gescheiden is in N.- en Z.- Holland. Daarna sprak hij over de benoeming, de samenstelling en de macht der prov. staten. De spreker werd ingeleid door den heer ds. A. G. Reede, van Castricum, voorz. v. d. Centr. Ver., en bedankt door den heer ds. A. H. C'laasen. Den 9 en den 10 gaf het soirée-variée-gezelschap, alhier, in het lokaal van den heer H. Zonjee eene voor stelling die beide avonden bezocht werd door een zeer talrijk publiek dat zich blijkbaar kostelijk vermaakte. Verschillende komische dno's, trio's, scènes en humoris tische voordrachten, werkten zoozeer op de lachspieren, dat de geheele uitvoering een waar lach-succès mocht heeten. Muziek, onder directie van den heer L. Eschwei Ier, uit Amsterdam, luisterde de voorstelling op, en deed dienst bij het bal, dat daarna volgde. Hederlandsch Paarden-Stamboek De afdeeling »Noord-Holland" van bovengenoemde vereeniging zal eene vergadering houden op Maandag, 28 Februari 1898, des namiddags 1 ure, in het café »Krasnapolsky" te Amsterdam, ter behandeling o.a. van verslag afgevaardigden Algemeens Vergadering; benoe ming van eene commissie tot onderzoek der rekening over 1897 bepaling van de plaats voor de volgende ver gadering der Afdeelingvaststelling begrootingen 1898 Het bestuur der Afdeeling maakt voorts bekend, dat de keuringen voor de toekenning der provinciale- en rijks-snbsidiën en premiën, voor hengsten, minstens 3 jaar oud en voor hengsten, geboren in 1896, zullen plaats hebbente Schagen, op Dinsdag 8 Maart e. k., des voormiddags 10 ure, bij den heer C. Broersma te Be verwijk, op Woensdag 9 Maart, des voormiüdags 11 ure, bij het Stations-Koffiehuis te Hoofddorp, op Don derdag 10 Maart, des voormiddags 10 ure, bij de Markt. Voor deze keuringen zijn uit het provinciaal snbsidie beschikbaarzes subsidiën ad f 250.elk, voor heng sten, geboren in 1895 of vroeger; zes aanhoudingspre- miën ad f 150.elk, voor hengsten, geboren in 1896. Voorts uit het Rijks-subsidie voor elk deelvoor heng sten van 3, 4 of 5 jaar oud, eene onderhoudsbijdrage van f 400.en een bedrag van f 700.voor onder houdsbijdragen van hengsten op de eilanden Texel, Ter schelling en Wieringen te stationneeren. De toekenning der drie onderhoudsbijdragen van f400. heeft onder de volgende voorwaarden plaatsa. de heng sten moeten ten volle bekroningswaardig zijnb. de be kroonde hengsten zullen minstens 2 jaren, tegen een dek- geld van ten hoogste f 25.in het deel der provincie, waarin de bekroning is geschied, beschikbaar moeten worden gesteld c. de eigenaar is verplicht minstens een getal van 50 merriën bij den hengst toe te latend. aan denzelfden hengst zal de premie niet meer dan twee malen mogen worden toegekend. Zij, die genegen zijn, hunnen hengst op het eiland Wieringen te stationneeren, kunnen tijdens de keuringen hiervan aangifte doen bij de commissie, die zich de vrij heid vau keuze uit de aangebodene en geschikt bevon dene voorbehoudt. De naar eene onderhoudsbijdrage mededingende heng sten moeten in het Stamboek zijn ingeschreven of op de keuring daarvoor zijn opgenomen en goedgekeurd. Er zal vóór de premiekeuringen gelegenheid worden gegeven ter opname van hengsten en na afloop daarvan te Schagen en te B e v e r w ij k ter opname ook van merriën in het Stamboek. Te Hoofddorp zal later eene Stamboekkeuring voor merriën worden uitgeschreven. Houders van fokpaarden worden er aan herinnerd, dat de merriën, met welke zij naar eene aanhoudingspremie willen mededingen, in het Stamboek moeten zijn inge schreven, of daarvoor op den dag der keuring zijn goed gekeurd