No. 124. Eerste blad- Meg en en Megentigste Jaargang. mm 1897. ZONDAG 17 OCTOBER. Wetten en Zeden Buitenland. Hi ALKMAARSCIIE COURANT Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar/ 0,80; franco door het geheele rijk 1, 3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prijs der gewone Advertentiën Per regel f ©,1S. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer: 3. De voorstanders van het duel beleven een aangenamen tijd. Eerst een gevecht op den degen tusschen een Ita- liaanschen en een Eranschen prins, waarvan heel Europa heeft gewaagd en over welks uitslag het Italiaansche volk heeft gejubeld, en daarna een gevecht op het pistool tus schen den Oostenrijkschen Minister-President en een lid van het Huis van Afgevaardigden. Het laatste vooral heeft heel wat gemoederen en pennen in beweging ge bracht. Ofschoon het duel zoowel door de Oostenrijksche wet als door de Katholieke Kerk is verboden schijnt de Minister niet alleen tegen alle wereldlijke en kerke lijke straffen gevrijwaard te zijn, maar zelfs in aanzien en politieken invloed gewonnen te hebben. De Keizer ging voor en betuigde zijn Minister, die gewond werd per telegraaf zijn innige deelneming. De Voorzitter van de Kamer deed dit in persoon en alle afgevaardigden behalve de socialisten gaven hunne kaartjes af aan zijn departement. Verstandige socialistenzouden wij nuchtere Hollan ders zeggen. Intusschen staan de socialistische afgevaar digden en nuchtere Hollanders niet alleen. Ook de Ka tholieke volkspartij heeft dit duel in een motie afgekeurd, als in strijd met de goddelijke en menschelijke wet, en de ,,Neu Freie Presse" verklaart, dat een Minister die zich boven de wet stelthet recht heeft verbeurd om van anderen eerbied voor de wet te eischen. Het duel te verdedigen uit een godsdienstig oogpunt zal wel niemand beproeven. Voor de rechtbank van de rede kan het evenmin bestaan. Alleen vooroordeeltraditie gewoonte en volkszeden handhaven het met een beroep op zeker begrip van eer. De Duitsch-liberale afgevaardigden in het Oostenrijk sche Huis hebben tegenwoordig de gewoonte de afdoening van zaken door rumoermaken te verhinderen. Wij willen niet ontkennen dat zij reden hebben om gevoelig en ver bitterd te wezen over de wijze waarop zij behandeld wor den. Obstructionisms is een middel dat ook in het En- gelsche Parlement geenszins onbekend ismaar men bezigt het daar in den vorm van tal van lange en overbodige redevoeringen waardoor de beraadslaging telkens gerekt en het nemen van een beslissing verhinderd wordt. Schreeuwen, schelden en op de banken slaan zijn minder aanbevelenswaardige vormen. Op zekeren dag nu liep in het Oostenrijksche Huis het gerucht, dat de Minister- President, graaf Badeni, eenige geheime politie-agenten als knechts verkleed in het gebouw had laten brengen, omzoo noodigde orde te helpen handhaven. De Duitsch- liberale afgevaardigde Wolff liep op de Ministerbank toe en vroeg inlichtingen omtrent dit gerucht. Zonder echter die inlichtingen af te wachten voegt hij er in één adem bijals het waar is, dan is het een schoftenstreek, mijnheer de graaf. En als men hem toeroeptgeen beleedigingenherhaalt hij nog eens die woorden. Graaf Badeni noemde dit een beleedigingdaagde den afge vaardigde uiten het duel is gevolgd. jyas het nu een beleediging Daarover ban men twisten. Onhebbelijk en onbeschoft was het zeker; maar een beleediging »Als het waar is", had de heer Wolff gezegd. Hij sprak onderstellenderwijsen zoo het ge rucht valsch was had hij dus den Minister niets leedigends gezegd. Maar waartoe dan die woorden P Lag er niet in opgesloten, dat hij het gerucht althans waar schijnlijk achtte dat hij den Minister tot zoo'n schof tenstreek in staat achtte En is het niet beleedigend te zeggen dat men iemand tot een schoftenstreek in staat acht, hem daarvan verdenkt? Aangenomen alzoo, dat de woorden beleedigend waren, wat heeft dan nu het duel uitgemaakt Wij zouden meenen hoege naamd niets. Er blijkt zeker niet uitof het gerucht waarheid bevatte of niet. Evenmin blijkt er uit, dat de meening van den heer Wolff gewijzigd is, zoodat hij den Minister niet meer tot den ongepasten maatregel in staat achtteof dien maatregel althans geen schoftenstreek meer vond. Men kan toch moeilijk aannemen dat de Minister door de uitdaging alles weer goed maakte en dat de bedoelde maatregel, die tot nog toe in de oogen van den heer Wolff een schoftenstreek was na de uit daging en na het tweegevecht ophield een schoftenstreek te zijn. Evenmin kan aan den anderen kant de aanne ming van de uitdaging of het duel zelf bij den Minister de uitwerking gehad hebbendat hij de woorden van den heer Wolff niet