PARIJSCHE BRIEVEN.
«Wat bedoelt ge toch tante vroeg ik.
van den Minister van Financiën. Hij zal niet alleen van
menigen gewenschten maatregel een voorstander moeten
zijn, maar daartoe ook financiëel den weg moeten banen.
Naar een nadere aandniding van zijne plannen op het
gebied der belastingen ziet de Kamer dan ook met ver
klaarbare belangstelling uit, evenals naar de beantwoor
ding van de vraag, die zich aan schier ieder opdringt,
op welken grondslag en tot welke grenzen er samen
werking mogeljjk is gebleken tnsschen den Minister van
Binnenlandsche zaken en dien van Bnitenlandsche zaken,
waar het geldt de uitbreiding der staatszorg..
XXVII.
Parijs, 23 Oct. 1897.
Zooals wij reeds schreven, al is het hier voor het
oogenblik niet koud, toch zijn wij, wat de levenswijze
betreft, het winterseisoen ingetreden. De jachtpacht is
reeds sedert het begin van September geopend en van
alle kanten, van uit de fransche provinciën en uit vreemde
landen, stroomen allerlei soorten van wild naar de Halles
Centrales, de groote markt van Parijs. Ook Nederland
zendt veel wild, hazen, wilde konijnen, wilde ganzen,
talingen, patrijzen, lijsters enz. Misschien is het niet van
belang ontbloot u eens te vertellen hoe die handel in
wild hier gaat. De verzenders moeten wel weten, dat zij
hunne hazen, patrijzon enz. naar Parijs sturen voor hunne
eigene rekening en risico. De verzending geschiedt hetzij
aan commissionairs, hetzij aan facteurs of mandataires.
De facteurs en mandataires alleen hebben uitsluitend het
recht, het officieele recht, in de pavilions van de Halles
al die wildsoorten te verkoopen, zij moeten zijn van
fransche nationaliteit en eene zekere som als waarborg
storten. De concurrentie is dus wel nog groot, maar toch
niet meer zooals vroeger, toen iedere commissionair aan
de Halles mocht verkoopen, de facteurs hebben een soort
van monopolie. W ij honden niet van monopolies, doch
moeten toch erkennen dat deze wel eene goede zijde
hebben in het geval hetwelk wij thans bespreken is
het voor den verzender veel waard te weten, dat hij
zeker is zijn geld omgaande te ontvangen, dadelijk nadat
de facteur verkocht heeft. De expediteur loopt veel minder
gevaar van bedrogen of opgelicht te wordeD. Een afzender
moet in zijn eigen belang uitsluitend direct aan eenen
facteur, dat is aan een offieiëelen verkooper, verzenden,
want stuurt hij zijn wild aan een gewonen commissionair,
dan moet deze zich toch ook weder tot den facteur wenden
en dan betaalt de expediteur een dubbel commissieloon.
Natuurlijk zijn alle afzenders niet altijd tevreden, wanneer
zij de afrekening ontvangen het gebeurt soms dat de
behaalde prijzen niet mooi warendan schrijven die
verzenders booze brieven aan den factoordoch bij een
weinig onpartijdig nadenken moet men toegeven dat deze
verkooper geene schold heeft. Het is zijn eigen belang
hooge prijzen te bedingen, dan is zijne verdienste hooger,
dan zijn de verzenders tevreden en hij ontvangt weer
nieuw wild wanneer dus eens de verkoop slecht is, dan
komt dit door het weder, door te grooten aanvoer opeens
door te weinig kooplust bij de menschen hier en men
_Jet wel bedenken, dat dit geene artikelen zijn, die
bewaard kunnen worden, ze moeten verkocht. Over het
algemeen mogen wij echter aannemen, dat de expediteurs
in Holland tevreden zijn met den parijschen verkoop,
want er komen aardig wat manden met hollandsch wild
aan de Halles Centrales.
