Buitenland.
tarnen de nationale kleuren vormen. Bij gelegenheid van
de inhuldigingsfeesten onzer Koningin beloven dns de
stadsparken er zeer aardig uit te zullen zien.
©terleek. Volgens het jaarverslag van den
Spaarbank is in 1897 in 216 koeren f 6535,60 ingelegd
en in 68 keeren f 5553,11 teruggevraagd. Aan rente
werd f 959,48 bijgeschreven. Het totaal verschuldigde
bedroeg 31 December 1897 f 33232,72 aan 250 deel
hebbers. Het totaal bezit was toen f 39084,18s, zoodat.
het reserve f 5851,46 bedraagt, waarvan winst over 1897
f 468,71. Vierentwintig nieuwe inleggers werden inge
schreven en 23 boekjes werden geheel afgelost.
Paarden.
De onlangs in de provincie Noord-Holland opge
richte vereening »de Hengsten-associatie Hollandsch Noor
derkwartier," tot verbetering van het paardenras be
noorden het Y, heeft thans drie Oldenburger hengsten
aangekocht, welke vermoedelijk gestationneerd zullen
worden te Anna-Paulowna, te Benningbroek en te Scher-
merhorn.
Gymnastiek.
De voorturnersles van het gewest Noord-Holland
van het Ned. Gymnastiek verbond zal gehouden worden
op Zondag 27 Februari, 's morgens te 11 uur, in het ge
westelijk gymnastieklokaal te Alkmaar. In Maart is
Zaandam aan de beurt, in April Weesp, in Mei Haarlem
en in Juni Hilversum.
De Hengeloosche Gymnastiekvereeniging heeft zich bij
het N. G. V. aangesloten.
Rijks-wlnterlandbouwschool.
In de gouden zonnestralen wapperde de vaderland-
sche driekleur in den frisschen wintermorgen van den 21
uit bijna elke Schager woning ter verwelkoming van de
hooge gasten, die te half twaalf per trein alhier aan
kwamen om de plechtige inwijding van de pas voltooide
Landbouwschool bij te wonen en door hunne tegenwoor
digheid op te lnisteren. In een drietal rijtuigen reden
de heeren van Tienhovon, commissaris der Koningin iu
Noordholland, Sickesz, directeur-generaal van landbouw,
Westerwoudt, Ferf en den Tex, leden van Ged. Staten,
voor genoemde school, waar zij in een eenvoudig versierd
lokaal werden opgewacht door de hoeren J. L. T. Groneman,
van Beusekom en J. Breebaart Kz., leden van de com
missie van toezicht op de rijks-landbouwschool, C. Nobel,
directeur, de Gier, Muijs en Ressing, leeraren der school,
de beide wethouders der gemeente, den heer Visser,
architect en door de 21 leerlingen van den bijna afge-
loopen cursus. Na de gebruikelijke voorstelling door den
burgemeester nam deze het woord en sprak een hartelijk
welkom tot de hooge gasten, die door hunne tegenwoor
digheid de inwijding zooveel luister bijzetten en door
hunne komst blijk gaven van hunne groote belangstel
ling in het landbouwonderwijs.
Speker bracht hulde aan den oud-minister Van Hou
ten die den stoot tot deze zaak had gegeven, dankte
den heer Groneman voor zijne bemoeiingen in het tot
stand komen der school te Schagen, sprak zijne erkente
lijkheid uit voor den goeden wil van Gedeputeerde Sta
ten die het verleenen der subsidie aan de Provinciale
Staten hadden voorgesteld, bracht hulde aan gemeente
bestuur en architect en wenschte den directeur, den heer
Nobel, van harte geluk met het nieuwe gebouw, dat lucht,
licht en ruimte aanbiedt voor goed onderwijs.
De heer Löhnis, inspect, van het middelb. onderwijs,
dien spreker zoo gaarne persoonlijk had willen dankzeg
gen en toespreken had getelegrafeerd eene aansluiting
van tram en spoor te hebben gemist en was dientenge
volge niet bij de opening aanwezig. Met den wensch,
dat de steenen wanden der lokalen de stomme getuigen
mochten zijn van den ijver en de toewijding der leerlin
gen en dat het landbouwonderwijs een machtige factor
mocht blijken te zijn tot verbetering der maatschappe
lijke toestanden, verklaarde de burgemeester het gebouw
aan zijne bestemming te hebben gewjjd.
