No. 141. eerste biad. IVegen en Negentigste Jaargang.
1897.
V R IJ 1> A (f
36 NOVEMBER.
Goede hoop.
Buitenland.
ADtMAARSCHE COIIRANT.
Deze Courant wordt IMudag-, Donderdag- en
Saterdagavond uitgegeven. Abonn-v.uentsprys per
3 maanden voor Alkmaar f 0,8©iranco door het
geheel e rjjk 1,
De 3 nummers O,O®. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone Advertenttën t
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HBRMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnui
ter3
Is het waar, wat Opzoomer in 1860 meende te knnnen
beweren, dat hetgeen aan scholen wordt besteed aan
gevangenissen wordt nitgewonnen Er zijn er wien de
vraag zelve reeds belachelijk schijnt. Daarvan is toch
waarlijk niets te bespeuren, verzekeren zij ons, en zij
meenen juist het tegendeel te kunnen opmerken. Erkend
moet worden, dat bewijs van het een of van het ander
zeer moeilijk geleverd zou kunnen worden. Op dit terrein
werken vele oorzaken samen. Wanneer b.v. de politie waak
zamer wordt, zullen daarom alleen reeds meer misdrijven
vervolgd en personen veroordeeld worden, al neemt het
aantal misdrijven die gepleegd worden, eer af dan toe.
Maar er is een andere reden, waarom men zich tegen
deze meening van Opzoomer niet op de ondervinding en
de statistiek kan beroepen. In ons vorig artikel is er aan
herinnerd, dat het oprichten van scholen zonder invoering
van leerplicht in zijne schatting een halve maatregel is,
die geen voldoende vruchten kan opleveren, een onge
rijmdheid, die op teleurstelling moet nitloopen. Een nauw
keurig onderzoek naar het al of niet toenemen van mis
drijven zou daarom, wat dit punt betreft, nutteloos werk
zijn. Van ondervinding zou eerst sprake kunnen wezen,
als er na 1860 overeenkomstig den wensch van Opzoomer
gehandeld was.
In het algemeen zal echter niet ontkend kunnen wor
den, dat althans eenige kennis, b.v. het lezen, schrijven
en rekenen, in onzen tijd schier onmisbaar is, en dat zij
die daarvan verstoken blijven, hun weg in de maat
schappij veel moeilijker zullen vinden dan anderen, die
in dit opzicht beter zijn uitgerust. Alle vakken van on
derwijs, rekenen, geschiedenis, kennis van de taal, van
de natuur en hare krachten, bevorderen daarenboven in
hooge mate de algemeene ontwikkeling van het verstand,
houden den geest bezig, leeren denken en onderscheiden.
Die daarvan niet verstoken is gebleven, zal daarom onge
twijfeld op lateren leeftijd beter in eigen onderhoud en
in dat van een gezin kunnen voorzien en daar het vast
staat dat armoede en gebrek de misdrijven bevorderen,
kan het reeds daarom niet ontkend worden, dat het ont
breken van onderwijs ook op het overtreden van de straf
wet een ongunstigen invloed móet hebben. Hoe meer
voorts de zedelijke ontwikkeling in de school met de
verstandelijke gepaard gaat, zooveel te gunstiger zal de
uitkomst zijn. Eindelijk mag niet nit het oog worden
verloren, dat indien het kind niet met goede en nuttige
zaken wordt beziggehouden, de trage van natanr tot
luiheid en stompzinnigheid vervalt, en de levendige van
geest bezigheid zoekt op ander, minder aanbevelenswaar
dig terrein. Schoolverzuim en ongeregeld schoolbezoek
leiden in den regel tot rondslenteren langs de straat, tot
nietsdoen of tot straatschenderij, die niet zelden later op
erger uitloopt, tot luiheid of verwildering en dat het
een zoowel als het ander den weg baant tot de gevan
genis, kan zeker niet worden geloochend.
