1 LEERPLICHT No. 7. Eerste Blad. Honderdste jaargang. 1898. ZONDAG 16 JANUARI. Buitenland. Naar aanleiding van een artikel over in (ie „Algemeene Hide." ALKMAARSCHE C» Deze Oourant wordt Dlnsda g-, I> o n «I e d a„S~ en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar ff 0,80 franco door het geheele rijk ff 1. 3 Nummers ff ©,®6. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prijs der gewone advertentien Per regel ff 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOON. Telefoonnummer Wij kunnen ditmaal beginnen met wat men zou kun nen noemen een »pei'soonlijk feit''iets tussehen de te Alkmaar verschijnende Algemeene Gids", on de Alkmaar- sche Courantiets ongewoons, iets in strijd met de goede gewoonten bij de Nederl&ndsche pers, maar waarover wij ons niet beklagen, integendeel ons hartelijk verheugen. De Algemeene Gids van 9 Januari 1898 bevatte een hooidartikel onder het opschriftIieerpllcht 1 dat wij met volkomen instemming hebben gelezen. Wat daarin staat, gaf zoo geheel ons gevoelen weer, alsof wij het zelf hadden geschreven. Al voortlezende kwam ons het een en ander zelfs zóó bekend voor, dat we eens gingen zoeken, of we ons vroeger over leerplicht niet eens geheel in denzelfden geest en met gebruikmaking van dezelfde gronden hadden uitgelaten. En ja, daar vonden wij in de Alkmaarsche Courant van 26 Februari 1888 een artikel onder hetzelfde opschriftleerplicht» dat in de volgende week door een tweede, het slotartikel, onder hetzelfde opschrift is gevolgd. Aan die artikelen hebben wij no<* eens herinnerd in de Alkmaarsche Courant van 25 December 1.1., toen wij de .Hoofdlijnen voor de invoering van leerplicht'' bespraken, door den Minister van liinnen- landsche Zaken in de Tweede Kamer aangegeven, en onder verwijzing naar hetgeen wij vroeger daarover gezegd had den, onze ingenomenheid met de zienswijze der Regeering betuigden. Vermoedelijk is ook de redactie van de Algemeene Gids daardoor op die artikelen opmerkzaam geworden. Zij geeft ook ooii artikel ouder het opschrift Sjeerplicht ff en dat artikel is niets anders dan een letterlijke afdruk, groot 130 regels druks, van ons artikel van 26 Februari 1888. Welnu, dat is een merkwaardig feit. .Oude bes'' werd meer dan eens de Alkmaarsche Courant genoemd, ook in de Algemeene Gids, afgeleefd en achterlijk, niet meer op de hoogte van haar tijd. En ziedaar, de jongere zuster gaat ook over leerplicht schrjjven, en weet niets beters te doen dan onder hetzelfde opschrift bijna geheel ons artikel van vóór tien jaren letterlijk over te drukken! Dus niets oorspronkelijks, niets uit eigen pen gevloeid Ja wel, het sloten dat luidt .Het is daarom, dat wij in het belang onzer jeugd, in het belang harer toekomst, dus als vanzelf in het belang der Maatschappij hopen dat de door onze Regeoring te ontwerpen wet tot invoering van den Leerplicht als wet in het Staatsblad moge prijken." Uitmuntend .Het is daarom", enz. Dus om dezelfde redenen, die wij er vóór 10 jaren voor aanvoerden. Men kan zich voorstellen, met hoeveel genoegen wij van deze volmaakte instemming kennis namen. Die een dracht geeft hoop voor de toekomst, en zou de meening van ons Ministerie kunnen bevestigen, dat er toch in Nederland nog wel een groote liberale partij bestaat, waar van medewerking tot vruchtbaren arbeid op sociaal ge bied te wachten is. Wij stellen dan ook gaarne de jaar gangen van de Alkmaarsche Courant beschikbaar om daaruit artikelen over verschillende onderwerpen over te nemendie thans