Namens den minister dankte daarop de directeur-gene-
alien kunnen dat soort niet uitstaan. Anderen zeggen weer
dat je een student uit Oxford bentdie een beetje pret
wil maken gedurende de lange vacantie en dat je de vol
gende maand naar de Universiteit terugkeert. En juffrouw
West gelooft dat je een verkleede edelman bent."
»Wel dan vergissen zij zich allemaalzei Ralph, die
toch moest lachen. »Ik ben geen verkleede hertog, zelfs
geen markies, maar eenvoudig Ralph Denmead, met wei
nig geld op zak, en zonder een enkelen bloedverwant of
rijken vriend om hem te helpen."
Toen de avond aanbrak zag Ralph dat de koude en
onaangenaamheid van dien morgen geheel verdwenen was;
iedereen scheen beter gestemd te zijn en de twee heeren
die zijn kleedkamer deelden waren vriendelijk genoeg
toen zij zagen dat hij het werkelijk meendeen geen
gewone dilettant was.
Een jongeling die noch verwaand noch veeleischend
was, maar zich tevreden stelde met eene zeer kleine rol,
en een nog kleiner salaris was iets buittengewoonsen
zooals gewoonlijk deden Ralph's goed humeur en gezond
verstand evenals zijn bereidvaardigheid om overal gek
heid in te zien hem goede diensten.
Toen het laatste vreeselijke oogenblik naderde en hij
in zijne schitterende lichtbruin en roode livrei, met gepoe
derd haar en knie-broek achter de coulisssen stond, merkte
hij dat de onaangename atmospheer die hem bij de repe
titie zoozeer gedrukt had geheel verdwenen was.
»Veel geluk 1" zei de dikke man, een vaderlijke hand
op zijn schouder leggend. »Wees maar gerust, het zal wel
goed gaan."
En met deze aanmoedigende woorden deed hij den eer
sten wanhopigen sprong in de ijskoude wateren van de
publiciteit.
Ivy's gelaat straalde hem tegen, toen hij terngkwam.
»Dat handgeklap was voor jouzeide zij verrukt
»en zij hebben nog nooit zoo gelachen na die vergissing
aan de ontbijttafel."
»Ik zie al hoe ik het beter kan doen zei Ralph na
denkend. En werkelijk deed hij het eiken avond dat
hij de rol vervuldebeter.
Toen aan het einde van de maand Merrithorne's enkel
hersteldekeerde deze naar den schouwburg terug en
Ralph bevond zich nogmaals zonder werk.
Wat zou hij beginnen
raai, de heer Sickesz, voor de uitnoodiging tot bijwoning
der inwijding, waarin Z. Exc. en spr. verklaarden zooveel
belang te stellen en wees er op hoe het landbouwonder
wijs een groot middel tot opheffing uit de malaise kon
wezen, waarin tegenwoordig de landbouw verkeert. Waar
eigen kracht en eigen energie tegenwoordig niet bij
machte zijn den slechten toestand te verbeteren moet de
staat, de Regeering, bijspringen en helpen.
Het groote middel tot verbetering achtte spreker on
derwijs. Het verheugde hem dat ook in Schagen de auto
riteiten dit met hem eens waren en hij zou wenschen
dat de woorden »Goed vakonderwijs staat in nauw ver
band met de verbetering der landbouw toestanden", welke
hij had aangetroffen in het request van Schagen aan den
minister, met gulden letteren prijkten aan den ingang
of de wanden van deze schooi. Hij wenschte een gemeente
geluk met een bestuur als dat van Schagen, dat getoond
had zulk een open oog voor de landboawbehoeften te be-
zitteD. Hij wenschte een omgeving geluk, die een man
als de heer Groneman in zijn midden mocht hebben en
sprak den wensch uit dat de oud-vaderlandsehe eenvoud
vereenigd met het besefdat goed onderwijs en veel
kennis den landman in zijn toestand alleen kunnen ver
beteren in de toekomst betere dagen zouden doen aan
breken. Als deze tijd van druk den slapenden geest
hebben wakker gemaakt, zou men in latere dagen dezen
tijd van malaise kunnen zegenen.