Gelukkig kunnen wij dit gevangenisargnment bij onze
beschouwingen over leerplicht verder buiten rekening
laten. Wij hebben het niet noodig. Algemeen, door alle
partijen ,in Nederland wordt erkend, dat kennis in het
algemeen een hoogst begeerlijk goed is, en dat althans
zekere mate van kennis onontbeerlijk genoemd mag wor
den. De verplichting der ouders om hunne kinderen te
onderhouden en op te voeden staat reeds in ons Burgerlijk
Wetboek vermeld als een verplichting van burgerlijk
rechten dat eenig onderwijs een deel uitmaakt van de
opvoeding, wordt niet betwist. Dat het ouderlijk gezag,
hoe hoog ook gesteld, niet geheel buiten het toezicht der
overheid kan blijven, wordt mede toegegeven en ziedaar
reeds voldoenden grond voor de bevoegdheid en den
plicht van den staat om zoo noodig tnsschenbeide te
komen, niet alleen waar het geldt het beheer van de
ouders over de goederen van hun kind, maar evenzeer
waar het den persoon van het kind, zijn opvoeding en
wel in 't bijzonder een deel van die opvoeding, hot onder
wijs betreft. Wat ook aan het inzicht der ouders moge
worden overgelaten, zoover kan het niet gaan, dat zij
desverkiezende hunne kinderen zonder het noodige onder
wijs zonden mogen laten opgroeien, of zouden mogen
toelaten dat zij van de gelegenheid om zich te bekwamen,
die in den regel de school zal zijn, een zoo kort of on
geregeld gebruik maken, dat het onderwijs onvoldoende
blijft.
Of na de overheid bevoegd is zich met de zaak in te
laten op grond dat zij de algemeene belangen der maat
schappij moet beveiligen tegen de schadelijke invloeden
van onkunde en verwildering, omdat zij gehouden is be
denkelijke tekortkomingen der ouders in de vervulling
van hun natuurlijke verplichtingen tegen te gaan, of wel
omdat zij moet waken tegen verwaarloozing van kinderen,
kan geen verschil maken, als men inderdaad het erkende
kwaad op doeltreffende wijze wil beteugelen, zoodat het
belang van het kind om op den daarvoor geschikten
leeftijd zooveel onderwijs te ontvangen als voor ieder
noodig geacht mag worden, behoorlijk worde gewaarborgd
Leerplicht, zegt men, zal voor de overgroote meerder
heid, waar de middelen ontbreken om des verkiezende
voldoend privaat onderwijs te betalen, neerkomen op ver
plicht schoolbezoek, en iu vele streken des lands, bij ge
breke van bijzondere scholen, op verplicht bezoek van de
openbare lagere school. Dat is zoo. Ook zija de bezwaren
tegen de openbare school bij ieder bekend maar al mogen
velen de voorkeur geven aan de bijzondere school, geheel
doortrokken en geleid door de godsdienstigo meeningen
die de ouders zijn toegedaan, tot nog toe wordt niet be
weerd, dat het beter zou zijn de kinderen geheel van
onderwijs verstoken te laten, dan hen naar de openbare
school te zenden, mits deze zij ingericht overeenkomstig
de eischen der wet, en tevens voor die opleiding die de
openbare school niet geven kan en de ouders noodig achten
op andere wijze worde gezorgd, door de hulp van kerk of
godsdienstleeraar. Zoo blijkt de overgroote meerderheid
der ouders in ons land, ook der katholieke en anti-revo
lutionaire ouders er ook over te denken. En waar betrek
kelijk zeer weinigen van een andere meening mochten
blijken is daarom de vraag gewettigd of het thuis
houden van de kinderen inderdaad bij die weinigen wel
aan dit bezwaar moet worden toegeschreven en of hier
geen andere oorzaken in het spel zijn.
Eéne zaak en wel een zaak van gewicht, is althans
zeker: tegen maatregelen tot beteugeling van het onge
regeld schoolbezoek of het te vroeg verlaten van de
school kan dit bezwaar niet gelden. Dio toch zijn kinde
ren naar de openbare school zendt, en daardoor toont
tegen die school geen gewetensbezwaar te hebben, kan
zich op dien grond niet verschoonen, wanneer zijn kin
deren de school te vroeg verlaten of zeer ongeregeld
bezoeken. Nu is het getal kinderen dat wegens verschil
lende oorzaken in 't geheel geen onderwijs ontvangt, in
ons land niet groot, ongeveer één van de honderd, en
daaronder is het getal der kinderen die wegens gewetens
bezwaren van de ouders tegen de openbare school van
alle onderwijs verstoken blijven, nog uitorst gering. Het
schijnt, dat in het ongeregeld schoolbezoek en het te
vroeg verlaten van do school het grootste kwaad schuilt.
