Ingezonden Stukken. fjamlfoouw-Tentoonstelling. Naar aanleiding eener bespreking mot eene com missie nit de afdeeling Opmeer en omstreken heeit het hoofdbestuur der Hollandsche Maatschappij van Landbouw besloten, dat de tentoonstelling bij gelegenheid der jaar- lijksche algemeene vergadering, zal gehouden worden op 26, 27, 28 Juli a.s. te Spanbroek. De algemeene vergadering zal plaatshebben op Woens dag 27 Juli. Benoemd tot bestuurslid van den Broekerpolder de heer A. Schoemaker. ©raft. De voorbereidende werkzaamheden voor den bouw van de kaasfabriek, zijn in deze week begon nen. Een aantal arbeiders zijn druk bezig met het graven van slooten en het gereedmaken van het terrein, waarop de fabriek zal verrijzen. Blijft het weder gunstig, dan hoopt men in de maand April zoover te zijn dat de fabriek in werking gesteld kan worden. Helloo. Den 28 heeft alhier een vrij ernstig ongeluk plaats gehad. Bakker en zijn zoon reden op den straatweg met een kar, beladen met boomstammen, toen eensklaps het paard schrikte en op hol sloeg met het ongelukkig gevolg dat beiden onder den wagen terecht kwamen; de vader kreeg ornstige kwetsuren aan den schouderen werd in het café van den heer Stooker binnengedragen terwijl de zoon dusdanig aan den arm werd verminkt, dat men zijn opname in het huis »Overweg'' noodig achtte. Vleesclilnvoer in België. De invoer van vleesch en vleeschwaren in België door middel van de pakketpost gosehiedt tot nadere aankondiging uitsluitend over Esschen eiken Dinsdag en Zaterdag van zons opgang tot zonsondergang over Lanaeken eiken Vrijdag te 11 uur 's morgens over Visé eiken Dinsdag van zonsopgang tot 12 nnr 's middags en eiken Zaterdag van 12 uur 's middags tot zonsondergang. Ons ©asthuls. Aan de Redactie van de Alkmaarsche Courant. Geachte Redactie Het komt mij voor dat uw verslag van den gemeente raad van den 24 j.l. het door mij gesprokene in zake het voorstel ter behandeling van stadspatienten in het St. Elisabeth-gesticht, minder juist weer geeft. B. r. zoude men uit dat verslag kunnen afleiden dat ik H. H. Medici laat zeggen dat het stedelijk gasthuis totaal ongeschikt is voor alle patiënten die voor opname in zoodanig gesticht in aanmerking komen. Dit is onjuist. Hoe onvolkomen ons gasthuis ook zij, er zullen immer nog wel gevallen voorkomen, die daarin behandeld kun nen worden. Van een schriftelijk medegedeeld gevoelen van den heer inspecteur van den geneeskundigen dienst in N. H. heb ik niet gesproken, evenmin dat alle medici mij schriftelijk hunne mededeeling hebben gedaan. Derhalve zoudt U mij zeer verplichten, door mèt dit schrijven, in het eerstvolgend nummer der Alkmaarsche Courant tevens te willen opnemen, hetgeen woordelijk door mij in deze zaak is gezegd en waarvoor ik copie bijvoeg. Ik stel er zeer veel prijs op, dat uwe lezers juist mo gen weten wat mijn standpunt in deze is, en daar ge in uw blad immer de gemeenteraadsverslagen zoo vol ledig mogelijk tracht te doen zijn, wat ik op hoogen prijs stel, zoo vertrouw ik, dat U mijn verzoek wel zult inwilligen en U mij de noodige plaatsruimte daarvoor wilt schenken. Ontvang voor nwe welwillendheid, geachte redactie, reeds bij voorbaat mijn oprechten dank. Hoogachtend, Uw dw. dr. G. T. M. V. D. BOSCH. In de zitting van den gemeenteraad van den 27 Fe bruari 1895 heb ik bij de discussiën over de uitbreiding der Openbare Burgerschool er op gewezen dat slechts hoogst noodige uitgaven gedaan zouden