Ken Godsgericht. No. 104 Megen en Megentigste Jaargang, 1807. WOENSDAG 1 SEPTEMBER. Onderwijzer met acte Franscli, PUUJSCHE BRIEVEN?" FEUILLETON. Aan de Openbare Burgerschool te ALKMAAR, Deze Courant wordt ttJasdsg-, Btrnderdag- en Caterdii(«TOid uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f ©,80; franco door hot geheele rjjk f 1, De 3 nummers Afzonderlijks nummers 3S ets. felefounnnwHer8 Prijs der gewone Advcrlentlfii i Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERHs. COS- TER ZOON. (Hooid de Heer F. J AUKES) wordt gevraagd een op eene jaarwedde van f 700, Stukken (adres op zegel) franco in te zenden aan het Gemeentebestuur vóór 10 September a.s. XXI Parijs, 24 Aug. 1897. President Felix Faure is thans in Rusland, en alle Panjsche bladen zijn vol van die reis. Mag men ze ge- looven dan hebben alle couranten speciale corresponden ten en redacteurs naar St. Petersburg gezonden, alsof zulk een reisje niets kost. Doch dat doet er minder toe, in ieder geval is het een bnitenkansje voor de avond bladen, als »Patrie," »Jour" en dergelijke, welke titels dragen zóó groot, dat gij op 20 ellen afstands ai zien kunt, wat er in die couranten moet staan. Wat ons betreftwij zijn blijde, omdat onze parrjsche vrienden zoo blijde zijn, de menschen hier zijn in de wolken, alle vertrouwen is weergekeerd, men ziet de toekomst met vertrouwen tegemoetmen verbeeldt zich dat Rusland en Frankrijk samen het lot van geheel Europa in han den hebben de populariteit van den president wordt met den dag grooter, wel, wat kunnen wij meer ver langen wij zijn eigenlijk toch slechts gasten in Parijs, en onze gastheeren zijn weer voor een poosje gelukkig. Zelfs de bom van den Boulevard Magenta draagt mis schien nog bij tot de algemeene vroolijkheid, de Parijze- naar is een raar menscb, hij heeft spoedig medelijden, maar wanneer een ongeluk voorbij is zonder iemand te deren, dan steekt hij er den draak mede. Schiet iemand zich uit wanhoop voor het hoofd, dan kan de Parijze- naar wel weenen doch mist het schot, dan drijft die zelfde bewoner van Parijs den spot met den vermeenden zelfmoordenaar. Wordt in een duel een der tegenstanders gedood, dan is er één kreet van afgrijzen en veroordee ling maar wanneer eenige schoten gewisseld worden zonder resultaat dan worden duellisten en getuigen in het ootje genomen. Toen de zoo diep betreurde Carnot vermoord werdhad men den moordenaar wel willen verscheuren maar nu dat eenige bommen sprongen in het Bois de Boulogne en op Boulevard Magenta, zonder iemand te kwetsen, zijn dezelfde menschen er niet ver van af te gelooven dat de heer Faure zelf die bommen laat neerstrooien. Minder aangenaam is het feit dat terwijl de grooten der aarde feest vieren, overal het brood duurder wordt. De prijzen zijn stijgende, tot voor korten tijd geleden betaalden wij het brood van 2 kilo's »le pain de qautre livres' zooals men hier zegt, met 65 a 70 centimes, thans betalen wij 80 a 85 centimes. Er wordt hier zeer veel brood gegeten, men eet hier brood, zooals men in Holland aardappels eet. De burgerman in Holland eet Roman naar het Engelse h. f 10) VAN A. CON AN DOYLE. Het was vlak bij negenen tosn hij uitging, en ik wist volstrekt niet hoe lang hij uit kon blijven, maar ik zat geduldig mijn pijp te rooken, en de bladzijden van Henri Marger's Vie de Bohème''' over te lezen. Het werd tien uur, en ik hoorde de voetstappen der dienstbode, die naar bed ging, elf uur, en den statigen tred der huisjuffrouw, die, met hetzelfde doel, mijne deur langs kwam. Eerst dicht bij twaalven vernam ik het scherp geknars