De Regeering zal zeker niet verzuimen bij de indiening
van haar wetsontwerp omtrent den werkelijken toestand
alle mogelijke inlichtingen te verstrekken. Blijkt dan
de toestand inderdaad te zijn zooals die volgens de ver
slagen en de cijfers waaruit thans geput kan worden,
schijnt te wezen, en bejjvert de Regeering zich, gelijk zij
heeft verzekerd en van haar verwacht mag worden, om
aan niet licht te tellen bezwaren zooveel mogelijk te
gernoet te komen, dan is er alle grond voor de hoop dat
haar plan zal gelukken.
IHTITSCMEANflA. Bij de eedsaflegging der reeruteu
voor de marine te Kiel heeft keizer Wilhelm twee re
devoeringen gehouden. In de eerste wees de Keizer op
de getrouwe plichtsvervulling van wijlen hertog Priedrich
Wilhelm von Mecklenberg-Schwerin en de met dezen
omgekomen bemanning van de torpedoboot »S 26." Later
nam de vorst nogmaals het woord om te wijzen op de
vereerende tegenwoordigheid van officieren en manschappen
van den Russischen krniser Vladimir Monomach." Hij
bracht in herinnering dat de Keizer van Rusland admi
raal der Duitsche vloot is en prees de flinkheid der Rus
sische matrozen. Met een driemaal herhaald >Hoera
voor Czaar Nicolaas besloot de keizerlijke redenaar zjjn
toespraak.
Aan het feestmaal, dat op de eedsaflegging volgde, dronk
Z. M. op de vriendschap tusschen Rusland en Duitschland.
De Russische commaudant bedankte in de Engelsche taal
met een >Hoch" op het Keizerlijk Huis en op het volk
van Duitschland.
ENüGEIiANlW. De opstand aan de Afghaansche
grenzen is nog verre van gedempt en het is zeer de vraag
of de Afridis genoegen zullen nemen met de vredesvoor
waarden van generaal Lockhart.
In die_ voorwaarden staat o. a. dat alle voorrechten
der Afridi-stammen vervallen ten gevolge van den opstand
en de vraag of ze hernieuwd kannen wordeD zal eerst
besproken worden wanneer de vriendschappelijke betrek
kingen met de stammen zjjn hersteld.
In Oost-Afrika zijn ook ongeregeldheden voorgevallen.
De binnenlandsche expeditie van majoor Macdonald is in
Usoga aangevallen door muiters van de Soedaneesche
troepen, die door 150 Mohammedanen van Boeganda
werden geholpen.
Na een gevecht van een paar uur werden de muiters
verslagen. Zij hadden honderd dooden en gewonden. De
verliezen aan Engelsche zijde zijn 16 dooden, waaronder
een officier en 30 gewonden. De muiters, die drie Brit-
sche officieren hadden vermoord, wisten te ontsnappen.
Volgens de laatste offieiëele berichten is de rust ge
heel hersteld. Het garnizoen heeft de wapens uitgeleverd.
Macdonald, door een sterke macht Waganda's gesteund,
heeft de Soedaneesche opstandelingen omsingeld, die in
het fort Lubas de wijk namen. Men gelooft thans zeker
dat zij tot de overgave worden gedwongen.
FRANKKIJK. De zaak Dreyfns wordt nn weder uit
een geheel nieuw oogpunt bekeken. De Berlijnschecorrespon
dent van de »Straszburger Post" heefteeue nieuwe lezing, en
gaat uit van de »ofificieele verklaring" van het Dnitscbe ge
zantschap te Parijs, dat het gezantschap nooit in het bezit
van de stukken is geweest, die geleid hebben tot de schuldig
verklaring van den kapitein. Het is dus duidelijk dat
Frankrijk niet aan Duitschland verraden is door kapitein
Dreyfns en evenmin door graaf Esterhazy. De bewuste
stukken moeten valsch zijn, meent de schrijver en de
vervalscher kan enkel persoonlijke en geldelijke drijf-
veeren hebben gehad en zich juist kapitein Dreyfns tot
slachtoffer hebben uitverkoren, omdat hij er zeker van
kon zijn dat de anti-semietische bladen zich bij de minste
verdenking tegen den Jood zouden keeren.
