ALKMAARSCHE COURANT?
Kadaster.
Zeemilitie.
Zitting van den Gemeenteraad
No. 12. Honderdste Jaargang. 1898.
Woensdag 26 Januari 1898,
VRIJDAG 38 .Januari 1§98.
Tweede blad.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
brengt ter kennis van de ingezetenen dat de landmeter
van het kadaster, de heer C. KOOIJMAN KLOTS, voor
nemens isden len Februari a.s. een aanvang te maken
met het opnemen der Kadastrale veranderingen
voor het dienstjaar 1899, in deze gemeente.
Alkmaar, De Burgemeester voornoemd
24 Jan. 1898. A. MACLAINE PONT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeens kennisdat ter gemeente-secre
tarie in den loop dezer maand aanvraag kan worden ge
daan door lotelingen van deze gemeente lichting 1898,
om bij de zeemilitie te worden ingelijfd.
De voordeelen aan dezen dienst verbonden, zijn vermeld
in de daartoe aangeplakte kennisgeving.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT, Yoorz.
2 Januari 1898. 0. D. DONATH, Secr.
VAK ALKMAAR,
's namiddags J33/4 uur.
Voorzitter de heer A. Maclaine Pont, burgemeester.
Tegenwoordig 15 leden. Afwezig de heeren C. Bosman
en C. J. Oanters.
Secretarisde heer C. D. Donath.
De Voorzitter opent de vergadering, waarna de notulen
der vorige vergadering gelezen en goedgekeurd worden.
1. Aan de vergadering wordt medegedeeld
a. dat is ingekomen het proces-verbaal van opneming
der boeken en kas van den Gemeente-ontvanger op 27
December 1897. Aan kas was f 12857,086.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. idem, een schrijven van den heer M. Preijer, houdende
bericht, dat de benoeming tot regent van het Burger
weeshuis en de herbenoeming tot regent van het Man
nen- en Vrouwengastbuis door hem wordt aangenomen.
Alsvoren
c. idem, van den heer J. de Wit Dz., de herbenoeming
tot regent van het Burgerweeshuis.
Alsvoren.
d. idem, van den heer C. J. Canters, de herbenoeming
tot lid der Commissie van toezicht op het Middelbaar
Onderwijs.
Alsvoren.
e. idem, van den heer Dr. D. A. Kerkhoff, de herbenoe
ming tot lid der Commissie van toezicht op het Lager
Onderwijs.
Alsvoren.
idem, van den heer Dr. J. C. M. Simon Thomas, de
herbenoeming tot lid van de Gezondheidscommissie.
Alsvoren.
g. idem, van den heer Th. van Spall, de herbenoeming
tot lid van het Burgerlijk Armbestuur.
Alsvoren.
h. idem, een brochure getiteld Beschouwingen over het
tractaat met België en de nieuwe spoorweg-overeen
komst met de Maatschappij tot exploitatie van Staats
spoorwegen, door een vervoerder.
Zal voor de leden worden ter visie gelegd.
i. idem, een schrijven d.d. 6 Januari 1.1. u°. 31/210 van
de Kamer van Koophandel en Fabrieken, houdende
bericht, dat de heer A. Prins Az. tot voorzitter en de
heer A. J. T. Conijn tot vice-voorzitter der Kamer
voor het jaar 1898 zijn benoemd.
Aangenomen voor kennisgeving.
j. idem, een adres d.d. 10 Januari 1.1. van de Kerk
voogden van de Ned. Herv. gemeente, houdende het
verzoek om bij het verleenen van concessie tot aanleg
van een stoomtram naar Egmond aan Zee, maatregelen
te nemen, dat de Groote kerk, de godsdienstoefening
en de kerkgangers daardoor geen hinder of schade
bekomen.
Gesteld in handen van B. en W., om daarop te
letten bij het door hen uit te brengen advies in deze.
k. Idem, een adres van H. P. Ibink Meienbrink en 52
andere bewoners of eigenaars van perceelen gelegen
aan het Ritsevoort, de Koorstraat, Langestraat, Nieuwo-
sloot, Paardenmarkt en andere belanghebbenden, hou
dende het verzoek om geen concessie te verleenen
voor den aanleg van een stoomtram naar Egmond aan
Zee tenzij de weg worde aangelegdbuiten de be
bouwde kom der gemeente.
Als voren.
I. idem, een adres d.d. 27 December 1.1. van Mr. B. van der
Feen en 91 andere ingezetenen houdende het verzoek
te willen overwegen of het oprichten van een open
baar slachthuis in deze gemeente mogelijk is en zoo ja,
tot de spoedige oprichting daarvan te willen besluiten.