worden, opdat liek kon uitzien. Hij keek hen met een droomerigen, afwezigen blik aan, en liep langzaam voorbij. Toch was het kleine groepje niet geheel verloren gegaan voor Hugo Macneillie, niettegenstaande den nietszienden blik zijner oogen. Hjj had een vreemden, levendigen indruk medege nomen van de twee kinderen, hunne zwarte kleeren en hunne frissche jonge gezichtjes. Een ongeduldige zucht ontsnapte hem, en met rassche schreden liep hij voort, om daarna weer om te keeren en langs den waterkant te loopen, en nu en dan zeer ver drietig op zijn horloge kijkend. Hij had reeds bijna een uur gewacht, en hij was in eene stemming die het wachten nog vervelender gemaakt had. »Ik zal haar tot half elf tijd laten," dacht hij bij zichzelf, en liep knorrig verder, terwijl zijn gelaat bleeker en bleeker werd, naarmate de minuten vervlogen. Ten laatste sloeg de Westminster klok het halve uur; hij keek werktuigelijk op zjjn horloge om te zien of het gelijk was, en zijne tanden op elkaar klemmend keerde hij zich om, om heen te gaan. Op dit oogenblik kwam er eene zeer schoone vrouw naar hem toegeloopen. Het viel moeielijk te zeggen, waarin hare groote aantrekkelijkheid lag. Elk harer be wegingen was vol gratie, en ofschoon zij zeer eenvoudig gekleed was een eenvoud die bijna stemmig scheen, zoude niemand haar voorbij zijn gegaan zonder haar na te zien. Haro gelaatsklenr was bleek maar zeer frisch, heur haar was als gesponnen goud, dat vreemd afstak bij hare bruine, diepliggende oogen en ofschoon de mond wat te groot was en geen sterk karakter verraadde, waren en gelaat, en manieren vol van eene onbeschrijfe lijke aantrekkelijkheid die alles meesleept. Macneillie, die haar eiken dag van zijn leven in ge zelschap met anderen ontmoette, ofschoon hij haar al minstens tien jaren kende, kwam haar nu met een pijn lijk kloppend hart tegemoet. Zij gaf hem een allerliefst knikje, en verontschuldigde zich dat zij niet beter op haren tijd had gepast. »Het is Eliza's schuld," zeide zij, naar de meid kij kend, die haar vergezelde. »Zij heeft mij te lang laten nuttige en noodzakelijko zaken, die nu bij gebrek aan middelen achterwege moeten blijven, zouden ter hand genomen kunnen worden zooals b. v. het dempen der Geest of het veranderen van het gasthuis, omtrent welk gesticht de verslagen wel gunstig luiden, doch dat m. i. niet aan de meest bescheiden eischen voldoet. Men heeft zich er over beklaagd, dat ik, zonder per soonlijk het Gasthuis te hebben gezien, dit zoo maar beweerde, alsof vertrouwbare inlichtingen van deskundi gen niet booger moesten geschat worden, dan een per soonlijk ouderzoekdat door mij als leek uiteraard slechts onvolkomen kon geschieden. Sedert ben ik tot de ontdekking gekomen, dat hier in Alkmaar bij velen de zoete verbeelding heerschte, dat ons Gasthuis goed was en jaar in jaar uit luiden da jaarverslagen dan ook gunstig. Nog herinner ik mij, hoe de heer Canters eens na zulk een jaarsverslag in den Raad dezer gemeente vroeg, of bij inderdaad wel verstaan had, dat het Gast huis goed was en werd hem dezelfde verzekering gege ven, die ik ook dit jaar mocht vernemen toen ik bij de behandeling der begrooting er in onze sectie op wees dat de inrichting van het Gasthuis alles te wenschen overliet. Het verheugt mij, M. d. V., dat deze zonderlinge op vatting eindelijk plaats gaat maken voor een betere. Het besluit der Alkmaarsche medici, om niet te sol- liciteeren naar de