Een humoristisch en geïllustreerd weekblad getiteld
«Le Rire de lach, of het lachen, gaf op het titelblad
reeds verscheidene afbeeldingen van regeerende vorsten
en noemt dit «Notre Muséa des Souverains''. Wij maakten
kennis met den Sultan, brr.erg bloederig, met koningin
A/ictoria, koning Umberto van Ital;ë, met den keizer
van Duitschland, niet onaardig voorgesteld als de «Clou",
de groote nieuwigheid der tentoonstelling van het jaar
1900, met onzen «petit père" den keizer van Rusland,
en dachten al eens, hoe zal men onze jonge koningin
van Nederland uitteekenen. Welnu voor een blaadje
van caricaturen heeft men het met Neêrlands aan
staande vorstin niet te kwaad gemaakt. Wij zien
een aardig kopje, een popje met eene tulp in de hand,
wij zijn immers in het »pays des tulipes", en men noemt
onze koningin niet Wilhelmine, maar la princesse »Jolie
mine Jolie mine, dus een lief aardig uiterlijk. Min
der vleiend doch niet onaardig gevonden is de huwelijks
advertentie «jong meisje van goede familie zoekt een
beschaafd net heer. Klein koninkrijk boerderij in vollen
bloei met daaraan verbonden kaashandel." Wij hebben
het blaadje niet voor ons liggen, doch zoo klinkt het
ongeveer, natuurlijk opgeluisterd door een rooden «tête
de mort" of verscben Edammer.
De zaak van den dokter Laporte kwam deze week
voor de strafrechtbank. Met een enkel woord zeiden wij
reeds dat deze jonge dokter werd gevangen genomen
beschuldigd van doodslag door onvoorzichtigheid. Laat
in den avond geroepen bij eene vrouw, die bezig was te
bevallen, was hij verplicht eene hoogst moeilijke operatie
te doen het kind te dooden om de moeder te redden,
met het gevolg dat kind en moeder beiden bezweken.
Het is zeer moeilijk in dit proces partij te kiezen, zeker
is dat deze jonge man veel te laat geroepen werd, omdat,
en dit klinkt ongelooflijk, de zwangere vrouw zelve hem
niet wilde roepen vóór 's avonds elf uur, omdat eerst na
dat uur een dokter gratis te krijgen is. Toen Laporte
kwam was het eigenlijk al te laat, misschien ware het
voor hem zeiven beter geweest toen maar weer weg te
gaan, doeh hij is gebleven, heeft, zonder de noodige in
strumenten te bezitten, de operatie gedaan, en toen de
vrouw stierf werd hij onmiddellijk strafrechterlijk ver
volgd. Een der grootste advocaten van Parijs, Henri
Robert, nam de verdediging op zich; de beroemde pro
fessor Pinard kwam zelf voor do rechtbank om te getui
gen, dat volgens zjjne meening Laporte zijn plicht had
gedaan, en dat hij Pinard, in zijne plaats niet anders
zou gehandeld hebben. Dit was een groote steun
voor den advocaat, vooral toen de heer Pinard uitriep
«Zoo gij mij zaagt opereeren, zoudt gij mij dadelijk voor
de rechtbank halen' de publieke opinie, de vereenigingen
van geneesheeren, meer dan duizend in getal, waren°op
de hand van Laporte, vooral wees de advocaat er op dat
door eene veroordeeling al de jonge doctoren en al de
gewone geneesheeren op het platte land er in het ver
volg hartelijk voor zouden bedanken, in moeiljjke geval
len als deze, zich aan operatiën te wagen, doch het hielp
niet. Laporte is veroordeeld tot 3 maanden gevangenis-
strafgelukkig nog maar met toepassing van de wet
Berenger, zoodat hij zijne straf niet behoeft te ondergaan.
In het «Journal" begint heden in feuilleton de nieuwe
roman van Emile Zola, getiteld «Paris". In de fran
sche letteren is elke nieuwe roman van dezen schrjjver
eene ware gebeurtenis. Zola is een man, die een geheel
nieuwe roman-litteratuur geschapen heeft, hij heeft het
eerst met juisten blik gezien, dat Frankrijk en bijna de
geheele beschaafde wereld m er en meer democratisch
wordt, in plaats dus van bepaalde personen te beschrijven
en dier karakters uit te werken, heeft Zola de geheele
massa genomen alle menschen bij elkander, hij neemt
de menschen collectief, en het spijt ons bepaald dat het
ons niet mogelijk geweest is al zijne werken te lezen,
want eigenlijk moet men Zola in zijn geheel kennen.
