No. 91. Kerste blad.
HFegen en Megentigste Jaargang.
1897.
ZONDAG
1 AUGUSTUS.
Hen Messias
Buitenland.
Een onderhoud met den heer II. Eabouchère.
Deze Courant wordt HlBSdng*, l>o«des-d»g- en
a»terdag»vond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone Advertentie»:
Per regel 0,13. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
felefoomtuMmer: 3
Zoo treedt er in Nederland een liberaal kabinet op,
waarin de verschillende fractiën der liberale partij, bovenal
de geavanceerde, vertegenwoordigd zijn. Het is te hopen,
dat nu de liberale partij in den verkiezingsstrijd, den
persoonlijken dienstplicht in haar vaandel schreef, het
kabinet, dat uit haar voortgekomen isde belangrijke
qnaestie van onze legervorming niet in de laatste plaats
in haa$program zal schrijven.
Hoe belangrijk sociale wetgeving, leerplicht, droog
legging der Zuiderzee, ontwikkeling onzer koloniën enz.
mogen zijn, belangrijker dan deze alle is de verzekering
onzer onafhankelijkheid.
En die onafhankelijkheid is tot dus ver niet verzekerd.
Na de onthullingen van het jaar 1870 zijn er bijna 27
jaren voorbij gegaan, zonder dat er iets gedaan is, waar
door zekerheid is verkregen, dat bij een nieuwe beroering
van het Europeeseh evenwicht, wij niet uit de rij der
Staten van Europa zullen veidwijnen. Niet dat de kans
groot is dat een der groote machten van Europa ons
den oorlog zal verklaren die kans is gering sedert wij
ons van medespelen in het politieke eoncert geheel ont
houden hebben. Maar groot is de mogelijkheid, dat bij
een Europeesehen oorlog, ons door een of meer der oor
logvoerende partijen zal worden afgevraagd, waarborgen
te geven voor de handhaving van onze neutraliteit, en
dat, wanneer die waarborgen onvoldoende blijken te zijn
men eenvoudig ertoe over zal gaan, ons land te bezet
ten, om het niet meer te verlaten.
Voor meer dan een land zon het rijke Hol
land een schoone aanwinst zijn. Vooral voor Duitsch-
land. Geographisch vormt de Noordzee de wes
telijke grens van Duitschland zijn onze havens
de natuurijjke stapelplaatsen van den Dnitschen wereld
handel. Kan men het dan onzen nabuur kwalijk nemen,
dat hij met begeerigen blik over de grenzen zietdat
hij in zijne droomen de Duitsche vlag ziet wapperen van
het paleis op den Dam en dat te Buitenzorg Na kan
men het betreuren, dat aan het einde der groote negen
tiende eeuw aan de volken de plicht wordt voorgehouden,
zich tot de tanden te wapenen, daarmede is het ge
vaar niet afgewend. Onze onafhankelijkheid loopt geen
gevaar, wanneer men buitenaf weet, dat wij vast beslo
ten zijn, die tot het uiterste te verdedigen. En tot zulke
verdediging zijn wij in staat, mits wij in de dagen des
vredes ons daartoe voorbereiden.
Ons land is uitmuntend te verdedigen de vesting
Holland, die het hart des lands omsluit is een der
sterkste van de wereld wanneer wij tijd kunnen
vinden, om onze inundation te stellen en onze forten en
sterkten te bezetten.
Daartoe is echter noodig een veldleger, dat in staat
is den vijand op te honden tot onze liniën in staat van
tegenweer gebracht zijn. Daarnaast moeten wij beschik
ken over een bezettingsleger, om onze liniën te verdedi
gen eindelijk over eene legerreserve, om de geleden
verliezen te kunnen aanvullen.
Tot de samenstelling dier levende strijdkrachten moet
de geheele weerbare natie samenwerken. De dienstplicht
is een plicht, aan welks vervulling men zich niet kan
onttrekken, zonder ook zijne rechten als burger ta
verliezen.
