Uit gebrek aan bewijs, ÏVegen en ÏVegentigste Jaargang. 1897. ZONDAG 7 NO V EMBER. Persoonlijke dienstplicht. Feuilleton. CHARLOTTE BRAEME. NO. 133. Tweede blad. ALRMAARSGHE (JOURAAT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Baterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar O,SO; franco door het geheele rijk 1, 3 Nummers 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prijs der gewone Advertentlën Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer: 3. Twee wetsontwerpen zijn uitdrukkelijk door de Regee ring aangekondigd die bij de liberale partij instemming, bij de katholieke en de anti-revolutionaire rechtstreeksch verzet of onheilspellende bedenking hebben uitgelokt. Het zijn die waarbij persoonlijke dienstplicht en leer plicht zullen worden ingevoerd. Van persoonlijken dienstplicht of afschaffing der plaats vervanging heeft de katholieke partij zich reeds sinds jaren een beslist tegenstander betoond, en in die houding is geen verandering gekomen. Wel daarentegen scheen verandering gekomen in de houding der anti-revolutio naire partijdie tot nog toe voor een beslist voorstander gold. Was zij dan een tegenstander geworden, en staat het vast dat zij een wetsvoorstel om de plaatsvervanging af te schaffen zal verwerpen Neen verzekert ons de Standaard de anti-revolutionaire partij is nog altijd voor de afschaffing en hoe zij zal oordeelen over een wetsvoorstel dat tot nog toe niemand kent, kan uit den aard der zaak nog niet vaststaan maar er bestaan bij ons gewichtige bedenkingen. Die bedenkingen hebben wij leeren kennen. Volgens art. 17 van het anti-revolutionair program van beginselen, reeds dagteekenende van 1 Januari 1878 zoekt deze partij vkracht tot handhaving van onze nationale zelf standigheid behalve in de versterking van het rechts besef de bevordering van kennis onzer historiede bevestiging van onze volksvrijheden en in een ervaren diplomatie, »in eene wettelijke organisatie van de doode en levende strijdkrachten te land en te water, die na verbetering van het scheeps- en kazerneleven, met prijs geving der plaatsvervanging, bovenal kracht zoeke in het moreel van den soldaat." Het program van actie van 29 April 1897 heeft daarin geon verandering gebraeht. Immers in zake de defensie wordt in dat program ge noemd .organisatie bij de wet van onze levende strijd krachten, overeenkomstig art. 17 van ons Program van Beginselen." Men ziet hetde .prijsgeving der plaatsvervanging" staat er niet op zichzelfmaar als' onderdeel der organisatie van onze levende strijdkrachten, zooals zij b. v. in het wetsontwerp-Bergansius was opgenomen. In het hervormings-prograrama, zoowel als in het programma van urgentie der Liberale Unie is het eigenlijk niet anders. Ook daar vindon wij .regeling der levende strijdkrachten, met invoering van het stelsel der persoonlijke vervulling van den dienstplicht en met opheffing van de schutterijen in haar tegenwoordigen vorm." Op dit verband iB al zeer spoedig door de Standaard gewezen De anti-revolutionaire partij, aldus kon men in dit blad lezen heeft zich wel verklaard voor de afschaffing der plaatsvervanging, maar niet op zich zelve. Met afschaffing der plaatsvervanging zijn we niet waar we wezen moeten. Onze defensie, de macht om ons te te weer te stellen, om onze onafhankelijkheid te verde digen of onze onzijdigheid bij een oorlog tusschen onze buren te doen eerbiedigen is en blijft dan nog even on voldoende. Neen, ons leger moet sterker zijn, altijd aanmer kelijk sterker dan tegenwoordig hetzij wij onze kracht zoeken in een minder ver strekkende uitbreiding der ge talsterkte met uitmuntende en daarom langdurige oefe ning hetzij wij de voorkeur willen geven aan een meer algemeene volksweerbaarheid zij het dan ook wat de meerderheid onzer mannen betreft met korter en minder volledige oefening in elk geval hebben wij iets anders en iets beters noodig dan onze tegenwoordige militie en schutterijen en daarmee moet gepaard gaan de afschaf fing der plaatsvervanging persoonlijke dienstplicht. Wellicht zijn er ook liberalen die met leedwezen en teleurstelling hebben opgemerktdat niet alleen het hervormingsprogramma maar zelfs het programma van urgentie der Liberale Unie door het voorstel der Regee ring op een gewichtig punt een zoo belangrijke inkrim ping ondergaat. Naast een hervormingsprogramma werd immers een programma van urgentie noodig geoordeeld, en daarin werden eenige van de in het eerstgenoemde programma genoemde maatregelen wegens hunne bijzon dere beteekenis »op den voorgrond" gebracht, in dien zin, dat de te stellen candidaten niet alleen instemming moesten betuigen met het geheele hervormingsprogramma, maar