I'AIUJSCHÉ BRIEVEN.
Buitenland.
ge
m
K
vc
Y8
te
te
df
di
V€
te
b<
P<
ai
zi
ia
d
H
d:
d.
I.
Ie
n
b
n
ti
v
n
b
h
wenschen te wetendat op eenvoudige wijze eenige
voorschriften worden vastgesteld omtrent hetgeen hier
ter stede in het belang der openbare orde en gezondheid
brj het bonwen van een hnis gevorderd zal worden
terwijl tevens wordt aangewezen de wijze waarop de
termijn binnen welken over elk verschil tnsschen B.
en W. en belanghebbenden omtrent de bouwplannen zal
worden beslist, terwijl vooral tegen brandgevaar strenge
voorschriften noodig zijn.
Voor deze en dergelijke aangelegenhedenals de
bouwpolitie springt het in 't oog hoe wenschelijk het
is en hoe in volkomen overeenkomst met de bedoeling
des wetgevers het is dat burgers van eiken rang en
stand in den Raad zitting nemen.
Zoowel ambachtslieden zouden wij gaarne in dit col
lege zien, als personen die aan de hoogeschool een graad
of titel hebben verworven.
Door de aanwezigheid van verschillende elementen uit
de burgerij zoude meer wrijving van gedachten ontstaan
en meer hervormingen tot stand komen.
Dat de verbetering onzer bouwverordening weldra
worde ter hand genomen is zeker de wensch van vele
ingezetenen.
Parijs 5 Januari 1898.
I.
1 Januari. Nieuwjaar. »Cher Monsieur T
vous savez ce que mon coeur vous souhaite", dit was
wel de mooiste uitgesprokene van alle wenschen, welke
wij op dezen dag sedert middernacht ontvingen. »Gij
weet wat mijn hart U toewenscht" en J. M. T. herhaalt
dezen wensch voor alle lezers en lezeressen der Alk-
maarsche Courant, en vooral aan de uitgevers en redac
teuren, wier blad thanB schrijven mag: Honderdste Jaar
gang. Aan de Courant zelve wenschen wij een nieuw
leven van eene tweede eeuw, waarvan wij echter, helaas,
het slot niet zien zullen. Met onze kroniek zullen wij
het heden niet te lang maken, wij vierden Saint-Silves-
tre, of om het op z'n Hollandsch uit te drukken, Oude
jaarsavond, gingen te drie ure naar bed en werden met
zonsopgang door onze kinderen gewekt, die heel aardige
nieuwjaars-complimentjes opzeiden. De eerste Januari is
hier een echte familiedag, men ontvangt niet veel be
zoeken van vrienden of kennissenNieuwjaar be
hoort uitsluitend aan de leden van eene zelfde fa
milie en het groote diner hier vervangt eigenlijk op
Nieuwjaarsdag uw groot hollandsch oudejaars-souper.
Daarna hebben wij de geheele maand Januari voor het
afleggen der visites zoodat de handelaars ia speelgoed,
ih luxe-artikelen en in bonbons nog gedurende verschei
dene weken goede zaken doen. Verder zenden wij onze
wenschen per brief, briefkaart of visitekaartjes de geluk-
wenschen door tusschenkomst van de courant zijn hier
nog niet in de mode.
Wat de geschenken betreft, zoo moeten wij bekennen
er veel meer te geven dan te ontvangen, behalve onze
kinderen, die met Kerstmis overladen werden met bon
bons en aangename en nuttige cadeautjes. Wij beginnen
met 's morgens even onzen concierges geluk te wenschen
en hun een flinke fooi in de handen te stoppen, dit
onderhoudt de vriendschap, zooals men hier zegt. V oor
de dames weten wij al geen betere cadeautjes dan zakken
en doozen met bonbons, chocolade, marrons glacés, fruits
glacés, manden met bloemen doch ook de winkeliers in
luxe-artikelen jnweelen bontwerken enz., maken met
Nieuwjaar vele slechtere tijden op eenmaal weder goed.