aan de orde van den dag zijn, en waarvan wettelijke regeling is toegezegd of ver wacht mag worden. Toch zonden wij ééne voorwaarde willen stellen, namelijk deze, dat de bron worde vermeld, waaruit het artikel is geput. Dat heeft de Algemeene Gids niet gedaan, en dat is toch gebruikelijk en naar onze meening ook niet meer dan behoorlijk. Het zal ook de lezers weldadig aandoen en bemoedigen. Zij zullen daar door ontwaren dat, al mogen liberalen in en buiten de vertegenwoordiging redenen meenen te hebben om zieh in fracties te splitsen en zelfs andere namen aan te nemen, er ten aanzien van verschillende belangrijke zaken zóó groote overeenstemming bestaatdat aan den goeden uitslag van voorstellen tot wettelijke regeling niet ge wanhoopt behoeft te worden ook al blijft verdere uit breiding van kiesrecht overeenkomstig den wensch van het Kabinet rnsten. Pogingen om daartoe te geraken zouden ongetwijfeld niet alleen den geregelden wetgeven- den arbeid op sociaal gebied verstoren en vertragen, maar daarenboven het onderling vertroawen kunnen schokken bij hen, op wier medewerking en samenwerking de Regeering in de eerste plaats moet kunnen rekenen. Het doorbladeren van vroege jaargangen heeft ook ten mtJümuu t 7.1 ons werd aanbevolen of met instemming besproken, en hetgeen thans zoo ongeveer rijp voor beslissing wordt aeacht, opmerkelijke overeenstemming bestaat. W g noe men in de eerste plaats de afschaffing der plaatsvervan ging wij zonden er bij kunnen voegen de verzekering van werklieden tegen ongelukken en tegen de nadoelen door ziekte of ouderdom veroorzaakt, de herziening onzer wettelijke bepalingen omtrent de verplichtingen van huurder en verhuurder in her landbouw-packtcontract, de verzekering der vrije beschikking over het arbeidsloon tegen gedwongen winkelnering enz. Als wij nagaan wa van andere zijden over sommige dezer onderwerpen wordt gezegd, dan schijnt er inderdaad, al naarmate het onder zoek vordert en nauwkeuriger wordt, ook meer een stemmigheid omtrent hoofdpunten te ontstaan. In dit opzicht is opmerkelijk hetgeen dezer dagen in een vergadering van arbeiders te Rotterdam is voorge vallen Daar kwam de pensionneering van werklieden ter sprake, en de leiders van het Werklieden-Verbond, de heeron de Rot en het Tweede Kamerlid de Klerk, achtten zich verplicht ten sterkste het denkbeeld te be strijden, dat de kosten dier pensionneering alleen ten laste van den Staat zouden moeten komen, en geen bij drage van den werkman zelf gevraagd zon mogen woi - den. Wij waren altijd de meening toegedaan, dat het wel niet mogelijk zou blijken van alle werklieden, evenals van deambtenaren, voor de vorming vau een pensioenfonds vaste bijdragen te eischen tot zulk een bedrag, dat het ver- leeneu van pensioen aan den Staat zoo goed als mets zou kosten; maar evenzeer geloofden wij, dat de gelden voor deze pensioenen zonder eenige bijdrage van den werkman zei ven niet te vinden zouden ïjjn. Aan vele werklieden is het niet bekend, dat de burgerlijke ambtenaren door hunne geregelde jaarlijksebe bijdragen eigenlijk zeiven hun pensioen betalen. Vandaar vermoedelijk, dat zoo menigmaal het pensioen van den workman ten laste van den Staat eenvoudig als een recht wordt getjischt. De heeren de Rot en de Klerk hebben de werklieden op dit punt ingelicht, en als hunne overtuiging medegedeeld, dat het zonder bijdrage van den werkman niet gaan zal. Vooral de heer de Klerk schijnt dit met bijzonderen nadruk te hebben gedaan. Volgens een verslag v.an