Ralph Denmead. ]V0. 18. ®ers<e blad- Honderdste jaargang 1898. VBUDAG 11 FEBRUARI. Buitenland. FEUILLETON. ALR1IAARSCHË COURANT. Deze Courant wordt Blnsdag-, Bonderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele rijk t 1. 3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. KI Prijs der gewone advertentien Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOON. Telefoonnummer3. BUIïSCl!ljA.srB. Nog steeds blijft de Regeering (hoezeer anders gaarne Rusland ter wille) zich kanten tegen de candidatuur van prins George als gouverneur van Kreta. »Daar is zooveel brandstof voorhanden", zegt deVoss. Ztg., >dat een vonk een uitslaanden brand kan veroorza ken. In Albanië hebben onlusten plaats en is een ernstig streven naar autonomie merkbaar; de Montenegrijnen doen herhaaldelijk invallen in Albaneesche grensdistricten; in Macedonië hebben kerkelijke twisten plaats tuaschen Ser viërs en Bulgaren, en de Turken bedrijven nog voort durend gruwelen in Macedonië. Zij vinden het zelfs niet meer de moeite waard die te ontkennen. EGYPTE. Te Wady-Halfa wordt met groote zeker heid verteld dat de Derwischen de oase Sasya aan den weg van Korbosan naar Debbeh hebben overvallen en de bevriende Arabieren hebben vermoord. Dit gerucht heeft te Londen diepen indruk gemaakt. Langs de boorden van den Nijl zijn patrouilles uitge zonden om tegen nieuwe overvallen te waken. EKfGEEAWB. In de troonrede, waarmede den 8 het Engelsche parlement geopend werd, wordt gezegd, dat de betrekkingen met de vreemde mogendheden van vriendschappelijken aard zijn melding wordt gemaakt van het tot stand komen van het vredesverdrag tusscben Turkije en Griekenland, waardoor de territoriale verhou ding der beide landen feitelijk onveranderd gebleven is. Een moeilijkheid om over enkele pnnten tot eenstem migheid te komen in de zaak der Kretenser regeering heeft de beraadslagingen der mogendheden op dit punt zeer langdurig gemaakt, doch de Koningin hoopt dat bin nen korten tijd de moeilijkheden zullen ter zijde gesteld zijn. Met bet oog op de ontzaglijke bewapening van andere mogendheden is het de plicht, om te voorzien in de ver dediging van het Rijk, hetgeen grootere uitgaven dan tot nog toe noodig zal maken. Voorstellen zullen worden aangeboden om de kracht en de effectieve sterkte van het leger te verhoogen om den tegenwoordigen toestand van den militairen dienst te verbeteren om in Ierland een zelfstandig plaatselijk bestuur in te voeren op dezelfde wijze als reeds in Engeland bestaaten om het graaf schap Londen in gemeenten te splitsen. In de troonrede wordt geen melding gemaakt van de Chmeesche quaestie. FBAAIHRIJK. Proces Zola eo nog eens proces Zola, voor geen andere zaken is er thans in Frankrijk oog, oor en pen. Terwijl het Hof zijn uiterste best doet de zaak binnen de grenzen der dagvaarding te houden en alle vragen aan de getuigen die daarop niet recht streeks betrekking hebben, afsnijdtlaten Zola en zijn verdedigers geen poging onbeproefd om ook over zijne andere aantijgingen (waarvoor hij niet terecht staat) 8) door EDNA LYALL. Toen de langverwachte dag ten laatste aanbrak en de twee helden-vereerders volkomen gelukkig in den schouwburg zaten, vonden zij het in het eerst zeer moeie- lijk om Macneillie te herkennen. Hij was de Deensche prins maar en niemand anders. Het was slechts aan het einde van de tweede acte, toen èn de held èn de heldin voor het voetlicht werden geroepen, dat zij het zich konden voorstellen, dat hij dezelfde man was, dien zij eenige weken geleden in St. Janes Park gezien