No. 139 Eerste blad. I¥egen en Itfegentigste jaargang, 1897, ZONDAG 21N0YEIBER. Nationale Militie. Stadsberichten. Ook aan de Schapeusteeg heeft het perceel B 24 eeue belangrijke verfraaiing ondergaan. Na geheel te zijn geslooptverrees daar een nieuw winkelhuisdat aau dezen nauwen, drukken verkeersweg weder een sierlijker uiterlijk geeft. De heer Joh. Schoonhoven vestigde er een handel iu gonden en zilveren werken, horlogiën enz. Ook op dit gebied breidde zich de concurrentie te dezer stede sterk uitzeer zeker behoeft men voor dit artikel niet naar elders te gaan. ALK1AARSCHE Deze Courant wordt IMsasdag-, Rcmderdag- en Saterd»g»v©ad uitgegeven. Abonneinentspr (je per 3 maanden voor Alkmaar f 0,841; ranco door het geheele rjjk 1, De 3 nummers/O,O®. Afzonderlijks nummers 3 ets. Teiefeonnu Prijs der gewone Advertentlëiw Per regel 4»,IA. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgavers HERMs. COS TER ZOON. BK VOLUI SIC. Onderstaande personen worden in hun belang drin gend nitgenoodigd, zich ten spoedigste aan te mel den, ter gemeen'e-secretarie (afdeeling bevolking)Wil lem van Dijk, laatste woonplaats Amsterdam; JanKuin, 1. w. Zaandam Corna. Kleverlaan, 1. w. Amsterdam; Eli sabeth Maria Schinkel, 1. w. Amsterdam; Pefcronella Seher mer, 1. w. HoogwoudAaltje Slikker, 1. w. Zijpe. Itonderdag 25 Bfoveinber e. k., voormiddag! ÏO uren, moeten, ten stadshuize, de stukken onderteekend worden ter verkrijging van vrijstelling als eenige wettige zoon en voor broederdlenst. Benoemd tot pastoor der St. Laurentius-parochie de heer H. A. Horningpastoor te Medemblik. Benoemd tot directeur van de Muziekvereeniging «Orpheus" te Haarlem onze vroegere stadgenoot, de heer M. HHofmeester Ra., aldaar. „Om de Kroon". «Wanneer hij (de tooueelschrijver) het publiek (bij de voorstelling van zijn stnk) e rst enkel nieuwsgierig, daarna belangstellend, eindelijk geboeid en medegesleept ziet wanneer hij het ziet trillen van ontroering, met den blos op het gelaat en het oog tintelend van geest drift, met ingehouden adem de handeling volgend, straks losbarstend in toejuichingen, dan is er voor den schep penden kunstenaar geen genot van het ocgenblik denk baar, dat daarbij haalt. »Zulk een spontaan en onbetwist sncces behaalde voor eenige weken Francois Coppée in het Parijsche Odéon met zijn drama »Pour la Couronne Zoo schrijft de heer Mr. J. N. vau Hall in de Maart aflevering van »de Gids" in 1895. Sedert heeft hetzelfde »Om de Kroon'' nog vele malen honderden Nederlanders ontroerd, tot geestdrift en toe juichingen genoopt zij het bij onze kalme laaglandsche natuur ook in mindere mate dan bij de vurige Parijzeuaars. Zoo is het geschied Donderdag 18 November iu het lokaal «Harmonie" bij de opvoering van het genoemde drama door de Kon. Vereeniging «Het Nederlandsch Tooneel". Het publiek was onder den indruk van de welluidende verzen den schooneu vorm den verheven inhoud. De innigste liefde voor het vaderland schitterde naast het laag verraad de toewijding der slavin con trasteerde aandoenlijk met de ijdelheid on den trots der echtgonoote die man en stiefzoon in het verderf stort de heerlijkste zelfopoffering voor de eer van den vader wischt allen smet af van den zoon, die om der wille van het vaderland, dien vader heeft gedood. In de laatste zinnen ligt ook reeds eeue beoordeeliug van het spel. Mevrouw Holtrop-Vau Gelder (Militza) speelde de aan trekkelijkste rolmaar deed dat ook zóó, dat menig traantje door gevoelige dames en zelfs heeren is wegge pinkt. Haar spel, gesteund door haar figuur, was subliem. Mevrouw Brondgeest-Bouwmeester (Bazilide) was de slang de python die zich kronkelde om haar prooi. Haar spel was buitengewoon iu het tooneel, waarin ze haar man wilde overhalen tot het verraad vau zijn Vaderland. Voor den heer Bouwmeester (Oonstantijn) werd de toe gevendheid van het publiek ingeroepen, daar