Buitenland.
Nederland.
BEEGIE. Het interparlementair vredesconges houdt
thans zijne achtste zitting te Brussel. Het werd den 7
geopend door den heer Beernaertvoorzitter der Bel
gische Kamer. Gedelegeerde van Nederland is de heer
mr. E. N. Bahusen.
RUSEAAB. De Duitsche Keizer en gemalin
kwamen den 7 in Busland aan wal. Wederzijds was de
begroeting zeer hartelijk en de ontvangst had met veel
luister plaats. De keizerlijke gasten honden op Petershof
verblijf.
De Duitsche Keizer werd benoemd tot admiraal a la
suite der Russische vloot. Den 8 werd aan Petersburg
een bezoek gebracht. Den 9 had te Krasnoje Stelo eene
groote parade plaats.
SPAJfJB. De Spaansche minister-president Canovas
werd den 8 door een Napolitaanschen anarchist, Michel
Angine Golli geheeten, met revolverschoten gedood. De
moordenaar is gevat,
Oanovas was de zoon van een schoolmeester. Door
eigen kracht heeft hij zich omhoog gewerkt tot een positie,
waarvoor de hoedanigheden hem aangeboren waren. Hij
bezat in hooge mate de gave van het woord en een on
kreukbaar karakter. Door ijverige studie maakte hij zich
een hooge geestesontwikkeling eigen, die uit zijn werken
spreekt.
Canovas was trotsch, te trotsch om de jongste te zijn
onder den hoogmoedigen adel van Spanje. Hij weigerde
hardnekkig de adellijke titels die de kroon hem bij her
haling aanbood. Bovendien was de eenvoud hem liefhij
droeg nooit zijn decoraties, hoewel hij er vele had en van
alle landen.
Zijn groote verdienste en tevens de kenschetsing van
zijn loopbaan is dat hij de bewerker is van de Restau
ratie in Spanje. Hij heeft er vooral een «Reconciliatie"
van gemaakt door te streven naar verbroedering der
nieuwe denkbeelden met de belangen van de dynastie.
Het is aan hem te danken, en aan hem alleen, dat Spanje
een tijdperk van vrede heeft gekend waarin het aan zijn
verheffing heeft kunnen arbeiden. Ongelukkig is het ver
broken door de gebeurtenissen in Marokko, op Cuba en
de Philippijnen.
Omtrent den moord wordt nog het volgende gemeld.
De heer Canovas was op een bank gezeten en las een
courant toen de moordenaar op hem toekwam en drie
schoten loste. Een der kogels drong in het hoofd de
beide andere doorboorden de borst van het slachtoffer.
De getroffene zakte ineen en verloor het bewustzijn.
Toen mevrouw Canovas die zich in een der aangren
zende galerijen bevond, de schoten hoorde, snelde zij toe
en ziende wat er gebeurd was, schold zij den moordenaar.
Deze antwoordde«Ik spaar u omdat ge een achtens
waardige dame zijtmaar ik heb mijn plicht gedaan en
ben gerust. Ik heb mijn broeders van Monjuich (de
daders van den jongsten aanslag te Barcelona) gewroken."
De moordenaar gaf op dat hij Rinaldi heette doch
zijn ware naam is Michel Angine Golli. Hij verklaarde
dat, de moord een rechtvaardige wraakneming was het
resultaat van een uitgebreide samenzwering. Hij werd
te Baghia in de provincie Napels geboren in 1871 en
heeft korten tijd te Barcelona gewoond en was daar
medewerker aan een klein blaadje de »Oiencia Sociale.
Hij had reeds in Zwitserland en in Italië veroordee
lingen wegens anarchistische propaganda achter den rug.
TURKIJE. Omtrent de vredesonderhandelingen valt
nog niets beslists mede te deelen. Het tractaat schijnt
inderdaad nog slechts te wachten op bekrachtiging door
den Sultan.
EGYPTE. Eene colonne onder bevel van generaal
Hunter is 29 Juli uit Merawi vertrokken en viel de
stad Aboe Hamed den 7 Augustus aan. De stad werd
na een hardnekkig gevecht van huis tot huis genomen;
twee engelsche officieren werden gedood.