van zijn huissleutel. Van hetoogen- blik af dat hij binnentrad, zag ik aan zijn gelaat, dat hij niet geslaagd was. Het was alsof vroolijkheid en teleurstelling bij hem om den voorrang streden, totdat de eerste plotseling den boventoon behield, en hij in schaterlach uitbarstte. »Ik zou voor niets ter wereld willen dat de Scotiand- Yarders het wisten," riep hij uit, zich in een armstoel latende neervallen. »Ik heb hen zoo dikwijls bespot, dat ik het altijd zon moeten hooren. Ik mag anders gerust lachen, omdat ik toch weet dat ik het hun op den langen duur zal afwinnen." »Wat is er dan vroeg ik. »0 het kan mij niet schelen eens een nederlaag te vertellen. Dat schepsel was nog niet ver gegaan, toen zij begon te hinken en alle kenteekenen gaf iets aan haar voet te hebben. Zij eindigde met stil te staan en een voorbijrijdende cab aan te roepen. Ik maakte dat ik dicht genoeg bij haar kwam om het opgegeven adres te hooren, maar ik had mij die moeite kunnen besparen, want zij riep het luid genoeg om aan do overzijde van de straat te worden verstaan Breng mij naar No. 13 Dancan Street, Honndsditch," klonk vleesch groenten en aardappelen 'nior is het vleesch, groenten en brood. Aardappelen worden hier beschouwd ais groenten, men eet die op allerlei wijzen, a l'anglaise (zooals gij ze in Holland eet) en pnrée, santée, frites, a l'étouffé an gratin, zelfs als beignets. Dit laatste ge recht vooral is overheerlijk, bijna even lekker als appel beignets. Doch om op het brood teing te komen, is het voor een fransch huishouden, waarin men drie tot vijf pond brood per dag eet, zeer nadeelig wanneer de brood prijzen stijgen. Wij zijn er persoonlijk niet voor dat de Staat zich met alles bemoeit, doch kunnen niet goed be grijpen, dat dezelfde staat die het monopolie heeft van tabak, lucifers, weldra ook van alcohol, dat zulk een staat niet zou kannon zorgen, dat de minder-gegoeden goedkoop brood eten. Dat er te Parijs vele kappers zijn, zal niemand ver wonderen. De meeste heeren besteden hier zeer veel zorg aan haar, baard en snor. Een gladgeschoren gelaat, op gestreken snor, geplakte haren met eene fraaie scheiding in het midden, en de leden van het sterke geslacht ge looven zich onwederstaanbaar. Vooral de stadsreizigers, de heeren die modisten en couturières bezoeken, dus steeds met jonge dames in aanraking komen, zien er steeds uit alsof zij zoo uit den kapperswinkel komen, en rieken overheerlijk. Over het a'gemeon is het in de kap perswinkel in die salons de coiffure zeer ziudelijk, en toch beeft de raad van gezondheid van het Seine-depar- tement maatregelen aangeraden, teneinde te beletten dat door die salons besmettelijke ziekten verspreid worden. Doch die raad gaat met hare raadgevingen veel te ver, want zonden de kappers alles zoo haarfijn willen na volgen, dan hebben zij waarlijk geen tijd meer om de klanten te bedienen. Men vraagt namelijk aan die scheerders en haarsnijders 1°. Dadelijk na het gebruik er van, al hnnne instru menten, scharon en messen te werpen in warm zeepwa ter, en dit gedurende tien minuten te laten doorkoken. 2°. al hnnne kammen, welke thans zijn in cellnioïd, ivoor, schildpad of hoorn te vervangen door metalen kammen. 3°. alle schuiers, scheermessen, scharen enz. te ont smetten in een oven op eene warmte van 100 a 110 gra den Celsius. 4°. de scheerkwasten gedurende eenige minuten te dompelen in kokend water. 5°. het poederkwastje te vervangen door een klein blaasbalgje. 6°. zich altijd de handon Ie wasschen met zeep en schuier. 