Toch lazen wij enkele romans als l'Assommoir, Nana,
Le Ventre de Paris, la Terre, Germinal, la Béte humaine,
Rome, en zien dan b. v. ia Germinal de mijn, de steen
kolenmijn, in la Béte Humaine een spoortrein, in l'Argent,
een groote bankiers- en credietinstelling, in la Débacle
een geheel leger, in Lourdes, Rome, Paris eene geheele
stad. Hoe het mogelijk is dat één man in zijn hoofd
zulk een groot en juist denkbeeld kan samenvatten van
geheele menschenmassa's in hunne verschillende omgevin
gen, en hoe hij talent en kracht genoeg bezit om in
zulk eene groote hoeveelheid romans dit juiste denkbeeld
op meesterlijke wijze uit te werken, gaat bijna ons ver
stand te boven. Ja zelf, al kennen wij de fransche taal
nog zoo goed aan eene vertaling van Zola durven wij
ons nog niet wagen. J. M. T.
lallende In het Goudland.
Het is een treurig verhaal dat over den toestand
in het goudland Klondyke door de «New-York Herald"
wordt medegedeeld.
«Ik heb geen verontschuldiging, mijnheer Blair," zei hij,
«ik had de huur moeten betalen, maar ik ben ongeluk
kig geweest. O, heb nog watgeduld en ik zal ualles betalen
Mijnheer Blair was niet onvriendelijk tegen hem. Hij
sprak over zijn tegenspoed, over het slechte weer en de
slechte tijden en de droevige vooruitzichten voor den land
bouw. Hij sprak met verstand en niet ongevoelig, ja, er
was zelfs iets aangenaams in zijn wrjze van doen, zoodat
mijn tante Flora bem wel mocht lijden en ik zag dat mijn
vader evenzoo met hem op had. Maar mij was dat on
mogelijk.
«Wij zullen later nog wel eens over die ongelukkige
geschiedenis praten," zei hij, toen hij opstond. Ik blijf
eenige dagen hier in de buurt en kom nog wel eens aan."
En hij kwam reeds den volgenden dag en den daarop
volgenden, hij kwam op alle uren, in alle jaargetijden.
En hij scheen niet verlangend om mijn vader of mijn
tante te zien, maar alleen mij. «Ga jij bij hem, Hester,"
placht mijn tante te zeggen, «gij kunt hem in zijn humeur
houden en dat is de beste manier om uw vader te hel
pen." Zoo moest ik tegen wil en dank bij hem komen en
met hem praten en het gevolg daarvan was, dat ik hem
ging haten. Mijn vader werd ouder en bleeker.
«Hester," zei Blair op een morgen, want hij was mij
bij mijn naam gaan noemen zonder mijn verlof, en ik
durfde hem daar niets over te zeggen, «Hester, wien
hebt gij wel het meest op aarde lief?"
«Mijn vader," antwoordde ik.
«En gij hebt verdriet over zijn zorg
«Onuitsprekelijk."
«Zoudt gij alles willen doen om geld voor hem te krijgen
en hem zijn oude huis terug te geven
»Ja," antwoordde ik volmondig.
«Nu, dat is gemakkelijk genoeg, Hester. Word mijn
vrouw en uw vader zal nooit meer geldzorgen kennen,
hij zal al zijn overige levensjaren in overvloed leven."
Toen snelde ik met een angstkreet weg. God alleen
weet, hoe ik hem haatte
HOOFDSTUK VII.
Een huwelijk zonder liefde.
Ik snelde naar buiten, ver weg, door veld en bosch.
Ik dacht dat ik nooit meer naar huis zou kunnen terug-
keeren. Toch erken ik dat mijn afschuw voor hem toen
ongegrond en onrechtvaardig was, maar het was instinct
matig. Hem trouwen Liever stierf ik duizend dooden,
liever dolf ik met eigen hand mijn graf om mij zelve
daarin levond te begraven. Ik wist niets van liefde of
huwelijk. Ik had geen vriendinnen, ik had geen romans
gelezen of liefdeliederen gezongen. Ik had een vaag idee,
dat iets heerlijks en schoons het leven van sommige
vrouwen kwam bekronen, maar voor mij bestond niets
anders dan de liefde voor mijn vader. En nu werd dit
zco plotseling, en zoo onkiesch docht mij, op me gowor-
penLiefde en huwelijkZou ik hem trouwen, den
dwingeland die ons allen in ziju macht hield en niet
edelmoedig genoeg was om ons vrij te laten NooitIn
mijn verontwaardiging ijlde ik verder en verder weg, en
niet voor ik vermoeden kon dat hij was heengegaan
keerde ik naar huis terug. Stel u mijn schrik voor, toen ik
mijn tante Flora vond met een vroolijken lach om den mond.