In den handel is het in vele firma's het gebruik aan de
bedienden vétrennes te geven, vele patroons geven de
laatste maand van het jaar een dubbel salaris, er zijn
zelfs bankiers die twee malen per jaar het salaris van
hun personeel verdubbelen, zoodat daar de bedienden 14
malen salaris ontvangen in plaats van 12 malen. De
regeering komt er het goedkoopst af, en speculeert op
de fransche ijdelheid het aantal kruisen, hetwelk op
Nieuwjaar wordt uitgedeeld is ontelbaareen ware
regen van onderscheidingen. Zoo kon oud en jong te
vreden zijn.
2 Januari. Deze valt op Zondag, tot groot genoegen
van allen die gaarne uitrusten van het groote familie
diner, en van nog anderen, die thans in deze twee feest
dagen het grootste deel hunner bezoeken afleggen.
3 Januari. Die twee rustdagen hebben het Maandag-
houden niet belet, integendeel de lust tot arbeiden is er
nog niet, de café's hebben het heel druk, men ziet het
den meesten heeren aan, dat zij in die drie dagen nog
al aardig wat gedronken en geklonken hebben. Wij laten
onze vrienden gedurende een eenige oogenblikken voort-
babbelen en slaan onze oogen op eene courant welke
juist eenige aanwijzingen bevat over de parijsche »Oais-
se d'Espargne" de spaarbank. De courant is van 2
Januari en wij moeten erkennen, dat daar in de Caisse
d' Epargne vlug wordt gerekend, want reeds is de balans
oer 31 December 1897 afgesloten. De boeken zijn dus
oepaald »a jour," zooals men het hier noemt. De Parij-
zenaars zijn spaarzaam, want de bank ontving in 1897,
alleen voor Parijs, de belangrijke som van 40 millioen
779 duizend 761 franken en 62 centimes. Het is waar,
dat meer dan 47 millioen werden terugbetaald, maar
toch bedraagt het saldo, hetwelk de bank in kas heeft,
van 652,892 personen, die hun geld inbrachten, het
fraaie cijfer van 147 millioen, 659 duizend, 167 franken
en 95 centimes. De mensehen, die beweren »il n' ya
plus d' argent" hebben het dus feitelijk mis.
Tot nog toe hoorden wij hier niet veel spreken van
een bond tegen de onthouding en het misbruik van ster
ken drank. Wel word een andei'9 bond dikwijls besproken,
namelijk »la Ligue" tegen het misbruik van den tabak,
doch gewoonlijk was het slechts om met deze Ligue den
draak te steken, wij gelooven niet, dat deze bond vele
rookers bekeerd heeft. Het schijnt echter, dat hier eene
vereeniging bestaat »L'association de la Oroix-Bleue",
welke vijfhonderd leden telt, en die allen geheel ont
houders zijn, want fzij drinken niet alleen geene sterke
dranken, doch onthouden zich ook van wijn, bier en cidre
(appelwijn). In een echt wijnlaud, zooals Frankrijk is, en
in eene stad als Parijs, waar niemand het water lust,
zal het moeilijk zijn, leden voor deze vereeniging te win
nen. Doch er is nog eene andere ligue, de vligue anti-
alcoolique'' geheeten, welke minder streng is, en alleen
de sterke dranken bestrijdt. Deze bond zal weldra te
Parijs eenige matigheids-koffiehuizen openen en aan die
café's wenschen wij gaarne een goed Nieuwjaar en veel
succes. Het valt toch niet te ontkennen, dat om maar
enkel het absinth te noemen, deze drank zeer verrader
lijke en nadeelige gevolgen met zich brengt voor ver
stand en gezondheid beide. Wij gelooven het veel scha
delijker dan jenever, en een drank waaraan men zeer
gemakkelijk verslaafd raakt. Men drinkt het hier in
groote waterglazen met bijvoeging van suiker en veel
water, één enkele absinth zal niemand kwaad doen, doch
vele lieden beginnen al 's morgens vroeg dat groene ver
gif te drinken. In de groote koffiehuizen krijgt men ten
minste eene goede kwaliteit, doch in de kroegen drinken
de arme lieden een vocht erger dan brandspiritus. Nog
komt daarbij, dat de absinth-drinkers gewoonlijk kwade
dronkaards zijn, zenuwachtig, woest en twistzoekend, een
groot verschil dus met den vroolijken wijndrinker.
