Ralph Denmead. No. 26. Honderdste jaargang, 1898. WOENSDAG 2 MAART. Onbestelbare [Brieven, Buitenland. FEUILLETON. De Verlofganger MATTHIJS DEKKER wordt uitgenoodigd zied ten spoedigste ter gemeente-secretarie aan te melden. De PASPOORTEN van de Verlofgangers der ZEEMILITIE van de lichting 1893 knnnen ter gemeente-secretarie worden af gehaald. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsd» g-, Bond ejrjd a g- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele rijk t 1. 3 Nummers f O,O0. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer Prijs der gewone advertentien Per regel f 0,13. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOON. verzonden gedurende de le helft der maand Feb. van het postkantoor Alkmaar, welke niet teruggegeven konden worden door het ontbreken van den naam des afzenders D. Roozelaar, Anna Panlowna Molenaar, Helder. Briefkaarten: J. de Vries, Alkmaar; J. de Boer, Arnhem. DriTSCHIiAUfD. De kans dat de marine-voor stellen door den Rijksdag aangenomen zullen worden is zeer groot. Een der grootste bezwaren tegen het ont werp bestond hierin dat terwijl de B,ijksdag bij aan neming zich zou binden voor den tijd van zeven jaar de Regeering vrij zou zijn ook gedurende dat tijdsverloop nog met nieuwe ontwerpen en aanvragen aan te komen. Dr. Lieber, de leider van het Centrum, bracht dit punt in de begrootingscommissie ter sprake, waarop admiraal Von Tirpitz antwoordde, dat de vlootwet voor de regee ringen onaannemelijk isindien niet de aanbouw der door den Bondsraad en den Rijksdag noodig geachte schepen binnen den daarvoor door de regeeringen mo gelijk geachten tijd bij de wet worde verzekerd en de noodig g, achte vloot in een voor den oorlog bruikbaren toestand onderhouden wordt. Admiraal Tirpitz verklaarde zich bereid eventueel ook de veranderde lezing maar die toch aan het genoemde doel beantwoordtbij den Bondsraad te verdedigen. Prins Heinrich »met den ijzeren vuist", is te Singapore aangekomen op zjjn reis naar China. Hij bracht daar een kort bezoek aan het consulaatwaar hem een dejeuner werd aangeboden en waar hij een andientie gaf. De gouverneur van Singaporelord Mitchellontving hem daarna in het gouvernementsge bouw waar een diner ter eere van den prins werd gegeven. De Dnitsche club »Teutonia" gaf een avondfeestdat de prins bijwoonde. EïtfGEIiAHïO. Het tactvol en bezadigd optreden van den Franscben minister Hanotaux in zake de bot- sing eener Fransche met eene Engelscbe expeditie in West-Afrika, heeft veel kwaad voorkomen en Chamber lain gedwongen te erkennen, dat hij wel wa.t ving en luid den trom geroerd beeft. Dillon verklaarde in het Lagerhuis, zeer ontsticht te zijn, dat Chamberlain de zeer overdreven berichten uit West-Afrika in het Huis had voorgelezen en daardoor in Engeland opgewondenheid en in Frankrijk verbittering had gewekt. De tijd, zoo ongeveer antwoordde Chamberlain, was nog niet gekomen, om volledige mededeeling te doen van de onderhandelingen met Frankrijk. De regeering te Lon den is met die te Parijs overeengekomen daarover niets bekend te maken, voordat de overeenkomst is gesloten. Doch nu reeds wilde de heer Chamberlain verklaren, dat er alle hoop bestaat op een vriendschappelijke en afdoende regeling der Afrikaansehe zaken. Over de grensregeling der linie Say-Barrua en het meer Tchad zijn geen moei lijkheden ontstaanwel zijn er enkele geschilpunten over de grensquaestie van het gebied westelijk van den Niger. Hij erkende de wenschelijkheid, om met Frankrijk op een vriendsehappelijken voet te blijven, maar verklaarde tevensdat geen benadeeling van Engeland's ernstige belangen kan worden toegelaten. EGYPTE. Volgens de berichten nit Egypte zal de militaire expeditie eerst in Juli voortrukken. Uit Wady- Plalfa worden geregeld vuurmonden voor veldbatterijen en voor belegeringsgebrnik naar het Zuiden gezonden. De berichten uit het Mahdistenleger zijn verward en spreken elkander voortdurend tegen. Dit slechts schijnt vast te staan, dat de Khalifa een versterkt kamp tusschen Berber en Khartoem beeft ingericht, waar hij zich