«O Hester 1" riep zij «mijnheer Blair heeft ons goed
nieuws verteld. Gij zult ons allen redden
Ik zag haar onthutst aan en vroeg
«Welk goed nieuws tante
«O mijn liefste ik kan je niet genoeg danken, ik kan
je niet genoeg zegenen. Ik kan wel schreien van vreugde.
Nu zal je goede oude vader het weer goed krijgen. Maar
ik heb het hem nog niet gezegd. Ik heb die aangename
taak aan jou overlaten."
Ik begon te gelooven dat er iets gebeurd was, dat ik
niet wist.
«Je weet wel wat ik bedoelmijn lieveling," zeide zij.
«Mijnheer Blair heeft het mij verteld en oik ben zoo
verheugd I Wij zijn thans gored en door jou 1 Mijnheer
Blair heeft mij gezegd dat je zijn vrouw wordt."
Dawson City staat aan den vooravond van hongersnood
en de inwoners hopen nog altijd op de aankomst van
booten met levensmiddelen maar de Yukon-rivier staat
zoo laag (het bericht is van September gedagteekend)
dat slechts de kleinste schepen haar kunnen bevaren.
De voorraad in de winkels is uitgeput en bekendmakin
gen zijn aangeplakt, waarin kort en goed wordt ver
klaard dat voor niemand zorg kan worden gedragen. Er
zal eene poging worden gedaan om levensmiddelen op
sleden over de bergpassen aan te voeren maar deze weg
is uiterst gevaarlijk.
Nog vierduizend menschen zijn op weg naar Dawson,
tnsschen Hyea en deze stad. Van hen is slechts een tiende
deel voorzien van levensmiddelen voor den tijd van een
jaar de overigen hopen bij hun aankomst overvloed
te zullen vinden
Een gouddelver Ellis, die in Juli naar Klondyke was
gegaan maar onderweg is teruggekeerd heeft aan den
New-Yorkschen correspondent van de Daily Ne ws
een verhaal gedaan van zijn lotgevallen.
Ellis verklaart pertinentdat de berichten van goud
vondsten in de dagbladen schandelijk overdreven zijn.
Hij verzekert, dat aan boord van de C 1 e v e 1 a n d, die
naar het heette te St. Michael terugkeerde met een ton
goud, niet meer dan voor duizend dollars goud was. Hij
heeft menschen gesproken in het Yukon-district, die er
vijf acht en tien jaar lang gegraven hadden en ze had
den nauwelijks geld genoeg om naar huis terug te keeren.
Zij zeiden hem dat de verhalen over den rijkdom der
streek in Dawson City zeer overdreven waren. Voor zoo-
ver zij gezien hadden werden alleen de prospectors rijk,
maar in den grond zat geen rijkdom.
Toen de heer Ellis te St. Michael aankwam op de
terugreis, vond hij daar 360 gouddelvers die op een ge
legenheid wachtten om naar San Francisco te gaan. Zij
waren hevig verontwaardigd over de verkeerde voorstel
lingen die hen van het goudland waren gegeven en de
meesten van hen verklaarden dat zij zich nooit weder
zouden laten overhalen tot zulk een onderneming. Het
grootste bedrag dat do heer Ellis bij één man zag, was
een som van 2000 dollars. (Handelsblad.)
Veevoeder.
In Denemarken bestaat sedert eenigen tijd een
fabriek die een nieuw veevoeder vervaardigt bestaande
uit een mengsel van melasse en bloed. Melasse is
een product dat de suikerindustrie naast de gekristalli
seerde suiker oplevert en dat nog een groote hoeveelheid
suiker bevat. Vroeger werd uit Denemarken veel melasse
naar Frankrijk uitgevoerd, maar daarmede is het gedaan
sedert Frankrijk de invoerrechten op dit artikel zoo sterk
verhoogde. Een tweetal Deensche apothekers is het nu
gelukt een middel te vinden om die melasse in het eigen
land te gebruiken.