Het gaat niet aan dien zwaren plicht alleen te laten
drukken op de laagste klassen der maatschappij, op hen,
die bij een bestendiging der bestaande toestanden het
minste belang hebben. Door de invoering van den per -
soonlijken dienstplicht zal ons leger een nationaal leger
worden, terwijl het nu nog voor vele Nederlanders een
instelling van problematiek nut is, waarvoor men alleen
sympathie gevoelt bij kermis- en palingoproertjes.
Worden alle bruikbare krachten der natie in bet leger
opgenomen, dan kan op onze legerinrichting ook in vele
opzichten bezuinigd worden. Naast een kleinen kern van
beroeps-officieren en beroeps-kader moeten wij kunnen
beschikken over officieren en kader, die, na een tijd in
het leger gediend te hebbenin de burger-maatschappij
zijn teruggekeerd.
Niemand moet tot de verdediging des lands worden
opgeroepen, die niet in het leger een zekeren tijd gediend
heeft.
Onze schutterijen wij erkennen het gaarne bevatten
uitstekende krachten, zoo in hare officieren als minderen
als elementen voor de landsverdediging zijn zij echter
onbruikbaar hun ontbreekt »das geistige Band,'' de
tnebt, die alleen in het leger geleerd kan worden. Aan
dat gebrek kan niet tegemoet gekomen worden door aan
fatsoenlijke, maar mot krijgszaken onbekende heeren mi
litaire rangen te verleenen men loopt daarmede alleen
gevaar, dat de bezitters dier rangen zich zelf gaan ver-
denkon van krijgskundige kennis
Onze schutterijen behooren dus te vervallende be
zuiniging, die daarmede verkregen wordt, is niet gering.
Bij onze legervorming moet zooveel mogelijk naar een
voud en zuinigheid gestreefd worden sinecures moeten
worden opgeruimd men doe aileen die betrekkingen
en instellingen bestaan, die niet kunnen gemist worden,
en zoeke de bezuiniging niet in slechte bezoldiging van
de lagere rangen.
Ook de dislocatie der troepen moet bij de wet worden
vastgesteld. In de deelen des lands, waar de vijand het
eerst kan verwacht worden, moeten reeds in vredestijd
de noodige troepen samengetrokken zijn, om den eersten
stoot te kunnen afweren. Zoo zal tusschen Grebbelinie
en IJssel een uit het oosten opdringende vijand moeten
tot staan gebracht worden, en zijn das Amersfoort, Wa-
geningen en Apeldoorn aangewezen als groote garnizoens
plaatsen.
In Noordholland is Alkmaar het aangewezen centrum
voor de bewaking der Noordzeekust benoorden IJmuiden.
Alkmaar behoort dan ook een garnizoen van minstens
2 Bataljons Infanterie en 1 Batterij Veld-artillerie te heb
ben. Een stoomtramweg van Oastricum langs den duin voet
tot Den Helder, door zijlijnen verbonden met den spoorweg
van Oastricum naar Den Helder, zou de snelle verplaat
sing van troepen langs de bedreigde kust moeten verzekeren.
De garnizoenen in deelen des Hnds, waar de vijand
niet verwacht kan worden, of die men niet aan hem wil
betwisten, moeten tot een zoo gering getal als mogelijk
is terng gebracht worden. Het plaatselijke belang moet
hier voor het algemeene belang wijken.
Heeft men tot dusver, als het ware om het nationaal
geweten gerust te stellen, schier uitsluitend zijne zorgen
aan 's lands doode weermiddelen besteed, wij gelooven,
dat men dezen weg verlaten moet. De beste verster
kingen zijn waardeloos, wanneer men geen troepen heeft
om ze te verdedigen, daarentegen kunnen zwakke ver
sterkingen het nog lang volhouden, wanneer zij door een
talrijke, goed geoefende bezetting verdedigd worden. Men
wijde dus in de eerste plaats zijne aandacht aan de
levende strijdkrachten.
