De Alkmaarsche Bouwverordening. Uit gebrek aan bewijs, ]Vo. 5. Honderdste jaargang. 1898. WOENSDAG 12 JANUARI. Feuilleton. CHARLOTTE BRAEME. ALKHAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsda g-, Donderdag en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,§0 franco door het geheele rijk t 1. 3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer3. Prijs der gewone advertentien Per regel f O,ld. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOON. Van de 264 artikelen, die te zamen de Algemeene Politieverordening dezer gemeente uitmaken, zijn er 33 gewijd aan het bouwen en sloopen. Het schijnt ons toe en wij zijn de eenigen niet, dat 't goed zou zijn om deze artikelen te herzien. In de eerste plaats komt het ons voor, dat thans nu de gemeente zich uitbreidt en tal van huizen hooger worden opgetrokken dan vroeger, betere bepalingen moeten gesteld worden tegen het gevaar, dat de bewoners kan treffen in geval van brand. In de verordening van andere gemeenten b.v. in die van Haarlem, staat o. i. volkomen terecht het voorschrift, dat elke woning moet voorzien zijn van eene inrichting, die aan de bewoners gelegenheid geeft, zich uit het boven gedeelte der woning te verwijderen ingeval de trap door brand of rook onbruikbaar is. In veel gevallen zonder kosten, mits bij den bouw er aan gedacht wordt, kan een nooduitgang voor de bewoners der bovenverdieping worden aangebracht. Doch al ging het met eenige kosten gepaard indien er één bepaling is, wier noodzakelijkheid boven beden king schijnt, dan is het deze. Bepalingenten doel hebbende de veiligheid der be woners, vallen geheel binnen het kader eener gemeente verordening. Immers de wet geeft wel is waar zonder in bijzonder heden af te dalen aan, in welke richting het wetgevend college eener gemeente reglementeerend zal optreden. In artikel 135 der gemeentewet staat: aan den Raad behoort het maken van de verordeningen, die in het belang der openbare orde, zedelijkheid en gezondheid worden ver- eischt en van andere betreffende de huishouding der gemeente. Onder de rubriek: openbare orde vallen ongetwij feld bepalingen in het belang van de veiligheid der bewoners. Even gerechtvaardigd, als bepalingen omtrent veilig heid en eveDzeer in overeenstemming met het aange haalde artikel der gemeentewet zijn bepalingen omtrent gezondheid. In de Haarlemsche verordening die wij aanhalen niet als voorbeeld, doch slechts om een punt van verge lijking te hebben, staan voorschriften over sousterrains, die navolging verdienen.' De keukens onder den grond zijn uit 't oogpunt der gezondheid niet goed te keuren in onze waterrijke provincie. DOOR 33) HOOFDSTUK LI. De zusters van vrede. Er zijn zoovele vrouwen in de wereld, voor welke geen roeping of plaats schijnt te bestaan voor welke niels te doen is. Vele harer zijn knap, aardig van uiterlijk, ontwik keld wel opgevoed, andere meer nog: schoon, hoogst beschaafd; weer andere stuursch en slecht van humeur maar voor allen geldt hetzelfde, zij hebben behoefte om iets te doen. Sommigen zouden voortreffelijke huismoeders zijn geworden anderen verlangen geen huwelijksleven sommigen leven in de blijde hoop een goed echtgenoot, te krijgen en zijn later zeer teleurgesteld anderen kregen een goed huwelijksaanzoek en weigerden dat. Het aantal van dergelijke vrouwen is groot en als de tijd gaat verstrij ken noemt men hen »oude vrijsters.'' De vraag, wat met dergelijke vrouwen aan te vangen hield de Bisschop van Benton lange jaren bezig. Er waren er velen in zijn paro chie, maar er waren ook vele armen en lijdenden, waar om zouden zij elkander niet helpen Zijn ideaal was, dat de rijken zonder bezigheid zouden werken voor en helpen ben, die niet in staat waren zich zelf te helpen. Aanvankelijk stelde hij zich tevreden met allerlei bijeenkomsten en ver gaderingen en verkreeg daardoor, dat verscheidene dames besloten met en bij elkander te gaan wonen, niet onder bepaalde voorschriften, maar dan toch onder zekere over eenkomst. Zij moesten hun leven wijden aan werken en mededoogen. Langzaam ging zoo zijn arbeid voort, toen Vandaar dat artikel 230 der Alkmaarsche verordening zegt: de vloer van het gebouw moet ten minste 15 cen timeters