Gesteld in handen van B. en W. om bericht en raad.
to. idem eene missive d.d. 18 Januari 1.1. No. 173 van
de Plaatsolijke Gezondheidscommissie, waarbij den Raad
in ernstige overweging wordt gegeven het daarheen
te leiden dat hier ter stede een openbaar slachthuis
worde opgericht en eene verordening worde vastgesteld,
regelende het toezicht op en het onderzoek van het
slachtvee.
Alsvoren.
n. idem een adres, d.d. 15 Januari 1.1. van de afdeeling
Alkmaar en Omstreken van de Noord-Hollandsche
vereeniging »Het Witte Kruis'' van gelijke strekking
alsboven,
Alsvoren.
o. idem, een adres d.d. 21 Januari 1.1. van de afdeeling
Alkmaar en Omstreken van de Nederlandsehe Maat
schappij tot bevordering der Geneeskunstvan gelijke
strekking als boven.
Als voren.
p. idem, eene missive d.d. 20 Januari 1.1. No. 224 van
regenten van het Mannen- en Vrouwen-Gasthuis, ten
geleide van het verslag over 1897betreffende den
toestand van het gesticht.
Zal worden gevoegd bij de stukken voor het verslag
van den toestand der gemeente over 1897.
q. idem, een schrijven d.d. 22 Januari 1.1. van de afdee
ling Wieringerwaard der Hollandsche Maatschappij
van Landbouwhoudende adhaesiebetuiging aan het
adres van de afdeeling Alkmaar der genoemde Maat
schappij in zake uitbreiding terrein voor het houden
van paardenmarkten.
Zal worden behandeld bij punt 11 der agenda.
Bouwterrein tusschen Kmmastraat
en Nieuwlandersingel.
2. Naar aanleiding van de in de laatste vergadering
genomen beslissing op het rapport der speciale commissie
ad hoe, welk rapport en het daarin gedane voorstel niet
werden aanvaard, is door B. en W. thans aan de orde
gesteld hun in de vergadering van 22 September 1897
den gemeenteraad aangeboden voorstelstrekkende tot
het onder zekere voorwaarden bij de gemeente in eigen
dom en onderhoud overnemen der ontworpen straten met
riolen enz. in bovengenoemd bouwterrein.Men zie ons
2e blad van 24 September 1897, No. 114.)
In dit voorstel wenschen B. en W. thans een viertal
wijzigingen aan te brengen hoofdzakelijk betrekking
hebbende op de huurwaarde der te bouwen woningen
het doen aanbrengen van straatverlichting en op welke
wijze en wanneer de overname zal en moet geschieden.
(Alle straten en riolen zullen binnen 25 jaren na de dag-
teekening van dit raadsbesluit moeten overgedragen zijn.)
Het zou zeker te veel gevergd zijn, indien wij al het
geen over deze aangelegenheid thans opnieuw in den Raad
gesproken is, breedvoerig gingen uiteenzetten, 't Groote
belang is alleen, of de Raad eindelijk heeft besloten tot
de overname en we kunnen met zekere voldoening zeg
gen, dat thans de hoofdzaak is afgedaan, al kostte het
nog heel wat moeite. Tien der vijftien heeren, benevens
de Voorzitter, meenden over deze zaak nogmaals hunne
meening kenbaar te moeten maken. Het voorstel van
B. en W., zooals door henzelf gewijzigd, werd behoudens
nog enkele thans aangebrachte wijzigingen ten slotte
aangenomen.
Die voornaamste wijzigingen bestonden in de eerste
plaats in de uitmonding der riolen. Een voorstel van den
heer Goede, om die uitmonding te doen plaats hebben
in de Bleekersloot, tengevolge waarvan de capaciteit van
enkele riolen moest veranderen, vond bestrijding bij de
heeren Stoel en Janssen, terwijl het ondersteund werd
door de heeren Kraakman en de Groot. In stemming
gebracht werd het aangenomen met 13 tegen 2 stemmen,
die der heeren Stoel en Janssen. Het rioolwater van het
geheele bouwterrein zal nu worden afgevoerd naar de
Bleekersloot, vanwaar het eerst verdund de Singelgracht
kan bereiken.
Voorts werd na discussie tusschen de heeren Goede,
Vonk, Bruinvis en Kraakman, op voorstel van dezen
laatste, nadat het denkbeeld daartoe was geopperd door
de heeren Goede en Vonk, zonder hoofdelijke stemming
beslotende aan de Nieuwlandersingel uitkomende ge
projecteerde straat tegenover welke de Singelgracht zal
worden overbrugd zooveel westelijk te verleggen, als tus
schen B. en W. en den adressant zal worden goedge
vonden.
