B u 11 e n 1 a n d. Uil—Wil IM Alkmaarders te zamen, genomen, 't Schijnt een groot getal: 12089! De voor de hand liggende rekening is deze: er zijn rnim 17000 menschen in Alkmaarer worden 12089 baden genomen dus nog niet één bad in 't, jaar door één individu. Maar er zijn kinderen en volwassenen. De eersten worden tot hun 11e12e jaar nog wel eens heelemaal gewasschen door de aan traditie gehechte moeders. 4We zullen daarom de bijna en de geheel vol wassenen, die de badinrichting noodig hebben, eens schatten °P J/s X 17000 6800, (twee volwassenen tegen drie kinderen). Één volwassene neemt das 12000: 6800 bijna 2 baden per jaarzegge nog geen twee baden per jaar. Daar komt nu nog bij, dat er van die 12089 718 baden gratis gegeven werden aan de schoolkinderen van de kostelooze scholen, om hun 't genot en 't nut van baden te leeren kennen. De vereeniging «het Wittte Kruis" hoopt op die manier propaganda te maken voor het denkbeeld gezondheid en reinheid. Maar we vergeten iets. In den zomer wordt gebaad in de open lucht; er is een buitenbadhuis in het Kanaal. Weet ge hoeveel baden er in het jaar 1896 buiten genomen zijn 10490. Keken nu ook maar, dat deze baden evenals die in het binnenbad regelmatig het geheele jaar door genoten zijn en dat ze op de reinheid en gezondheid even gelijk matig gewerkt hebben dan wordt de som der baden 10490 -)- 12089 22579 of gedeeld door het getal volwassenen 22578: 6800 3,3 bad per persoon per jaar. Maar er zijn nog menschen, die een badinrichting thuis hebben Stel dat er 100 (f) zijn en dat in elk gezin er vijf personen van gebruik maken, dan moet het getal volwassenen verminderd worden met 500 en men krijgt de deeling 225796300 bijna 3,6 bad. Was het nu werkelijk maar zoo, dat elk inwoner van Alkmaar 3.6 bad per jaar nam, dan werden ze allen nog minstens een paar malen geheel en al schoon, maar er zijn eenige honderden, die geregeld baden, b.v. 30, 40 maal per jaar, dus er blijven er nog duizenden over, wier huid nooit geheel met het frissche, gezonde duinwater in aanraking komt. De Alkmaarder, de Hollander, de Nederlander is zinde lijk op alles behalve op eigen lichaam. (t) Het is ons bij onderzoek gebleken, dat er maar 36 huisgezinnen met een badgelegenheid aan de waterleiding zijn aangesloten. den middel tegen schade door vogels In den zaaitijd. Vroeger zoo verhaalt «der Praktische Ratgeber" had ik veel last van allerlei vogelsniet alleen op het bouwland, maar ook in den tuin. Schieten en strikken hielpen niets meer; de vogels geraakten daaraan gewend en eindelijk zaten zij op de strikken. Eenigen tijd geleden las ik in een landbouwbladdat er een middel bestond tot voorkoming van schade door vogels op het bouwland. Bij het ingesteld onderzoek daarnaar, bleek het mij, dat dit middel bestond in menie, de bekende verfstof, die men op de volgende wijze moet aanwenden Men doet het zaad voor het zaaien bestemd in een pot, bij groote hoeveelheid, in een vat, giet daarop koud water, doch slechts zooveel dat er een dikke brei ontstaat; daarna schudde men bij voortdurend roeren zooveel menie daarover uitdat het geheel er als een roode soep uit ziet. Men ga daarbij met het roeren zoolang voort totdat elke zaadkorrel rood gekleurd is. Men giete dan het water door een zeef in een ander vat af en droge de nu roodgekleurde zaadkorrels, door die op een plank uit te spreiden en vervolgens in het zonlicht of in een sterk verwarmde kamer te plaatsen. Dit drogen moet vlug geschieden. Is het zaad nn weder geheel droog gewordendan kan het uitgezaaid worden. Als er van dit geprepareerde zaad iets overblijft, dan kan het, zonder gevaar voor het verliezen der kiemkracht, voor het volgende jaar bewaard worden. Men is bovendien verzekerd dat geen schadelijke insecten of knaagdieren dat zaad zullen aanvallen. Door het aanwenden van dit middel heb ik reeds veel vreugde ondervonden. In mijn tuin kwamen vroeger de duiven van mijn buurman wel eens een bezoek brengen en vernielden dan mijn erwtendie zoo mooi op regel begonnen te staan zelfs haalden zij de erwten uit den grond. In het vol gende jaar bezigde ik het bovenbeschreven middel en zietmijne buren ondervonden de schade door vogels veroorzaaktterwijl in mijn tuin wel vogels kwamen kijken, maar geen zaadje