PARIJSCHE BRIEVEN. Ingezonden Stukken. Advertentiën. Aanbesteding. Het bouwen van 4 Woonhuizen. «asklÉ-, een SCHAAP (overhouder), de veroordeelden zijn onschuldigdaarom moeten zij on middellijk in vrijheid worden gesteld. Geen gratie maar rechtDe heer Domela Nieuwenhnis had één zwak oogen- blik dat was gevaarlijk, maar gelukkig voor hem, of liever voor de later aangenomen motieging het onop gemerkt voorbij hij verlangde openbaarmaking van alle stukken. Dan kan men zelf oordeelen zeide hij en als het zoo is dan zal erkend worden, dat de justitie gelijk had. Och kom gij zijt allen immers nu reeds overtuigd, dat de veroordeelden onschuldig zijn. Waartoe zoudt gij die openbaarmaking wenschen. Maar waarop steunde dan op overtuiging van de spre kers en de 4000 toehoorders Volgens het verslag op geen anderen grond dan verdachtmaking. De Minister moge de ambtenaren vertrouwen zeide de eerste spreker, maar wij deelen dat vertrouwen niet. Ieder die bekend is mot den toestand in zeker deel van Friesland weet, dat de justitie door het zeer zware vonnis getracht heeft het socialisme te dempen De schrijver van onze »Amsterdamsche brieven" van de meeting gewag makende, zou meenen, dat de Minister goed zou doen met den socialisten hun wapen uit de hand te slaan door alle stukken openbaar te maken. Immers dan zou zonneklaar blijken, dat het vonnis vol komen te recht is geveld. Was het anders, dan is de naam van den Minister van Justitie er borg voor, dat de gevangenisdeuren voor de veroordeelden reeds lang zouden zijn geopend. Wij gelooven niet, dat er veel kans bestaat dat de Minister dien raad zal volgen. Geen agita tie, zegt hij, zal zijn vertrouwen in den onafhankelijken rechter schokken; en hij zou de stukken openbaar maken, om de zaak te onderwerpen aan het oordeel van ja, van wie? Van de eene of andere volksvergadering? De rechter spreekt in Nederland recht, en hij alleen. Aan het geweten van den rechter draagt onze wet op »met inachtneming van [de alleruiterste zorgvuldigheid en nauwkeurigheid' de kracht van bewijs te beoordeelen, welke in elk bijzonder geval aan aanwijzingen kan wor den toegekend. Hij moet door wettige bewijsmiddelen overtuigd zijn, dat de beklaagde schuldig is. Daarover kan in appèl nog de hoogere rechter oordeelen, en de Hooge Raad beslist, of de bewijsmiddelen, waarop 's rechters overtuiging is gegrond inderdaad wettige bewijsmiddelen zijn. Onze terechtzittingen zijn openbaar, maar de beslissingen worden niet aan een soort van volks stemming onderworpen. En van zoo groote naïviteit verdenken wij onzen briefschrijver niet, dat hij ook maar een oogenblik zou kunnen meenen dat de leiders van deze beweging ol toehoorders als de 4000 in het Paleis voor Volksvlijt na de openbaarmaking van alle Btukken van gevoelen zouden veranderen. Dat een Minister de bevoegdheid zou hebben, op gron den als hier zouden moeten geldende gevangenisdeuren te openen, berust mede op een dwaling. Hij kan indien hij daartoe termen vindtna het advies te hebben in gewonnen van het rechterlijk college dat het vonnis heeft gewezen aan H. M. de Regentes een voorstel doen tot het verleenen van gratie. Maar in deze zaak wil men immers van geen gratie weten. Nadere inlchtingen zijn alleen te verwachten, wanneer de zaak in de Kamer ter sprake komtmaar aan eene volksagitatieaan een motie van een meeting kan de Minister niet voldoen, al gaat die gepaard wij vermel den het niet zonder groot leedwezen en diepe ergernis met de bedreiging van de rust te ve; storen bij de inhuldiging van H. M. de Koningin loersch. Vooral mevrouw Clémenceau die met haar be schilderd gezicht en haar prachtige diamanten en die beweertdat zij zoo goed op de hoogte is van alle diplo matieke geheimen van Frankrijk en Oostenrijk." Niemand behoeft op mij jaloersch te zijn." Je weet niet hoe algemeen je zingen beviel en vooral dat mooie lied van Barbara Allen werd algemeen bewon derd. Ik begon te denken hoe dat lied en die naam geheel op jou van toepassing waren Ik zou je bijna Barbara Allen gaan noemen." »Geen complimentzij was een wreedgevoelloos meisje." Én ik geloof dat gij ook wreed zoudt zijn jegens iemand die je bemint." •Niemand zal mij ooit beminnen in den zin zooals gij het bedoelt." Alice riep Claire eensklaps