De heer van Tienhoven, hierop het woord nemende,
wenschte den burgemeester geluk met de opening dezer
school, en ook den heer Sickesz met de eerste daad, die
deze als Directeur-Generaal mocht verrichten.
Spreker noemde de opening der landbouwscholen voor
den heer Sickesz de welverdiende bekroning van een
leven, geheel gewijd aan onze landbouwbelangen. De
tegenwoordigheid van het oudste lid der Ged. Staten
haalde spr. als bewijs aan van de groote belangstelling
die Ged. in deze school stellen. Hij hoopte, dat zij niet
alleen kennis zou verspreiden, maar ook door hare ligging in
een streek, door de volharding onzer vaderen aan de
baren ontwoekerd, den landbouwers en boeren telkens
weer zou herinneren aan de deugden dier vaderen, aan
hun volharding, eenvoud en energie. Hij noemde de stich
ting der school voor Schagen een groote daad en sprak
den wensch uit, dat Schagen een middelpunt van ver
keer in Holl. Noorden en gelegen in een streek van
velerlei landbouwbedrijven, steeds zooveel hart voor
de landbouw mocht blijven behouden als het toonde te
hebben toen het deze school hier tot stand wist te bren
gen. Nadat nog de heer Nobel als directeur en de heer
Groneman als voorzitter der commissie van toezicht het
woord hadden gevoerd en een gelukwensch met de opening
was voorgelezen van de Afd. Schagen van het Nederl.
Onderwijzersgenootschap, werd de school bezichtigd en
daarna overgegaan tot het gebruiken van een collation
in het hotel Broersma, den gasten door het gemeente
bestuur aangeboden.
Hieronder volge eene beschrijving van het nieuwe
gebouw.
De school, die omstreeks f 7000 heeft gekost, ziet er
van buiten en van binnen eenvoudig uit, doch is voor
het doel zeer doelmatig ingericht. Rechts van den ingaug
vindt men de eenvoudig, maar degelijk gemeubileerde
docenten- kamer, waarin een paar kasten voor de aan te
schaffen bibliotheek. Daarachter is een kamer voor de
bewaring van leermiddelen, waaronder een mooie ver
zameling planten en dieren van papier-maché, die tot
in zeer kleine onderdeelen geheel uit elkaar kunnen ge-
HOOFDSTUK IX.
»Als 't u blieft, uw edelheid, mijnheer Geraghty is
beneden, en zou uw edelheid wol willen spreken, als het
u schikt," zeide de kleine Nora Doolan, haar onordentlijk
hoofdje in de ongezellige achterkamer van Paradise Street
stekend.
Ralph, die op en neer liep en eene rol uit een stuk
van Shakespeare leerde die hij hoogstwaarschijnlijk nu
nog niet spelen zou, keek met een stralend gelaat om.
»Watï Die goede oude Geraghty!" riep hij uit. »Wat
ben ik blij dat hij mij opgezocht heeft. Laat hem boven
komen, Nora, want ik wil hem gaarne spreken."
De oude knecht beantwoordde opgetogen het warme
welkom dat hem wachtte.
»Ik ben zoo blij dat ik u weer terugzie, mijnheer
Ralph," riep hij uit, hem van top tot teen bekijkend
alsof hij een aandeel in zijn welzijn had. „En u ziet er
goed uit, mijnheer, daar is geen twijfel aan."
»Er is niets zoo goed als hard werken, Geraghty,
om iemand gezond te houden," zeide Ralph. »Eu ik hoop
dat ik nu voor eenigen tijd gevestigd ben. Je kunt aan
juffrouw Evereld zeggen dat ik aan denzelfden schouw
burg ben waar wij zoo dikwijls heen gingen, en dat ik
Washington eiken avond zie spelen."
»Ik ben blij dit te hooren, mijnheer," zeide Geraghty.
»Wij wisten reeds lang, mijnheer, dat u een eerste too-
neelspeler worden zoudter was maar een klein beetje
verstand toe noodig om dit te begrijpen."
Ralph lachte. »Nu, Geraghty, je moet je maar niet
verbeelden dat ik een ster ben, want eigentlijk ben ik
niets meer dan een figurant met een pond in de week.