A T J E H.
De Indische correspondent van de »N. B. Ct." seinde
den 9 het volgende
«Uit Segli komt bericht dat de vijand daar zich kalm
houdt.
»De le luitenant T. F. Eckenhauaen is te Kottaradja
aan de cholera overleden."
Een tweede telegram luidde
«Gisteren is de troepenmacht, van Segli naar de Pedir-
vlakte terugkeerendbeschoten uit de kampong Bambi.
De troep wendde zich om on viel den vijand aanaan
wiens zijde negen dooden vielen. Wjj hadden één doode
en één gewonde, beneden den rang van officier.
Over den invloed van het rooken.
Bij een reoks van 123 patiënten die 17 tot 78 jaar
oud waren, deed dr. Brodnar de volgende waarnemingen.
Van genoemd aantal waren 98 hartstochtelijke rookers;
bij 90 vertoonde zich duidelijke verzwakking der zin
tuigen 82 leden aan periodieke hoofdpijn 49 aan ge
ringe stoornissen der werkzaamheid van het hart, 89 aan
maagaandoeningen van min of meer ernstigen aard. Bij
80 werden oogziekten waargenomen, terwijl meer dan de
helft zich beklaagde over vergeetachtigheid, verstrooid
heid en verschijnselen van duizeligheid.
Wat betreft de wijze van rooken, zoo blijkt, dat het
gebruik van tabakspijpen het minst schadelijk is dat het
rooken van sigaren het veelvuldigst aanleiding geeft tot
oog-, maag- en hartaandoeningen, terwijl over het algemeen
door het gebruik van sigaretten de ernstigste stoornissen
in de gezondheid kunnen ontstaan.
Rclkbaden.
Zooals de geschiedenis leert gebruikte de zwager
van Napoleon I, n.l. Jeróme, koning van Westfalen, fijne
wijnen voor zijn baden, welke wijnen daarna voor bil
lijken prijs" verkocht werden Het schijnt inderdaad dat
dergelijke afschuwelijke praktijken met een ander artikel,
n.l. melk, tegenwoordig nog voorkomen. Als nieuwe
«walgelijkheid" der mode wordt uit New-York bericht,
dat men aldaar melkbaden 25 dollar kan nemen. Wat
er met de gebruikte melk geschiedt, behoeft men niet te
vragen. Indien niet een geacht Duitsch orgaan („Deutsche
Med. Ztg.") het mededeelde, zoude men weigeren het te
gelooven, evenals het feit dat te Petersburg „landmelk"
verkocht wordt eveneens van dergelijke melkbaden af
komstig.
Dat melk dikwijls ook in de oude tijden gebruikt werd
om de frischheid der jeugd en een fraaie tint te bewaren,
is overigens algemeen bekend.
Een moedige daad.
Dezer dagen vermeldde de Staatscourant" de toe
kenning van de zilveren medalje van de Oranje-Nassau
Orde aan den matroos le kl. der Kon. Nederl. Marine
P. F. Kalb, en nu is deze medalje naar Indië verzonden,
om aan genoemden zeeman te worden uitgereikt.
't Was naar aanleiding van zijne moedige en van zelf
opoffering getuigende daad, dat de commandant der Zee
macht in Indië den matroos Kalb, opvarende aan Hr. Ms.
flottieljevaartuig «Borneo" ter Westkust van Sumatra,
voor deze onderscheiding bij den minister van Marine
aanbeval. Zie hier hoe zich de feiten hebben toegedragen.
Den 21 April j.l. was de »Borneo" geankerd voor de
monding der Toenang-rivier, gelegen ten noorden van
den kampong Poengasan. Er werd een vlet, gesleept door
de stoomsloep, naar den wal gezonden, ten einde eenige
observatiën te doen verrichten bij een door den topogra-
phischen dienst geplaatst signaal. In de vlet bevond zich
de luitenant ter zee 2e klasse J. Voogd, welke officier,
na, de stoomsloep verlaten te hebben, recht op den wal
instuurde, toen op pl.m. 150 meter van het strand een
hooge deininggolf geheel onverwacht over de vlet brak
en dit vaartuig vol- en omsloeg, waardoor alle opvaren
den te water geraakten.