hij verkou den was. Hij speelde toch goed, maar was niet rolvast genoeg het anders zoo forsch tooneel iu het 3e bedrijf, de strijd met zijn vader in den te bewaken pas, was ten gevolge daarvan een weinig mat. De heer Van Schoonhoven (Prins Michael Brancomir) was meester van zijn taak. Hij heeft veel schoons te zien gegeven. Zijn inwendige strijd, de keus tusschen een eervollen tweeden rang en een geschandvlekt ko- niugscbap, werd meesterlijk vertoond. Do heer Isiug (Priester Koning) heeft geen koninklijk orgaan. Hij had ook meer gevoel in zijn woorden moeten leggen. In de eerste bedrijven, als twee of drie personen een scène vormden kwamen sehoone tooneelen voor, wat houding en groepeering betreft. Dat kan men van het laatste bedrijf niet zeggen; de tooneelruimte was te klein. De costumes waren bijzonder fraai en gepast. Vooral dat van Bazilide in het tooneel, waarin ze Brancomir er toe drijft zich voor een koningstroon aan den Turk te verkoopen. Het tooneel zelfconlissen met boomen, waar huizen moeten staan; een tuinmanswoniug voor een kerker eener 15e eeuwsche stad met moderne huizen een bosch zon der glooiing voor een bergpas enz. was afschuwelijk. De regie van het «Nederl. Tooneel'' heeft hieraan niet geheel schuld maar wei aau de volgeude dingen. In plaats van een 15e eeuwsche zetel komt een leunstoel van onzen tijd en nog wel op een ongeschikt oogenblik op het tooneel. De steen waaraan de gevangene wordt geketend, slaat om. Dat zijn geen kleinigheden. Ze ont goochelen do toeschouwers tot iachens toe bij de ern stigste scènes. Het lokaal was goed bezet, hoewel er velen, naar men zegt, in Alkmaar zijn, die niet van eeu drama houden. Dat is jammer voor hen Alkmaarsclie IJsclub. In de dezer dagen gehouden jaarlijksche vergadering van bovengenoemde vereeniging werden de heer J. Cock en W. A. van Zuijda-m tot bestuursleden gekozen. Be sloten werd om, evenals in het vorig jaar, het beheer te vragen over: a. het water der stadsgrachten, van de Heilooërbrug naar de Tesselsche brugb. den verkeers weg van het Kanaal van het Huiswaarderbruggetje tot de Noordervaart. De kas sloot met een batig saldo van f 10 de contributie werd vastgesteld op f 1. Als afge vaardigden naar de Bondsvergadering te Zaandam, op zondag, den 21, werden gekozen de heeren F. Wigman en J. Oock. Kegel wedstrijd- Van 15 November tot 26 December heeft in het «Noordhollandsch koffiehuis," van den heer A. M. Hazos aan het Luttik-oudorp, een kegelwedstrijd plaats. Voetbal. Op zondag, den 21, zal een wedstrijd plaatshebben tusschen de alkmaarsche voetbalclub «Always Forward' en de hoornscbe voetbalclub «Sport." Op de alfabetische aanbeveling voor de benoeming van een directeur der Utrechtsche Tramweg-maatschappij door commissarissen opgemaakt, komt voor de heer C, Bosman Jr., ingenieur alhier, alsmede de heeren A v. Eijsden, le ambtenaar Dedemsvaartsche stoomtrammaat schappij to Dedemsvaart, F. M. Loeb, ambtenaar der Gel derseh-Overijselscbe stoomtram-maatschappij te Deventer Tentoonstelling schilders-studiën. Naar wij vernemen, zal er op <f^n der bovenzalen van den heer A. Peperkamp, aan de Breedstraat. van zondag, 28 November tot en met woensdag, 1 De cember, eene tentoonstelling plaats hebben van schilders studiën, van de hand van den heer J. Cock, alhier. Wij kunnen niet anders dan aanraden het werk van dezen nijveren schilder te gaan zien, terwijl de toegangsprijs van 10 cents geen beletsel zal uitmaken. Hierdoor steunt men tevens hot Teekengenootschap «Kunst zij ons doel iu haar streven, der burgerij iets goeds en degelijks ten aanschonwe te geve». Vrijdagy 10 December, heeft, een kunst-beschouwing plaats, bestaande uit de portelenillo «Kunstliefde", van Utrecht. Grondcrediet. Door de besturen van de Veroeuigiugeu voor den Effectenhandel, te Amsterdam en te Rotterdam, wordt bekend gemaakt, dat iu de