met de haar gewone op gewondenheid vindt je het niet vreemd dat Lord Arden, die toch zoo hooggeplaatst en schatrijk is, nog niet ge trouwd is Ja," antwoordde Alice, als in een droom. »Voor mij," zoo ging do kleine wijsgeer voort, »is lord Arden iemand, die altijd iets zoekt. Weetje wat ik denk dat hij zoekt Nu juffrouw Wijsheid wat dan Iemand, die hij kan liefhebben. Ik heb mama aan papa hooren zeggen dat zij hem gevraagd had waarom hij niet trouwde en wat denkt je dat hij geantwoord heeft »Hoe weet ik dat Hij antwoordde, dat zijn moeder zijn grootste en eenige liefde geweest was en dat hij wachtte tot hij iemand vond die haar geleek. Maar Alice,waarom krijgt gij zoon klenr »Het is zoo warm," stamelde Alice. Heeft hij gezegd, dat g\j op zijn moeder geleekt vroeg Claire snel. Lijk ik dan op haar vroeg Alice Kent, maar in haar hart wist zijdat hij iets dergelijks gezegd had. En terwijl dit gesprek in de oranjerie gevoerd werd tusschen twee, die zulk een diepe genegenheid voor elkan der koesterden, gebeurde er iets dergelijks tusschen me vrouw de Saint Luce en haar bloedverwant. Worat vervolgd. XXXI. nn AT Parijs, 27 Nov. 1897. 22 November. Wij weten niet of in eenige andere stad zooveel strooibiljetten worden uitgedeeld als in Parijs. Het maken van reclame geschiedt ook wel in de dagbladen door middel van advertentiën, toch lang niet op zoo groote schaal als b.v. in Holland. Gewoon lijk is hier de vierde bladzijde eener courant ruimschoots voldoende om de advertentiën te bevatten, dit is dus al zeer weinig voor zulk eene reusachtige stad. Daaren tegen zijn muren en schuttingen, overal waar slechts een plaatsje open is, overdekt met de prachtigste affiches, het is dikwijls een waar genot enkele muurvlakten te bekjjken. Het zijn bepaalde artisten, zij die al die mooie poppen teekenden en graveerden. En wat al strooibiljet ten en kaartjes worden ons in de handen gestopt, heden kregen wij in ééne enkele, niet eens lange straattwee eerste gratisafleveringen van twee populaire romans »La Porteuse de pain" en »Roméo en Juliette", een prijs courant van hot »Palais de Cristal", zijnde een heeren- kleederenmagazijn een prospectus van eene school voor vreemde talen, een biljet van de pastilles »Omnibus" tegen den hoest, een prijscourant van een dentist, die tanden trekt zonder de minste pijn, eene uitnoodiging van een kapper om zijne salons met een bezoek te ver eeren nog een kaartje van een kleermaker, een half dozijn kaartjes van verschillende firma's in steen- en houtskolen, drie prospectussen van vuurmakers, een ander van binnenzolen tegen boude en natte voeten, en einde lijk do reclame van den professor H ex-president van de botanische school der Vereenigde Staten, chef geneesheer en helderziende van den Arapahostam der Denver-Indianen te Colorado voorspelt de toekomst geneest alle zieken Wij behoeven u niet te zeggen dat wij gewoonlijk al die kaartjes en papiertjes niet bewaren, zoodat dikwijls de straten als bevloerd zijn met een papieren tapijt. 24 Nov. Wij hebben weder eene ware epidemie van veelvuldige zelfmoorden. De menschen dooden zich bij twee of meer te gelijk. Er gaat bijna geen dag voorbij, zonder dat wij zulk een ongeluk vernemen. Wij bespa ren u liever de details, gewoonlijk is armoede, dikwijls ook tegengewerkte liefde de oorzaak. Hoe het zij, het blijft altijd ongelukkig en loont veel levensmoeheid, weinig geloof en vertrouwen in eon beter leven, hier of hiernamaals. Niet veel nieuws in de zaak Dreyfus. In vele bladen, ook in geïllustreerde spotprenten, staat de heer Scheu- rer-Kestner nog steeds bloot aan heftige aanvallen, doch deze heer staat tevens en inderdaad veel te hoog om zich aan dat geschreeuw te storen. Een ochtendblad weet te vertellendat de heer Mathieu Dreyfus een nieuweu bediende heeft aangenomen een reus van een man, een hercules, die zijn nieuwen meester overal ver gezelt, om hem tegen mogelijke aanvallen te beschermen. Zoo het waar is, dan kan men dien heer waarlijk geen ongelijk geven. 