daarbij moeten zij door eenen, door de Ver eeniging aanbevolen Stamboekhengst zijn of worden gedekt. Eigenaars van in het Stamboek ingeschreven hengsten wordt in hun eigen belang aangeraden, hiermede op de keuringen te komen. Het onderzoek op cornage zal in galop plaats hebben. Het bestuur behoudt zich de bevoegdheid voor de standplaats van de met subsidiën of onderhoudsbijdragen bekroonde hengsten aan te wijzen en herinnert belang hebbenden aan art. 6 van het reglement, waarbij na drukkelijk is voorgeschreven, dat gesubsidieerde hengsten tot den 1 Augustus van het keuringsjaar, binnen het bepaalde deel der provincie moeten zijn gebleven en als dekhengsten werkelijk gediend hebben. Aangifte moet geschieden bij den secretaris te Alkmaar, den heer W. Teengs, 8 dagen vóór de hierboven ge noemde keuringsdagen. De keuringen, voortvloeiende uit het op 1 Januari 1.1. in werking getreden reglement op de keuring van hengsten in de provincie Noordholland zullen eveneens op 8, 9 en 10 Maart gehouden worden, op Terschelling den 15 Maart. Alle in de provincie aanwezige dekhengsten, geboren in 1895 of vroeger, in het Stamboek ingeschreven of niet, moeten hiervoor worden aangeboden. Veehandel in Friesland. Zonder dat men weet wat de oorzaak is, is toch de handel in stieren vrij wat williger dan sedert gerui- men tijd. Er is meer vraag, vooral naar Holland, niet tegenstaande het vette vee niet duurder is. Men ver wacht dan ook, dat de rijzing niet van langen duur zal zijn. Er worden nu tenminste al meer opgekocht, zoodat op de aanstaande markten de aanvoer grooter zal zijn. In melke- en kalvekoeien is de handel heel stadig met weinig omzet, een gevolg van weinig vraag. De Brabant- scbe kooplieden worden nog steeds op de markt gemist het sluiken schijnt gansch onmogelijk te zijn. In vette kalveren is de handel vrij levendig met goe den omzet en goede prijzen hetzelfde geldt voor nuch tere kalveren, die al zeer duur betaald worden. Zij worden door de opkoopers reeds gekocht tegen f 8 a f9 per stuk, en deze verkoopen ze weder aan export slagers op Londen, zoodat deze dieren een duur gerecht worden op de tafel der Engelschen. Voor de burgerij is in Friesland geen kalfsvleesch te krijgen, tenzij men een heel kalf wil koopen. Alles gaat naar Londen. In varkens blijft de handel druk, niet het minst in Londensche biggen die in verhouding nog duurder zijn dan de vette varkens. In schapen en lammeren voor export is de handel vrij goed. Londen komt vrij goed af. De prijzen zijn thans vecte koeien le soort 25—29 ct., 2e soort 2224 ct., per '/2 Kg., kalve koeien f100f 90, melke koeien f 90 f180, pinken f40—165, vette kalveren 3034 ct. per 1li Kg., stieren 1823 ct. per 1/2 Kg., nuchtere kal veren f 6f 10, vette schapen f 13f 23, melke schapen f 10f 16, vette varkens 1422 ct. per Kg., Londen sche biggen 1820 ct. per '/2 Kg., magere varkens f 18f 43, zesweeksche biggen f 7f 9. De aanvoer bedroeg aan de markten ongeveer 150 vette koeien, 100 stieren en ossen, 400 melke- en kalve koeien 500 schapen en lammeren, 600 varkens en big gen. Het aantal nuchtere kalveren, naar Londen verzon den, kan men veilig op 500 rekenen. Londensche biggen is ietwat afnemende, wegens gebrek aan voorraad. Dat het mesten tegenwoordig wel kan, blijkt uit het volgende: Voor 10 weken kocht iemand twee biggen voor f 13, en hij heeft ze nu verkocht voor f821/2. Varkens mesten geeft tegenwoordig meer gewin dan rundveezeggen de boeren dan ook. Nu de boterprijs omhoog gaat, zal het laatste ook wel weer beter worden daarenboven bijna eiken