wil verdedigen, maar dat hij tevens maatregelen heeft ge nomen voor de vincht naar het binnenland. Te Assuan zal door Grieksche, Italiaansche en Duitsche kapitalisten een handelspost worden opgerichtte Berber en Khartoem willen zij magazijnen en kantoren vestigen. Reeds zijn te Berber, met goedkeuring van den Sirdar, twee Engelsche firma's gevestigd. FRANKRIJK. Zola neemt zijne veroordeoling zeer kalm op. Tot een redacteur van de »Aurore'' die hem kwam bezoeken, zeide hij»Ik heb niets van mijn ver trouwen verloren. Het licht zal zich baanbreken. Is het niet reeds gaan schemeren bij ons proces? Ik ben vol moed en hoop, want ik heb de overtuiging, dat ik voor een rechtvaardige zaak strijd." Naast kolonel Picquart, den heer Grimaux en luitenant Chaplain heeft ook mr. Leblois de advocaat van Picquart moeten boeten voor zijn overtuiging, dat Dreyfus onwet tig is gevonnisd. De advocaat is door deu minister van hinnenlandsche zaken Barthou ontzet nit het ambt van adjunct-maire van het 7e arrondissement van Parijs. viW«raa--"--srTsfigfgffjrïffottÜRi Zeer merkwaardig is een onderhond, dat een verslag gever van de »Temps'' met den president der jury gehad heeft. Deze zeide o.a»Wij hadden ons niet in te laten met de vraag eener revisie van het vonnis tegen Dreyfus. De wet wijst den weg aan dien de verdedigers van den ex-kapitein kunnen inslaan en waaraan zij ongetwijfeld voortaan zich zullen houden. Ik geloof zelfsdat zij nu kunnen slagen, dat zij zullen slagen Ik wil u wél beken nen, dat ik het zelf wensch.'" Heeft de geïnterviewde dit inderdaad gezegd (de Temps" is een ernstig, gematigd blad) dan is deze ver klaring zeer zeker van veel belang. GRIEKENLAND. Te Athene is den 26 een aan slag op den koning gepleegd, die gelukkig mislukt is. Toen de koning om 5 uur in een landauer met prinses Marie uit Phaleron (voorstad van Athene) terugkeerde, werd door twee personen die in een sloot langs den weg verscholen lagen, met geweren op het kgninklijk rijtuig geschoten De eerste kogel trof den pikeur die naast den koetsier zat, aan den voet. Op het oogenblik dat de tweede kogel langs het rijtuig floot, stond de Koning recht overeind om zijne dochter te dekken. Een der paarden van het rijtuig werd ook geraakt, maar slechts licht, zoodat het rijtuig in galop kon ver der rijden. Een der moordenaars lag midden op den weg geknield en legde op de Koning aan. De Koning zag, dat zijn geweer beefde en heeft daaraan waarschijnlijk zijn be houd te danken. Delyannis en Ralli waren onder de eersten die ten paleize kwamen gelukwenschen. Om halt tien hield de metropolitaan in de kapel van het paleis een dankdienst voor de wonderbaarlijke red ding. De koningin die onder het »Te Deurn" geknield lag, weende. Tegen 10 nnr werd een buitengewone ministerraad bijeengeroepen. De regeering beslootnog denzelfden avond in de Staatscourant een relaas van den aanslag te plaatsen. De ontroering in de stad wordt steeds grooter iedereen keurt de schandelijke daad ten zeerste af. De politie volgt het spoor van een club waartoe de aanvallers schijnen te behooren. Zij zouden er om geloot hebben, wie de daad zon volbrengen. Het gerucht loopt, dat er reeds eenige arrestaties zijn gedaan. Een dure hond. Een Engelschman kocht een Schotschen herdershond, winner van veertien eerste prijzen voor de kapitale som van f 4200. door EDNA LYALL. 16) HOOFDSTUK X. >Dus je bent naar de Abdij geweest?" zeide hij, vriendelijk op haar neerziende. »Ja," zeide zij hem met hare blauwe oogen strak aan ziende. »En wij hebben Ralph gezien. Hij was er ook, juist achter ons. Hij is mat ons teruggewandeld." Sir Matthew fronste licht de wenkbrauwen. Zich toen de tegenwoordigheid der bedienden herinnerend, riep hij Evereld in zijn studeervertrek. »Kom hier binnen beste meid," zeide hij met zijne zachte stem. «Het is heel goed dat je mij alles zoo open hartig vertelt, en het is niets meer dan natuurlijk dat je blij bent om je onden speelmakker terug te zien. Maar bedenk wel dat de zaken nu niet meer zoo staan als vroeger." «Ralph en ik zullen altijd vrienden