De luitenant ter zee Voogd, die niet kon zwemmen,
geraakte weldra in levensgevaar. Zoodra dit van de
stoomsloep af gezien werd, sprongen de twee daarop
zijnde matrozen le klasse P. F. Kalb en J. G. Horn in
Waarom, valt er dan iets op hem te zeggen
Odat heb ik volstrekt niet bedoeld. Hij is wat
vreemd in zijne denkbeelden, vol geestdrift voor enkele
wetenschappelijke vakken. Maar, voor zoover ik weet
is hij een fatsoenlijk man."
«Zeker een student in de medicijnen?" vroeg ik.
«Neen ik kan mij niet voorstellen wat hij eigenlijk
worden wil. Ik geloof dat hij goed op de hoogte is van
ontleedkunde en hij is door en door thuis in de chemie;
maar voor zoover mij bekend is, heeft hij nooit een be
paalden medischen cursus gevolgd. Zijne studies zijn zeer
ongeregeld en buitensporig, maar hij heeft op eigen houtje
zulk een omvangrijke kennis gekregen, dat de professoren
er van verbaasd zouden staan."
«En hebt gij hem nooit gevraagd wat hij van plan
was te worden vroeg ik.
«Neen hij is er de persoon niet naar, om zich uit te
laten hooren, ofschoon hij heel mededeelzaam wordt, als
het toevallig bij hem opkomt dat te zijn."
„Ik zou hem gaarne ontmoeten," sprak ik. «Indien
ik met iemand moet samenwonen, doe ik dat het liefst
met een man, die studeert en geregelde gewoonten heeft.
Ik ben nog niet sterk genoeg om veel leven of drukte
te verdragen. In Afghanistan had ik daarvan genoeg,
om voor het overige van mijn aardsch bestaan te dienen.
Hoe zou ik uw vriend kunnen zien
«Gij zijt zeker hem op het laboratorium aan te tref
fen," gaf mijn tochtgenoot ten antwoord. «Of wel hij
ontvlucht die plaats weken achtereen, of wel hij arbeidt
er van den ochtend tot den avond. Zoo gij goedvindt,
zullen wij er na het ontbijt heenrijden."
«Gaarne," antwoordde ik, en het gesprek begon over
andere onderwerpen te handelen.
Terwijl wij, na de Holborn-rcstaurant verlaten te heb
ben, ons op weg naar het hospitaal bevonden, deelde
Stamford mij eenige nadere bijzonderheden mede omtrent
den man, met wien ik hoopte samen te gaan wonen.
»Gij moet niet boos op mij zijn, als hij u bij nadere
kennismaking niet bevalt," zeide hij. «Ik ken hem niet
anders dan door hetgeen ik van hem gezien heb, als ik
hem zoo nu en dan op het laboratorium ontmoette. Gij
hebt deze schikking voorgesteld en moet mij daarom dus
niet verantwoordelijk stellen."
«A's wij elkander over en weer niet bevallen, is het
gemakkelijk weer van elkaar af te gaan," gaf ik ten
antwoord. «Maar het komt mij voor, Stamford," en daar
bij zag ik hem doordringend aan, «dat gij de eene of an
dere reden hebt uwe handen in onschuld te willen was-
schen. Heeft uw vriend dan zulk een slecht humeur, of
wat is er Kom er recht voor uit."
«Het valt niet gemakkelijk het onverklaarbare te ver
klaren," antwoordde hij lachend. «Holmes is een beetje
al te wetenschappelijk naar mijn smaak, het grenst bij
hem aan wreedheid. Ik zou mij best kunnen voorstellen
dat hjj een vriend eene kleine hoeveelheid van een nieuw
ontdekte plantaardige alcaloïde toediende, niet uit kwaad
willigheid, versta mij welmaar eenvoudig uit dorst
naar onderzoek, om zich een juist denkbeold van de uit
werkselen te maken. Om hem recht te doen wedervaren,
voeg ik er bij dat hij evenzeer bereid zou zijn het vergif
zelf in te nemen. Hij schijnt een hartstocht te hebben
voor besliste en uitvoerige kennis."
