Volgn. 108. »Jaarwedden der onderwijzers." Het voor
stel der 1ste sectie om de jaarwedde van den onderwij
zer Plaat met f 100 te verhoogen werd zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Een voorstel der 2de sectie, om B en W. uit te noodi-
gen een voorstel te doen tot verhooging van het school
geld aan de openbare meisjesschool met f 10, aanvangende
in de 5de klasse, zoodat dit wordt f 50 voor de 5de tot
en met de 9de klasse, lokte discussie uit tusechen de
heeren Bruinvis, Boelmans ter Spill, Bosman, Kraakman,
Goede en de Wit.
De heeren Boelmaus ter Spill, Goede en de Wit ver
klaarden zich stellig tegen verhooging.
De heer IC raakman betoogde echter de wensche-
lijkheid eener verhooging, wat de gemeente plm. f 600
per jaar voordeel zal opleveren. Een voorstel van spr.
om uit te spreken, dat de Raad in beginsel er niet tegen
is, om een voorstel tot verhooging van schoolgeld in over
weging te nemen, werd in stemming gebracht en aange
nomen met 9 tegen 8 stemmen. Tegen de heeren Vonk,
Stoel, de Wit, Bruinvis, Preijer, Bosman, Goede en Boel
mans ter Spill.
Yolgn. 121. »Kosten Burgeravondschool". Ten aanzien
dezer school deden B. en W., naar aanleiding van een
daaromtrent gemaakte opmerking der le sectie, de mede-
deeling dat met de verdere toepassing van gasgloeilicht
wordt voortgegaan.
Volgn. 128, Subsidie Burg. Armbestuur." Op eene
vraag van de le sectie verklaren B. en W. zich gaarne
bereid met het burg. armbestuur in correspondentie te
treden, omtrent de vraag of het tot besparing zou kun
nen leiden wanneer een geregeld armbezoeker werd
aangesteld.
Volgn. 132. »Rente kasleening." Op voorstel van B.
en W. werd alsnog besloten een nieuwen post 132a uit
te trekken groot f 175 voor rente en provisie aan de
Kasvereenigiug te Amsteidam, wegens voor de gemeente
betaalde coupons en obligatiën.
Volgnr. 137. »Kosten openbare vermakelijkheden en
feesten". De heer Bruin vis vindt het door de 2e
sectie voorgestelde bedrag van f 1000 ter nadere be
schikking van den Baad bij gelegenheid van de troons
bestijging van H.M. de Koningin, boog genoeg. Voor
j 500,is een prachtig vuurwerk of wel eene sierlijke
illuminatie van het stadhuis en de SteeneDbrng te ver
krijgen, hetgeen, gevoegd bij een door de feestcommissie
te houden kinder- of volksfeest z.i. voldoende mag ge
acht worden om van Alkmaars bolangstelling in de
troonsbestijging onzer jeugdige Koningin te getuigen.
Maar wel zag spr. nevens f 500,nog gaarne f 300,
uitgetrokken als crediet aan B. en W. om onze wel wat
nuchtere vergaderzaal een gepast sieraad te verzekeren
en tegelijk eene hulde aan onze souvereine te betoonen
door de plaatsing barer beeltenis in peinture-Bogaerts.
Deze is te bekomen in 3 formaten a f50,f125,en
f300,Welke nu met het oog op de hoogte der zaal
het raadzaamst zou zijn, kan spr. nu niet uitmaken.
Door aanwijzing van f300,kunnen B. en W. naar
bevinding van zaken handelen. Naar spr. meening mag
het portret der landsvorstin in geen enkelo raadzaal van
Nederland ontbreken.
(Deze woorden worden met applaus begroet).
De heer van den Bosch verklaart hetzelfde voor
stel te hebben willen doen. Hij kan het daarom ten
zeerste ondersteunen.
De heer Kraakman wil de flOOO,—door de
sectie voorgesteld, op de begrooting plaatsen. In deze
vergadering zou spr. daarover niet reeds willen beschik
ken, door den gelden eene bepaalde bestemming te geven.
Doet men dat, zooals de heer Bruinvis zulks wil, dan
is het adres dor feestcommissie afgewezen. Over de be
stemming zon hij dus een nader voorstel van B. en W.
willen ontvangen.