De heer Pierson beeft den grooten zedelijken moed
gehad door zijne belastingwetten een einde te maken aan
de bevoorrechting van sommige lagen onzer maatschappij,
moge het Kabinet-Pierson een einde maken aan het
privilegie der plaatsvervanging en ons vaderland van
weerloosheid genezen.
Het worde de Messias onzer defensie
MUITSCHXjABTO. Het handelsverdrag tassehen de
Duitsche tolunie en Groot-Brittannie van 30 Mei 1865
is den 30 door de Engelsche regeering opgezegd. Het
treedt na verloop van een jaar buiten werking.
EAGEEAAD. Het Hoogerhuis hoeft den 19 het wets
ontwerp tot het uitkeeren van eene schadeloosstelling
aan werklieden in geval van een ongeluk, bij derde lezing
aangenomen met 65 tegen 6 stemmen.
In dezelfde zitting verklaarde de minister van oorlof,
dat er niets gebeurd was, waardoor het billijk zou wor
den, dat sir John Willoughby en de andere officieren,
die betrokken waren b^ Jameson's inval in de Transvaal,
weder in het bezit van hnn brevet als officier gesteld
worden.
Omtrent den toestand in Britsch-Indië verklaarde de
minister Hamilton, dat de Engelsche troepen den 27 den
geheelen dag in actie waren geweest in het dal van de
Swas. De algemeene aanval der opstandelingen had
plaats tusschen s avonds half negen en het aanbreken
van den dag den 28 duurden de schermutselingen den
geheelen dag voortmaar de aanvallers werden overal
teruggeslagen. De Engelschen hadden aan dooden 11
Sepoys en 43 gewonden, waaronder een luitenant. Er
worden nog meer aanvallen verwacht.
De 29 's nachts deed de vijand, gedurende vele uren,
opnieuw aanvallen op het kamp te Malakand. Hij werd
echter van alle zijden met zware verliezen teruggeslagen.
De Engelschen verloren één doode en zeventien gewonden.
Het eiland Palmyra, waarop de regeering van Hawaï
zooals men weetthans tot Amerika behoorende te
genover Engeland aanspraken gelden deedzal geen
nieuwe stof tot verwijdering geven tusschen Engeland on
de Yereenigde Staten. Deze laatste hebben aan de
Hawaiische bestuurderen ter kennis gebracht, dat bedoeld
eiland reeds sedert tien jaren aan Engeland heeft be
hoord en Hawaï dus volstrekt geen rechten daarop kan
doen gelden.
Het Hoogerhuis heeft het wetsontwerpwaarbij het
gebruik van het metrieke stelsel van maten en gewichten
wordt geoorloofd, in derde lezing aangenomen.
UORTU0AU. Sedert eenigen tijd roeren zich de
republikeinen hier te lande gedneht. Uit vrees voor on
lusten, heeft de regeering in de voornaamste plaatsen
omvangrijke militaire maatregelen genomen. In de straten
van Lissabon weri zelfs in een der laatste nachten gere
geld gepatrouilleerd en waren de wachtposten versterkt.
TURKIJE. Den 31 heeft de zitting plaats, waarin
de voorloopige vrede tusschen Turkije en Griekenland tot
stand zal komen.
Een engelsch bataljon infanterie, op Malta in garnizoen,
heeft bevel gekregen, zich gereed te houden om naar Kreta
te vertrekken.
De nieuwe Turksche gouverneur van Kreta onlangs
uit Konstantinopel tegen den wil der mogendheden ge
zonden heeft aan zijne regeering geseind dat slechts
met eene macht van 20000 man de rust en de orde op
het eiland te herstellen is. Vóór alles dringt hij aan
op de instelling eener krachtige gendarmerie waarvoor
hij hoofdzakelijk Albaneezen nemen wil.