meer beleedigend vond. Het Fran8che blad >Le Temps zegt over dit duel en zijn gevolgen Indien de afgevaardigdedie den Minister beleedigde in het dnol gewond waszou de Minister onmogelijk zijn gewordenmaar nu hij zelf gewond isbrengen hem zijn felste tegenstanders hot verplicht saluut en zijn vriendsn een ovatie, 't bcbijut inderdaad zoo te gaanmaar waarom Die duelleert op het pistool, tracht toch zijn tegenstander, zij het dan ook zoo licht mogelijk, te verwonden. Vermoedelijk zal ook graat Badeni dit oogtrerk gehad hebben. Was hij daarin geslaagd dan was hij als politiek persoon een verloren man geweestmaar nu het hem is mislukt brengt ieder hem een saluutnog wel een verplicht sa luut Of heeft misschion de minister opzettelijk ver meden zijn tegenstander te treffen, en bestond het duel zijnerzijds alleen hierin dat hij zich blootstelde om ge troffen te worden Maar dit komt ons toch al te kras voor. Hij zou zich door iemand beleedigd achten en daarom eischen dat de beleediger een pistool op hem afschootzonder van zijne zijde eenig voornemen te hebben om den beleediger te treffen Na het duel hebben partijen elkander de hand gereikt. Dat is zoo de gewoonte, en schijnt te beteekenen dat men elkander houdt voor mannen van eer. Nogmaals begrij pen wij niet, waarom. Is er door het wisselen van ko gels en door de verwonding van ééne der partijen iets in hare verhouding veranderd Heeft Badeni nu eenige genoegdoening, eenige satisfactie gehad? Om de satis factie is het immers te doen Hij acht zich door iemand beleedigd en daagt hem uit. Goed zegt de ander, ik neem die uitnoodiging aan. Het duel heeft plaats en Badeni krijgt een kogel in den arm. Vragewelke satis factie heeft hij gekregen, en waarom geeft hij Wolff de hand die niets heeft laten vallen van zijn bewering, dat het een schoftenstreek was De kogeldie hem onder den uitgestrekten rechter arm trof, terwijl hij zelf zijn pistool afschooten die tot in den bovenarm door drong had hem iets meer links in het hart kunnen tref fen. Dan had hij zijn tegenstander vermoedelijk de hand niet kunnen drukkenzal men beweren dat hij dan nog meer satisfactie had gehad En Wolff? Vóór het duel zou hij den Minister, dien hij van een schoftenstreek verdacht, de hand geweigerd hebben. Waarom geeft hij hom die welnadat bij door hem uitgedaagd is en hem verwond heeft? Verdenkt hij hem nu niet meer van een schoftenstreek of erkent hij dat de maatregel die hem zoo ergerdegeen schof tenstreek was Dan zouden wij willen vragen hoe het later gevolgde duel in zijne schatting dien maatregel van aard heeft kunnen doen veranderen. Na het duel verklaren partijen gewoonlijk elkander te houden voor mannen van eer in weerwil van alles wat vroeger gebeurd is. Het schijnt dus hierop neer te ko men dat mannen die bereid zijn tot een duel uit te dagen of die uitdaging aan te nemen en die daarna ook werkelijk duelleeren ondanks alles wat is voorafgegaan, mannen van eer zijn althans elkander daarvoor houden en ten blijke daarvan elkander de hand reiken alsof er niets gebeurd is. Zal men zeggen omdat beiden getoond hebben moed te oezitten Erkend moet wordendat er eenige moed noodig is voor een duelmaar het is dan toch een moed van zeer bijzonderen aardzou het niet meestal zijn oorsprong hebben in vrees in vrees voor de publieke opinie in vrees dat men voor een lafaard gehouden zal worden Hoe dit zij waar het duel in eere isbehoeft hij die bereid is elke uitdaging aan te nemen zich niet te onthouden van minachtende of be leedigende woorden jegens anderen. Is hij een meester op alle wapenendan heeft hij vrij spel zonder veel ge vaar. De beleedigde daarentegen zalindien hij geen geoefend schutter of bekwaam schermer is, tot zijn troost de keus hebben om zijn beleediger uit te dagen tot een strijd die vermoedelijk voor hem zeiven met een ver wonding of met den dood zal eindigen of hem niet uit te dagen en dan beschouwd te worden als een lafaard dien men straffeloos kan beleedigen. Maar wat redeneeren wij over een gebruik dat door een beroep op de rede niet kan worden verdedigd en gelukkig in Nederland geen steun vindt in de volkszeden en de openbare meening schennis uitgesproken over Liebknecht, den 72-jarigen socialistischen afgevaardigde. Op een congres te Breslau zeide hij ongeveer twee jaar geleden: Onder bescherming van het hoogste gezag in den Staat worden nu beleedigingen geslingerd naai de Sociaal-democratie onder bescherming van het hoogste gezag wordt der partij de handschoen toegeworpen, een uitdaging op ieven en dood. Maar wat beleedigingen tegen onze partij betreft, wij staan zóó hoog, dat zij ons niet bereiken, uit welke richting zij ook