De heer Bruinvis meent, dat nu reeds voor het
portret eene som moet worden beschikbaar gesteld, om
dat met bestelling niet moet worden gewacht, wil men
het op tijd ontvangen. Overigens handhaaft hij zijn amen
dement, om f800,uit te trekken.
De heer Boelmans ter Spill zou aanvankelijk
niets willen toestaan. Het voorstel Bruinvis echter, in
zake de beschikbaarstelling van f300,vindt spr. instem
ming. Daarom stelt hij het amendement voor om de
f 1000,te verminderen op f300,Om voor de feest
viering nog gelden uit de gemeentekas beschikbaar te
stellen, daar is spr. tegen. Bij de ingezetenen zijn daartoe
gelden ingezameld en die hebben door hunne inteekening
doen blijken wat zij daarvoor over hebben. Nu gaat het
niet aan, om door het verkrijgen eener bijdrage uit de
gemeentekas, de ingezetenen indirect te dwingen hunne
giften te verhoogen.
De heer Bruinvis is ovenwei van oordeel, dat de
Raad niet alles mag laten aankomen op de burgerij.
Spr. zou wenschen dat de stad voor de verlichting van
het stadhuis zorgde en daarom wil hij daarvoor f 500,
toestaan.
De heer Goede ondersteunt geheel het denkbeeld
van den heer Bruinvis. Spr. is het eens met de meening,
dat de feestcommissie te groote plannen heeft gehad en
van daar, dat ze zeker zoo gesukkeld heeft. Op het adres
zou spr. afwijzend willen beschikken.
Het voorstel der 2e sectie, om f 1000,ter beschik
king van den Raad te s.ellen, wordt iu stemming ge
bracht en aangenomen met 10 tegen 7 stemmen.
Tegen stemden de heeren Vonk, v. d. Bosch, Stoel,
de Wit, Bruinvis, Bosman en de Lange. De aanneming
geschiedde evenwel onder beding, dat het adre3 der feest
commissie werd afgewezen.
Voor het portret van H. M. de Koningin werd even
wel al dadelijk zonder hoofdelijke stemming f £00,ter
beschikking van B. en W. gesteld.
Volgnr. 147. v Teruggaaf aan het Rijk en de provincie
wegens bijdrage van particulieren in de kosten van ver
pleging van arme krankzinnigen."
Naar aanleiding van dezen post merkt de heer
Kraakman op, dat z.i. niet steeds het rijk en de
provincie op de bijdrage der particulieren aanspraak
kunnen maken. Het komt er slechts op aan met welke
bedoeling deze gelden gegeven worden. Van die bedoe
ling is het verleenen der restitutie geheel afhankelijk.
Is de bijdrage een souvenir geheel a'leen aan de gemeente,
dan zal zij daarover vrijelijk kunnen beschikken, zonder
verplicht te zijn een gedeelte daarvan af te staan.
Spr. beveelt deze zaak in de aandacht van B. en W. aan.
De Voorzitter zegt, dat B. en W. zich bereid
verklaren om den Minister van Binnenlandsche Zaken
deze zienswijze bloot te leggen. Het antwoord, daarop te
ontvangen, zal daarna aan den Raad worden medegedeeld.
De uitgaven waren hiermee afgehandeld.
Inkomsten.
Volgnummer 16 Opcenten op de hoofdsom der per
soneels belasting."
Door B. en W. is voorgesteld de opcenten welke
thans voor de gemeente geheven worden tot 60, te ver
minderen tot 50 en den hoofdelijken omslag te verhoogen.
De 2e en ook de 3e sectie stellen voor het aantal
opcenten op de hoofdsom der belasting op het personeel
te heffen als volgt
50 opcenten van de perceelen van niet meer dan f 150
huurwaarde
60 f 150 tot niet meer
dan f 225 huurwaarde;
70 f 225 tot niet meer
dan f 300 huurwaarde;
80 f 300 huurwaarde en
hooger,
gevende een opbrengst van f 29310,80 of ruim f 8000
meer dan volgens het voorstel van B. en W. zal ver
kregen worden.