25 Nov. »Figaro" bevat een zeer fraai en belangrijk artikel van Emile Zo'a. De groote schrijver houdt een warm pleidooi voor den heer Scheurer-Kestner, dien hij een man noemt van groot verstand, nauwgezette plichts betrachting een man van groot fortuin en grooten in vloed, die niet aarzelt eene zaak te verdedigen, welke in veler oogen van te voren veroordeeld is. Zola bewondert den ouden man, die weet te zwijgen, die op alle beschul digingen en lasterlijke aanvallen niet antwoordtdie overtuigd zijnde van de onschuld van kapitein Dreyfus] niet meer kan leven zonder dat den onschuldige recht geschiedt. Over de zaak zelve weten wij nog niets nieuws, men sproekt van verhooren, van onderzoekingen, en van een aantal gesluierde dames. Toch kan het niet heel lang meer duren, weldra zullen wij moeten vernemen of er werkelijk een verrader is, en of dit Dreyfus was of Esterhazy. Een plan hetwelk nog ver van de werkelijkheid is, maar toch wel eenmaal slagen zal, is de vermindering van ons brievenport. Wij betalen hier nog altijd voor Parijs en voor geheel Frankrijk met een postzegel van 15 centimes, dus 7>/2 «ent per brief. Eigenlijk is dit vrij duur daarom hebben twee afgevaardigden voorge steld den prijs voor gewone brieven te stellen op 10 centimes. Het zal nog eenigen tijd duren vóór deze her vorming tot stand komt, maar ze hangt toch in de lucht. 26 Nov. Eindelijk hebben wij den winter. Sedert eenige dagen hadden wij iederen ochtend eene leelijke mist, de voorbode van koud weder, wij kuchten, en waren verkouden hadden griep en influenza, het was bepaald akelig en de vroege ochtend was bijna even donker als de middernacht. Doch hedenmorgen werden wij wakker met 6 graden Celsius onder het vriespunt, en de ther mometer of liever het kwik stond den geheelen dag op »Glace'' ijs, dus vorst. 27 Nov. Wij zijn eigenlijk niet in ons element. De zaak Dreyfus blijft ieder bezig houden, doch wij weten feite lijk niets bijzonders. De bladen gaan voort eiken dag lange artikelen aan die zaak te wijden de boekhandel laars klagen zelisdat het publiek geene boeken meer leest, omdat al die couranten zooveel tijd vot deren. Het is waar, men kan dit geschrijf bijna niet bijhouden, en het jammerlijkste is, dat wanneer men al die kolommen schrifts heeft doorgeworsteld, men niets wijzer is, en dus eigenlijk zijn tijd verkwist heeft. 28 Nov. Op muzikaal gebied hebben wij in het Théfttre de l'Opéra-comique een nieuwe opera of liever een »pièce lyrique" in vijf bedrijven getiteld Sapho, naar Alphonse Daudetmet muziek van Massenet. De schrijvers van den tekst, de heeren Caïn en Bernède, hebben zoo getrouw mogelijk den roman gevolgd, doch zoo Sapho van Dau det een meesterwerk is, de tekst van deze opera-comique is dit niet. Doch meesterlijk, prachtig, met geen woor den weer te geven, is de muziek van Massenet. Het kon wel niet anders waar een groot schrijver als Alphonse Daudet en een groot componist als Jules Massenet samen werken, daar krijgt het publiek iets geheel buitengewoons te hooren. Op denzelfden avond gaf het Théatre de 1'Ambigu ons een drama in twaalf tafereelen »La Joueuse d'orgue" van Xavier de Montépin en Dornay. Wij konden niet op twee plaatsen tegelijk zijn, doch kunnen ons dit drama best voorstellen daar wij den roman volgden in Petit Journal. Het is een goed stuk voor Ambigu, met moord' diefstal eene blinde vfoótv, een magnetiseur enz. enz. Pas heeft dit theater het groote succes van »Les deux Gosses" achter zich, welk drama meer dan 700 maal ver toond werddeze orgeldraaister zal wellicht evenveel geluk aan schrijvers en schouwburg geven. J. M. T. Juist dat wij dezen brief naar den post brengen, valt ons oog op het dagblad »le Figaro", hetwelk brieven open baar maakt van het jaar 1884geschreven door den commandant Esterhazy. Wij komen op deze zaak terug, doch zoo deze brieven echt zijn, dan blijkt daaruit, dat deze fransche officier reeds voor lange jaren een haat tegen zijn land had opgevaten is hij best in staat geweest een verrader te worden. En »Figaro" beweert dat deze brieven echt zijn. Ze zijn nu in handen van den generaal belast met het onderzoek in de zaak Drey fus. De heer Scheurer Kestner wist wel wat hij deed, toen hij verklaarde dat een ander, en niet Dreyfus de verrader is. Ons j»I mtsoen. De wegruiming van oude, ongezonde, verminkte, voor het verkeer of naburige woningen gevaarlijke of hinder lijke boomen geschiedt of voordracht van den opzichter en op advies van de co'mmissie voor de plantsoenen en op