officieele prijscouranten dier vereenigingen zullen worden opgenomen de Sf'j p. c pandbrieven van de Naamlooze Vennootschap (Hypo theekbank) «Noordhollandsch Groudcrediot" te dezer stede. lieuwc winkels. Weder is het de Houttil, waar een nienwe winkel de aandacht van den voorbijganger trekt, en die des avonds, door ruimeren toevoer van licht, aan de toch reeds vrij drukke straat, nieuwe levendigheid bijzet. Het is de heer F. Kaeseberg, die den 18 in het perceel 24b zijne zaak in horloges, klokken enz. aldaar vestigde en door een net interieur gezorgd heeft, dat zijn winkel de al gemeeue opmerkzaamheid wekt. Geheel-onthouders Bond. Vrijdag, den 19,. 's avonds, had in bet-lokaal Har monie de aangekondigde openbare vergadering plaats, welke door een vrij groot aantal belangstellenden werd bezocht. De heer ds. Weeder opende de bijeenkomst met eene kleine herinnering aan een iu zijn laatste rede wellicht onjuist begrepen woord. Toen hij n.l. had gezegd, dat er in Alkmaar werden gevonden gevangenissen, eeu gesticht voor verwaarloosde kinderen enz., had hij daar Dog bij willen voegen, dat 99 van de 100 in deze laatste inrich ting kwamen wellicht door ouders, die te veel drouken. Eigenlijk moest hij zoggen enkeldie dronken, want wie drinkt, drinkt altijd te veel. Dit te bewijzen, was bot doel van zijne rede, die tot titel had: «Waarom beslist geheelonthouding?" Onthouders, zegt spr., zijn lieden, die niet alleen zelf niet drinken, maar zooveel in hun vermogen is, zorgen dat andereu dit ook niet doen. En hierin vindt hij alleen heil. Spr. herinnert aan het denkbeeld van de vroegere afschaffers, die zich ten taak stelden, te zorgen dat de minder gegoede vooral geon sterken drank gebruikte, omdat deze zoo laag en gemeen was terwijl bij zelf zich genot niet wilde ontzeggen vau zijn lekker glaasje bier en zijn fijn wijntje over tafel behield. Zulke denk beelden noemde hij en wellicbt heden velen met hem onzinnig en dwaas. Met klem wees spr. voortdurend op de drankellende. Ieder wist en kende z. i. die ellendo en vaak de schande, die er heerschte in dé geheele maatschappij tengevolge vau den drang tot bedwelming door drankgebruik. Veel er van blijft helaas nog verborgen, maar gelukkig wordt ook veel reeds gezien. In de gevangenissen, zegt spr. o. a., is vrij zeker van 70 percent oorzaak de drank. Ook in de krankzinnigengestichten is de oorzaak er van veelal te zoeken bij de lijders zelf of bij hunne ouders. En in de meeste gevallen, herhaalt spreker, zijn het de matige drinkers, de zoogenaamde sterkeren geweest, die door hun voorbeeld den zwakkeling hebben verleid. Wie slechts even denkt aau de zee van tranen en het lijden van vrou wen en kinderen, hij zal niet meer twijfelen aan drank ellende. En, vraagt spreker, waaruit komt die voort? De mensch gebruikt den drank vaak als een soort bedwel ming, om zich zelf en daarmede ook anderen in den waan te brengen van berusting. Maar dan moet spr. waarschu wen tegen twee eigenaardige eigenschappen van de alcohol, le. 't Is een beslist vergif; niet de boeveelheid, maar zelfs elke droppel, de eerste zoo goed, als de laatste. Ze werkt verlammend op den wil, de zelfbeheersching, ja op alles wat vormtden zedelijken mensch. 2e. Veroorzaakt ze dien gevaarlijken prikkel-.naar meer, en dit is misschien wel het grootste gevaar. Maarvraagt men wel eens wie hebben daarvan de schuld Eu dan is men vaak geneigd deze te wijten aan onpersoonlijke dingen, b.v. aan den Staat, de wetten, de vele vergunningen en zoo velerlei omstandigheden. Maar z.i. is het dwaasheid: het onpersoonlijke kan er geen schuld aan hebben. Z.i. schuilt deze hoofdzakelijk bij de matige menschen, en hij wenschte dat allen deze beA wering inzagen uit den matigen drinker van beden volgt de dronkaard van morgen. Hij hoopte dat allen moch ten komen tot de overtuiging van den geheel onthouder, die