De heer Bruinvis zegtdat tegen het onlangs door
B. en W. ingediende voorstel is beweerd dat hoogere
opcenten gewenscht waren ten einde den hoofdelijken
omslag niet te hoog op te voeren en alzoo personen, die
zich wellicht hier zouden willen vestigen, door een hoog
percentage af te schrikken. Elders en spr. toont dit
met voorbeelden aan koestert men blijkbaar die vrees
niet. Verwacht men nu dat lieden die vrij zijn in de
keuzo hunner woonplaats wel zullen informeeren naar
het percentage van den hoofd, omslag en niet naar
het aantal opcenten Spr. meent dat hooge opcenten
meer zullen weerhouden dan een percentage van den
hoofd, omslag van 3% b.v.
Als men in aanmerking neemtdat in de hoofdsom
van het personeel door de 2010 perceelen beneden f150
huurwaarde slechts 4/21 en door de overige 926 perceelen
17,2i door d® 214 daaronder van boven f 375 huur
waarde alleen 8'5/al worden opgebracht, dan behoeven
waarlijk geen opklimmende opcenten den druk op de
perceelen die in de hoogere huurwaarde vallen even
redig te verhoogen want juist vcor zulke perceelen
wenscht men hier bewoners van elders te bekomen
lieden die tot de algemeene welvaart wat kunnen bij
brengen. Mocht daarom het voorstel van B. en W. niet
worden aangenomen, dan heeft spr een bemiddelings
voorstel n.l. om hef getal opcenten te heffen tot een
maximum van 65.
De heer Kraakman verklaartdat bij de sectiën
in overweging is geweest om den hoofd, omslag zoo min
mogelijk te verhoogen een beginsel dat vroeger steeds
heeft gegolden. Thans zal de Raad echter wel moeten
verhoogen, ook al worden de opcenten hooger. Het Rijk,
dat vroeger 20 opcenten hief heft thans op die wijze
niets. Daardoor zal hot aantal opcenten, bij eene hoffiug
van 80 door de gemeente, gelijk blijven. Spr. heeft niet
de overtuiging gekregen dat het personeel te hoog zal
worden. Bovendien is het betalen der personeele be
lasting geheel vrijwillig, omdat ieder zijne eigen woning
kiest. Bij hoofdelijken omslag is een ieder gebonden.
De heer Bruinvis herinnert aan de vroegere hou
ding van B. en W. Toen was dit college voor ver
hooging van opcentendoch toen liep de heffing over
meer schijvenevenredig over alle huurwaarden. Een
groot aantal woningen zullen nu echter buiten de be
lasting vallen.
De heer Boelmans ter Spil zegt, dat belasting-
verhoogiug niet aangenaam is. Gaarne had hij gezien,
dat de gemeente eene bijdrage van het Rijk had ont
vangen, wat helaas niet zal geschieden. Spr. is er voor,
om "de belasting verhooging zoo goed mogelijk te ver-
deelen. Vestiging van rijke vreemdelingen mag een niet
te verwerpen motief zijnzij is geen hoofdmotief. De
vraag is alleenwelke is de beste regeling. Deze is
zeker de Hoofd, omslag. Personeele belasting is eene
verteringsbelasting zij wordt geheven naar uiterdijken
staat. Hierin ligt het motiefwaarop de heer Kraakman
doelde, om niet bij te dragen, elk naar zijne krachten,
en spr. is hiertegen. Bovendien bestaat tegen het heffen
van 80 opcenten een ander motief. De gebreken, welke
de wet aankleven worden daardoor verdubbeld de on
billijkheid dier belasting wordt daardoor verhoogd.
De heer Kraakman oordeeltdat vorige spreker
het niet billijk vindtdat iemand in een klein huis
gaat wonen om daardoor weinig personeel te betalen.
Verder heeft deze gesproken over gebreken welke de
wet aankleven.
Als het waar is, dat die gebreken werkelijk bestaan,
waarom, zoo vraagt spr., ze dan niet aangetoond. Spr.
was juist van gevoelen, dat door de nieuwe wet op het
personeel een aantal gebreken zijn weggenomen. Zoo zijn
winkelhuizen, die vroeger geheel werden aangeslagen,
gesplitst in winkel en woning en is alleen deze laatste
belast. Verder vindt spr. het billijk, dat naar gelang der
grootte van de gemeente, op iedere huurwaarde een
zeker bedrag als onbelast wordt afgetrokken. Hij meent
daarom, dat het voorstel dor sectiën een evenredigo ver-
deoling der belasting daarstelt.