aanraakten, tot groote verbazing der buren, maar tot mijne groote blijdschap. Aan land bouwers die tarwe zaaiden en door de kraaien veel schade leden gaf ik dit middel aan de hand en mocht van hen een hartelijke dankbetuiging ontvangen. De «Praktische Ratgeber" uit ten slotte den wensch dat de landbouwers de goede gevolgen van dit eenvoudig middel mogen ondervinden. (Landbouwweekblad.) Australische eieren. Pogingen worden gedaan om thans ook eieren uit Australië in Engeland in te voeren. Dit is mogelijk ge worden door een doelmatig gebruik van koelmacLiines aan boord van de stoomschepen, waarmede ze vervoerd worden en wel met zooveel succes, dat de eieren als versche konden verkocht worden. De eieren worden na tuurlijk zorgvuldig verpakt. Eene bezending werd ver voerd op 1°. boven vriespunt en de vracht was 3 stuivers per dozijn, waardoor een netto-opbrengst van 9 stuivers per dozijn overbleef. De prijs in New South Wales was tijdens de verzending 5 a 51/2 stuiver per dozijn. Ernstig wordt gewaarschuwd, dat de eieren geheel versch naar de koel-pakhuizen moeten gezonden worden en evenals gevogelte, op zulk een tijd moeten ver scheept worden, dat ze op den duursten tijd in Engeland aankomen, hetgeen voor eieren is November tot Januari. Na dien tijd dalen de prijzen zoo sterk, dat uitvoer niet langer voordeel oplevert en daar de prijzen dan ook in Australië duurder wordenheeft de eieren-producent ge durende het geheele jaar gelegenheid om zijne waren af te zetten. fteperst meel. Met geperst meel, dat beter dan ongeperst meel of koren bewaard kan worden, neemt men tegenwoordig proeven in het Britsche Ministerie van Oorlog. Het meel, dat volgens de nieuwe methode in vierkante blokken is samengeperst, wordt niet door vocht aange tast en biedt, weerstand aan de insecten, terwijl de enkele diertjes, die er tusschen mochten zijn, bij het persen worden gedood. Ten slotte beeft men voor het bewaren van het aldus geperste meel slechts een derde van de anders vereischte ruimte noodig. De Veeiidam. Het N. v. d. D. meldt Onder de geredde passagiers van de «Veendam" was er een, aan wiens aanwezigheid men in vroegere tijden van bijgeloof misschien de scheepsramp zon hebben geweten. Het was een Hongaarsch rechtsgeleerde, die, pasgetrouwd, ervan door was gegaan met den bruidschat van zijn eigene en in gezelschap van een andere vrouw. Aan boord gaf hij voor, op de huwelijksreis te wezen. Al zijn bagage, geld en kostbaarheden zijn met het stoomschip gezonken en hij kwam nu doodarm te New-York aan. Betreffende de redding der opvarenden en de schip breuk van het stoomschip behelzen de Engelsche bladen nog eenige bijzonderheden. Toen de booten van de «St. Louis" langszijde van het in nood verkeerende stoomschip kwamen, was de eerste, die in de booten werd nedergelaten, een kind van zes maanden. De gezagvoerder was de laatste, die het zin kende vaartuig verliet, na het vooraf te hebben doen in brand steken. Nadat het stoomschip op het wrak had gestooten, stelden de officieren onmiddellijk beneden een onderzoek in, doch bevonden, dat de veroorzaakte beschadiging zoo groot was en er zooveel water het stoomschip binnen drong, dat aan herstel der schade niet te denken viel. De stoompompen werden onmiddellijk aangezet, de booten van proviand en het noodige voorzien en aanhoudend vuurpijlen afgestoken. De emigranten waren zeer verschrikt en schreeuwden en baden om hulp. De gezagvoerder bracht hen spoedig tot bedaren, door hen aan te manen om aan de handpompen te werken en het binnendringende water met putsen te verwijderen. Acht uren duurde de strijd tegen het water, dat tegen alle pogingen in steeds hooger in het schip kwam, zoodat de machinekamer half vol water liep. De werkende passagiers en de bemanning raakten uit- geput,en het schip was zinkende, toen gelukkig de «St. Louisin het gezicht kwam, de noodseinen van het i stoomschip beantwoordde en spoedig de booten tot hunne redding zond. Wonderlijke jagers. Te Budapest is de statistiek verschenen waarin men lezen kan wat de gezamenlijke Boheemscko jagers geschoten hebben. Het is een vreemde buit. In het begin toont de lijst niets dan namen die bekend genoeg in ja- gersooren klinken: patrijzen, fazanten, hazen enz. Maar daarna blijkt dat de Boheemsche