komen.'' Liebknecht heeft indertijd voor de rechtbank te Breslau verklaard niet te hebben willen beleedigen; hijhad zelfs juist deze woorden gebruikt om majesteitschennis te ver mijden. Maar de rechtbank overwoog, dat de spreker had behooren te rekenen met de mogelijkheid, dat onder zijn uit sociaal-democraten bestaand gehoor personen waren, die een voor den keizer beleedigende beteekenis aan zijn woorden konden hechten en veroordeelde hem op dien grond. Thans heeft het Reichsgericht in hoogste instantie dat vonnis bevestigd en L. tot vier maanden gevangenisstraf veroordeeld. De vFrankf. Zoitg." zegt, naar aanleiding dezer veroor deeling Wie is in onzen tijd nog zeker van zijn vrijheid vraagt het blad, wanneer de onschuldigste critiek van onze toestanden of van een uitspraak des keizers^ vol doende is om ons een proces wegens majesteitsbeleediging op den hals te halen? Het persoonlijk op den voorgrond treden van den keizer bij alle mogelijke politieke aange legenheden verplicht zelfs allen, die aan het publieke leven deelnemen tot critiek Zoo doordrongen van de onfeilbaarheid van keizerlijke uitspraken is het Duitsche volk nog niet, dat het ze zonder aanmerking aanneemt, wat ze ook behelzen." Zoo oppervlakkig gelezen, kou men meenen, dat deze krasse tirade het blad veel gevaar doet loopen, op zijn beurt wegens majesteitschennis vervolgd en veroordeeld te worden. DUITSCHJLAAD. De Duitsche pers is in rep en roer over een veroordeelend vonnis wegens majesteit- EJÏDBLAUÏD. Sir William Lockhart, de aanvoerder der Britsche troepen aan da noordwestelijke grens van Engelsch-Indië, heeft tot de oproerige Afridi-en Orakzai- stammen een proclamatie gericht, waarin gezegd wordt, dat alle gunsten door de Britsche regeering- toegestaan aan deze stammen ten gevolge van hunne aanvallen op Engelsche troepen en forten vervallen zijn verklaard en dat do Engelschen uit het hart van hun land hun nieuwe voorwaarden zullen voorschrijven. Wanneer de stammen zich terstond onderwerpen en weer goed maken wat zij bedorven hebben, zullen de Engelschen hun geen onnoo- dige schade toebrengen. De correspondent van de Times" verwacht, dat de oneenigheden onder de stammen ten gevolge dezer pro clamatie zullen toenemen, maar de Afridis en Orakzais zullen niet laten stand te honden tegen de Engelschen. In de Malakand-streek nabij Jhar, waar Sir Bindon Blood met zijn troepen manoeuvreert, is het rustig. De Mohmauds hebben zelfs hulp aangeboden voor de gewonden. Een aanval van de Orakzai's op Sheiiawari wordt waarschijnlijk geacht, maar generaal Yeatman Biggs moet daar sterk genoeg zijn- om een aanval af te s'aan. Ernstiger is het bericht, dat uit een ander deel van Indië, uit Mandalay, de hoofdstad van Opper-Burma in Achter-Indië komt. 25 Burmanen, gewapend met lange messen, hebheu plotseling een aanval gedaan op het fort bij Mandalay, Fort Dufferin, waar een Engelsche bezet ting ligt. Een paar Engelsche officieren en minderen werden gewond en acht van de aanvallers gewond of gedood. FBANKRIJH. De begrootingscommissie is terug gekomen op haar besluit om het gevraagde krediet voor de uitbreiding van het leger te schrappen. Zij heeft den minister van oorlog gehoord die heeft aangedrongen op de noodzakelijkheid om de voorgestelde vermeerdering met 12,500 man ter vorming van vierde bataljons door te voeren. De commissie heeft daarop het benoodigde krediet toegestaan maar tevens den minister verzocht ruimer te werk te gaan bij het toekennen van verloven aan kostwinners of miliciens die thuis voor den veld arbeid noodig zijn. Den 14 had in het Beursgebouw het groote banket plaats dat door de Parijsehe handel en nijverheid is aan geboden aan president Fauretor herinnering aan diens reis naar Rusland en aan de thans gesloten Alliantie. Zevenhonderd vijftig personen namen aan het diner deel. In antwoord op een toast van den heer Gay, den pre sident van de Parijsehe handelsrechtbank, herinnerde Faure aan de diepe ontroering die hij ondervond toen Parijs door de hartelijke toejuichingen zijn vaderlandslievende ingenomenheid toonde met de woorden te Petersburg ge wisseld. Het is door groote wijsheid en staatkundigen zin, zeide president Faure dat de democratie zich verheugen mag in de verkregou resultaten. De Republikeinsche instellin gen waarborgen den binnenlandschen vrede en verzeke ren in de betrekkingen met het buitenland de vastheid van meeningen en inzichten zonder welke niets duur zaams kan tot stand komen. President Faure deed een ernstig beroep ten gunste van de verovering der vreemde markt en noodigde geheel Frankrijs uit tot deelneming

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1897 | | pagina 1