Maar het is beter klein te beginnen in een grooten
schouwburg dan een hoofdpersoon te zijn in een van den
vijfden rang."
»Precies, mijnheer, dat is juist wat ik aan mijne zuster
zeide, over het dienen van hare oudste dochter. Het
komt er niet op aan hoeveel zij de eerste jaron verdient,"
zeide ik, maar laat ze in hemelsnaam bij groote lui
gaan en laat zij zich niet vorlagen door eene
plaats te zoeken bjj menschen die met geen grijntje ma
nieren gezegend zijn. Laat haar keuken- of werkmeid
worden, of wat je wilt, maar laat ze bij welopgevoede
menschen zijn."
»Geraghty," zei Ralph, met een ondengenden glim
lach, »je hebt zooveel respect voor geboorte dat ik er
volkomen van overtuigd ben, dat je de laatste en ge-
trouwste verdediger van het Hoogerhuis zult zijn."
Geraghty's geheele gelaat lachte, en zijne breede
schouders schudden.
»Ik heb een beetje te veel van de aristocratie gezien om
daar mijn vertrouwen aan te hechten, mijnheer. Uiterlijkheid
is maar schijn, en schijn bedriegt. Maar de hemel verlosse
ons van het Hoogerhuis en hun geknoei en geharrewar 1"
nomen worden om den leerlingen een duidelijk beeld van
de samenstelling dier natuurvoorwerpen te kunnen geven.
Ook de collectie natuurkundige instrumenten is omvang
rijk en van het beste gehalte. Een derde kamer is als
laboratorium ingericht en wordt hoofdzakelijk gebruikt
voor grond- en melkonderzoek. Eene bijna volledige ver
zameling mineralen en kunstmeststoffen vult hier een
der kasten. De vierde of laatste kamer aan de rechter
zijde is een bergplaats voor kunstmeststoffen, waarin een
bascule ter afweging van bepaalde hoeveelheden kunstmest
en een volledig skelet van een paard. Links van de gang,
die het gebouw in zijn geheele lengte doorloopt, bevinden
zich achter elkander twee schoollokalen, waarvan het
eene vooral is ingericht voor het doen van natuurkundige
en scheikundige proeven. De goed ingerichte zuurkast
met schuifraam en afvoerbuizen zal hier zeker gewichtige
diensten bewijzen.
De wanden der beide lokalen prijken met kaarten en
platen voor het onderwijs in plant-, dierkunde en phy
siologic. Vooral een mooie serie duidelijke platen met de
onderscheidene deelen van het menschelijk lichaam trekt
de aandacht. De zolder, eene bergplaats van allerlei ma
teriaal, bevat een waterreservoir, waarin het water wordt
opgepompt uit een naast de school geplaatste bak, sy
steem Monier. Alle vertrekken zijn goed verlicht, door
vulkachels verwarmd en voorzien van de beste inrich
tingen voor luchtverversching.
Zoo is dan de school gesticht en zal zij, naar we hopen,
een der krachtigste middelen zijn om kennis onder onze boe
ren en landbouwers te verbreidenom ons boerenbedrijf
te verbeteren en meer winstgevend te maken en zoo
doende het bewijs te leveren dat ook voor boer en bou
wer kennis macht is.
EWGBIjAafB. Over het beweerde conflict met Fran-
sche troepen in Engelsch West-Afrika slaan de Engel-
scbe bladen een ernstigen bijna dreigenden toon aan.
Zoo zegt de »Times"De berichten uit Akassa zijn
bijna ongelooflijk doch er is reeds genoeg gebeurd om
het gevoel van het Engelsche volk diep te kwetsen. Als
het gevaar niet spoedig wordt bezworen, dat ligt in het
rondtrekken van gewapende benden met vijandelijke be
doelingen, dan is een onheil niet n eer te vermijden.
Want de grens van de consideratie die een diepvoelend
volk kan hebben voor een ander, is thans in West-Afrika
bereikt. Het zou dwaas en verkeerd zjjn den ernst van
dit feit te verbergen of te verhalen."