Melasse heeft namelijk de eigenschap, dat het de ont
binding van bloed tegenhoudtwanneer men dit er mee
vermengt. De beide apothekers hebben nu, uitgaande van
de ongeveer gelijkwaardige samenstelling van rundvleeseh
en bloed vooral wat de hoeveelheid albumine betreft
een voedingstof weten te bereiden uit een mengsel van
mei asse en bloed die thans ook reeds in 't groot wordt
vervaardigd in een fabriek opgericht door eon vennoot
schap, in de nabijheid van de abattoirs van Kopenhagen.
Men krijgt van de abattoirs jaarlijks 14 millioen pond
bloed en van de 24 groote varkensslachterijen 7 millioen
pond. Denemarken zelf kan op een melasse-productie wij
zen van 30 millioen pond.
Het voeder wordt in verschillende samenstellingen be
reid zoodat het kan dienen 1°. als paardevoeder en
voeder voor melkvee 2°. voor varkens en mestvee 3°.
voor hoenderteelt.
Veestapel In Belgie.
Dat de gezondheidstoestand van den veestapel in
België ook alles behalve rooskleurig is en speciaal het
m nd- en klauwzeer zoowel daar als hier te lande heerscht,
blijkt o.a. opnieuw uit het «Résumé récapitulatif des cas
de maladies contagienses des animaux domestiques," ge
publiceerd door de «Société Royale de médecine publique."
Daaruit blijkt dat in de vorige maand in België het
mond- en klauwzeer beerschte op 355 erven en boeven
en dat niet ééne provincie vrij was van de ziekte.
«Heeft hij dat gezegd riep ik.
«Ja. Het schijnt irij bijna al te mooi dat zulk een
heerlijke oplossing komt van al onze ellende, maar ik
verwonder mij er niet over; je bent mooi genoeg om de
vrouw van een prins te worden 1"
«Tante", vroeg ik radeloos, «bevalt mijnheer Blair u
«Bijzonder Hij is een knap en vriendelijk man."
«Maar ik haat hem, tante Ik haat zijn gelaat, zijn
lach, zijn geheelen persoon. Ik kan hem niet uitstaan en
zou liever sterven dan met hem te trouwen."
Nooit zal ik vergeten hoe doodsbleek tante Flora werd.
«Wil je hem niet trouwen, Hester O, mijn lieveling,
dat kun je niet meenen. Hij heeft het zelf gezegd."
«Hij loog Nooit zal ik zijn vrouw worden. Ik heb niet
eens naar hem willen luisteren maar ben weggeloopen."
«Dat had je juist niet moeten doen. Je hadt moeten
luisteren en antwoorden. Nu is bij in de stellige over
tuiging dat je hem aangenomen hebt.'
«Dan moet bij uit dien waan gebracht worden."
«Maar hij heeft zulke edelmoedige plannen hij heeft
gezegd dat als gij met hem trouwt hij uw vader alles
kwijtscheldt maar dat als een bruidsgeschenk aan jou
hij mag levenslang op Firmanse blijven wonen en krijgt
bovendien een jaargeld van honderd pond."
«Heeft hij dat inderdaad gezegd vroeg ik verwonderd.
«Ja, en hij zal het doen ook. En ik dacht dat het waar
was. Hoe jammer Hoe gelukkig zou uw vader geweest
zijn als die schriklijke schuld hem niet langer drukte en
Firmanse zijn eigendom was. Ja, ik dacht weldat het
te mooi was om waar te zijn
«Ik zou hem trouwen als hij mii aanstond", zei ik
toen mijn tante schreiende ophield. «Ik wil alles dien om
vader te redden, maar ik kan hem niet uitstaan."
«Maar waarom dan toch, Hester?"
Ik dacht na, maar kon inderdaad geen enkelen redelijken
grond opgeven. Hij was knap, vriendelijk, ontwikkeld, had
aangename vormen, waarom beviel hij mij niet Zeils nu,
kan ik niets anders zeggen dan dat het instinctmatig
was. Ik had gehoopt dat mijn vader nooit geweten zou
hebben van het offer, dat ik nimmer zou aannemen, maar