ook van de in dit tweede programma genoemde maatregelen met volle overtuiging de urgentie, het spoed- eischonde behoorden te erkennen. Maar hoe .urgent" een of andere maatregel ook in een stembus-programma verklaard moge worden een Regeering heeft tijd noodig om haar plannen te bei amen en in wetsontwerpen uit te werken. Een Regeering heeft te beslissen, in welken vorm en langs welken weg zij haar doel zal trachten te bereiken. Aan haar is do leiding. Haar moet het er niet om te doen zijn veelomvattende wetsontwerpen in te dienen, maar tot stand te brengen wat mogelijk schijnt en langs den veiligsten weg. Het tegenwoordige Minis terie is blijkbaar van oordeel dat het geraden is met de afschaffing der plaatsvervanging te beginnen en al moge een of ander program zelfs dat zijner geestver wanten de geheele regeling onzer levende strijdkrachten met opheffing der schutterij urgent hebben verklaard het overige voor later te bewaren. Daarvoor kunnen verschillende redenen bestaan b. v. dat voorstellen van beperkte strekkingwaarbij een regeling bij gedeelten ondernomen wordteerder een meerderheid vinden dan ééne afdoende alles omvattende regeling; dat een voorstel omtrent een enkel punt zeer spoedig gereed kan zijn en in betrekkelijk korten tijd behandeld kan worden, terwijl voor een algemeene regeling de noodige voorbereiding overeenkomstig de denkbeelden des Ministers alleen reeds van heel wat langer duur kan zijn dan een vurig voor stander vermoedt. Maar merkte de Standaard op er bestaat groot ver schil van gevoelen over de vraag wat de voorkeur ver dient, het stelsel van algemeenen oefenplicht of dat van een meer beperkte legermacht met afschaffing van de plaatsvervanging. Daarover loopen de meeningen zoozeer uiteen ook onder de tot oordeelen meest be voegden dat op het oogenblik moeielijk een keuze ge daan kan worden. Valt de beslissing ten voordeele van den algemeenen oefenplicht, dan is dit voorstel vol komen overbodigwant met algemeenen oefenplicht vervalt de plaatsvervanging van zelf. Was de Minis ter een voorstander van algemeenen oefenplicht hij zou met geen voorstel tot afschaffing der plaatsvervanging komen. Nu blijkt het dat hij een voorstander van het an dere stelsel is, en wij zijn nog niet bereid daarin met hem mede te werken. Ons vertrouwen is geschokt, wij aarzelen. Ziedaar de vrees en de onderstellingen die het antire- volu'ionaire orgaan verontrusten. Meer dan onderstel lingen en op die onderstellingen gebouwde redeneeringen heeft men echter niet. Wel zou uit hetgeen de tegen woordige Minister van Oorlog enkele jaren geleden heeft gesproken zijn op te maken, dat hij een voorstander zou zijn van het meer beperkte stelsel; maar dat door de af schaffing der plaatsvervanging reeds een beslissing zou genomen worden ten gunste van dat stelsel, is niet juist. Reeds is opgemerkt dat de invoering van den p e r s o o n- 1 ij k e n dienstplicht bij de militie, zooals die thans ge regeld is, alzoo met behoud van de loting, een latere invoering van den algemeenen dienstplicht of oefen plicht gemakkelijker zou maken, omdat daardoor meer geschikt personeel voor het talrijke kader zon beschik baar worden. Voorloopig zal het wenscheljjk zijn zich in al deze kwesties niet te zeer te verdiepen, en liever af te wachten, welk licht over de verdere plannen van den Minister van Oorlog vermoedelijk bij de behandeling der Staatsbegro ting zal opgaan. Wij kunnen niet aannemen, dat zij zich 9) DOOR HOOFDSTUK XI. .Geen kwaa d." Do advocaat Ross had de waarheid gesproken, toen hij zei, dat de geheimzinnige gebeurtenis op Oolde Feil de aandacht van geheel Engeland en Schotland had getrokken en meer gerucht gemaakt dan eenige zaak in de laatste jaren. Zoo valt nu en dan zoo iets als een bom midden in een vroolijke, onnadenkende wereld Colde Fell was een der fraaiste landgoederen in geheel Schotland. Het lag ongeveer drie mijlen buiten het stadje Athole in een prachtige streek. Het huis was van grijzen steen, ouderwetseh en vol verrassingen. Dichte scharlaken wijngaardranken dekten de muren en groene klimop be- C'° S"'a.D^8 f°renfl- Het uitwendige was buitengewoon schilderachtig, maar het inwendige niet minder. De kamers waren ruim en luchtig, vroolijk en gezellig, altijd vol zonneschijn. Een echt ouderwetseh Schotsch landhuis met vensters zoo groot als de kamers, breede gangen, breede trappen. Een huis dat gevuld had moeten zijn met de muziek van kinderstemmen, met vroolijk, opgewekt ge lach een huis waarin de gangen van" het voetgetrappel van kinderen hadden moeten daveren. En in plaats daar van was het bewoond door twee menscheu, die als zij alleen bij elkander