hadden. Toen hij juffrouw Greville naar voren leidde, was het contrast tusschen hen duidelijk zichtbaar. Zij, met haar glimlachend gelaat, geheel op haar ge mak en volkomen tevreden, scheen het warme onthaal ten volle te genieten. Hij, integendeel, boog slechts werk tuigelijk, met een gezicht, of dit tusschenspel hem hoogst onaangenaam toescheende kinderen zouden gemeend kunnen hebben, dat hij zeer zenuwachtig was, ofschoon zij er aan twijfelden dat een ervaren acteur kon weten wat zenuwachtigheid beteekende. Na deze terugroeping begrepen zij niet goed, dat het werkelijk Hamlet was; te midden van de hartstochtelijke tooneelen en den tragi- schen dood die nu volgden, was het niet Hamlet, maar Macneillie met zijn eigen persoonlijk leed dien zij zagen. Zij vroegen zichzelf verwonderd af, hoe hij zijne rol tot het einde toe kon vervullen, en na dien tijd kwam zijn naam meer en meer voor in hunne gesprekken, in hunne spelen en zelfs in hunne gebeden. Juist voor het einde van het seizoen zagen zij hem weer. FrSulein Ellerbeck had hen beloofd, dat zij op den eersten mooien Zaterdag naar Richmond Park zonden gaan en hun middagmaal medenemen. Zij hadden uit het gesprek aan de ontbijttaiel vernomen, dat het de dag antwoorden te bekomenten einde langs dien omweg het volle licht op de Dreyf'us-zaak te doen vallen. De meeste getuigen verklaren bovendien (gelijk wij reeds meldden) dat zij tot geheimhouding verplicht zijn. Alge meen is men dan ook van gevoelen dat Zola niet zal slagen het bewijs te leveren van wat hij beweertdoch reeds thans kan geconstateerd worden dat de publieke opinie zich ten zijnen gunste wijzigtook al ontbreken de uitjouwers en anti-semietische schreeuwers niet* bij den aanvang en het einde van ieder deel der zitting. Dat het overigens tijdens de zitting geweldig rumoerig toegaat, spreekt voor Frankrijk vanzelf. Scheurer-Kestner's verhoor was belangrijk. Hij deelde o. a. mede, dat vin een brief van 7 September 1896 generaal Gonse aan kolonel Picquart schreef met de grootste omzichtig heid zijD onderzoek voort te zetten en opmerkte dat hij niet geloofde dat het goed zou zijn schriftkundigen in deze zaak te betrekken. Kolonel Picquart antwoordde dat hij de aanwijzingen zon opvolgenmaar voegde hij er bij lieden die overtuigd zijn dat men zich in hen in 1894 bedroog, zullen leven maken. Het is beter om onmiddellijk recht te doen ten einde een schandaal te vermijden. »Generaal Gonse schreef later; »Nu uw onderzoek zoover is gevorderd, is er geen sprake meer van licht verspreiden maar wel dient men te weten hoe men de waarheid aan het licht moet brengen". Picquart ant woordde dat men zich haasten moestals men wachtte zou het moeilijk zijn de waarheid te doen uitschijnen". Zola zegt»Ik zon gaarne hebben, dat Scheurer-Kestuer ons vertelde hoe hij een beroep deed op de vaderlands liefde van den minister van oorlog, generaal Billot, opdat deze de zaak in handen zou nemen. Dan zou men zien of wij verantwoordelijk gesteld kunnen worden voor de tegenwoordige agitatie en troebelen." Scheurer-Kestner »Ja. Ik heb generaal Billot gesmeekt. Ik heb hem gevraagd een persoonlijk onderzoek te willen instellen. Hij beloofde mij dit. Ik heb gezegd dat ik veer tien dagen in stilte zou wachten. Gedurende deze veer tien dagen werd ik door het (Jiik gesleurd n voor Pruis" uitgescholden.'' Casimir Perier komt thans voor. De aandacht van de geheele zaal was op hem gevestigd. De voorzitter: Zweert dat ge zonder haat en zonder vrees zult spreken en de waarheid zult zeggen Casimir Perier valt hem in