de vergadering zou bij het eenvoudig misleiding van den werkman genoemd hebben, wanneer men hem wijs maakte, dat het mogelijk zon zijn de kosten van het pen- sionneereu dei' werklieden alleen door den staat te noen dragen. Als men hem kon aantoonen, hoe er eenige kans bestaat om het geld te vinden, dat daarvoor noodig zou zijn, zon hij zich gewonnen geven maar hij was overtuigd, dat het onmogelijk zou ziju. Don werkman zoo iets voor te spiegelen was, zeide hij, hem een wissel geven op de eeuwigheid, en daarenboven een schoon middel voor hen, die indruk willen uitoefenen op de domme meuigte. Intusschen is het met de eendracht onder de partijen nog niet best gesteld. Alleen de Katholieken zijn één. De anti-revolutionairen zijn in twee fracties verdeeld. Onder de liberalen is een club opgetreden, die zich den naam heeft gegeven van vrijzinnige democraten. Wie van de Kamerleden daartoe bohooren, is niet bekend, en evenmin uit naam van hoevelen hunner de heer Kerdijk bij de behandeling der Staatsbegrooting heeft gesproken. Zooals bekend is, verschijnt sedert eenige weken de Vooruitgang, .Vrijzinnig Democratisch Weekblad, voort zetting van de weekbladen De Nederlander en .Radicale Hervorming", onder een .commissie van medewerkers", bestaande uit de heeren Mr. E. Fokker, lid van het hoofd bestuur der Liberale Unie, O. V. Gerritsen, lid van het hoofdbestuur van den Radicalen Bond, B. H. Heldt, lid van het hoofdbestuur van het Algemeen Nederlandsch Werklieden-Yerbond, enlid van het hoofdbestuur der Nederlandsche Volkspartij. Die vierde naam blijlt reeds sedert 6 November 1.1. oningevuld, altijd in afwachting van nader overleg met het laatstgenoemde hoofdbestuur. De vrees voor de meening dat er tussehen de drie overige hoofdbesturen althans zooveel overeenstemming zon zijn tot stand gekomen, dat het blad als een gemeenschap pelijk orgaan beschouwd zou kunnen worden, openbaarde zich voorts bij den Radicalen Bond zóó sterk, dat in zijn vergadering van 9 Januari 1.1., in een geheime zitting, een motie werd aangenomen, waarbij verklaard werd, dat Vooruitgang door de vergadering niet als het orgaan van den Bond wordt aangemerkt. De beer Gerritsen was niet te bewegen zich weer als President te laten her kiezen en een ander lid van het bestuur vond het noodig openlijk voor zich te verklaren, »met geen bijzonder prettig gevoel deze vergadering te verlaten, waarin op nieuw de autocratie, die Amsterdam steeds zoo gaarne over Holland uitoefende, is gebleken." Hij hoopte echter over vier jaar, als er met grondwetsherziening ook alge meen kiesrecht komt, den heer Gerritsen opnieuw tot voorzitter benoemd te zien. Van groote eendracht ge tuigt dit alles zeker niet. Tnsschen de parlementaire en de revolutionaire sociaal democraten is de scheiding een voldongen feit De heer Domela Nieuwenhuis heeft de redactie van Recht voor Allen neergelegd, en een nieuwe redacteur (of redactrice) wordt gevraagd. BELdlË. Uit Boma in den Congostaat is te Brussel een telegram ontvangen, meldende dat volgens een brief nit Uvira (Tanganjika-meer) een troep opstandelingen ten noorden van dit meer slaags is geweest met een detachement Congo-soldaten en dit detachement heeft ver slagen. De aanvoerder der Congo-troepen zou gedood zijn. Baron Dhanis, wiens hoofdkwartier te Lokanu in Ma- nyema is gevestigd, heeft in persoon de leiding der ope raties tegen de opstandelingen op zich genomen. UVITBl'HliA5! 