dag neemt thans de hoeveelheid melk op de boerderijen toe. Vee-uitvoer. In de maand Januari zijn langs het Belgische grensstation Esschen naar het buitenland verzonden 506 waggons, geladen met vee uit Nederland, tegen 1082 in Januari 1897. In het geheel werden 4070 stuks ver zonden, ter aangegeven waarde van f 365.500. Een schipper, die ier vervoerde van Leeuwarden naar de Groninger veenkoloniën, moest te Enumatil de reis staken, daar hij en zijn gezin, behalve de knecht, door den invloed van den ammoniak volslagen blind waren geworden. Na een verblijf van een paar dagen in een ledig staande kamer aldaar, zijn zij thans beterende en hopen weldra de reis voort te zetten. rsei11. Woensdag, den 10, vergaderde het bestuu1 der begrafenis-vereeniging »Onderlinge Hulp". Uit het door den secretaris-penningmeester uitgebracht jaarverslag bleek, dat het getal leden, op 1 Januari 1897, 625 be- dragende, in dat jaar verminderde door overlijden met 11 dat er 9 leden bedankten en 1 lid geroieerd moest worden, doch dat er ook weder 21 nieuwe leden werden ingeschreven. De contributie per lid bedroeg f 1.21; de uitkeering bij ieder overlijden f 60. Tot bestuursleden werden de heeren C. Overboom en J. Meijer herkozen. Jacht en visscherij. In de provincie Noord-Holland wordt de jacht op houtsnippen gesloten op 30 Aprildie op eenden 28 februari; die op ander waterwild 26 Maart alles met zonsondergang. liet weispel van kwartolen met steekgaren of vliegnet mag worden uitgeoefend van 2 Mei tot en met 15 Juli. De visscherij met het staande spieringnet zal gesloten zijn van 1 Maart tot 1 November e.k. De visscherij met alle overige vischtuigen, uitgezon derd die met aalkorven, aaldobbers en palingfuiken, die met het schepnet of de gebbe om kleine vischjes te van gen voor de aaldobbers en die op snoek in de gemeente Texel zal gesloten zijn van 15 Maart tot 1 Juni. Het visschen met den hengel in de hand is verboden van 15 Maart tot 1 Juni. Het Handelsblad meldt Men schrijft ons uit Zevenwouden »Hoe de boterfabrieken in Friesland de botermarkten hebben doen achteruitgaan, blijkt uit het volgende. Aan de botermarkt te Sneek was, in het jaar 1889, de aan voer in de maanden Januari en Februari wekelijks ge middeld 250 */4 vaten. In Januari van 1898 liep de aanvoer van 40 tot 60 vaten. Bedroeg de weke- lijksche aanvoer in de zomermaanden van 1889 te Sneek 1400 1500 vaten, in die maanden van 1897 beliep hij 300 a 450 vaten. Bloeiden in dien tijd de botermarkten in kleinere plaatsen als Gorredijk, Akkrum, Oldeboorn, die markten zijn óf al weer opgeheven, óf beteekenen zoo weinig, dat geen boterkooper ze bezoekt. De belang rijkste markten in Friesland zijn thans nogSneek, Leeuwarden, Wolvega, Bolsward en Heerenveen. De noteering van den boterprijs te Sneek en Leeuwardon blijft evenwel ondanks den minderen aanvoer voor den boer van groot belang, want tal van boterfabrieken bepalen den melkprijs naar die noteering. Tentoonstelling van Vrouwenarbeid. De rubriek-commissie voor Maatschappelijk Werk der Nat. Tentoonstelling van Vrouwenarbeid heeft het plan opgevat, op de a.s. tentoonstelling op eenvoudige wijze hulde te brengen aan de getrouwe dienstboden, die langen tijd in eenzelfde gezin zijn werkzaam geweest. Zij denkt nl. een groote tabel te exposeeren, waarop duide lijk leesbaar vermeld zullen worden de namen van dienst boden, die op 1 Mei 1898 gedurende tien jaren of langer in denzelfden dienst haar werk verricht hebben, met vermelding tevens van den naam der meesieresse. Daar een volledige enquête op dit