vacante betrekking van heelkundige aan genoemd gesticht, een besluit, dat mij, na hetgeen ik vernomen heb, volstrekt niet heeft bevreemd, heeft er het college van B. en W. toe gebracht om den stadsar chitect een opdracht te doen, om onder voorlichting van een specialiteit een onderzoek in te stellen en uit het zaakkundig rapport van den Gemeente-architect, dat daar van het gevolg is geweest, een rapport, gegrond op het advies van den heer Dr. Dirken, dat geapprobeerd werd door den heer Dr. Broers, blijktdat er inderdaad »so- mething rotten" is, en dat het gasthuis niet alleen niet een minder gunstige gelegenheid aanbiedt voor het doen van heelkundige operatiën, maar dat het alleszins ondoel matig is ingericht en dat om tot eene verbetering te komen, die slecht3 aan matig gestelde eischen voldoet, eene uitgave van plm. f 40.000 noodzakelijk zal zijn, en dat zelfs dan nog niets zal bereikt zijn, wanneer niet tevens eene geschoolde verpleging wordt ingevoerd. Ik ben Heeren medici dankbaar, dat door hun optre den aldus de aandacht is gevestigd op den onhoudbaren toestand van het zoolang goed genoemde Gasthuis. Vanzelf rijst dus de vraag: »Wat moet er nu worden gedaan Ik durf gerust verklaren datwanneer geen andere uitweg mogelijk ware, ik niet zou aarzelen voor zulk een buitengewoon geval tot buitengewone middelen mijn toe vlucht te nemen, de eerbied, die de gemeente aan zich zelf verschuldigd is de plicht, die op de gemeenschap rust om voor den armen, lijdenden natuurgenoot te zor gen, zoude mij niet doen vreezen, om tot groote uitga ven te besluiten. Gelukkig voor ons is dit niet noodig. Sinds enkele weken is Alkmaar eene inrichting rijk geworden ter verpleging van zieken, die inderdaad als een zegen voor de plaats mag worden beschouwd. Gij hebt u allen, M.M., van het doelmatige dier inrich ting kuunen overtuigen en ik geloof geen tegenspraak te zullen ondervinden, dat wij allen met bewondering kennis hebben gemaakt met deze schoone inrichting, er kentelijkheid hebben gevoeld voor hen, die het initiatief namen tot het bouwen dier verpleging in onze gemeente, eerbied voor hen, die het verplegen der lijdende mensch- heid in dit gesticht zich tot hooge levenstaak hebben gesteld. De directie van dat gesticht, de St. Elisabethstichting in de Emmastraat, heeft zich tot ons gewend en aange boden om d9 patiënten der stad te verplegen. .Alles wordt ons dus aangeboden wat wjj behoeven eene inrichtingdie aan alle eischen voldoeteene ge schoolde verpleging, die niets te wenschen overlaat, ik durf zeggen, die onovertrefbaar is Wat staat ons nu te doen M. d. V ik durf zeggen, dat ik zou meenen, in alle opzichten te kort te komen aan mijn mandaat, wanneer ik van zulk een aanbod geen dankbaar gebruik maakte, slapen. Je kunt op die bank op mij wachten, ik kom gauw." De meid liep naar de bank waar Franlein Ellerbeck met haar breiwerk zat, en Macneillie die nog nauwelijks een woord gesproken bad, verbrak eindeljjk de stilte »Ik had je bijna opgegeven, zeide hij, met een onder drukt ongeduld in zijn stem. »Dat is wel het verstandigste, wat ik je ooit heb hooren zeggen, Hugo," antwoordde zij luchtig, doch min of meer gedwongen. »Maar je moet nog verder gaan. Het moet niet alleen bijna, maar geheel wezen." »Laat ons niet in raadsels spreken," zeide Macneillie hartstochtelijk. »Je kunt één uur wachten in een park niet vergelijken met tien jaren wachten gedurende den besten tijd van een