Vrijdag
Sen Godsgericht.
No. 114, Eerste blad, Wegen en X$fegentigste jaargang.
1897.
24 SEPTEMBER.
Vrede.
FEUILLETON.
COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar f O,SO; raneo door het
geheele r jk 1,
De 3 nummers O,OO. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Fr ijs der gewone AdvertentiPn i
Per regel O,ld. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgavers HERMs. COS-
TER ZOON.
'felefoonnuBiner3
Vrede heerscht in Europa.
Dat wil zeggen er is geen oorlog.
Het vredestractaat tnssehen Turkije eu Griekenland is
eindelijk gesloten, na langdurige onderhandelingen, nadat
vóór geruimen tijd do oorlog door een wapenstilstand
reeds een einde had genomen. Griekenland is beslist ver
slagen, is uitgeput. Zijn leger heeft veel geleden en aan
geld ontbreekt het dit land meer dan ooit. Het heeft door
droeve ervaring geleerd, dat geestdrift en dapperheid niet
voldoende zijn om met goed gevolg een oorlog te voeren,
maar dat goed beleid, kalme, juiste berekening en voor
zichtigheid bij de aanvoerders en geoefendheid met strenge
discipline bij de troepen onontbeerlijk zijn. Het heeft
ondervonden, wat trouwens vroeger ook tegenover de
Russen reeds was gebleken dat het leger van den zie
ken man" nog krachtig is.
Griekenland is ontnuchterd, Het heeft te veel gerekend
op de nauwe familiebetrekking tusschen zijn koninklijk
huis en machtige Europeesche hoven en op de sympathie
bij sommige groote Europeesche volken. Groote mogend
heden zijn niet gewoon kleine staten te helpen, tenzij
dit met haar eigen belangen overeenkomt, en zeker niet
wanneer zij zich zeiven aan groote oorlogen met onzekeren
uitslag blootstellen. En de sympathie voor Griekenland
is in Europa aanmerkelijk verzwakt en hier en daar ge
heel verdwenen, omdat het niet gezorgd heeft voor eigen
huishouding, omdat het zijn eigen zaken niet heeft behar
tigd zooals het behoorde, omdat het binnen zijn eigen
gebied niet heeft weten te vestigen een goed, geregeld
beheer, inzonderneid op het punt der financiën, omdat
liet zelfs de rente van zijn schulden niet betaalde.
Griekenland boezemt nu eenmaal geen vertrouwen in.
Staat het over Turkije, dan mag het zich in een guu-
stige gezindheid der openbare meening alleen verheugen
omdat het Turksche beheer nog lager staat en de vroo'
gere barbaarschheid nog niet blijkt te hebben afgelegd,
omdat de sultan geen vertrouwen verdient en zijn regee
ring niet bij machte is zelfs goede maatregelen behoorlijk
te doen uitvoeren. Al zou men gaarne een steeds groo-
ter gebied aan zijn heerschappij willen onttrekken, men
acht Griekenland nu juist niet den meest geschikten
staat om het beheer over te nemen. Het moet zich bij
Roman naar het Engelse h.
20) van
A. CON AN DOYLE.
Reeds had hij de deur bereikt, toen hij zich met ge
balde vnist en toornige oogen omwendde en met donde
rende stem uitriep
«Het ware genadiger voor u geweestJohn Eerrier,
indien gij en zij thans als verbleekte geraamten op den
Sierra Blanco uitgestrekt laagtdan dat gij het wagen
zoudt met uw zwakken wil in opstand te komen tegen
de bevelen van het Hoilige Viertal
Met een dreigend handgebaar ging hij verder, en Fer-
rier hoorde zijne zware voetstappen over het tuinpad gaan.
Hij zat daar nog altijd met de ellebogen op de knie
geleund^zich te vergeefs afvragende hoe hij de zaak
aan Lucy's verstand zou brengen, toen eene zachte hand
zich op de zijne plaatste, en hij, opkijkende, haar aan
zijne zijde, zag staan. Een enkele blik op haar bleek en
ontsteld gelaat was bom voldoende om in te zien dat zij
het voorgevallene had gehoord.