de redePardon, ik kan niet den eed afleggen dat ik de waarheid zal zeggen i ik kan de waarheid niet zeggen het is mijn plicht haar niet te zeggen." De voorzitter: »De wet verplicht den getuige zich aan den eed te onderwerpen, zelfs voordat hij spreekt, al zou hij slechts verklaren, dat hij weigert getuigenis af te leggen." Mr. Labori (Zola's verdediger) >Kunt gij ook zeggen of gij, terwijl gij president der republiek waart, voor diens inhechtenisneming hebt geweten, dat een officier van den generalen staf verdacht werd van verraad en welke beschuldiging op hem rustte was, waarop juffrouw Christine Greville met Sir Roderick Fenchurch in het huwelijk zou treden. De plechtigheid zou in eene kleine dorpskerk, in alle stilte voltrokken worden. Zij hadden er meer dan eens over gesproken, toen zij het middagmaal onder de boomen van het park gebruik ten en vroeg in den namiddag, toen zij over de eenzame wegen liepen en de herten vreedzaam zagen grazen hielden zich hunne gedachten onophoudelijk met hunnen held en zijn verdriet bezig. Plotseling greep Evereld den arm van haren metgezel. »Kijk!" riep zij zachtjes uit. »Is dat niet mijnheer Macneillie Ralph's hart klopte hevig, toen hij naar de naderende gestalte keek. Had het onophoudelijk denken aan hem, een soort van geestverschijning opgeroepen Of was hij het werkelijk Toen zij naderbij kwamen werd de vraag duidelijk genoeg beantwoord. Het was niemand anders dan Macneillie, maar er was iets in zijn doodsbleek gelaat, dat het hart van den knaap met schrik vervuldehet deed hem aan die vreeselijke schaduw des doods denken, die hij op dien nooit te vergeten dag over zijn vader had zien strijken. Oogenschijnlijk volkomen onbewust vau hunne tegenwoordigheid liep Macneillie voorbij, maar tot groote verwondering van FrSnlein Ellerbeck en Eve reld, was Ralph in een oogenblik teruggeloopen en had hem ingehaald. »Vergeef mij," zeide hij, een weinig hjjgend»maar ik ben die jongen dien u verleden in St. James park ge red hebt. En en wilt u als 't u blieft dit mes als aandenken van mij aannemen Hij stopte Macneillie een klein ouderwetsch zilver fruit mesje in de hand, dat vroeger aan zijn vader behoord had. De acteur deed oogenschijnlijk alle moeite om tot de aardBche werkelijkheid terug te keeren. Hij keek ver wonderd naar den knaap en naar het gedreven handvat van het mes. »Je bent wel goed," zeide hij onthutst. Ja, ja, ik her inner mij je en je boot. Maar ik wil je het mes niet ontnemen." »Maar, werkelijk, ik gebruik het nooit; ik eet altijd De voorzitter »Deze vraag zal niet toegelaten wor den" (rumoer). Mr. Labori gaat voortHeeft president Casimir Perier geweten, dat er aan het ministerie van oorlog een geheim dossier bestond Ook deze vraag weigerde de voorzitter te stellen, waarop mr. Labori uit naam van Zola eenige scherp geformuleerde conclusies nam om zich tegen deze weige ring te verzetten. Na afloop van de zitting, nam de menigte der nieuws gierigen nog toe. Meer dan duizend personen drentelden voor het paleis van justitie heen en weder. Het publiek snelde naar buiten. Een individu die »Leve Zola 1 Weg met Frankrijkriep, werd onmiddellijk gevangen ge nomen. Een onbeschrijfelijke verwarring ontstond toen Zola en zijn advocaat in de gaanderij werden herkend. Er ont stond een beweging, die beide heeren noodzaakte in de vestiaire te vluchten, welker deuren gesloten werden. Een half uur lang bleef het publiek voor deze deuren staan schreeuwen: »Weg met Zola!' De heftigsten onder de betoogers waren jonge advocaten. De bevelhebber van het