Het voorstel der sectiën wordt in stemming gebracht
en aangenomen met 12 tegen 5 stemmen. Togen stem
den de heeren do Groot, Stoel, Bruinvis, Boeimans ter
Spill en de Sonnaville.
De door B. en W. voorgedragen outwerp-verordening,
gewijzigd in verband met de genomen beslissing, werd
daarna zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Volgnr. 17 Hoofdelijke omslag". Deze post werd door
B. en W. uitgetrokken op f 56000. De 2e sectie stelde
voor hem met f 8000 te verminderen en alzoo 3°/0 van
het belastbaar inkomen te vorderen, terwijl de meerder
heid der 3de sectie voorstelde dezen post, evenals vorig
jaar, te ramen op f 35000.
Vermeerderd met de f 8000 hoogere opbrengst perso
neel, zou volgens het voorstel van B. en W. dan nog
f 13000 ontbreken. Om dit bedrag aan te vullen noodig-
den die leden B. en W. uit, om eene verordening te
ontwerpen op de heffing en invordering van straatgeld
ten bedrage van f 13000.
Naar de meening van B. en W. is het raadzaam den
Hoofd, omslag als sluitpost der begrootmg te beschouwen.
Dit college verklaart verder, dat hem de gelegenheid,
om over de wenschelijkhoid eener straatbelasting van
gedachten te wisselenheeft ontbroken.
De heer Bosman verklaart, dat het voorstel tot
heffing eener straatbelasting is gedaan in de sectie,
waarin hij zitting had. In die sectie heeft men gemeend,
dat dit een zeer aanbevelingswaardige belasting is, Wat
den H. O. betreft, zijn meening is dat die belasting
zeer ongeregeld en onbillijk is. Dit is evenwel niet de
schuld van B. en W., omdat zij de gegevens missen.
Wanneer men echter het voorrecht heeft, zooals spr., om
lid te zijn in de commissie van aanslag voor de bedrijfs
belasting, dan kan men over de aanslagen in den H. O.
oordeelen en dan komt men onwillekeurig tot de overtui
ging, dat die aanslagen al zeer dikwijls met de werke
lijkheid in strijd zijn.
Eene straatbelasting nu rust op een goeden grond
slag, waarvan de gegevens beschikbaar zijn, zoodat men
precies weet wat ieder betalen moet. Deze belasting
heeft verder dit voordeel, dat ook eigenaars buiten de
gemeente daarin moeten bijdragen.
Naar spr. meening is het eenige bezwaar van B. en W.
hierin gelegen dat hun de gelegenheid heeft ontbroken,
om deze zaak behoorlijk voor te bereiden. Bij den spr.
bekenden ijver van den secretaris verwacht hij, dat B. en
W. in het begin der maand December nog een voorstel
zullen kunnen doen. Zonder twijfel zou de verordening
dan met Maart goedgekeurd kunnen zijn zoodat ze nog
voor 't volgend jaar kon werken.
De heer Bruinvis zegtdat de vorige spr. heeft
gewezen op de onbillijke aanslagen in den H. O.'t Is te
recht, dat daarvan do schuld niet ligt bij B. en W. Is
men te hoog aangeslagen dan kan door de indiening
eener reclame de aanslag geredresseerd worden. Te lage
aanslag is schuld der aangevers, die zelf de aangifte doen
en daarbij vermelden hoe hoog zij meenen te moeten
worden aangeslagen.
De heer Vonk kan moeielijk meegaan met verhoo
ging van den omslag. Hij is het eens met den heer Bos
man. Hoofd, omslag is grootendeels een verteringsbelas
ting waarbij gegevens ontbreken. Alleen uiterlijke staat
wordt dikwijls tot basis genomen. Bij straatbelasting
heeft men twee vaste grondslagen, n.l. huurwaarde en de
breedte van het perceel.
Spr. meent echter, dat de invoering van haven-, kaai
en diepgeld met de invoering eener straatbelasting onaf
scheidelijk moet worden verbonden. Ook daar moeten
de uitwonenden worden getroffen. Spr. stelt voor, tot de
invoering van beide belastingen te besluiten.
De heer van den Bosch verklaart, dat hij behoorde
tot de minderheid der 3do sectie. Aanvankelijk was hij
tegen straatbelasting omdat ze hem te onbekend was.