1». Dinsdag komt de Rijksdag weder om bijeen. Het eerst zullen in behandeling komen de in de troonrede aangekondigde voorstellen tot wijziging van de burgerlijke strafvordering en de rechterlijke organisatie. Eerst daarna zal 't debat over de 7-jaarlijksche marine- begrooting volgen. Er is kans, dat het katholieke centrum in dit opzicht niet eonstemmig zal zijn. De weinige ge neigdheid van de katholieken om voor marine-doeleinden veel geld toe te staan, schijnt in de parlementaire vacantie sterker te zijn geworden. De leider dor partij, dr. Lieber, heeft zich vrij vast verbonden vóór de voorstellen te stemmen, maar te Mainz heeft zich b.v. dezer dagen een katholiek afgevaardigde tegen de verhooging der marine- uitgaven verklaard. Alweder een ernstig spoorwegongeluk in Dnitschiand, ditmaal bij het station Brehna, in de provincie Saksen. Een harmonicatrein liep in volle vaart dwars in een stil- staanden goederentrein. Twaalf goederenwagens werden vermorseld, een post- en een keukenwagen zwaar bescha digd en de locomotief omvergeworpen Het personeel van den goederentrein kon zich bijtijds redden, drie ïeizigers en drie beambten van den trein werden gekwetst. Zeer ernstige berichten zijn nit Indië ontvangen. Een der Khans in het district Mikran aan de Perzische grens is tegen den Khan van Khelat opgestaan. Kapitein Burns, de aanvoerder eener patrouille, had ziin hoofdkwartier in dit district opgeslagen en deed van daar uit verkenningen. Hij bevond zich voor zoover hij wist te midden van een bevrienden stam. Geheel onver wacht deed een plaatselijk hoofd een aanval op het kamp en voordat de troepen aan de verdediging konden denken was het pleit reeds beslecht. Ongeveer 150 manschappen, inlanders, waren vermoord of gewond. De bevelhebber, kapitein Bnrns, ontkwam. Hoe groot de omvang van den opstand is, is nog met bekend. Uit Karachi is een detachement infanterie naar de plaats van den moord gezonden. De strijd in het maehinebouwvak wordt onafge broken voortgezet. Een aantal firma s te Leeds, Wolver hampton en Manchester hebben zich bij de actie van den patroonsbond aangesloten en kennisgevingen van gezamen lijk ontslag hunner werklieden aangeplakt. De scheeps bouwers aan de Clyde dreigen met sluiting der werven tot het eind van den strijd. FB.AIBM.KIJÜ. Terwijl de regeeriDgs-vrienden en anti-semieten juichen over Esterhazy s vrijspraak, zich- zelven en den vrijgesprokene gelukwenschen, de eer van het leger gered noemen, en de Dreyfus-beweging dood- wanen, zijn zij wreed opgeschrikt, door een zeer heftig schrijven door Zola, den beroemden auteur, in de »Aurore" geplaatst. Wij laten enkele zinnen volgen »Ik beschuldig den luitenant-kolonel Faly de Uam, dat hij onbewust de dulvelsche bewerker is vau domme en schandelijke manoeuvres. »Ik beschuldig generaal Mercier, dat hg door zgn zwak heid medeplichtig is geworden aan iets, dat tot het grootste onrecht dezer eeuw behoort. »Ik beschuldig generaal Billot, dat hg de overtuigende bewijzen van de onschuld van Dreyfus onder zich gehad heeft en dat hij die heeft achtergehouden, dat hij zich schuldK heeft gemaakt aan schennis der menschelykheid en schennis der gerechtigheid met een politiek doel en om zün gecoinpromitteerden staf te redden. »Ik beschuldig generaal Boisdeffre en generaal Gonse van medeplichtigheid aan deze misdaad, de een uit cle- ricalen hartstocht, de ander uit een »espnt-de-corps, dat van de bureaux van het ministerie van oorlog een onaantastbaar heilig huisje maakt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1898 | | pagina 1