Nieuwj aarswenschen.
Uit gebrek aan bewijs,
Oudejaarsavond,
No. 154.
Wegen en Wegentigste Jaargang
1897.
WOENSDAG
29 DECEMBER.
Vrijdag 31 Dec. a.s.,
NIEUWJAARS WENSCHEN
a 25 ets. a contant,
PARI JSC HE BRIEVEN.
Feuilleton.
In het nummer van den
zal weder gelegenheid bestaan tot
het plaatsen van
van 1 tot 5 regels.
Ver ordeningen op het heffen en invor
deren van wik- en weegloonen
CHARLOTTE BRAEME.
Deze Courant wordt !Hnsd*g-, BSooderdsg- en
a»terdag»TOMd uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar f 0,8©; franco door kot
geheele rjk 1,
De 3 nummers /O,O®. Afzonderlijke nummers 3 ets.
m nmm\ n
Prijs der gewone Advertent! Pn r
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEKMs. COS-
TER ZOON.
Tciefoonnuaavaer3
DË UITttKVERS.
Burgemeester en Wethouders der gemeente ALK
MAAR, brengen ter kennis van de ingezetenen, dat in
het Gemeenteblad van Alkmaar No. 74 is opgenomen
het besluit van den Raad dier gemeente 22 September
1897, waarbij zijn vastgesteld
Bedoeld Gemeenteblad is verkrijgbaar ter gemeente
secretarie, tegen betaling van 5 ets. por exemplaar.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MAOLAINE PONT.
28 December 1897. C. D. DONATH, Secretaris.
XXXIII
Parijs, 17/22 Dec. 1897.
Onze vorige brief sprak over niet anders als over de
zaak Dreyf'us. Slechts terloops maakten wij melding van
het plotseling verdwijnen van eenen garijon de recettes.
Deze kassiersknechts staan hier in bijzonder goeden reuk,
zij zijn eerlijk, zóó eerlijk, dat ieder er over verwonderd
is. Die menschen verdienen niet veel, juist genoeg om
fatsoenlijk rond te komen, hunne eigene portemonnaie is
zeker nooit zeer dik gevuld, maar daarentegen dragen
zij eene groote portefeuille vol bankpapier, en zakken
vol goud en zilver, eeu fortuin, hetwelk hnn niet toebe
hoort en toch is dit fortuin, aan deze eenvoudige lieden
toevertrouwd, zoo zeker alsof het in uwe brandkast lag.
Zoo de eerlijkheid van de rest van den aardbodem ver
dween, zoo daar niet anders overbleef als verraders en
Panama-oplichters, dan zondt gij die eerlijkheid toch
altjd terugvinden bij de frausche agarijons de recettes".
Het gebeurt bijna nooit dat hier een kassiersknecht er
met de ontvangst van doorgaat, komt dus de man 's
avonds niet terug, dan denkt men onmiddeljk aan een
ongeluk of misdaad en dadelijk gaat de politie aan het
zoeken. Dit was ook het geval met Lamarre, den gar<jon
van het Oomptoir d'Escompte, deze moest wissels incas-
seeren in Gentilly en Kremlin-Bicötre, ten zuiden van
DOOR
29)
Het scheen haar als meesteres van een voornaam huis
gemakkelijk genoeg uit te gaan wanneer zij wilde, maar
hoe kon zij uitgaan zonder haren man te zeggen waarheen
Het eenige zou zijn ongemerkt het huis te verlaten, een
huurrijtuig te nemen en naar Regents Park te rijden. Maar
in een opzicht hielp het geluk haar. Lord Arden kwam
haar zeggen, dat hij tot aan het diner niet thuis kon zijn
en voor het eerst in haar leven hoorde zij zulk een
mededeeling met genoegen. Thans was zij vrij Maar
daarom wilde zij toch niet haar eigen rijtuig nemen.
Zij gebruikte haar lunch een uur vroeger dan anders en
ging toen uit.
Sedert haar huwelijk was zij nooit alleen op straat
geweest en dit scheen haar thans het begin van haar
val. Zij riep een huurrijtuig aan en het duurde niet lang
of zij was aan de Gloucesterpoort in Regents Park. Zij
betaalde den koetsier, zond hem heen en zag toen met
kloppend hart rond.