paleis moest een sterke afdeeling troepen uitzenden om de gaanderijen te ontruimen. Eerst toen dit geschied was kon Zola vertrekken. Laatste Berichten. XAAU-XOLA. PARIJS9 Febr. In de zittingzaal was een zeer talrijk publiek aanwezig. Men hoort er het zingen en het schreeuwen van de menigte die het paleis van justi tie omringt. Het proces gaat zeer langzaam voort; het eene incident volgt op het andere. De hooge militairen hebben ge tuigenis afgelegd. Generaal Gonse beschuldigde mr. Labori dat hij hem strikvragen steldedoch zag zich genood zaakt na de ambtelijke inmenging van den deken der orde van advocaten deze woorden terug te nemen. Generaal Mercier werd warm toegejuicht na zijn ver klaring dat de verrader rechtvaardig en wettig veroor deeld is. Hij weigerde te antwoorden op de vraag betreffende de mededeeling van het geheime stukmaar verklaarde op zijn woord van eer dat hij er nooit tot iemand over had gesproken. Het resultaat in deze zitting verkregen is dat thet bestaan van de geheime stukken officieel erkend is door de generaals De BoisdeffreMercier en Gonse'1en verder is uit de brieven van generaal Gonse gebleken dat er geen bekentenis, noch andere volstrekte bewijzen van de schuld van Dreyfus zijn. De oud-minister Trarieux heeft de verandering in de houding van do generaals Gonse en De Boisdeffre in Novembor 1896 uiteengezet. Hij onderwierp de procedure in de zaak Esterhazy aan een scherpe critiek. Toen Zola na afloop der zitting het paleis van justitie verliet, riep men: »Weg met Zola!" Zjjn rijtuig reed weg in de richting van de Notre Damegevolgd door den hoofd-commissaris van de gemeente-politie, die, op het plein Saint-Michel aankomende bevel gaf alle be- schil en al op," zeide Ralph met een ernst, die een glim lach op Macneillie's gelaat teweeg bracht. »Wij hebben u als Hamlet gezien en u was prachtig neemt u het als 't u blieft. U weet niet hoe dol veel ik van u hond." Macneillie wierp hem een hartelijken blik toe en zijne konde vingers sloten zich stevig om de kleine warme hand van den knaap. »Dan zal ik het zeker gebruiken," zeide hij. »Ik zal het tot aan het einde van mijn leven bij mij houden. Maar op ééne voorwaarde, dat je dit aanneemt. Doe je er maar geen kwaad mee." En glimlachend gaf hij hem een knipmes en terwijl Ralph nog steeds in bewondering verdiept was over het langste en scherpste mes dat hij ooit gezien had, liep Macneillie haastig verder en verdween onder de boomen. »0, Ralph, hoe heerlijk!" riep Evereld, toen de knaap bij hen was gekomen. »Hoe durfde je naar hem toe te gaan en tegen hem te spreken." »Ik ben erg blij, dat hij het fruitmesje heeft genomen," zeide Ralph. »Maar ife wilde, dat hij mij dit niet ge geven had. Het is zoo mooi en ik hid niets voor hem gedaan." Misschien toch wel," zeide Frëulein Ellerbeck, pein zend. »Eene onzichtbare hulp is dikwijls de beste hulp van allen." HOOFDSTUK V. Zes jaren na dien gedenkwaardigen Augustusdag, vinden wij Ralp en Evereld op de tennisbaan terug, die aan het fraaie huisje, bij Redvale gelegen, grensde, en dat Sir Matthew zijn klein buitenhuisje" placht te noemen. Het was werkelijk een van die sierlijke villa's, waarover de duivel eens had gegrijnslacht. Maar niet tegenstaande dat, was het eene verrukkelijke buitenplaats. Uit de vensters had men een prachtig uitzicht over de heuvelen en bosschen van een der zuidelijke graafschap pen, en de tuinen wekten de bewondering van de ge heele omstreek op. De tennisbaan lag links van het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1898 | | pagina 1