gebied haar onmo gelijk is, wacht zij, naar wij vernemeu, gaarne de opga ven in van allen, die zich wenschen aan te melden, aan het adres van jonkvr. C. van Hogendorp, Balistraat 36, Den Haag. De volgende maand wordt je twintig. In vier jaar tijd kan je als geestelijke bevestigd worden en ik wil het op mij nemen, om voor je opleiding te zorgen en je deze plaats te verschaffen. Het is driehonderd pond en vrije woningje zondt er gelukkig kunnen wezen en ter wille van je vader, wil ik dit nog voor je doen." Er was zoo iets onwaars in deze laatste woorden dat Ralph, die zijn toorn niet langer bedwingen kon, nu verontwaardigd losbarstte. »Is het ter wille van hem, dat gij mij in deze ver zoeking brengt Gij weet maar al te goed gij moet het weten dat mijn vader nooit eene plaats zou aan genomen hebben, op deze wijze verkregen. Wanneer gij het hem aangeboden hadt, en al was het nog tienmaal zooveel geld waard, hij had het met geen tang aange raakt. Het is immers vnile woeker >Je neemt mijn aanbod om je te helpen wel wat zon derling op, jongmensch," zeide Sir Matthew schamper. »Maar niettegenstaande dat vind ik toch dat je voor geestelijke geknipt bent. Je dramatische neigingen en je goede stem maken je zeer geschikt voor de Kerk en je knnt reeds tegen je ouderen en meerderen eene preek honden, merk ik." Ralph kromp bij dezen spottenden hoon ineen, maar hij hield zich aan het zwakke punt in zijns tegenstanders redeneering vast. »Neen," zeide hij met nadruk, »ik ben niet voor geestelijke geschikt. Het eenige wat een man daarvoor geschikt maakt, is eene duidelijke roeping van God. U brengt mij in de verzoeking dit voor geld en eene brood winning aan to nemen, en u durft te zeggen dat het ter wille van mijn vader is mijn vader, die liever van honger zou gestorven zijn." »Misschien zou hij dat welzeide Sir Matthew kond. 'Hij was, wat al zijn vrienden wisten, een onpractische gek. Je hoeft niet te kijken of je mij vermoorden wilt. Hij had zeer goede bekwaamheden, maar hij had niet het talent om zijn weg te maken, en daarom liet bij je als een bedelaar achter, daardoor volgens de heilige schrift aantoonead, dat, daar hij verzuimde om voor de toekomst van zijne familie te zorgen, hij het geloof ver loochend had en erger was dan een ongeloovige. Maar om op de zaak terng te komen; wil je mijn aanbod aan nemen, of ben je van plan een eigenzinnige idioot te zijn en te veinzen dat je een gewone zaak woeker noemt Ralph's oogen fonkelden. »Ik ben van plan," zeide hij bedaard, »om getrouw te blijven aan mijns vaders idealen." Sir Matthew brak in een onaangeuamen lach uit. »Hebben zijne kostbare idealen je gevoed en gekleed en je naar Winchester gezonden Weet je niet uit zijn eigen mond dat hij slecht op zijne zaken gepast heeft?" »Ik weet," zeide Ralph verontwaardigd, »dat waarin hij ook gefaald moge hebben, hij tenminste een eerlijk man mas.'' Hij had volstrekt geen aantijging bedoeld, maar de woorden kwetsten zijn metgezel vreeselijk. Sir Matthew sprong ziedend van toorn overeind. »Jon impertinente, ondankbare lummel, hoe durf je mij in mijn eigen hnis beleedigen Ga mijnheerga nit mijn oogen Ik heb genoeg van je. We zullen eens zien of je idealen je onderhonden kunnen Verlaat mijn hnis en zet er nooit meer een voet in 1" Ralph keerde zich te boos en te gekrenkt omom te begrijpen wat deze woorden beduidenen verliet zonder een woord te spreken de bibliotheek. HOOFDSTUK VI. Zoodra de deur zich achter den knaap gesloten had, bedaarde Sir Matthew's toorn. Voor het oogenblik was hij werkelijk boos geweest, want