Het was druk. Er liepen haastige lieden voor zaken,
langzame om te wandelen, maar een bekend gelaat zag
zij nergens. Maar eensklaps blonk er een ruwe stem met
Schotsch accent achter haar, die riep
»Wees niet bang mevrouw, ik wil u geen kwaad
doen, maar de menschen behoeven ons niet samen te
zien spreken. Ga vooruit naar dat boscbje, ik zal u
volgen."
Zij herkende de stem niet, herinnerde zich niet die ooit
gehoord te hebben, toch gehoorzaamde zij en kwam achter
een dicht boschje waar zij voor ieder verborgen was. Een
man kwam langzaam op haar toe, maar zij had hem nooit
Parijs, hij was en bleef weg, men volgde zijn spoor, een
zeer slim politiebeambte begreep weldra, dat Lamarre
ergens in een huis moest zijn binnen gegaan, om een
wissel ter betaling aan te bieden, en dat hij dit huis niet
weder verlaten had. Steeds zoekende vond die agent, dat
de ongelukkige 's namiddags te thalf drie uur zijn moest
bij een zekeren Carrara, daarna wist men niets meer.
Het gevolg was dat Carrara, diens vrouw en hun knecht
gevangen genomen werden. De dienaar der geheime poli
tie had goed gezienCarrara bekende niets, doch de
vrouw kon het niet lang volhouden, zij bekende alles.
De misdaad is afschuwelijk, diefstal en moord met voor
bedachten rade, Lamarre vermoord en zijn lijk totaal
verbrand. De details zijn afgrijselijk en nu de zaak
Dreyfus den bladen een weinig verademing geeft, hebben
al die couranten zich gretig geworpen op den »Orimedu
Kremlin-Bicêtre". Het gestoleno geld is teruggevonden,
Carrara kan zeker zijn van b6t lot dat hem wacht, de
doodstraf bestaat hier nog. De vrouw deugt evenmin als
de man, maar hun knecht wist van het geheele geval
niets af, dns werd weder vrijgelaten.
In de zaak Dreyfus is veel kalmte, maar toch gaan
vele couranten voort 'ons allerlei onzin te verhalen. De
stndeDten hielden eenige optochten, waarbij zij het ge
munt hadden op de joden, op het dagblad Figaro, op
den heer Scheurer-Kestner en Emile Zola. Deze laatste
beantwoordde dit met een open brief aan de jeugd, waarin
hjj opnieuw den heer Scheurar-Kestner verdedigt en aan
de jongelui zeer wijze lessen geeft van edelmoedigheid
en verdraagzaamheid. Nog zagen wij op enkele muren
een »afficho'', waarin een beroep werd gedaan op de
Franschen tegen alle vreemdelingen joden hugenoten
en vrijmetselaren. Gelukkig las niemand dien onzin zon
der de schouders op te halen.
22 December. De griep of influenza heeft ons ook weder
bezocht en daardoor raakte onze brief achteraf, het is hier
nu eens vochtig, mistig, dan weder koud, wij gelooven dat
ieder Parjzenaar een tikje van de griep krijgt. Verleden
week, vooral j.l. Zaterdag was do mist buitengewoon dik
en dicht, ze geleek veel op witte of zwarte rook, vooral
vlak bij de rivier de öeino zag men in het geheel niets,
en 's avonds was het achter de Groote Opera zóó duister,
dat do koetsiers de paarden bij den teugel moesten leiden.
Het jaar is bijna ten einde, reeds kunnen wij U een
aangenaam Kerstfeest toevtfbnschen. Wij hebben het druk,
want de kleinen verwachten veel moois van Petit Noël.
De meeste groote magazijnen hebben als reclame prachtige
ker8tboomen met electrische lampen verlicht. Zondag j.l.
zagen wij den kerstboom eener zondagschool, wat waren
al die kleinen blij misschien kostte dit grapje niet meer
dan de waarde der cadeautjes, maar voor de kinderen
zoowel rijk als arm was de illusie volkomen, al die kleinen
werden gelijkelijk door Petit Noël bedacht. De maand
December is hier anders ditmaal niet bijzonder geschikt,
om ons aan vrede en kalmte te doen denken pas is de
afiaire Dreyfus een weinig tot rust gekomen; of wj hebben
het zooveelste Panama-proces. Héwie denkt er nn nog
aan Panama! Om de waarheid te zeggen, voorziet dit
nieuwe proces volstrekt niet in eene behoefte, men ver
te voren gezien. Hij was haveloos gekleed en kennelijk
iemand uit deu geringen stand.