hooger liggen dan de begane grond rondom het gebouw. Dat deze bepaling niet fraai is, uit een legislatief oog punt en te veel ruimte overlaat tot verschil van opvat ting zal ieder duidelijk zijn. Naar den letter moet zij, dunkt ons, zoo verstaan worden, dat de vloer van het laagste vertrek, dus ook van de keuken, 15 centimeters hooger moet zijn dan de straat, d. i. de begane grond, de grond waarop men gaat, zoodat sousterrains geheel verboden zijn. Indien men een wandeling maakt door de stad dan kan ieder nagaan in hoever deze bepaling wordt na geleefd. Beter is het dus om sousterrains onder zekere beper king toe te laten, evenals te Haarlem. Dat onze bouwverordening, ook niet wat den inhoud be treft, blijken geeft door vaklieden te zijn ontworpen, zou minder zijn, indien zij niet juist tengevolge van deze tekortkomingen tot ongelijkmatige toepassing moet leiden. Tot een ongelijkmatige toepassing moet het leiden, indien aan Burgemeester en JVethouders de bijna onbe perkte bevoegdheid gegeven wordt, om van alle bepa lingen afwijking toe te staan. Voorbeelden liggen voor 't grijpen. Wanneer men een huis wil bouwen, dan moet men daartoe een schriftelijk verzoek voor rooiing en peil aan B. en W. indienen. Na een maand wordt over het verzoek beslist. B. en W. zijn evenwel volgens artikel 227 bevoegd de beslissing eenvoudig te verdagen, zonder verderen termijn. Doen zij dit, dan staat voor verzoekers geen andere weg open, dan om kalm af te wachten. B. en W. zijn bevoegd toestemming te verleenen, on der meer, tot buitenmuren minder dan 17 centimeters dik, tot voorgevels van ouden steen, tot rieten daken, tot het inrichten van één gemeenschappelijk privaat voor meerdere woningen, tot het maken van regenbakken, in plaats van buiten, in huis, tot het aanbrengen van ijze ren pennen of punten tegen gebouwen, enz. In één woord, deze macht van B. en W. om de ver ordening gestreng of niet gestreng of in 't geheel niet toe te passen, moge met de beste bedoelingen zijn ge- gaven, in beginsel is zij onjuist. B. en W. moeten in 't algemeen niet de bevoegdheid hebben, af te wijken van verordeningen door den Raad vastgesteld. Want wanneer men zich rekenschap geeft van de lei een oude dame stierfdie hem zeer was toegedaan en hem haar gansche fortuin naliet om zijne plannen te verwezelijken. Toen was de Bisschop van Benton geluk kig en hij besteedde het geld goed. Een van de eerste zaken die hij deed, was een groot huis en hospitaal in Londen te bouwen. Het huis kreeg den naam van »Het Klooster" en het hospitaal kreeg weldra den besten roep onder alle ziekenhuizen. Het stond geheel onder behandeling en verzorging der zusters uit het klooster. Toen vroeg tot zijn groote blijdschap, zijn oudste dochter Monica Grey verlof, om zich aan het liefde werk te wijden. Monica Grey was een vrouw van buiten gewone gaven en van veel karakter. Zij was niet de vrouw om een man en kinderen te hebben, om aan het hoofd eener huishouding te staan, maar bet bestuur over een groot hospitaal, altijd vol lijders, over een klooster altijd gevuld met troosteloozen en ongelukkigen, dat was iets voor haar, dat was haar levensdoel. Na verloop van tijd werd zij overste van de »Zusters van Vrede" zooals de Bisschop hen genoemd had. En in werkelijkheid zij brachten vrede en rust ook op de plaatsen waar de grootste wanhoop was. De ^Zusters van Vrede" waren wijd en zijd bekend onder het wijs bestuur van Zuster Monica deden zij groote dingen. En op een dag kwam een dame aan het klooster en verzocht de overste te spreken. En toen Monica Grey bij haar kwam, herkenden twee edele zielen elkander. »Gij verlangt mij te spreken," zeide de overste vrien delijk. Instinctmatig zag zij, dat zij te doen had met iemand die zwaren kommer en levenszorg had leeren kennen. »Ja, ik wilde u verzoeken mij binnen te laten, mij in al uw werk te laten helpen." »Zijt gij geschikt voor ons werk »Hoe bedoelt gij dat »Om geschikt te zijn voor ons werk wordt veel ver- eischt. Allereerst moet men zelfverloochening hebben, niet voor zich zelve maar geheel voor anderen leven." »Dat kan ik Het »zelf" is lang genoeg voor mij iets hatelijk geweest. Het zal mij verheugen het af te werpen dende