«Daarin heeft hij gelijk."
«Ja maar men kan dit overdrijven. Als het zoover
gaat om in de onleedkamer de lijken met een stok te
slaan, dan moet men bekennen dat het al een heel zon
derlingen vorm aanneemt
«De lijken te slaan
«Ja om te ontdekken in hoeverre er na den dood nog
blaauwe plekken kunnen ontstaan. Ik zag het hem, met
eigen oogen, doen."
«En toch beweert gij dat hij geen medisch student is?"
«Neen. De hemel weet wat hij met zijne studies voor
heeft. Maar wij zijn aangekomen, en gij moet u zelt
maar een denkbeeld van hem maken." Terwijl hij dit
zeide, sloegen wij een smal straatje in en gingen door
eene kleine zijdeur die tot een der zijvleugels van het
groote hospitaal voerde. Het was voor mij eene welbe
kende plaats, en men behoefde mij den weg niet te wijzen,
toen wij de grijze steenen trap b klommen en over het
lange portaal liepen, met zijn witgekalkte muren en geel
geverfde deuren. Aan het uiteinde daarvan zag men een
lage, gowelfde dwarsgang, die naar het chemisch labora
torium geleidde.
Dit was een hooge zaal, voorzien van heele rijen on
telbare flesschen. Overal stonden breedelage tafels
zee. Laatstgenoemde bereikte den wal zonder in de ge
legenheid te zijn geweest belangrijke hulp te bieden. De
matroos Kalb echter zwom naar luitenant Voogd toe
en wist met groote inspanning dien officier, door de
hevige branding hoen, behouden aan wal te brengen.
Nauwelijks daar aangekomen ontdekte Kalb, dat de
bootsmaat K. Dekker buiten de branding rondzwom
zonder zich een oogenblik te bedenken, stortte hij zich
onmiddellijk weder in de branding, wist deze zwemmende
te passeeren en bereikte nog juist bijtijds den bootsmaat,
die geheel uitgeput zich met moeite boven hield. Den
bootsmaat grijpende, hield hij hem geruimen tijd boven
water. Driemaal ontglipte hem de onderofficier en even
veel malen trok Kalb hem weder op en mocht er ein
delijk in slagen den drenkeling bij de ronddrijvende vlet
te brengen en daarin te trekken.
Nog was echter geen veiligheid verkregen daar de vlet
telkens dreigde weder in de branding te zullen komen.
Daarom sprong Kalb nogmaals in zee en wist zwemmende
de vlet zoodanig te sturen, dat deze geheel buiten de
branding geraakte en door de stoomsloep op sleeptouw
genomen kon worden.
Wlclrijdende Bedevaartgangers.
Onder een stoet van duizend Hongaarsche bedevaart
gangers, die onlangs bet heiligdom van Maria Tadan
kwamen bezoeken, waren er ongeveer vijftig, die op een
rijwiel zaten. De priester die de processie leidde had
zijn bisschop gevraagd, of het geoorloofd was bij een
dergelijke gelegenheid een rijwiel te gebruiken en een
bevestigend antwoord ontvangen.
Dat is anders dan de pelgrims van voorheen, die met
erwten in hunne schoenen liepen of op de knieën kropen.
Invoerrechten In Noorwegen.
De Noorsche «Storthing" heeft o. a. de volgende
invoerrechten vastgesteldop bloembollen 25 öre
levende en gedroogde bloemen 300 öre alles per kilo.
Paarden onder het halve jaar zijn tolvrij.
Oudere paarden worden belast met 50 kronen per stuk
hoornvee met 50 öre per kilo levend gewicht, met een
minimum van 12 kronen per stukkalveren onder 't
halve jaar mei 71/2 kronen en schapen en lammeren met
2 kronen per stuk varkens en biggen met 10 öre per
kilo en minstens 3 kronen per stuk margarineboter
met 4 öre per kilo.
De belastingen op dieren en levensmiddelen voor dieren
traden 5 Aug. in werking.
Met 71 tegen 43 stemmen is verworpen ern voorstel
om meel met 50 öre te belasten, terwijl de tol van 30
öre met 86 tegen 28 stemmen werd aangenomen.
