinkt; 't is werkelijk een verademing, als de oplossing komt. 't Kan zeer goed zijn, dat h:t een fraaie 'compositie is, maar wij hebben er dan de schoonheden niet vau knnnen ont dekken. De hoboïst heeft er nog al wat in te doen, alsook in het, als wij ons niet vergissen, tweede nummer «Hastanaise" van D's divertissement, wat aan een uit het publiek den uitroep ontlokte van »'t lijkt wel een doedel zak." Nummer acht bestond uit drie kleine nummers. Het eerste »A l'automne'' van Tschaikowsky is eon zeer weemoedig stukje. Het spoedig voorbijgaan van den zomerhet intreden van het gure jaargetijde met zijn storm- en regenvlagen, en verdorde bladeren, heeft den componist bljjkbaar aanleiding gegeven tot het neer schrijven dezer sombere gedachte. De twee volgende waren van geheel anderen aard, n.m. do Daive «Serenade" uit op. 15 van Moskowsky en een aardig, liefelijke «Me nuet" van den beroemden pianist Paderewsky.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1897 | | pagina 3