zaten, altijd zwijgend en gedrukt waren. Het mocht wel het .Huis der grauwe schaduwen" heeten want de schaduw die het bedekte, was die van twee on gelukkige levens. De tuinen van Colde Feil waren hoogst smaakvol aan gelegd. Er waren eeD siertuin met een mooie fontein een ouderwetsche tuin vol fraaie bloemen, dien Hestor Blair zeer had liefgehad; een groote moestuin, waar alle moge- lijke groenten en vruchten groeiden eeu groote boom gaard vol van de prachtigste vruchtboomen. Er was een schaduwrijk gedeelte vol varens, waar Hester Blair gaarne vertoefde en een prachtige serre, waar de heer des huizes aangegrepen zou worden voor den doodstrijd. Het was een prachtig goed. Geslachten achtereen had het aan de Blairs behoord. Zy waren een rijk en aanzienlijk geslacht, wiens eenige afstammeling Angus Graham Blair was die zoo noodlottig zou sterven. Angus Blair was zeer jong op het landgoed gekomen. Hij was altijd zeer populair geweesthij was knap, sterk moedig en gastvrij. Hij was zeer gezieD bij moeders met huwbare dochters, maar hij had nooit aan liefde gedacht tot bij betooverd werd door het kinderlijke gelaat van Hester Carol. Firmanse maakte deel uit van zijn bezit tingen en in goede tijden had hij een mooie huur ervan gemaakt. Hij was lang geen slecht landheer, geduldig had hij gewacht op hetgeen de heer Carol hem schuldig was. Zelfs toen hij de huur niet ontving en zelf er heen ging, kwam hij volstrekt niet met vijandelijke bedoelingen. Hij' wilde eens zien hoe de zaken stonden met dien ouden dokter en nog voor hij wist wat hij zou doen vatte hij een krankzinnige liefde op voor het mooie meisje Hester Carol. Angus Graham Blair was een man van middel matige bekwaamheden middelmatig karakter, middelma tige deugden. Hij zou noch bijzonder goed, noch bijzonder kwaad doen. Het kwaadste wat bij deed was te trouwen met Hester Carol terwijl hij wistdat het meisje hem haatte en voor hem terugdeinsde. Dat was de slechtste daad die hij ooit beging. Hij gevoelde altijd zelf dat het zoo was., maar hij verontschuldigde zicu altijd mot te zeggeu dat zijn iiefde voor haar hem te machtig was geweest. V aak was de goede opwelling bij hem opgekomen om het mooie meisje niet te dwingen, maar ziju liefde maakte hem zelfzuchtig eu wreed. Hij zei dikwijls tot zich zelf, dat zij nog een kind was, dat hij haar .geen kwaad' deed dat eenmaal getrouwd zij hem wel zou gaan lief krijgen kortom dat hij tot haar best wil handelde door haar vader te redden en haar een onbezorgd leven te ver schaffen1. Daarom teide hij haar bidden, smeeken en waar schuwen niet Wat kon zulk een kind weten Haar vader vend het goed, haar tante drong er op aan dus scheen haar eigen verzet onbeteekenend. Zo° zelfzuchtig en wreed in zijn liefde was hij toch niet slecht en had hij kunnen voorzien hoe rampzalig het huwelijk zou geworden zijn, dan had hij er niet op aan gedrongen. Zoo trouwde hij haar, maar vergeefs wachtte bij op haar liefde. De eerste maanden had hij geduld met ziju mooi kinderlijk vrouwtjedat altijd schreide en het onderlijk huis beweende. Hij had zelfs nog geduld toen hij haar op Colde Feil braeht. Hij wilde voor zich zelf niet bekennen dat hij gedwaald en haar leven verwoest had. Hij deed al het mogelijke om haar liefde te winnen. Hij overlaadde haar met geschenken, maar het mooie kinder lijke gelaat verhelderde nooit. Hij dacht, dat veel bezoek en conversatie haar met haar lot zou verzoenen en zijn huis werd dus zeer gastvrij hij gaf bals diners en pic nics maar het meisjeshart klopte niet warmer voor hem. En de gasten die dit wel gingen inzien verwonderden zieh dat Blair zulk een jong meisje had kunnen trouwen, dat hem niet liefhad. Toch moest ieder toegeven dat zij haren man nimmer eenige aanleiding tot jaloerschheid gaf. Zij was de meest geziene vrouw in de streok, maar zij scheen nier. te weten wat coquetterie was. Er was geen man die er zich op beroemen kon dat zij door woord of blik hom eenige voorkeur bad geschonken boven andereD. Zelfs niet de flauwste zuchtjes van schandaal kleefden op haar naam. Toch praatte men over hen. De een zei, dat Blair te oud was voor zijn vrouw, de ander dat zij niet voor hem geschikt was, maar niemand scheen in te zien dat de ware oorzaak van het ontbreken van geluk, gemis aan liefde was. Toen erfde Blair een groot vermo gen en hij werd nog milder voor zijn vrouw maar toch kon hij geen enkel woord of bewijs van genegenheid van haar krijgen. En toen veranderde zijn liefde in haat, toen begonnen er geruchten te loopen over twistpartijen tusschen hen en over tweedracht die op Colde Feil heerschte. De

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1897 | | pagina 5