Neen, die vuile, verloopen kerel met zijn listige oogen
en smerige handen, kon niet degene zijn, die aan haar
geschreven had.
HOOFDSTUK XLIII.
Om de eer.
Met zijn hoed in de hand en een glimlach op het gelaat,
waarvoor zij hem wel had willen vernietigen, bleef hij
voor haar staan.
>Kent gij mij, lady Arden vroeg hij.
»Neen."
»Herinnert gij u mij ooit gezien of mijn naam ooit
gehoord te hebben
>Neen. Ik ken u volstrekt niet."
»Misschien mevrouw, maar dat zult gij niet zeggen als
ik u vertel wie ik ben."
Alice maakte een prachtig gebaar van minachting, alsof
haar dat volmaakt onverschillig was.
Gij kent mij niet, maar in de schriklijkste week uws
levens was ik toch zeer dicht bij u."
»Ik begrijp u niet," antwoordde zij uit de hoogte.
»Dat doet gij wel, mevrouw. Het zal tijd en last uit
winnen, als ik u maar dadelijk zeg, hoe nutteloos het voor
u is te ontkennen, dat gij Hester Blair zjt."
Zij werd doodsbleek en hij ging voort.
»Ik ben reeds geantwoord. Als gij niets van Hester
Blair weet, waarom zondt gij dan zoo ontstellen bij het
booren van haar naam Komaan, gij bespaart u veel tijd
door de waarheid te erkennen en als gij ontkent zal ik
u overstelpen met bewijzen."
Met van vreugd stralende oogen zag hij hoe zij huiverde
en snel ging hij voort
„Als gij wjs en voorzichtig zjt en uw hooge positie
wilt behouden, moet gj naar m j luisteren en u door mj
laten leiden."
En het feit alleen dat zj naar hem luisterde bewees
volgt eenige ongelukkige afgevaardigden waarvan enkelen
misschien onschuldig zijn, en het publiek toont meer mede-
ljden met de beschuldigden, dan eerbied voor de rechtbank.
Arton, de man van baron do Reinach die één millioen
ter zjner beschikking had om leden van het parlement
om te koopen schijnt toch nog altjd onwaarheden te
vertellen, en het is hoofdzakeljk op zjne getuigenis, dat
thans eenige député's vervolgd worden.
NoëlNoëlvrede op aarde helaas zoo wj nadenken
over het jongste drama van Octave Mirbeau „les manvais
Bergers dan is die vrede op aarde nog zeer ver weg.
Octave Mirbeau is een geestig krachtig schrjver die
flink weg zijne meening zegt en in tal van artikelen
alle mogeljke misbruiken geeselt Zjn drama „de slechte
herders" is zjn eerste proef op theatraal gebied en is
prachtig, aangrjpend schoon maar laat een verbazend
treurigen indruk na. Zoo wj Mirbeau eenigzins begrjpen,
dan is h j anarchistvandaar de indruk die zijn drama
op ons maakte, wat hij vertelt is de waarheid, de werke
lijke treurige waarheid wj zien dus hoe het niet zjn
moet in deze wereld maar hoe het dan wel moet wezen,
ja Mirbeau erkent zelfdat hj het ook niet weet. Zjne
slechte herders zjn alle leiders der menschheid, allen die
een gezag uitoefenen op de groote massa, dus de regee
ring, de rechters, militairen, patroons, politieke praatjes
makers en ook de volksmenners. Mirbeau toont aan dat
allen ongelukkig zjn, zoowel de werklieden, die altjd arm
blijven, als ook de patroon, die hart voor zjn volk heeft
en er toch niets aan doen kan, zoo hj alleen rjk wordt,
en al die anderen arm en ellendig z ju. Uit het geheele
drama straalt als het ware een stroom van medeljden
voor de ongelukkigen op aarde de wensch naar meer
rechtnaar meer geluk; toch is d>j patroon der vjf duizend
werklieden de heer Hargand een braaf man h j zelf
verklaart, dat hj zoo ver mogeljk ging hj zorgt voor
zjn volk hij heeft hart voor da kinderenvoor de vol
wassenen en de grijsaards, hj zegt dit tot zjn eigen zoon,
die nog veel verder gaat op het gebied der humaniteit dan
de vader. Hargaud zegt ,,bj mj kunnen zj geboren
worden, leven en sterven" »Arm 1" antwoordt de zoon.