jagers bovendien niet minder dan 15,000 honden en 9039 katten geschoten hebben. Twee paarden zijn slechts door het moordend lood getroffen, daarentegen hebben de koeien en kalveren het erger moeten ontgelden en zijn 15 koeien en 32 kal veren benevens 129 schapen door kortzichtige jagers neer geschoten. Het merkwaardigste van alles is dat 2050 menschen getroffen zijn, waarvan er 50 gedood zijn. Het is te be grijpen dat de strafrechter wegens overtredingen van de jachtwetten in het geheel 74,388 dagen gevangenisstraf en boeten tot een bedrag van 2millioen francs heeft moeten uitdeelen. De zuster van den ouden heer Marriott bleek een van die eeuwig jonge wezens te zijn, die op zeventigjarigen leeftijd meer capaciteit bezitten om van het leven te genieten, dan menig meisje van achttien jaar. Haar levendig gelaat, met de steeds veranderlijke uitdrukking, hare vriendelijke, menschlievende belangstelling in alle zaken en in alle menschen, deed er meer toe bij om de bittere herinneringen uit Ralph's gedachten te verdrijven, dan iets anders zou kannen doen. Daarbij verloor hij zijn hart aan de mooie Catharina Marriott, ofschoon zij ten minste vijftien jaar onder was dan hij. Hare groote, ernstige bruine oogen, en hare kalme waardige houding schenen hem volmaakt toe hij stelde zich haar voor als eene statige Spaansche vrouw, in hare zwarte kanten robe en ofschoon zij weinig tot hem sprak straalde uit haar geheelo wezen een innig medegevoel. Toen de dames van de tafel op waren gestaan, begon de heer Marriott nadere inlichtingen te vragen over hetgeen er dien middag gebeurd was. «Is het niet mogelijk," opperde hij, «dat ge Sir Matthew dadelijk te veel aan zijn woord gehouden hebt Hij is al die jaren vriendelijk tegen je geweest, is hij niet «Hij heeft uitgevoerd wat hij ondernomen heeft," zeide Ralph, «en tweemaal, neen drie keer herinner ik mij dat hij werkelijk vriendelijk tegen mij gesproken heeft. Voor het overige van de zes jaren heeft hij nooit notitie van mij genomen, zonder mij te berispen." «Bedoel je daarmede dat je in ongelegenheid bent ge raakt Dat de schoolrapporten slecht waren of zoo iets «Neen, zij waren nog al goed, en ik was eigenlijk nooit in eenige ongelegenheid, maar toch scheen ik hem op een of andere wijze te mishagen ik sprak te veel, of te weinig, of te hard, of niet duidelijk genoeg. Als men het minste leven maakte wanneer men eene kamer binnentrad of eene deur dicht deed, kon hij dit niet uit staan, of wanneer men zoo zacht mogelijk binnensloop, schrikte hij op en zeide, dat een sluipende gang onver draaglijk was. Wat het ontbijt betre't, het eenige maal dat wij, kinderen zijnde, met hem namen, dat was altijd eene marteling voor ons, want wanneer men zijn mes of vork niet op die wijze hield die met zijn ideaalzooals men een mes of vork houden moest, overeenkwam, deed hij altijd of men een misdaad begaan had." «Dus bestond er nooit veel liefde tusschen jullie," zeide mijnheer Mariottglimlachend. «Daar was ik wel bang voor, toen ik je het laatst zag. Heeft hij don naam van je vader dikwijls genoemd?" Wordt vervolgd. Herinneringshoomen. Met gunstig advies zijn in de raadsvergadering van Leeuwarden door B. en W. aangebracht twee aan biedingen 1 van de Eriesche Tninbouwvereeniging, om op den dag der inhuldiging van Koningin Wilhelmina een lindeboom binnen die gemeente te plaatsen 2 van de Vereeniging «Voor Vaderland en Oranje", om den te plaatsen boom door ijzeren hekwerk te omgeven. B. en W. stellen tevens voor om don boom te doen plaatsen in het bloemperk vóór het stadhuis. Reclame. In de lithographische metaalwarenfabriek van de firma Ruttenberg van Zanten, te Rotterdam, is men bezig met de vervaardiging van een reusachtige water- flesch 4 meter hoog, 1 meter in diameter en 240 kilo zwaar. Deze flesch is niet van glas, maar van blik en moet dienen voor reclame voor de staalwaterbron te Haarlem. Deze reuzenflesch wordt te water gelaten en door een schroefstoombootje naar Haarlem gesleept; vandaar gaat ze naar Amsterdam en naar andere steden, welke havens of grachten hebben, om dan, als zij haar diensten in de havens en grachten verricht heeft in de Noordzee te worden geworpen, waar zij verder haar weg maar zal moeten zoeken. Uitreiking; van medailles. De medailles van de Hamburgsehe tuinbouwten toonstelling van het vorige jaar zullen waarschijnlijk einde Maart gereed komen en afgezonden worden. Aan de Nederlandsche inzenders zal de uitreiking geschieden te Amsterdam, op nader te bepalen dag. Zij zal gepaard gaan met eenige feestelijkheden. Invoer van kaas in Frankrijk. Ter aanvulling van bet vroeger medegedeeld be richt, opgenomen in de St.