menschenleven." Een pijnlijke trek vloog over haar gelaat: hare stem klonk teeder en berouwvol toen zij antwoordde. Maar het was niet de liefde die hij er eens uit vernomen had, en dat wist hjj maar al te goed. „Arme Hugo!" zeide zij, »ik heb je zeer slecht be handeld maar hoe kan ik mjj zelf helpen. Wij hebben, zooals je zelf zegttien jaar op elkander gewacht, maar je weet maar al te goed dat mijn vader on mijne moeder nooit hunne toestemming zullen geven. Zjj hebben het in hun hoofd gezet dat ik een heel ander huwelijk zal sluiten." »Met andere woorden zeide Macnoillie tusscheu zijne tanden, »zij hebben het in hun hoofd gezet dat je aan den meestbiedende verkocht zult worden." »Neen neen, je overdrijft, Hugo. Niet iedereen kan de zaak uit hetzelfde oogpunt beschouwen als jij, met je godsdienstige opvoeding uit de Hooglanden. Het huwelijk is, welbeschouwd, eene overeenkomst die op vele menschen en vele belangen invloed heeft. Wij leven niet in eene romantische, maar in de prozaïsche negentiende eeuw. En ik kan niet doen wat ikzelf wil. Ik moet er aan denkeu wat het beste is voor mijne loopbaan mijne eerste plicht is zonder twijfel, om mijne ouders die zooveel voor mij gedaan hebben te helpen en genoegen te doen.' »Zoo dacht je niet tien jaren geleden," zeide Macneillie. doch ik heb mij niet tevreden gesteld, met een persoon lijke overtuiging. Ik heb het oordeel gevraagd van ver schillende H. H. medici hier ter stede en hun de vol gende vragen gesteld Beantwoordt het stedelijk ziekenhuis èn wat de inrichting èn wat de verpleging betreft aan de eischen die men aan zulk eene inrichting noodzakelijk moet stel len, zoo niet, acht u dan een contract met de St. Elisa bethstichting in het belang der gemeente, meer in het bijzonder in het belang der arme patiënten 1 Het zij mij vergund M. d. V. de daarop door mjj ver kregen antwoorden in het kort mede te deelen. (Hier volgde de mededeeling, dat de navolgende hee ren medici Drs. Broers, Conijn, Lugt, Sleeswijk, Over- duin en Dirken schriftelijk en Dr. Simon Thomas mon deling, de eerste vraag eenparig ontkennend beantwoord den en op de 2e vraag eenparig een contract met de St. ElisabethstichtiDg onder de bestaande omstandigheden in het belang der patiënten achtten.) Hier alleen niet mede tevreden, heb ik mij persoonlijk gewend tot den heer Dr. Dozyinspecteur van den Geneeskundigen dienst van N. Holland en van ZEd. vernomen, dat het Gasthuis alhier volstrekt niet aan de eischen voldoet, die men aan eene dergelijke inrichting behoort te stellen. Reeds lang had ZEd. er op gewezen, dat het Alkmaarsche ziekenhuis noodzakelijk verandering behoefde en noemde het eene inrichting, eene gemeente als Alkmaar onwaardig. Een gasthuis behoort zoo te zijn, dat zieken er gaarne gebruik van maken en vooral moet men er besmettelijke zieken naar behooren verplegen, en het is in dit opzicht juist, dat ons Gasthuis uitmunt door ondoelmatigheid. Een contract met eene inrichting die aan alle eischen voldoet, achtte ZEd., waar do gemeen te geen doelmatig gasthuis kan verschaffen, onmisken baar een daad van groot algemeen belang. Het behoeft, dunkt mij, M. d. V. geen betoog, dat ik met de wetenschap, die ik nu heb opgedaan, niet kan en mag medegaan met het voorstel van uw geacht college. Nu wij uit den allertreurigsten toestand tot een meer dan goede kunnen geraken, nu het niet meer valt te ont kennen dat ons Gasthuis, èn wat inrichting èn wat de