Daarna deed de heer Kraak m an opmerken dat
B. en W. geene bepaling hebben voorgesteld in het
geval de adressant zijne hem op te leggen verplichtingen
niet nakomt. Het gemeentebelang eischt, naar spr.
meening om daarin te voorzien. Eene goede formule
voor eene strafbepaling was echter niet direct te vin
den. Sommige leden waren van oordeel, dat zoo
danig voorschrifthetwelk de Raad nog nimmer had
gesteld, ook thans onnoodig was. De Raad besliste ech
ter met 9 tegen 6 stemmen, die van de heeren de Groot,
Witte, de Wit, Bruinvis, Stoel en Janssen, dat zoodanig
voorschrift noodig was. Aan het voorstel van B. en W.
werd daarom toegevoegd de bepaling: dat dit besluit niet
eerder in werking treedt dan nadat de Raad heeft vast
gesteld penale bepalingen.
Ten slotte werd nog met algemeene stemmenop
voorstel van den heer Kraakmanbesloten dat de ver
binding tusschen Emmastraat en Nieuwlandersingel moet
geschieden binnen één jaar na de dagteekening van dit
besluit.
Daarna werd het voorstel van B. en W. aldus gewij
zigd, zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Overbrugging Singelgracht.
3. Door B. en W. is, almede iu verband met do in
de vorige vergadering gevallen beslissing opnieuw aan
de orde gesteld hun voorstel tot overbrugging van de
Singelgracht tegenover de Zilverstraat. (Men zie ons
blad van 10 September 1897 No. 108).
De heer Goede wil eene opening in de brug hebben
of deze verhoogen, teneinde eventueel een schip te kun
nen doorlaten, evenals de Nieuwianderbrug.
De heer Kraakman herinnert er aan, dat de ope
ning van de Nieuwianderbrug nog niet al te best gaat.
De gemeente heeft, zooals een ieder kan overkomen, hier
leergeld moeten betalen. Laat zo zorgen, het nu niet
weer te moeten doen. Daarom vereenigt spr. zich met
het voorstel van den heer Goede dat daarna ook door
den heer de Groot wordt ondersteund, zoomede door den
heer van den Bosch, die afkeurt de critiek, door onin-
gewijden uitgeoefend ten aanzien der Nieuwianderbrug
een brug niet bestemd voor de scheepvaart, maar alleen
om bij noodzakelijkheid geopend te kunnen worden.
Een voorstel van den heer Kraakman, om in de
rustieke brug eene opening te maken wordt zonder
hoofdelijke stemming aangenomen. Evenzoo zijn voorstel,
dat de gemeente de brug zelf maakt, op kosten van den
adressantdie vooraf verplicht zal zijn eene som door
B. en W. te bepalen te storten ter zekerheid voor de
nakoming zijner verplichtingen. De plaats waar de brug
zal komen te liggen, zal daardoor door B. en W. worden
bepaald.
Nog werd goedgevonden de wegruiming der brug zoo
noodig te doen geschieden binnen 3 maanden.
Orde op de Kaasmarkt.
4. In den laatsten tijd is er op de Kaasmarkt een
misbruik ingeslopen, 't welk gaandeweg veld wint en in
den afgeloopen zomer reeds herhaaldelijk tot moeilijkheden
heeft aanleiding gegeven. Het bestaat hierin dat door
of van wege sommige aanvoerders een 4, 6 of Stal waar-
delooze kazen ter markt worden nedergelegd ter aan
duiding van de plaats waar zij de door hen aantevoeren
kaas ten verkoop zullen uitstallen. Men ontleent aan
die handeling het recht op een gereserveerde plaats ter
markt, tot schade van andere aanvoerders, die inmiddels
met hun geheelen aanvoer of een groot deel daarvan
aankomen nog vóórdat de gereserveerde plaatsen met
stapels kaas zijn bezet en die zich dan met een minder
goede plaats ter markt moeten tevreden stellen.
Had de marktmeester deze wijze van doen in den
aanvang gestuit, er ware van moeilijkheden wellicht geen
sprake geweest. Meenende te handelen in het belang van
de kaasmarkt en niet gebonden aan eene instructie, welke
immers voor dezen beambte niet bestaatwerd echter
het aldus reserveeren van plaatsen voor goed aangezien
en toegelaten hetgeen thans zoodanige afmetingen heeft
aangenomen dat daaraan ter wille der onpartijdigheid
paal en perk moet worden gesteld.
Het is daarom dat B. en W. den Raad uitnoodigen
om in deze gebruik te maken van haar regelende macht
en eene verordening vast te stellen, houdende bepalingen
omtrent de orde welke ter markt behoort te heerschen.