zegt«Ik wil niet langer medeoorzaak zijn van de ellende van zoovelen." Bij het zien van een dronkaard moesten dan allen evenals spr., noodwendig denken aan vrouw en kinderen aan zijne ouders en aan zijn vrien den, die hem wellicht eenmaal verleidden. Spr. gelooft niet dat er zijn, die zullen durven zeggen «ben ik mijns brooders hoeder", omdat men door ware menschenliefde daarvan reeds lang overtuigd is; maar, vindt hij, dan dient dit ook bewezen en dat kan alleen door geheele onthou ding. Den matige, meent spr., o.m. te kunnen vergelij ken bij eeu generaaldie ten oorlog tl-ektdus met het doel om te dooduu en die tegelijk lid is van een vrede bond. De tijden zijn voorbij, zoo eindigde spr., waarin ieder voor zich zelf dacht en zorgde. Langzamerhand wordt een nieuwe maatschappij geboren en daarin zijn noodigvrije menschen, voor wie wij nu reeds aanspra kelijk zijn en die tijden zijn aanstaande aanstaande ook voor u Na 5 minuten pauze kwam de hoer ds. Melchors aan het woord over„Volksontwikkeling en onthouding." Spr. stelde voorop deze beweringEen volk dat drinkt denkt niet en een volk dat niet denkt, is verplicht sfeaf te blijven. Ieder zou hem toegeven, dat niet allen den- zelfden blik op de dingen slaan, en dat dit gewoonlijk ver oorzaakt wordt door: den stand waartoe wij behooren, de ontwikkeling die wij hebben genoten den kring waarin wij ons het meest bewogen enz. Allereerst moest spr. eens nagaan wat men onder volk verstaan moest en dan was de opvatting nog al verschil lend. Men denke maar eens na over deze uitdrukkingen: „Hij verkeert veel onder 't volk," tegenover bewijzen van belangstelling van het geheele Nederlandsche volk," terwjjl vele gegoeden door 't volk verstaan de werklieden, die gewoonlijk hunne huizen herstellen, be hangen schoonhouden enz. Van deze laatsten vinden ze het heel goed, als ze onthouders worden, dan vinden ze geen maandaghouders meer en ook, omdat het drinken geld kost en als de werkman reden tot blagen meent te hebben, moet hij maar beginnen met die weelde te laten. Maar zegt spr., de werkman wordt niet gered door enkele sympathiebetuigingen van lui, die zelf niet willen medewerken, omdat zij het voor zich niet noodig achten. Wij zeggen: 't is een zaak, die u, rijken, zoo goed aangaat als de armen. Voor zijn geld, beweert spr., kan men in alles, van allen genieten. Iu een tijd als de onze, waarin kennis koopwaar is geworden, en de bezitters daarvan bunkeren naar ben, die er van willen profileeren, om ze les te mogen geven, wantwaarvan zal anders de ontwikkelde be staan Eu in alles kan men zich door geld op deze wijze laten vervangen, in zijn zaken als men er zelf geen ver stand van heeft, iu de correspondentie als men zelfgoen talen geloerd heeftenz. Wat zal nu, vraagt spr., de ouhouding uitwerken Hier liet hij volgen de illusie welke een oudorwetsch afschaffer zich daarvan maakte eu die tal vau wenschens- waardige verbeteriugen voorzag Spr. gaf toe, het zou zoo zijn, iudien 't drinken de eenige oorzaak der ellende wasmaar er waren nog andere oorzaken. Naast de drankellende waren nog vele onrechtvaardigheden in de sociale toestanden. Spr. vond het feit heuchelijk, dat de voorgangers bij arbeidersvereenigingen meest zijn geheel-onthonders of ze worden het en dit bewijst z. i„ dat zonder de onthou ding, de arbeidersbeweging niet kan slagen. Onthouding noemt hij dan ook eene onmisbare voorwaarde voor de ontwikkeling van 't volk. Dikwijls zoekt men naar oor zaken en vindt die vaak verschillend, maar daarbij stelt de een ook voorop de verandering van den mensch eu een ander, die van de omstandigheden. Als 't volk zwijgt eu niet klaagt, meent men wel eens, dat het er dan ook geen reden toe heeltmaar bij nader onderzoek zou z. i. veelal blijken, dat er w e 1 ellende heerscht, maar dat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1897 | | pagina 1