verpleging betreftzelfs niet aan de meest primitieve eischen voldoetmag ik niet medewerken om zulk een toestand, zij het slechts tijdelijk of gedeeltelijk, te besten digen. Dientengevolge heb ik de eer op het voorstel van B. en W. een amendement voor te stellen en noodig ik den Raad uit te besluiten: Heeren Regenten van het Mannen- en Vrouwengast- huis alhier te machtigen alle stadspatienten voor rekening der gemeente ter verpleging te doen opnemen in het St. Elisabethgesticht in de Emmastraat i n d i e n de desbevoegde geneeskundige dit noodig acht en wel tegen f 1,per dag voor heelkundige zieken, f 0,75 gewone f 1,50 besmettelijke St. Pankras. Geboren. 2 Jan. Ariaantjed. van Petrus Jacobus Kat en Maartje Landsman. Overleden. 14 Jan. Levenl. aangegeven z. van Jan Mulder, en Aafje Prins. 30 Cornelia Langedijk, echtg. van Tennis Goet, 65 j. riwiinnn w wiBimgcat »Tien jaren geleden was ik een onbezonnen meisje van zeventien jaar. Je waart zeer goed voor mij geweest toen ik het jaar daarvoor van school weggenomen en alleen zonder vriendenbij een en reizenden troep ge plaatst werd. Het was zeer natuurlijk dat ik je toen lief had Hugo. Jij die mijn beschermer en mijn helper geweest zijt." »Maar later," zeide Macneillie, zijn handen tot vuisten ballend »toen je niet meer alleen en zonder vrienden waarttoen roem je deel werd en de geheele wereld aan je voeten lagtoen was het zeer natuurlijk dat je mij niBt langer noodig hadt en je liefde stierf. Zoo was mijne liefde niet zij zal altijd voortbestaan." Christine Greville sloeg verward hare oogen neer. Eer zucht en het aandringen van hare ouders hadden hare liefde tijdelijk nitgebluscht. Zij voelde zich koud en hard. Zijne hartstochtelijke standvastigheid verveelde haar. Je moet zoo niet spreken Hugo zeide zij klagend. »Ik haat mij zelve bij de gedachte dat ik je leed aan doe of je leven bedorven heb maar wat moet ik doen Wat moet ik doen Hij wendde zich eenvoudig tot haar. »Wees waar togen je zelve Christine. Vertrouw den man dien je beminde lang voordat Sir Roderick Fen- church je ooit gezien had. Ik ben niet blind Ik zie heel goed welke voordeelen je kunt winnen door hem te trouwen! Je zult zeer rijk ziju. Je zoudt je eigen schouw burg kunnen hebben je zoudt dadelijk op een veel hooger standpunt staan. Maar geloof je dat zulk een huwelijk gelukkig zal zijn Wel je hebt geen enkelen smaak die met de zijne overeenkomten hij is oud genoeg om je vader te wezen." »Ach wat geluk betreftzeide zij, ongeduldig »dat verwacht ik al lang niet meer. Vindt mij niet onmen- schelijk wanneer ik ronduit spreek. Ik ben al die jaren in het bezit geweest van je liefde, en zij heeft mij nooit werkelijk gelukkig gemaakt. En als ik met je trouwde Hago zou ik in 't geheel niet gelukkig zijn. Je bent veel te goed voor mij je stelt veel te hooge eischen aan het leven. Je zoudt mij niet tot je kunnen opheffen en ik zou altijd verlangen je bij mijn standpunt naar beneden te trekken. Het zon een leven vol eeuwigdurende span ning en dwang zijn." »Neen neen", riep hij hartstochtelijk uitterwijl hij hare hand vattealsof hij meende dat bij haar verlie zen zou. »Te zamen, lieveling, zouden wij gelukkig zijn, wij zouden sterk genoeg zijn om te leven voor de liefde tot de kunst en voor de waarheid sterk om tegen al het slechte te strijden." Wordt vervolgd. Drukkerij v. Herms. Coster Zoon, Alkmaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1898 | | pagina 6