»ilet was mijne schuld niet,1' sprak zij in antwoord op
zijn blik. «Zjne stem weerklonk door dé gansche woning.
O, vader, vader, wat zullen wij beginnen
«Mank uzelve geen zorgen,'' gaf hij ten antwoord, haar
tot zich trekkende, en zjno breede, verweerde hand lief-
koozend over bare kastanjebruine lokken latende glijden.
»\vij zullen er wel het een of ander op vinden. Gr zjt
immers niet geneigd dien jongen man te laten varen
Een snik en een sprakelooze banddruk waren haar eenig
antwoord.
»Neen, natuurlijk niet. Ik zou u ook niet gaarne het
tegendeel hooren zeggen. Hij is een beste jongen en bo
vendien een Christen, wat meer beteekent dan men van
dit volk kan getuigen, in spijt van al hun bidden en pree-
ken. Morgen vertrekt er een gezelschap naar Ne veda en ik
zal het zoo aanleggen, dat ik hem een brief kan zenden,
waarin ik hem meedeel in welk een ongelegenheid wij
geraakt zijn. Als ik dien jongen man juist beoordeel, zal
de vredes-voorwaarden getroosten, dat de mogendheden
toezicht verkrijgen over een dee! van 's landsinkomsten,
teneinde rente-betaling en aflossing van oude en nieuwe
schulden te waarborgen, en het zal een deel der oorlogs
kosten moeten betalen, voordat het verloren grondgebied
in Thessalië door de Turksche troepen ontruimd zal
wordeu en onder zijn bestuur zal terugkeeren.
Al mogen de Grieken met deze eiscben der mogend
heden minder ingenomen wezen, zij hebben intnsschen
alle reden tot dankbaarheid voor Haar bemoeiingen met
de oorstersche zaken. "Wat toch zou er van Griekenland
ZÖ11 geworden, indien Europa zich daarmede eens niet
had bemoeid en ten slotte niezijn beschermende hand
over het overwonnen land bad uitgestrekt Zelden
werd zeker door eenigen staat na een zoo ongelukkige n
oorlog minder verloren. Turkije daarentegen heeft, van
zijn overwinningen geen ander dan het op zichzelf zeker
niet geringe voordeel, dat he sterker is gebleken dan
gemeenlijk werd vermoed en Europa weder eenig ontzag
inboezemt.
Het Grieksche ministerie dat de verantwoordelijkheid
voor dezen oorlog op zich nam, moest natuurlijk vallen,
t Is al wel, dat de koning, die mot deze volksbeweging
meeging, na den ongelnkkigen uitslag niet. zijn kroon
verloor. Het volk eischt in zulke gevallen gewoonlijk
een offer en zijn vertegenwoordiging begrijpt dit en zorgt
dat aan dien eisch wordt voldaan, ook al zijn volk en
vertegenwoordiging medeschuldigen. Intnsschen is weer
heel wat jammer en ellende geleden, zonder dat eenig
voordeel is behaald. De Turksche heerschappij is ver-
oordeold. Groote stukken van haar gebied in Europa
en in Afrika zijn haar ontnomen en tot half onaf
hankelijke staatjes gevormd, ever welker voogdij de Eu
ropeesche mogendheden wedijveren en strijden, tot nog
toe gelukkig zonder wapengeweld. Hoe lang zal dit nog
kannon daren vraagt menigeen, en met bezorgdheid
wordt daarbj gewezen op het bondgenootschap tusschen
Rusland eu Franhr jk, dat nu toch wel bljkt te bestaan,
al bljkt niet van eenig schrifteljk traktaat, en nog
minder van zjn inhoud.