gedachte, die aau onze gemeentewet ten grondslag ligt, -dan blijkt zij deze te zijn, dat de Raad aan het hoofd der gemeente staat Men verliest dit wel eens uit 't oog, maar toch is dit de wettelijke en juiste opvatting. Hoewel onze staatsregeling monarchaal is, is de ge meente van huis uit, een republiek. Een bekend hoogleeraar noemt haar een republikeinsch gevormde gemeenschap. Vandaar dan ook, dat de volheid van macht in handen van den Raad ligt. De Raad is het hoofdcollege. De Raad nu is bevoegd verordeningen te makenin dit geval omtrent het bouwen en sloopen, terwijl Burgemeester en Wethouders die verordening moeten toepassen en daarvan geen afwijkingen mogen toelaten. Ten einde de algemeene toepassing te bevorderen, mag de verordening geen andere of meerdere bepalingen be vatten, dan die in het belang der openbare orde, d. i. veiligheid en gezondheid strikt noodzakelijk en onmis baar zijn. De taak van B. en W. is niet indien een bouwplan wordt aangeboden om aan den belanghebbende eenige verandering of verbetering of verfraaiing in overweging te geven. Neen, de taak bepaalt zich tot het onderzoek of in 't bouwplan iets is, dat voor de veiligheid of de gezondheid der bewoners gevaar oplevert en of de bouw met de openbare orde of zedelijkheid in strijd is en de verordening omschrijft wat onder deze termen al of niet verstaan wordt. De taak van den gemeenteraad bij het samenstellen eener bouwverordening, is eveneens geen andere dan om te omschrijven, welke verbodsbepalingen noodzakelijk, dat wil zeggen algemeen en door ieder moeten worden nageleefd. In de verordening moet, gelijk in andere gemeenten het geval is, aangegeven worden, binnen welken termijn (in Haarlem 14 dagen) de bedenkingen van B. en W. ter kennis zullen komen van belanghebbenden. Worden de door B. en W. gemaakte bedenkingen niet opgelostdan mag met den bouw geen begin worden gemaakt zonder vergunning van den Raad. Dit recht van hooger beroep indien men 't zoo noe men mag is in onze verordening ook niet, gelijk elders wel 't geval is geregeld. Toch ligt het in den aard der zaak, dat steeds beroep mogelijk isaangezien de Raad het hoofdcollege is der stedelijke regeering, en aangezien de Raad de verordening maakte. In dezer voege zouden wij een nieuwe bouwverordening en geheel op te gaan in het leven van andereu." Toen zade vreemdelinge Monica Grey ernstig aan en vroeg »Maar neemt gij ook zondaressen op De overste glimlachte en zei »Zijn wij niet allen zondaressen ?Maar als gij mij vraagt of wij vrouwen opnemen, die alle eer en deugd verspeeld hebben, dan zeg ik, neen, dat doen wij niet." Veronderstel," hernam de vreemdelinge, »dat iemand bij u kwam, die door de wereld gebrandmerkt was met een schrikkelijke misdaad, geoordeeld en veroordeeld zelfs door de menschen, maar onschuldig voor God. Zoudt gij zoo iemand opnemen En daarop verhaalde Lady Arden aan zuster Monica haar gansche geschiedenis. Het dnnrde lang en de overste der Zusters van Vrede" luisterde aandachtig en toen zij geëindigd had, vroe" Lady Arden »Hebt gij ooit een geschiedenis als de mijne gehoord »Neen »En veroordeelt gij mij?" vroeg Lady Arden. »Neen, uit het diepste van mijn hart zeg ik, dat ik u voor onschuldig houd." En toen knielde Lady Arden voor haar neder en omvatte hare knieën en bedekte hare handen met kassen en tranen. »Gij gelooft mij dns snikte zij »gij gelooft dat ik onschuldig ben. Gij hebt alles gehoord en vertrouwt mij toch." Monica Grey boog haar ernstig gelaat over de schoone vronw aan haar knieën en zei vriendelijk »Ik ben overtuigd van nw onschuld." i>En toch, mijn echtgenoot, de man, dien ik met geheel mijn ziel liefhad, hij houdt mij voor schuldig s Ja, maar gij moet rechtvaardig zijn. Gij moet bedenken, dat hij de zaak gelezen en overwogen had, dat hij de ver dachte voor schuldig hield. En een man, die kalmweg zoo iets aangenomen heeft, verandert niet spoedig van meening. Gij moet denken aan zijn verdriet, zijn gekwetste liefde, zijn gekwetsten trots. Ik dnrf zeggen, dat van u beiden hij het meeste lijdt. O, mijn kind, waarom hebt gc niet tot hem gesproken »Dan had ik hem verloren

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1898 | | pagina 1