last van burgemeester en wethouders, meermalen ook ten gevolge van Raadsbesluiten (Geestersingel, Scharloo). De ter verkoop voorgedragen boomen worden één voor één opgenomen door het dagelijksch bestuur en genoemde commissie, daarbij steeds meer weerstrevend dan toege vend tot wegneming zijnde, en eene meerdere of min dere opbrengst voor de gemeentekas geheel buiten het spel latende. Ware men op dit punt niot zoo behouds gezind, dan zou de Harddraverslaan zeker voor eene ver nieuwing reeds in aanmerking gekomen zijn. Omdat jonggeplante boomen tusschen oudere bezwaar lijk aanslaan en daarmede een ongelijke rei vormen, worden wel eens 1, 2 of 3 boomen, verspreid tusschen afgekeurden staande, mede-aangeslagen, waarvan de goede gevolgen spoedig blijken. Het beheer der plantsoenen heeft niet alleen te zorgen voor het natuurgenot der tegen woordige ingezetenon, maar voor het behoud van het geheelook voor de later levenden. Te prijzen is het daarom, dat de meer dan 100-jarige, weinig bladrijke en in den top doodgewaaide iepen in den Geesterhout bij partijen vervangen worden door nieuwe beplanting, die men zie bij het gerechts hot uitstekend gedijt. Vau een „sedert een paar jaren gevolgd uitroeiingssy steem' is geen spraak de canadasche popels, waarvoor de heer W. C. Bosman om hunne stoerheid partij trekt, dooden met hunne lange armen de kronen van nabij- staande boomen en bedreigen, door de broosheid van hun hout, bij eiken storm het onderstaande plantsoen. Om hun vorm behooren ze gewis niet tot de „door hun fraaiheid uitblinkende houtgewassen." Genoemde heer is „oververzadigd van de leelijke kron kelende armoedige iepen". Zoo zijn er, die in hunne jeugd door opsnoeiing te veel in de hoogte gejaagd en later van boven uitgehaktdaardoor vaak ingewaterd zijn, een sedert jaren verlaten stelsel. Maar er zijn ook talrjjke pracht-exemplaren te bewonderen van deze lommerrijke, voor onzen bodem en onze luchtgesteldheid zoo bij uitstek geschikte boomen. Voor oververzadiging be hoeft de heer B. trouwens niet te vreezen de Lindenlaan heeft linden, de laan van den Westerweg naar de Aker- en Liefdelanen, evenals het geheele vlak van de voormalige Kaatsbaan eiken de Groote Kruislaan beuken en kas tanjes, Middenhont eiken, de Zuiderhoutlaan beuken en iepen. Fraaie groepen van beuken zijn er op 3 punten nabij de Westerhonilaan (tusschen de Lindenlaan en de celgevangenis) en op grasvlakten tusschen het hout zijn in de laatste jaren meer dan vroeger beuken, linden en andere niet-iepen geplant. Esschen groeien hier slecht en allermoeilijkst, schier ondoenlijk is hetjonge tusschen oude op te krijgen men zie op den Geestersingel nabij de boterfabriek, op den Kennemersingel bij mej. Zeeman. Het wegnemen van meerdere esschen nabij het huis van laatstgenoemde valt buiten beoordeeling van schrijver dezes, en hij zou gezwegen hebben, had de heer B. zich bepaald om daar voor in de bres te springen. Maar de algemeenheden, waartoe hij en vervolgens ook H. O. verviel, eischen wederspraak. SYLVANUS P. S. Tot versterking van het vorenstaande strekt wat, mij verhaald wordt van de Liefdelaau bij de schouw heeft men zich bepaald tot afkeuring van de 3 oogen- schijnlijk slechtste boomen omdat men aarzelde tot wegneming van den geheelen regel te besluiten maar de jongste storm heeft niet alleen 2 dezer 3 voor den grond gelegd, maar ook één der niet-veroordeelden zoo beden kelijk doen slingeren, dat men hem 's avonds laat met touwen heeft moeten staande houden om de naburige woningen niet te doen verpletteren. De rangschikking met de daarbij behoorende bewijsstukken in het faillisse ment van J. VAN LEEUWEN vroeger landman en veekooper te Heiloo, ligt gedurende 14 dagen ter Griffie der Rechtbank alhier voor ieder ter inzage. Alkmaar De Curator 3 Dec. 1897. J. VERDAM K. BAKKER Dz., Architect, zal namens Mej. KES op Maandag 13 I»ec. 1897 's avonds 7 ure, in Café Bellevue", aanbesteden Bestek en teekening a f 1, Voor den rechthebbende is tegen betaling van eenige gemaakte kosten, terug te bekomen gemerkt met een teerplek op het schoft, thans bij D. HOP te Zuid- en Noordschermer. Men vervoege zich daartoe bij den Burgemeester dier gemeente.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1897 | | pagina 6