V ordt door dat bondnootschap het oorlogsgevaar groo-
ter, of zal het inderdaad volgens de eigen officiëele ver
klaringen van Rusland en Frankrjk beide een nieuwen
waarborg voor den vrede zijn Gelooft dat niet, roept
men van de eene z jde laat u niet misleiden door die
hj hier terugzjn met een spoed, waarbj geen telegraaf
vergeleken kan worden."
Lucy moest door hare tranen heeu lachen over het
beeld door haar vader gekozen.
»Als hj komt, zal hj ons ten beste raden. Maar het
is om uwentwil dat ik bevreesd ben, vader. Men
hoortmen hoort zulke afschuweljke geschiedenis
sen omtrent degenen, die het waagden zich tegen den
Profeet te verzettener overkomt hun altjd iets ver-
schrikkeljks."
»Maar wj zjn nog niet tegen hem opgestaan", her
nam de vader. «Het zal altjd nog tjd zijn over die
jammeren na te denken, wanneer wj dat doen. Wj
hebben eene volle maand voor ons liggen, en aan het
eind van dat tijdsverloop, geloof ik, dat wj wjseljk
zouden handelen met uit Utah te verdwjuen."
«Utah te verlaten?"
«Dat is wat ik bedoelde."
«Maar de hoeve
»Wj zullen zooveel geld bijoen garen als wj kunnen,
en de rest aan anderen overlaten. Om u de waarheid
te zeggen, Lucy, is het niet voor het eerst dat ik daar
over heb nagedacht. Ik houd er niet van mj voor een
ander mensch in het stof te krommen, zooals de lieden
hier doen voor hun ge vreesden profeet. Ik ben een vrij
geboren Amerikaan, en 'dit alles is mj nieuw. Neem
aau dat ik te oud ben om het nog te leeren. Indien hij
weer om deze hoeve komt heensluipen, zou hij kans
loopen eene lading hagels uit mju geweer door de leden
te krijgen."
«Maar zj zullen ons niet vergunnen heen te gaan,"
wierp zjne dochter hem tegen.
»Waeht, slechts Jefferson's komst af, en wj zullen
dat spoedig in orde brengen. Ondertusschen moogt gj
niet over de zaak tobben, mjn kind, en geen gezwollen
oogleden houden, of wel hj zal twist met mj zoeken
als hj u wederziet. Er is niets om voor te vreezen, en
er bestaat geen gevaar hoegenaamd."
John Ferrier sprak deze troostrjke woorden op oen
toon voi vertrouwen uit, maar zj kon niet nalaten op
te merken dat hj, dien avond, geheel ongewone voor
zorgen nam bj het sluiten der deuren en het oude ver
roeste vuurroer, dat aan den muur zjner slaapkamer
hing, nauwlettend schoonmaakte en laadde.
schoone plechtige verzekeringen. Het bljkt toch dat bet
Fransche volk alleen hierom met het Russische bondge
nootschap zoo buitensporige ingenomenheid aan den dag
legt, omdat het daarin de weg ziet geopend die eenmaal,
zj het ook nog niet in de eerste jaren, tot een herove
ring van Elzas-Lotharingen moet leiden. En daarbj, de
ontzagljke uitbreiding van strjdkrachten, te land en ter
zee, die nog steeds doorgaat, moet eenmaal den oorlog
doen uitbarsten. Men breidt leger en vloot niet uit
zonder het voornemen om er eenmaal, op het gunstige
oogenblik, gebruik van te maken.
Maar daartegenover staan andere beschouwingen, die
voorloopig althans meer vertrouwen schjnen te verdienen.
Wat de Oostersche kwestie betreft, is uit de gebeurtenis
sen op Kreta en den Turksch-Griekschen oorlog opnieuw
gebleken, 1° boe uiterst moeiljk het is in landen met
een gemengde bevolking, iu landaard en godsdienst ver
schillend, door eeuwenlangen baat gescheiden, een eenigs-
zins bevredigend en houdbaar bestuur te vestigen en 2°
hoe weinig de Turken nog gezind zjn om aan een zach-
ten aandrang om Europa te verlaten gevolg te geven.