De schrijver eindigt aldus
»Het bewijs kan alleen maar geleverd worden, wanneer
de regeering dit wil en wanneer zij haar aandacht niet
langer scheukt aan het gezantschapshotel in de Rue de
Lille, maar aan de personen die haar de stukken hebben
gegeven en daarvoor betaald zjjn geworden. Of deze
lieden zijn zelf de falsarissen, öf zij hebben als werktuigen
gediend en moeten kunnen zeggen van wie zij de stukken
ontvangen hebben.
»Als de regeering in deze riehting zoekt zal zij vinden.
Het succes wordt echter minder waarschijnlijk, wanneer
men nog het onderzoek blijft richten naar dit punt: uit
te maken wie van beiden, Dreyfus of Esterhazy, zich
aan verraad hebben schuldig gemaakt.
»Naar alle waarschijnlijkheid is er geen verrader en
evenmin een spion, maar enkel een bedrieger die valsch-
heid in geschrifte heeft gepleegd."
GRIEKEN!I.AVO. De vrede schijnt nn aanstaande
te zijnover de quaestie van de oorlogsschatting is een
stemmigheid verkregen en men tracht het ook eens te
worden over de autonomie voor Kreta. De onderteeke-
ning van het vredesverdrag wordt zeer spoedig verwacht.
SP AIS JE. Volgens de Spaansche bladen zijn de
grondtrekken voor Cuba's autonomie de volgende
De Cubanen zullen een grondwet krijgen, die hun zon
der onderscheid van ras of kleur gelijke staatkundige en
burgerlijke rechten geeft als de inwoners van Spanje.
Er zal een Kamer voor Cuba worden iugesteld, die de
bevoegdheid zal hebben de rechtbanken samen te stellen,
staatkundige en burgerlijke wetten te maken en de uit
gaven vast te stellen.
De Senaat zou te Madrid kunnen zetelen en belast
zijn met de uitsluitende leiding van de internationale
aangelegenheden, oorlog en marine benevens de jurisdictie.
De uitvoerende macht zal berusteD bij den gouver
neur-generaal met gedelegeerden die aan de Cubaansche
Kamer verantwoording schuldig zullen zijn.
Generaal Weyler is aangekomen, en heeft tot zijn
samengestroomde vrienden een rede gehouden, waarin hij
zijn politiek verdedigde. Er viel niets bijzonders voor.
Xl'IU-AFKIHA. Het verkeer op den spoorweg van
Kimberley naar Boeloewayo is gestaaktde regens heb
ben aanzienlijke schade veroorzaakt aan de lijn die slecht
is aangelegd. De rails ziju gelegd in de beddingen van
opgedroogde rivieren, die in den zomer woeste stroomen
worden.
Voetbal.
De regeering van den Amerikaanschen staat Georgië
heeft een wetsvoorstel aangenomen, waarbij het voetbal-
"pel verboden is, op straffe van hooge boete. De gemeente
raad van Chicago en verschillende andere wetten en ver
ordeningen makende lichamen van de Vereenigde Staten
moeten maatregelen van gelijke strekking tegen dit spel
in onderzoek hebben.
Dit jaar zijn drie spelers gedood, dertien voor hun leven
verminkt, en meer dan honderd ernstig verwond en ge
kneusd.
De regeering van Georgië acht het voetbalspel ruwer
en gevaarlijker dan het boksen, en zij vreest dat hierdoor,
onder voorwendsel de spieren van het jonge geslacht te'
stalen, heele legers van invaliden worden gekweekt.
Hoewel dit bericht als waarschuwing tegen ruw spel
geen kwaad kan, zij toch opgemerkt, dat't hier te lande