5 Januari. Panama hebben wij in het Oude jaar gelaten,
die nachtmerrie eindigde met de vrijspraak van alle be
schuldigden. De zaak-Dreyfns echter is nog volstrekt
niet afgeloopen. Wij kunnen er niets meer over mede-
deelen, wij weten slechts, dat de commandant Esterhazy
voor een krijgsraad zal terechtstaan. Of die zaak in het
openbaar of weder met gesloten deuren zal worden be
handeld, is heden nog niet bekend. De meeste bladen
weten ons van te voren reeds te vertellen, dat de heer
Esterhazy onschuldig is, en dat Dreyfus terecht veroor
deeld werd, doch wij moeten thans geduldig afwachten.
Alleen maar hopen wij, dat het mogelijk zal blijken, de
zaak in het openbaar af te doen, dat alles publiek zal
worden gemaakt, want anders gaat het met deze affaire
evenals met Panama, dan komt er nooit een einde aan.
Wat ons betreft, wij bljjven twijfelen.
J. M. T.
»En dat hebt ge nu ook,'' was het ernstige antwoord^
»Maar voor zoover ik uwe geschiedenis kan beoordeelen'
ia uw eenige tont dit dat gij hem uw verleden verzwe
gen hebt."
»Ik dank God voor die woorden 1" riep Lady Arden. »Gij
hebt mij nieuwen levensmoed gegeven. Gij gelooft mij en
gij zult mij toestaan u te helpeu iu uw edele levenstaak.
»Ja," zei Monica Grey, »dat, wil zeggen, ik zeg ja, maar
eerst moet ik den Bisschop spreken. Gij zijt een getrouwde
vrouw en al kunt gij werk en een schuilplaats bij ons
vinden, tot onze zusters zult gij nooit bebooren."
>En zou de bisschop dan tegenwerpingen maken?"
»Neen, dat geloof ik niet, maar ik moet hem spreken.
Kom terug, Lady Arden, dan zal alles voor u gereed
gemaakt zijn."
En Lady Arden kwam terug en werd vriendelijk ont
vangen. De bisschop had zijn toestemming gegeven. »Een
bekommerde ziel te helpen," zei hij, »was meer dan een
ziek lichaam te genezen. Zoo kwam Lady Arden in het
klooster en werd de meest geliefde van alle zusters.
HOOFDSTUK LII.
Zuster Teresa.
»De wereld vergeten en door de wereld vergeten," aan die
woorden dacht Lady Arden nu zij eindelijk rust en vrede
vinden kon. Zoo werd zij in het klooster opgenomen en
kreeg den naam van zuster Teresa. Zij werd de toovlucht
en troost voor alle lijdenden en ongelukkigen. Nog niet
lang was zij er of Monica Grey vertrouwde haar en had
haar lief met haar gansche hartzij werden oprechte en
trouwe vriendinnen.
»Ik vraag mij wel eens af," zeide zij, die vroeger Hes
ter Blair heette, »waarom ik zoo ongelukkig moet zijn."
»Het geheim van elk menschenleven kan eerst hier
namaals worden opgelost," antwoordde Monica Grey. »Elk
leven heeft zijn verborgenheden, wij worden hier en daar
geleid, maar zien de hand niet, die ons bestuurt. Wij be
grijpen niet welken weg wij gaan, maar aan het eind
daarvan is elke stap ons helder. De tijd zal komen, mijn
beste, dat het ook voor u niet langer een geheim is
»Ik zou het kunnen begrijpen," hervatte zij droomerig
2,als ik schuldig was. Maar niemand heeft meer geleden
dan ik. Waarom?"
»Geduld zei Monica. »In de eeuwigheid zult gij dit
alles weten, misschien reeds in dit aardsche leven. Gaan
wij ieder ons eigen leven na," vervolgde zij ernstig, »dan
zullen wij vinden, dat elke zorg, elke kommer, toch ten
slotte aan onze 9igen fouten te wijten is. Bij n zelve ook.