Iutusschen heeft hij zich vergewistnaar aanleiding
waarvan hij met de 3de sectie thans kan medegaan. Het
gevoelen van den heer Vonk deelt hij. Spr. vindt het
niet meer dan billijk dat zij die van onze wallen ge
bruik maken, daarin bijdragen.
De heer Goede is van hetzelfde idee.
De heer Boelmans ter Spill drukt er zijn spijt
over uit, dat alles, wat hij tot dusver gehoord heeft, strek
ken zal tot ontlasting van de meer gegoeden, 't Beginsel
van een hoofdelijken omslag meent hij is steeds goed
geweest. Wat de heer Bosman in het midden heeft ge
bracht is een gebrek in de uitvoering. Spr. zou willen
vragen of die uitvoering niet is te verbeteren. Zijne
overtuiging is dat vele fouten kunnen worden hersteld.
De behandeling van het kohier van den hoofd, omslag
iu den Raad is zeker mede aanleiding geweest van te on-
gelijken aanslag, 't Is toch gebeurd herinnert hij zich
wol, dat de Raad eens een kohier heeft vastgesteld, zon
der hot te hebben ingezien. Daarom zou spr. iu de uit
voering willen voorzien. In de straatbelasting, gebaseerd
op huur waai de en gevelbreedtezal niet ieder naar
zijne krachten bijdragen.
De heer Bosman zegtdat het de bedoeling is de
straatbelasting te heffen van de eigenaars niet van de
bewoners der perceelen. Spr. heeft vóór zich een voor
stel tot heffing van zoodanige belasting in de gemeente
Utrecht en doet daarvan gedeeltelijk voorlezing.
De heer Bruinvis meent te moeten opmakendat
vorige spr. van deze zaak eene studie heeft gemaakt.
In 't algemeen drukt hij als zijn gevoelen uit dat de
belastingen met vaste grondslagen in den regel de meest
onbillijke zijn.
De heer Kraak man heeft de verordening voor de
gemeente Utrecht ook ingezien. Daarbij is hem ge
bleken dat zij is progressief. Perceelen met f 100 huur
waarde betalen de minste, perceelen met grootero huur
waarde betalen hoogere belasting.
Bovendien wordt in die verordening een beperkt be
drag geheven en wel niet minder dan 1 pet. en niet
meer dan l1/,, pet. der huurwaarde. Daaruit kan wor
den opgemaakt, dat de straatbelasting is eene belasting
naar de huurwaarde.
Bij toepassing dier methode zou zoodanige verordening
nuttig kunnen zijn voor de gemeente-fiuanciën.
Slechts in één opzicht stemt spr. niet in met den wensch
der 3e sectie. Een bedrag van f 13000 zal naar spr.
oordeel in de verste verte niet bereikt worden. De
belastbare huurwaarde voor deze gemeente betrekkelijk
de personeele belasting bedraagt p. m. f 484000. Bij een
maximum van 1pet. zal men dus hoogstens tot p. in.
f 6500 kunnen komen. Spr. zou de straatbelasting
aanvankelijk niet tot een hoog bedrag willen opvoeren.
Hij onderschrijft verder ten zeerste eene belastingheffing
in den vorm van haven-, kaai- en diepgeld, welke be
lasting reeds vroeger .in deze gemeente is geheven.
De heer Bosman heeft opgemerkt, dat vorige spr.
wenscht om niet tot f 13000 te gaan. Te Utrecht wordt
ruim f 50000 verwacht bij een percentage van 1 tot 1 '/2.
Hij meent dat voor Alkmaar wel van dit bedrag bij
gelijk percentage zal kunnen worden verkregen. Bijeen
straatbelasting zullen ook niet-bewoonde perceelen wor
den aangeslagen on dit zal ook een niet onbelangrijke
bijdrage geven. Spr. gelooft overigens niet, dat de 3e
sectie zoo bijzonder hecht aan het cijfer van f 13000.
Hij kan verder hoezeer geen voorstander van haven
en diepgelden, meegaan met het voorstel van den heer
Vonk. Spr. stelt voor beide belastingen in te voeren
tot een gezamenlijk bedrag van f 10000.
De Voorzitter herinnert er aan dat men ten
opzichte eener heffing van havengeld niet moet vergeten
dat die helfing steeds in verband is gebracht met de