Chamberlain verklaarde in het Lagerhuis »niet te
isuunen gelooven, dat de Fransche regeering een inval
zou goedkouren," doch de berichten zijn daidelyk.
De Fransche regeering verklaart: »dat die inval niet
heeft plaats gehad."
En het »Journal des Débats" verklaart ronduit, dat
het verhaal van dien inval onjuist is
»»Frankrijk deed feitelijk afstand van zijn rechten op
Sokoto in 1890 het stond toen dit gebied voor altoos
aan Engeland af. Het is onmogelijk, dat thans Fransche
expedities iu het gebied van Sokoto zouden gezonden
worden. Het is een minder loyaal spelletje, om verwar
ring te stoken, door een land, dat onbetwistbaar in het
Engelsche gebied ligt, te verwisselen met de betwiste
streken ten zuidwesten daarvan."
In elk geval blijkt hieruit, en dit is in elkfgeval
een groote stap weder tot een vredelievende oplossing,
dat men ook in Frankrijk erkent, dat SokotoYmder
Engelsche suprematie staat.
Ralph, die opzetteljjk deze tirade van den Ier had uit
gelokt, lachte en vroeg, om het gesprek eeue andere
wending te geven, naar Evereld.
»Het gaat haar Goddank goed, mijnheer. Het schijnt
wel dat er eene buitengewone voorzienigheid voor weezen
bestaat, en Bridget zegt dat het meer dan natuurlijk is,
daar hunne ouders beter op hen neer kannen zien, nu zij
om zoo te zeggen, hooger op zijn. Maar, hoe het ook zij,
wij dachten eerst dat haar hart zou breken van verdriet,
dat zij u niet meer had, mijnheer. Maar in September bracht
Bridget haar naar de school in Southbourne, en ofschoon zij
wel wat bedroefd was dat zij er heen moest gaan, was
zij er, zoo gauw zij de plaats gezien had, verzekerd van,
dat zij er gelukkig zou zijn. Bridget zegt dat het wel het
mooiste huis met tuin is dat ze ooit gezien heeft, en toch
zoo gemakkelijk en huiselijk niettegenstaande de grootte.
En juffrouw Evereld schrijft dat zij zoo gelukkig is als
de dag lang is, en dat zij er leert hoe men zieken moet
oppassen, en dat zij er haar eigen kousen leert mazen
iets dat zij nooit thuis had kunnen doen en het
menuet dansen, en algebra, en ik weet niet wat nog
meer. Maar, na wat Bridget mij vertelde, begrijp ik dat
het geen school is waar men hen vetmest als een kalkoen
voor Kerstmis of ganzen voor St. Michiel, maar een uit
gebreid tehuis waar men goedgemanierde jongedames weg
iaat gaan die zeer goed weten hoe zij een huishouden op
kleine schaal kunnen besturen."
Toen de oude huisknecht vertrokken was, viel Ralph
in een diep gepeins. Nu hij alles over Evereld gehoord
had, deed dit hem met ongeduld naar het einde van hunne
scheiding verlangen. Het was wel waar, dat wanneer zij
met Kerstmis naar de Mactavishes terugkeerde hij haar
zonder schending van de reglementen schrijven kon, maar
or was weinig kans op eene ontmoeting, en hij mistte
zijn oude speelmakker zeer. Hij droomde allerlei plannen
van toekomstig succes, en verbeeldde zich dat hij in een
ongeloofelijk korten tijd eene hooge positie in Washing
ton's schouwburg innam, dat hij Evereld in gezelschappen
ontmoette, en dat Sir Matthew, die altijd aan de voor-
spoedigen hulde bewees, zeer vriendschappelijk en hartelijk
tegen hem werd. Hoe vreemd zou het zijn om als een
gewaardeerden gast in hetzelfde huis in Queen Anna's
Gate geïnviteerd te worden, waar bij als kind afgesnauwd
en beknoid werd.
Het was met een schok dat hij tot de prozaïsche werkelijk
heid terugkeerde en merkte dat hij niets meer was dan een
figurant die voor de vijftigsto maal de vervelende taak die
hem toegewezen was moest vervullen in een stuk, dat naar
alle waarschijnlijkheid nog maanden zou gespeeld worden.
Wordt vervolgd.
Drukkerjj v. Herms. Coster Zoen,