-Ct. van 25 Januari j. 1., wordt thans toegevoegd, dat, luidens mededeeling van den Ne- derlandschen gezant te Parijs, alle Nederlandsche harde kaassoorten, zoowel de Edamsche kaas tetes de mort) als de Goudsche kaas (frontages plats ou en meulebij den in voer in Frankrijk aan de Zwitsersche kaas «dit de Gruy ère worden gelijkgesteld en derhalve onderworpen zijn aan het verminderd recht van 12 frs. de 100 kilogram. Men schrijft aan het N. v. d. D. uit Zeeuwsch- Vlaanderen Terecht mag men uit Frie-land elke week klagen De Brabantsche kooplieden worden nog steeds op de markt gemist; het sluiken schijnt gansch onmogelijk te zijn. Want inderdaad, het smokkelen, dat verleden jaar aan sommige plaatsen in deze streken vaak zulk een eigen aardige drukte en levendigheid bezorgde, is thans bijna geheel geëindigd. Nu en dan waagt zich nog de een of ander wel met een paar beestjes; doch dat is ook alles. Verleden week trok uit Koewacht eene bende smok kelaars met twintig beesten Belgie binnen doch nauwe lijks waren zij over de grenzen, of zij werden door drie kommiezen overvallen en moesten met verlies van vier koeien terugtrekken. De grens wordt dag en nacht door douaniers en gendarmen trouw bewaakt. Vroeger waren de koeieu, als zij een paar kilometers van de grens waren, behouden doch thans kunnen zij in geheel Belgie nog worden aangeslagen. Om de Belgische koeien van de gesmokkelde te kunnen onderscheiden, dragen de oerste alle een ring en staat hun signalement opgeteekend, zoodat het moeielijk, ja bijna onmogelijk is een Nederlandsch beestje te «naturaliseeren.' In de laatste dagen is het dan ook meermalen voor gekomen, dat koeien, welke men reeds volkomen veilig acutte, door de bevoegde macht uit de stallen werden gehaald, omdat zy niet als inlandsch vee geboekt stonden. IHJITSCMIiAWD. In de Pruisische begrootiugs- commissie heeft de regeeringscommissaris voor de spoor wegen medegedeeld, dat do verschillende regeeringen in Duitschland in overleg zijn getreden over een vereenvou diging der spoorwegvrachten voor reizigerB en bagage, waarbij echter van belangrijke verlaging geen sprake zal zijn. Verder dat besloten is voor de verlichting der rijtuigen een mengsel van acetyleen- en vetgas te ge bruiken. MWRISIiAMD. Bij de behandeling van het adres van antwoord op de troonrede, werd in bet Lagerhuis door den heer Walton het volgende amendement voor gesteld En wij geven aan Uwe Majesteit nederig onze afkeu ring te kennen van de politiek gevolgd bij de voortdu- I rende militaire bezetting van Chitral en het bezet houden en versterken van den weg van Peshawur door het grond gebied der onafhankelijke stammen, en betreuren de ge volgen die uit die politiek zijn voortgekomen en verder verklaren wij nederig aan Uwe Majesteit, dat de veilig heid en voorspoed van Uwer Majesteits rijk in Indië het best bevorderd zullen worden door eerbiediging van de onafhankelijkheid der grensstammen en het vermijden van een bezetting van hun grondgebied. Dit amendement is verworpen met 311 tegen 208 stemmen. In het Lagerhuis deelde voorts de heer Curzon, onder staatssecretaris van bnitenlandsehe zaken, mede dat het voornemen bestaat een Indisch officier te benoemen tot vertegenwoordiger der Koningin bij het hof van Menelik, om door dezen, wanneer de omstandigheden zulks eischen, met den Negus te onderhandelen. FRANKRIJK. Bertillon de voornaamste schrift kundige in het Dreyfus-proces heeft als getuige een on mogelijk figuur gemaakt. Hij wilde eigenlijk niets zeggen en wat hem ten slotte ontwrongen werd, was zoo zon derling en tegenstrijdig, dat zelfs het hof er verbaasd over stond. De afgevaardigde Hubbard verhaalde, dat zijn neef Bertillon hem een lange uiteenzetting gaf van zijn schema van betoog, waarvan hij overigens niet veel begreep

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1898 | | pagina 2