B. en W. wenschen dus eene meer algemeen werkende
verordening, waarbij ook nog andere zaken, waaromtrent
geene bepalingen in verordeningen voorkomenworden
geregeld.
Ter bereiking van het door hen beoogde doel stellen
zij voor om over te gaan tot vaststelling van de navol
gende
Verordening, houdende bepalingen omtrent
de orde op de kaasmarkt te Alkmaar.
Art. 1.
Het handhaven der orde op de kaasmarkt is onder
het oppertoezicht van B. en W., krachtens art. 179
sub k der Gemeentewetopgedragen aan den markt
meester en aan den opzichter over de kaasdragers de
noodhulpen en de markthelpersdie verplicht zijn do
land- en kooplieden voorkomend te bejegenen en zich
stiptelijk te gedragen naar de bevelen hun door de waag-
meesters te geven.
Art. 2.
De marktmeester wijst den aanvoerders van kaas de
plaatsen aan, welke door hen op de markt mogen worden
ingenomen. Hij neemt daarbij de striktste onpartijdigheid
in acht.
Art. 3.
Aanvoerders van kaas kunnen reeds des Donderdags, van
des voormiddags 10 uur af, op aanwijzing van den markt
meester, de door hen benoodigde ruimte ter marktplaats
innemen evenwel niet dan onder voorwaarde dat van
een stapel van 600 stuks of daar beneden minstens de
helftvan een stapel van 600 tot 1500 stuks minstens
een derde deel en van een stapel van meer dan 1500
stuks minstens 500 kazen zijn aangevoerd en ter markt
plaats worden nedergelegd.
Het bespreken van plaatsruimte door middel van
waardeloozo of andere niet ten verkoop bestemde kazen,
van stokken haken zeilen of andere voorwerpenis
verboden.
Art. 4.
De aanvoerders zijn verplicht het bewaken hunner
ingevolge art. 3 reeds des Donderdags op de marktplaats
nedergelegde kaas aan den marktmeester op te dragen
tegen vergoeding van twee en een halven cent voor elke
100 stuks kaas of gedeelte daarvan.
Deze vergoeding moet worden betaald zoodra de kaas
op de marktplaats is nedergelegd. De marktmeester
overtuigt zich in tegenwoordigheid van den aanvoerder
omtrent het aantal kazen waarvan hem de bewaking
wordt opgedragenhoudt daarvau aanteekening en is
daarvoor tot den volgenden morgen wanneer de markt
een aanvang neemtverantwoordelijk. Hij is verplicht
de eventueel vermiste kazen aan de aanvoerders in geld
te vergoeden.
Art. 5.
De kaasdragersde noodhulpen en de markthelpers
staan onder het toezicht van den opzichter wiens be
velen zij stiptelijk hebben op te volgen, behoudens beroep
op den president-waagmeester of dien hem vervangt.
Art. 6.
De waagmeesters worden door den Raadde kaas
dragers en noodhulpen door B. en W. benoemd, geschorst
en ontslagen.
Geen markthelper zal op de kaasmarkt mogen werken,
dan na voorzien te zijn van een kaartonderteekend
door den president-waagmeester of dien hem vervangt
houdende zijne toelating als zoodanig.
Bij wangedragonheusche bohandeling der land- en
kooplieden of ongehoorzaamheid aan de bevelen van de
waagmeesters, den marktmeester en don opzichter, wordt
hunne toelating als markthelper ingetrokken.
Personen wier toelating als markthelper is ingetrokken
wordendes noodig met behulp der politievan de
markt verwijderd.
Art. 7.
De markthelpers mogen hunno diensten niet aan de
land- en kooplieden opdringen. Zy mogen niet anders
vorderen dan hot overeengekomen bedrag ter belooning
van den van hen gevraagden arbeid.
Art. 8.
Geschillen tusschen de aanvoerders of koopers van kaas
on den marktmeester of den opzichter worden beslecht
door den president-waagmeester of dien hem vervangt
aan wiens beslissing men zich heeft te onderwerpen
doch waarvan beroep openstaat bij B. en W.
Art. 9.
Het is aan de waagmeesters den marktmeester den
opzichterde kaasdragers en de noodhulpen op straffe
van schorsing of ontslag verboden ter zake der uitoe
fening van elks dienstverrichting fooien of andere zaken
aan te nemen van de marktbezoekers, die als koopers of
verkoopers optroden.
Art. 10.
Deze verordening treedt iu werking den
Alsdan wordt ingetrokken de instructie voor de markt
helpers, vastgesteld bij besluit van B. en W. van 5
Juni 1827.
Op voorstel van den heer Kraakman gesteld in
handen der Kamer van Koophandel en Fabrieken om
berichtmet enkele amendementen door deu heer Goede
voorgesteld.