TRAWSVAAIi. De regeering heeft het aanbod aan
genomen van de firma Robinson, Lewis en Marks, om
200.000 pond te leenen voor de bestrijding van de vee
pest, zonder in den toestand van de Transvaal verande
ring te brengen en op voordeelige voorwaarden voor
den Staat.
De hoofdreenter Kotzé heeft aan de Volksraadcom-
missie tot herziening van de Grondwet medegedeeld, dat
de rechters Morice, Gregorowsky en Esser de commissie
in haar arbeid zullen bijstaan.
In het »Weekbl. De Amst.'' deelt de heer Willem
Mnlier een onderhoud mede, dat hij met den heer H.
Labouchère, den bekenden redacteur van »Truth," heeft
gehad.
De heer L. verklaarde zeer ingenomen te zijn met de
mededeeling dat men in Holland zijn optreden in de
Zuidafrikaansche qnaestie zeer op prijs stelde. Wel noemde
hij de taak door hem aanvaard, reeds dadelijk vrij ondank
baar. »Waar de wind vandaan kwam (lachend) is
zeer gemakkeljjk te veronderstellen, maar moeielijker te
W't!> echter is het aan geen twijfel onderhevig, of een groot
gedeelte is weggemoffeld en doodgezwegen." hushed up).
„De geheele zaak koml feitelijk hierop neer, dat men
heeft willen beletten, dat Chamberlain er in genoemd zou
worden als schuldige medewerker?" vroeg de heer M.
»Ziet eens hier, het was van te voren reeds een
verloren zaak, het comité(hier brak hij af met de
beleefde vraag of ik »short-hand" schreef, hetgeen ik
ontkennend beantwoordde, waarna hij iets minder vlug
vervolgde) het comité, en hier komt het al dadelijk op
aan, werd gevormd uit een meerderheid van »govern-
ment-men", die precies deden zooals hun gelast was. Zij
waren met hun negenen, wel geteld aan onzen kant
waren wij zes stemmen, de Ieren inclnsief; drie van deze,
sir W. Harcourt, Buxton en Campbell, waren in de laatste
regeering geweest en zoodoende hingen ze allen als een
kluit aan elkaar. Zij zijn van gevoelen, dat de commissie
nooit met de uitvoerende macht in strijd moest zijn, en,
toen wij dan ten slotte tot explicaties en een resultaat
zouden komen, sloten zij zich eenvoudig aan om het te
verhinderen."
sliet was zeker een onaangename taak onder die
omstandigheden en was bovendien de houding van den
prins vap Wales een wenk
Exactlyvan dat oogenblik af is het begonnen
toen de prins van Wales handjes ging geven, begon het.
Toen werd het hopeloos werk, het geheele hof, de geheele
groote wereld all society) al de beurslni en de specu
lanten waren tegen ons. De hertog van Fife was immers
ook in de Transvaalsche zaken 1"
Daarna vroeg de heer M. wat het Engelsche volk er
feitelijk van denkt nl. de fatsoenlijke eerlijke Engel
schen.
»Ja, dat is te zeggen, Jingo chauvinisten zullen
er zijn zoolang er iets te stelen valt. Zij willen altijd
stelenzij denken dat Rhodes een god is."
»Maar is het de meerderheid van het volkdat
zoo denkt
sJa, de meerderheid, wij..." (ik keek min of meer
nieuwsgierig) toen begon hij hardop te lachen en zich
achterover gooiend in z'n stoel vervolgde hij
»Nu ja, vergeef mij, ik vergat, dat ik niet in het
Parlement ben, wij noemen ons de meerderheid". Ernsti
ger vervolgde hij: t Is een moeiolijke strijd onder deze om
standigheden. Er zijn te veel lui bij geïnteresseerd. Neen,
feitelijk zijn do eerlijke lui in de minderheid, jammer
genoeg."
Op de vraag »Denkt u niet, dat nu de Transvaal
zooveel succes heeft gehad met haar spoedige bekend-