7°. na iedere haarknipping vochtig zaagsel op den vloer te strooien dit met mechanieken schuier op te vegen, baar en zaagsel in een gesloten emmer te worpen, en eiken avond te verbranden enz. enz. enz. De heeren kappers maken zich van te voren buiten gewoon vroolijk over al die voorschriften, en zeggen dat hun niets anders zou overblijven als hunne salons te sluiten. het. Dat begint echt te klinken, dacht ik, en nadat ik gezien had dat zij goed en wel ingestegen was, ging ik achterop zitten. Dat is eene knnst, waarin elk detective moest uitmunten. Nu, wij hotsten voort en hielden niet op, voordat wij de bedoelde straat be reikten. Ik sprong van het rijtnig voordat wij aan de deur kwamen en zwierf met zorgeloozen, onverschilligen tred over straat. Ik zag het rijtuig stilhouden, de koetsier klom van den bok en opende het portier, waar aan hij bleef staan. Maar er kwam niemand nit. Toen ik hem inhaalde, doorzocht hij woodend de ledige cab en mocht ik de fraaiste verzameling vloeken opvangen, die ik ooit heb gehoord. Er was geen spoor van zijn klant te ontdekken, en ik vrees dat het lang zal duren eer hij zijn vracht betaald krijgt. Toen wij aan No. 13 navraag deden, vernamen wij dat het hnis behoorde aan een achtenswaardigen behanger, Keswick genaamd, en dat niemand aldaar ooit van personen had hooren spre ken, die Sawyer of Dennis heetten." »Gij wilt toch niet zeggen," riep ik overbluft uit »dat die strompelende, zwakke oude vrouw in staat was het voortrollende rijtnig uit te komen, zonder door n of den koetsier gezien te zijn »Loop rond met uwe oude vrouwsprak Sherlock op scherpen toon. »Wij waren oude vrouwen, dat wij ons zoo beet lieten nemen. Het moet een jonge man geweest zijn, en nog wel een vluggerd, terwijl hij een onovertreffelijk comediant was. De wijze waarop hij zich toetakelde, was onnavolgbaar. Hij zag, zonder twijfel, dat hij gevolgd werd, en maakte gebruik van dit middel om mij te ontkomen. Het bewijst dat de man, dien wij opsporen, niet zoo alleen is als ik mij voorstelde. Nu, dokter, gij ziet er afgemat uit. Luister naar mijn raad, en ga naar bed." Ik was inderdaad uitgeput en gehoorzaamde dus aan deze nitnoodiging. Ik liet Holmes achter, tegenover het smeulende vuur, en nog lang in den nacht hoorde ik de zachte, weemoedige klaagtonen zijner viool en wist ik dat hij nog altijd peinsde over het zonderlinge raadsel, dat hij besloten had op te lossen. 1 Wij hebben hier twee dierentuinen. De eene is het Museum, le Jardin de Plantes, waarin o. a. al de groote roofdieren zich bevinden. Het schijnt dat de onlangs overleden naturalist Yan Tieghem hier in vroeger jaren leerling geweest is van dit zoölogisch museum, en thans aan dezen dierentuin heeft nagelaten een fraaie verzame ling roofdieren, welke weldra naar Parijs zullen vertrek ken. De collectie moet bestaanuit een grooten leeuw, 2 koningstijgers, 1 Javaanschepanther, 3 boeren en een twintigtal slangen, dit is waarlijk een mooi legaat. Ten slotte moeten wij nog spreken over twee proces sen wij bewaren dit echter voor een volgend opstel, de brand in den bazar de la Charité en de loterijen van vijf dagbladen leverden de stof voor deze rechtszaken. J. M. T. tie moderne huisvrouw. Een Engelsch tijdschrift geeft de volgende satire. »Nn, Lueie", vroeg een moderne echtgenoot»Wat hebt gij vandaag al zoo gedaan De moderne vrouw zette haar hoed af. »0 antwoordde zij, sik heb het vandaag vreeselijk drnk gehadom negen uur in den morgen hadden wij voorlezing. Mevrouw X las over de Archi tectuur der vermoedelijke hoofdstad op Mars" ik wilde dat gij dat hadt kunnen hooren en daarbjj aan sluitend droeg prof. W. voor