De zouterijen in de Streek hebben den arbeid
weder hervat. Groote hoeveelheden bloemkolen worden
weder aan het vat toevertrouwd, wat aan vele handen werk
verschaft.
Benoemd tot heemraad van den polder Eijerland
op Texel, de heer H. Flens.
Oogstverwachtlngen in Noord-Holland.
De verwachtingen van den oogst in deze provincie
zijn dit jaar bijzonder gunstig te noemen verreweg de
meeste ingekomen berichten ademen een zeer tevreden geest.
Vooral wordt alom zoowel de qualiteit als de quan-
titeit van het hooi, dat bij droog weder is binnen ge
komen, geprezen. De afwisselende regen en wind in het
voorjaar hebben niet alleen gunstig gewerkt op de hooi
landen, maar ook in de weilanden wordt door het vee
een overvloedig voedsel gevonden.
Omtrent de aardappelen kwamen ook van schier
alle zijden de beste berichten in, zoowel wat de vroege
soorten als wat de late betreft. Van do gevreesde ziekte
bleef men dit jaar geheel verschoond.
De granen beloven in de meeste gemeenten een
goeden oogst, daar zij den noodigen regen en de noodige
warmte hebben gehad om zich goed te kunnen ontwik
kelen. Door stormen hebben deze gewassen echter hier
en daar nogal te lijden gehad.
- -iTfflimnriffirirririn' - '"-v-t •'■^■ffigarwrmnit
verspreid, opgestapeld met werktuigen, proef buizen en
kleine B u n s e n-lampen, met haar blauw flikkerende
vlammen. In dit vertrek bevond zich slechts een enkel
persoon, die in de verte over een tafel gebogen, verdiept
was in zijn werk. Bij het vernemen onzer voetstappen,
keek hij om en sprong met een uitroep van vreugde over
eind «Ik heb het gevonden Ik heb het gevonden
riep hij mijn metgezel toe, op ons toesnellende n et een
proefbuis in de hand «Ik heb een tegenfactor, die door
hoemoglobine en niets anders, verkregen wordt 1" Indien
hij een goudmijn had gevonden, had zijn gelaat geen
blijdere uitdrukking kunnen hebben.
«Dokter Watson, mijnheer Sherlock Holmes," zeide
Stamford, ons aan elkander voorstellende.
«Hoe maakt gij het?" sprak hij hartelijk terwijl hij
mijne hand drukte met een kracht, waartoe ik hem niet
in staat zou hebben geacht: «Ik zie, dat gij in Afgha
nistan zijt geweest."
«Hoe ter wereld kunt gij dat weten?" vroeg ik ver
wonderd.
«Dat komt er niet op aan," sprak hij, met een glim
lach. «De groote zaak handelt nu over hoemoglobine.
Gij ziet toch zeker in van hoeveel gewicht mijne ont
dekking is?"
«Voor de chemie is het zeker van belang," antwoordde
ik, «maar practisch beschouwd
«Wel, mijnheer, het is de meest practiscbo ontdekking,
sedert jaren op het gebied der gereehteljjke geneeskunde
gedaan. Ziet gij niet in, dat zij ons een onfeilbaar middel
geeft om bloedvlekkeu op te sporen. Kom met mij
mede!" Hij greep mij, in zijn opgewondenheid, bij de
mouw van mijn jas en trok mij mede naar de tafel
waaraan bij gearbeid had «Laat ons wat versch bloed
nemen sprak hijeen naald diep in zijn vinger stekende,
en den verkregen bloeddruppel in een chemisch buisje
opvangende- «Ik voeg nu dit weinigje bloed bij een liter
water. Gij bemerkt, dat de mengeling daarvan aan zuiver
water doet denkeu. De hoeveelheid bloed kan niet meer
dan een millioenste gedeelte zijn en toch twijfel ik er
niet aan of wij zullen de eigenaardige reactie verkrijgen.'
Onder het spreken wierp hij een paar witte kristalvor-
mige stukken in een bokaal en voegde er toen eenige
druppels doorschijnend vocht bij. In een oogenblik ver-