Al uwe rampen begonnen, omdat gij met een man getrouwd
zijt, dien gij niet liefhadt."
Duizenden meisjes doen dat, maar worden er niet
voor gestraft."
»Mijn beste, gij kunt niet beoordeelen of anderen ge
straft zijn. Gij zeidet, dat gij het deedt om uw vader te
redden, maar zou Hij, die de musschen voedt en de leliën
kleedt, ook voor hem niet gezorgd hebben Komals gij
uw leven nagaat, uwe gelukkige meisjesjaren vergelijkt
met de latere, dan is er evenwicht, dan is er lang niet
overal ellende. Gij moet inzien, dat de oorsprong van uw
zorg ligt in uw eigen foutiemand te trouwen, dien gij
niet liefhadt, dien gij zelfs verafschuwdetWelnu, goud kan
worden gezuiverd door het vuur, groote zielen worden
alleen volmaakt door loutering
»Maar mijn leven is verwoest!" kreet zij. Het is niets
als schande."
»Gij weet niet wat het leven u nog bieden kan."
Veel arbeid hoop ik en het geluk dat vrede geeft."
»Hebt gij wel gehoord van de vrouw, die den rechter
eene gunst te vragen had Hij weigerde het herhaalde
malen, maar zij hield niet op. En eindelijk gaf hij toe.
Doe als zij BidBid 's morgens, en op den dag en in
den avond en den nacht. God, die de kinderen Israëls
behouden thuis bracht, zal ook u redden."
»Maar ik heb gebeden, zuster, lang en veel gebeden
in de gevangenis."
»God weet Zijn tijd, mijn beste en het uur voor u was
nog niet gekomen."
Lang en ernstig dacht zuster Teresa over deze woorden
IHJITSCHIjAIVI». Keizer Wilhelm heeft als blijk
zjjner hooge tevredenheid met den gunstigen afloop van
de Ghineesche quaestie, den minister van buitenlandsche
zakenvon Biilowden Rooden Adelaar le klasse
geschonken.
De iFrankf. Ztg." zegt, naar aanleiding hiervan
»De nieuwe leider van de buitenlandsche staatkunde
schijnt werkelijk de man naar 's keizers hart te zijn. Het
is geen toeval dat in de geheele Duitsche pers de vreed
zame bedoelingen van Duitschland in Oost-Azië krach
tig worden betoogd. Met voordacht wordt de verzeke
ring gegeven, dat Duitschland in China een stillen eul-
tuurarbeid wil verrichten, waarbij het zijn eigen belan
gen zal bevorderen, zonder iemand tot last te zijn. Van
de »gepantserde vuist" wordt thans niet meer gesproken
in de artikelen, die het verkrijgen van een grondgebied
in China der Duitsche pers in de pen geeft. En het is
zeker ook geen toeval, dat in talrijke artikelen thans ook
de wensch naar betere betrekkingen tot Engeland wordt
uitgesproken en meestal in dezen zin dat het land
met het grootste overzeesche bezit niet afgunstig behoeft
te zijn en het recht moet erkennen van een ander, wiens
goede vriendschap door het zeer geisoleerde eilandenrijk
om meer dan een reden moest worden gezocht.
»Wij hebben grond voor de meening, dat het verlan
gen naar een vriendschappelijke verhouding tot Engeland
eerlijk gemeend is.
Of prins Heinrich nu toch door zal stoomen naar de
Chineesche wateren, of dat hij terug zal keeren, is nog
niet bekend.
EXttKIjAK». Ernstige debatten over de leger-
quae9tie zijn in de aanstaande Parlementszitting (zij wordt
in Februari geopend) te wachten. Het land is overtuigd,
dat het leger onvoltallig en niet op de hoogte van zijn
taak isde minister wil trachten hieraan te gemoet te
komen door voorstellen tot uitbreiding van het leger,
vooral van do artillerie, en tot betere betaling der sol
daten.
Maar het parlement zal tevens daarbij eischen, dat
vaste grondslagen voor de verdediging van het Rijk wor
den vastgesteld dat de diensttijd worde verlengd, opdat
het leger niet langer zij een drilschool voor jongens en
dat maatregelen worden genomen, om snel en goed een
legerkorps van dertig duizend man te kunnen mobilisee-
ren voor den dienst buiten het Rijk.