Ralph had geheel on willekeurig woorden gebezigd, die hem kwetsten, zooals geen anderen het zoude kunnen doen. Er waren maar twee dingen op de wereldwaar hij werkelijk om gaf gelukkige speculatie en zijne reputatie als philantroop. Dat hij Ralph als kind had aangenomen was bijna geheel nit berekening geschied, een van die schijn baar welwillende daden, die tot zijn eigen eer en roem moesten strekken. Daar hij het nn eenmaal op zich ge nomen had om voor de opvoeding van den knaap te zorgen, kon hij ter wille van zijn goeden naam niet meer terugkrabbelen, maar van het eerste oogenblik af had hij reeds gemerkt, dat het eene slechte geldbelegging was en Ralph was hem een doorn in het oog geweest. Ten eerste, de knaap geleek sprekend op zijn vader en Sir Matthew bad nog: eenige genegenheid voor zijn ouden vriend behouden ofschoon hij hem toch in zijn hart verachtte, omdat hij zoo weinig wereldkennis had bezeten. Hij was niet voor niets zoo lang een »stennpilaar der maatschappij" geweest om niet geheel ongevoelig te wezen voor het lijden zijner slachtoffers, maar toch had zijn geweten, dat nog niet geheel dood was, maar slechts in zijn binnenste sluimerde, hem geknaagd, toen hij in Whinhaven begreep, dat de dominé door hem geruïneerd was. Gedeeltelijk om zijn geweten te stillen, maar hoofd zakelijk opdat de wereld zijne handelwijze zon toejuichen, had hij Ralph als kind aangenomen. De knaap had zich echter niet goedsmoeds in de rol geschikt, die hem toe gewezen was. Hij deed zich nooit goed voor in gezel schap, hij had het nooit geleerd om als dankbare te poseeren voor onverdiende vriendelijkheid. Integendeel, Sir Matthew had steeds het onaangename gevoel, dat de knaap hem doorzag en wist, dat hij een hnmbng was. Zeker was het, dat de beleodigende toespelingen, die hij zooeven op de fouten en het verkeerde oordeel van den heer Denmead gemaakt had, zijn toehoorder de eigen aardigheden van Sir Matthew's karakter en handelingen geheel had doen vergetenRalph had slechts aan het innerlijke beeld gedacht, dat zich onnitwischbaar in zijn geheugen geprent had, van den edelen en strikteerlijken vader, die hem op dit oogenblik, terwijl hij sprak, meer als eene levende werkelijkheid toescheen dan die toor nige, verwaande beschermer daar tegenover hem. »Hij was tenminste een eerlijk man De woorden waren niet als toespeling op Sir Matthew bedoeld maar zij hadden diens eenige wonde plek getroffen en hadden hem op dat oogenblik zeer pijnlijk aan gedaan. Vertoornd door de gewaarwording dat deze jongen zijne zoo zorgvuldig behoedde reputatie zou bena- deeien die reputatie van milddadigheid die tot zijn handelskapitaal behoorde was hij in woedende be schuldigingen uitgebarsten en had door één enkel ver ontwaardigd gezegde alle gemeenschap tusschen hen ver broken. Hij haalde een agenda te voorschijn en schreef er met veel overleg eenen post in op. Daarna zat hij eenigen tijd in gedachten verzonken op zijn potlood te bijten eene gewoonte die hij aangenomen had, en waar van het gedeukte zilver de sporen droeg. »Men kan op de eerlijkheid van een Denmead rekenen," overpeinsde hij met een innig tevreden gevoel. »De knaap zal nooit over deze vertrouwelijke schikkingwat Oros- bie's emeritaat betreftspreken, Ik heb de plaats ge kocht en nu is het maar de vraag hoe kan ik er het beste voordeel mee behalen. Alles welbeschouwd is het maar goed dat die gek er voor bedankt heeft. Ik kan het als een lokaas voor iemand anders gebruiken en ik

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1898 | | pagina 6