Daartoe zon een zeer krachtige stoot noodig zjn, en onder
de Europeesche mogendheden bestaat omtrent de verdee
ling van de vrj vallende landstreken of omtrent de ves-
tigifg eener eigen regeering van de be vrj de bevolking
op verre na geen voldoende overeenstemming om dien
stoot met vereende krachten te kunnen geven. Zonder
een geweldigen oorlog, zonder een Europeeschen oorlog
kan de oplossing der Oostersche kwestie nog niet moge-
ljk geacht worden. Van een hereeniging van Elzas-Lo
tharingen met Frankrjk geldt hetzelfde. En geen der
Europeesche regeeringen geen autocratisch keizer en
geen Republiek is avontnurljk en lichtzinnig genoeg om
tot zulk een oorlog aanleiding te geven. Men mag be
wast zju vau do kracht van eigen leger en vloot en
van die van een mogeljken bondgenoot, maar men kent
ook de ontzaggeljke kracht van de tegenpartj en haar
vermoedeljke bondgenooten. En wat Frankrjk betreft,
het achtte zich tot nog toe, te recht of ten onrechte,
steeds min of meer doot' Duitschland en het drievoudig
verbond bedreigd. Het stond onder de groote mogend
heden alleen, moest de mindere zjn en bezat niet den
aan zjn macht en zjn verleden passenden invloed. Daar
in is verandering gekomen. Het gevoelt zich veilig, in
eer en aanzien hersteld, met de andere mogendheden
VIERDE HOOFDSTUK.
Een vlucht op leven en dood.
Den morgen, na zjn onderhoud met den Mormoon-
schen profeet, begaf John Ferrier zich naar Salt Lake
City, en na zijn vriend gevonden te hebben, die van
plan was naar de Nevada bergen te gaan, vertrouwde
hj hem zjn brief aan Jefferson Hope toe. Hij doelde
den jongen man daarin het dreigend gevaar mede, dat
hem boven het hoofd hing en hoe noodzakeljk 'zijne
overkomst was. Nadat hj zich van deze taak had ge
kweten, gevoelde hj zich kalmer en koerde hj weer
een weinig bemoedigd naar huis terug.
Toen hj zijne hoeve naderde, was hij zeer verbaasd
aan elk der stjlen van het hek een paard vastgebonden
te zien, ea zjne verwondering nam nog slechts toe, toen
hjj bj het binnentreden twee jongelieden in zjne huis
kamer gezeten vond. De een, die een lang, bleek gelaat
had, leunde achterover in den rieten wipstoel, en had de
voeten tegen do kachel gezet. De ander, een jongeling
met een hals als een stier en ruwe onaangename trekken,
stond voor het venster, met de handen in de zakken en
floot een volksliedje. Bj Ferrier's verscbjuen, knikten
beiden hem toe en knoopte het jonge mensch in den
wipstoel het gesprok aan.
«Misschien kent gj ons niet," zeido hj. «Mjn ka
meraad hier is de zoon van Ouderling Drebber, en ik
ben Joseph Stangerson, die met u door de woestjn
reisde, toen de Heer zjne hand uitstrekte en n onder
het ware volk opnam."
«Volgens Zju wil zullen alle volkeren op hun tjd tot
ons komen," voogde de ander er met eene neusstem bj
11ij gaat langzaam te werk, bj zeer kleinen getale."
John Ferrier boog zeer stijf. Hj had begrepen wie de
bezoekers waren.
«Wj zjn gekomen, hernam Staugerson, «op raad van
onze vaders, om de hand uwer dochter te vragen voor
dengeen vau ons beiden, die u en haar het best zal be
hagen. Aangezien ik slechts vier vrouwen bezit en Broeder
Drebber hier er zeven heeft, komt het mij voor dat ik
de meeste rechten kan doen gelden."
«Neen, neen, Broeder Stangerson," riep de ander uit,
«de vraag is niet hoeveel vrouwen wj hebben, maar hoe
veel of wj er kannen onderhouden. Mju vader heeft