Een dergelijk cijfer is zeker voor een natie, die zoo
overal en op zulke ver uiteenliggende punten, voor hare
belangen in de bres moet kunnen springen niet over
dreven.
De pest te Bombay breidt zieh nog steeds uit. In
het etmaal, dat Woensdag eindigde, zijn weer 142 geval
len der ziekte aangegeven, waarvan 105 met doodelijken
afloop.
FBAliUKlJH. Maandag j.l. is de krijgsraad in
zake EsterhazyDreyfus bijeengekomen en geen wonder
is 't, dat, nu men aan den vóóravond van de beslissing
staat, er over niets anders gesproken en geschreven wordt.
De acte van beschuldiging van 1894 is thans (op geheim
zinnige wijze) publiek geworden en men staat versteld
over de zwakke argumentatie en het gebrek aan logischen
samenhang.
De oud-minister van justitie, Frarieux, heeft een schrijven
gericht tot den minister van oorlog, waarin hij op grond
van de leemten in die acte van beschuldiging aandringt
op algeheele herziening der zaak in openbare zitting,
door onpartijdige deskundige mannen.
Of de zittingen met gesloten deuren zullen worden ge
houden, is nog niet beslistmet iederen dag worden
meer stemmen vernomen, in alle Fransche bladen, die
op de openbare behandeling aandringen.
De heer E. Duclaux, directeur van het Instituut-Pas
teur, schrijft aan Scheurer-Kestner, dat »als wetenschap
pelijke personen conclusies trokken op zulke vage ge
gevens als in de akte van beschuldiging tegen Dreyfus
voorkomen, het wonder wezen zou, als er ooit een ge
leerde een waarheid ontdekte."
Pater Hyacinthe schreef aan Bernard Lazare een brief,
naar aanleiding van de akte van beschuldiging, waarin
hij zegt Dreyfus is een der grootste martelaars van
deze eeuw."
De »Siècle" somt nog al eens alles op, wat Esterhazy
kan belasten en Dreyfus kan ontlasten, en dringt aan op
de ontsluiering van de geheele waarheid.
Majoor Esterhazy moet als gevangene voor den krijgs
raad verschijnen. Hij heeft zich daartoe Zondagavond
naar de mil. gevangenis van Cherehe-Midi begeven. Hij
beweegt zich vrij in dit gebouw. Maandagmorgen werd
hij voor den krijgsraad gebracht tusschen twee oud-ge-
dieuden.
De krijgsraad kwam te 9 uur bijeen, onder voorzit
terschap van generaal De Luxer. Nadat Esterhazy was
binnengeleid, gaf de president last het bevel voor te lezen,
om majoor Esterhazy in rechten te betrekken het tegen
hem ingestelde on derzÓ8k heeft wel ge9n voldoende licht
gegeven, maar met het oog op de beweging der openbare
meening wordt een contradictoire behandeling voor hem
noodig geacht.
na. Kon zij haar onschuld bewijzen Gesteld dit, dan
was het immers te laatHester Blair was reeds zoo lang
dood, wie deerde het of zij schuldig of onschuldig was 1
Maar toch, zij zou bidden. Er waren zelfs nu nog tijden,
dat zij aan die schrikkelijke gebeurtenis dacht, zich af
vroeg wie heeft het gedaan en waarom Dan ging zij
in haar herinnering alles na, maar kon geen oplossing
vinden.
Maar ten slotte kwam toch over haar een groote, wel
dadige kalmte. Haar gansche leven werd arbeid en plicht.
Zg hoorde niets van haren echtgenoot, maar het ruime
jaargeld werd haar regelmatig door zijn zaakgelastigde
uitgekeerd. Veel had zg reeds in het klooster ervaren,
van menschelijke boosheid, maar ook van sehgn die be
driegt.
En thans nu zg bg den haard zat te mg meren en het
schgnsel van het vuur op haar gelaat speelde, kwam de
boodschap, dat zg naar de ziekeuzaal moest gaan.
Wordt vervolgd.