een beschouwing over »De insecten in Centraal-Afrika." Het was zeer interessant." sDat geloof ik!" - sDan om elf nur was er een bijeenkomst van de Theasophische club, en om half twaalf heb ik deelgenomen aan een bespreking der leden van het comité van de sYereeniging tot zedelijke verbetering van moordenaars." Mooi!" »En om twaalf uur heb ik met mevrouw Z. ontbeten." sZeer mooi!" sin den namiddag moesten wij om de voorloopige voor stelling in het Ibsen-theater zijn. Toen ik nu naar huis kwam zag ik een heerlijk kind op straat spelen vlak voor onze woning, een pracht van een kleinen jongen! Ik heb hem een kus gegeven 1 Als ik maar wist van wie dat kind is?" sfiad het blond haar?" vroeg de moderne echtgenoot. sJa 1" »En blauwe oogen sPrachtige blauwe oogen!" sEn een smerige blouse aan?" »Ja, een zeer vuile!" »Dan weet ik, wiens kind het is!" sNn »Het onze!" Bloemen voor de vensters. Lord Nelson zeide eens De beste bewijzen van een fatsoenlijk en gelukkig huis houden bestaan in de vensters van een huis. Wanneer er bloemen voor de ramen staan, kan men verzekerd zijn een zindelijke keuken te vinden, alsook welopgevoede kinde ren. De vensters daiden het karakter aan van de inwoners van het hnis. Da bloemen zijn een voornaam beginsel in de opvoeding. Waar liefde voor bloemen gevonden wordt in den huiselijken kring, daar is goede harmonie en onder de huisgenooten is het leven aangenaam. De vrouw, die 't best voor bare bloemen zorgt, draagt ook 't beste zorg voor kind^en hnis. ZESDE HOOFDSTUK. Tobias Gregson toont waartoe hij in staat is. De couranten waren den volgenden dag vol van het »Brixton geheim." Elk gaf een lang verslag van de zaak en enkelen hadden er een buitengewoon bijblad mede gevuld. Er stonden eenige bijzonderheden in, die mij nog onbekend waren. Ik heb nog in mijn scrap-boek verscheidene op de zaak betrekking hebbende uitknip sels en laat bier eenige uittreksels daarvan volgen Do Daily Telegraph merkte op dat er in de geschie denis van misdaden zelden een drama had plaats ge grepen, dat een vreemdsoortiger karakter droeg. De Dnitscüe naam van het slachtoffer, het ontbreken van elk ander oogmerk dan het onheilspellend opschrift op den mnur, alles duidde aan dat do daad gepleegd moest zijn door staatkundige uitgewekenen en revolutionai ren. De socialisten bezaten verscheidene vertakkingen in Amerika, en de overledene had ongetwijfeld hnnne ongeschreven wetten overtreden en was door hen ver volgd geworden. Na op vage wijze gezinspeeld te heb ben op het Veemgericht, Aqaa Tofana, Carbouaris, de markiezin de Brinvilliers, de theorie van Darwin, de beginselen van Malthas en de Ratel ffsche moorden op den openbaren weg, besloot het artikel met een les aan de Regeering en den wensch uit te spreken dat vreem delingen beter zouden bewaakt worden iu Engeland. De Standard behandelde het feit dat dergelijke ver grijpen tegen de wet gewoonlijk voorkwamen onder een Liberaal kabinet. Zij sproten voort uit het los maken der banden, die den geest der menigte in bedwang hielden en dientengevolge door het verzwakken van alle heerschappij. De vermoorde was een Ameri- kaansche heer, die sedert eenige weken in de wereldstad had vertoefd. Hij had ziju intrek genomen iu het hoor- dinghouse van mevrouw Oharpentier, in Torquay Terrace, Camberwell. Hij werd op zijue reizen vergezeld doorzijn eigen secretaris, den heer Joseph Stangerson. Beiden hadden, op Dinsdag den 4don dezer maand, afscheid ge nomen van do vrouw des huizes, en waren naar Eustou

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1897 | | pagina 1