»U hebt dat alles gedaan, en het is altjd de eilende".
Ah het tooneel tusschen vader en zoon is zeer schoon,
en daarna de scène tusschen Hargard en de afgevaardig
den der werklieden. Hoezeer begrjpen wj de eischen
der arbeiders, maar hoe natuurlijk is het ook dat de
patroon die verwerpt. Jean Roule de volksmenner
spreekt als gel jke tot gel jkeh j vraagth j eischt
werkdag van acht uren, gezondheidsmaatregelen, streng
toezicht op de levensmiddelen, een bibliotheek met alle
boeken waarvan bj Jean Roule aan den patroon do lijst
zal opgeven, alle weggezonden werklieden weder terug
genomen enz. De patroon weigert, de werklieden komen
in opstand, en alles eindigt met den brand van de fabriek,
het onderdrukken van het oproer in bloed, den dood
van Jean Roule en van den zoon van Hargaud, welke
jonge man zich tusschen de soldaten en de werklieden
wierp. B jzonder fraai is de rol van de groote tragédienne
Sarah Bernhardt, als Madeleine, de vrouw van Jean Roule.
Men moet het drama zien, het is mooi van het begin
hem hoe geheel zj zich in zjn macht voelde.
»Gj kent mj dus niet Hoewel ik u menigmaal gezien
heb Ik ben Adam Ramsay. Welnu mjn patroOD kent
gj beter, mr. Dudley Ross nit Athole, die n verdedigd
heeft. Ik was zjn klerk."
»Zjn klerk," herhaalde zj flauw,
s-Ja, mevrouw, zjn klerk. Ik vergezelde hem dageljks
naar de gevangenis waar uwe verdediging werd opgesteld
en ik, God vergeve het mj, staarde naar uw schoon gelaat
tot ik half krankzinnig was."
Zj hief haar hand op met het gebaar eener beleedigde
vorstin en zei
»Ik luister immers, spaar mj dns uw beleedigiugen."
sik wil u niet beleedigen," antwoordde Ramsay een
voudig. »Gj zjt zeer trotsch en zeer schoon, en het
is waar, ik heb n aangestaard tot ik razend was van
liefde
Zj dwong zich tot kalmte.
sik stond in de rechtzaal dicht bj n. Laat de wereld
zeggen wat zj wil, ik weet, ja, ik wil het bezweren dat
gij uw man niet vergiftigd hebt. Maar nu ben ik een
verloopen man en ik wil den prjs voor mjn geheim of
liever voor het uwe. O, luister naar mj. Mjn patroon en
de andere klerken lachten mj uit, maar ik zweer n, als
gj op het schavot zondt gebracht zijn, dan ware ik ook
er op gesprongen en zou u gered hebben, wat er ook
mocht gebeuren. Gj hebt geleden op de terechtzitting,
maar gij kunt niet zooveel geleden hebben als ik. Ik at
of sliep niet, ik was krankzinnig, en toen ik het vonnis
boorde, had ik op u willen toesnellen om n gelnk' te wen-
schen. Ware ik rjk geweest, dan zou ik alles wat ik had
aan uwe voeten hebben gelegd, maar toen durfde ik niet
spreken. Mjn patroon lachte mj uit, maar ik moet het
tot zjn eer zeggen, over u sprak hj steeds met eerbied.
En hj vertelde mij dat gj onder den naam Annie Mal
colm naar Amerika waart gegaan, daarna dat het schip
vergaan was en gj verdronken waart. Toen ik dit hoorde
viel ik als een blok op den grond. Van hetgeen er toen
geschiedde weet ik niet veel meer ik raakte achterop,
ik ben de eerste man niet, die door een vrouw rampzalig