blijven," zeide Evereld vriendelijk, doch met eene vastberadenheid die haar voogd deed ontstellen. »Er is niets tusschen ons veranderd omdat wij nu niet meer onder hetzelfde dak wonen. Hoe kan dat ons veranderen »Lieve, het is aan Lady Macthavish en aan mij om te beoordeelen wie je vrienden zullen zijn," zeide hij kalm heslist. >Dat kan zijn," zeide Evereld, »wat nieuwe vrienden betreft, maar ik kan geen oude vriendschap op commando afbreken neen, zelfs niet wanneer de koningin het beval." Zij lachten beiden een weinig. Sir Matthew liep zwij gend de kamer op en neer. »Ik moet haar niet verbieden om briefwisseling met hem te honden," dacht hij bij zich zelf, »of haar te doen denken dat ik een tyran en zij een paar martelaars zijn. Overigens, zij is zoo kinderlijk en eenvoudig en onschul dig er zal wel geen onheil uit voortspruiten." Heeft Ralph werk gevonden?" vroeg hij, niet on vriendelijk. »Ja," zeide zij, »aan "Washington's schouwburgen misschien gaat hij eene Schotsche tournee maken. »Goed," zei Sir Matthew, goedkeurend. Hij heeft toch wel talent, en zal wel een naam maken. Hef beste zou zijn om eene ervaren actrice te huwen die onder is dan hijzelf. Dat heeft in eenige gevallen aan het doel beant woord. Zijn geboorte en opvoeding zouden hem ten nntte komen, en wanneer hij zijne kaarten goed uitspeelt kan hij fortuin maken. Apropos, Brnce Wylie dineert hier van avond. Je mag hem wel, niet f" »0, ja," zei Evereld, »ik mag hem zeer graag." En Sir Matthew, tevreden over den warmen toon, liet haar met een vaderlijken kus gaan en beval haar om haar mooiste kleedje, ter eere van het gastmaal, aan te trekken. Bruce Wylie was werkelijk de aardigste en geestigste onder de mannen die de Mactavishes bezochten. Hij had het gemakkelijke, gezellige voorkomen van een ouden vriend, en kwam en ging op alle uren van den dag, en toch scheen hij er nooit te zijn wanneer hij niet ge- wenscht was. Zijn blond haar en korte blonde baard vormden een vreemd contrast met zijn donkere scherpe oogen. Hij had levendige, vriendelijke, aangename manieren, en de eenigszins zware atmopheer van Sir Matthew's huishouding scheen altijd minder gedrukt wanneer hij er was. Hij was een aangename racon teur, en Evereld kon nooit genoeg naar zijne verhalen luisteren. Het was tevergeefs dat zij hem met Ralph's oogen wilde beschouwen. Zij kwam tot de overtuiging dat de harde ervaringen Ralph zoo cynisch en wantrouwend ge maakt hadden. Hij had haar wel overtuigd, wat Sir Matthew betrof, maar aan het geloof in Brnce Wylie, daaraan hing zij nog met alle oprechtheid van hare frissche, onschuldige jeugd. En toch hadden de dames pas eenige oogenblikken de eetzaal verlaten, toen Brnce Wylie zich van eene geheel andere zijde liet kennen. »Ewart's kind ziet er nog aardiger uit dan anders van avond," merkte hij op, toen hij de gekonfijte abrikozen van een klein schaaltje vóór hem uitpikte, slechts bittere sinaasappelen en citroenen overlatend, voor degenen die na hem kwamen. »Ja," zeide Sir Matthew, »Southbonrne heeft wonderen aan haar verricht. Het is beter dat zij er nog zes maan den heengaat." »Is zij niet achttien geworden in het najaar? Zij zal wel het volgende jaar uit willen gaan." »Dat denk ik niet," zei Sir Matthew. »Zij is er ge lukkig, en wij doen er beter aan om haar van de fortuin jagers af te honden, totdat zij goed en wel met jou ver loofd is." »Arm zieltje zei Bruce Wylie nadenkend. »Het zou niet kwaad zijn om haar eerst wat van de wereld te laten zien." 2>üat zullen wij maar niet risqueeren," zeide zijn met gezel. Wat zon haar beletten om verliefd te worden op een of anderen jongen kerel en om jou niet weer aan te kijken. Wanneer zij ooit haar hart verloor, zou zij de grootste feeks zijn om te regeeren men zon haar niet kunnen temmen. Wij zonden geen toestemming kannen geven tot een huwelijk, totdat zij meerderjarig is, maar je weet wat men ontdekken zou wanneer hare zaken inge zien werden. Neen, neen zij moet veilig en wel met haar waardigen zaakgelastigde, Brnce Wylie, trouwen, zoodra zij de school verlaat." Bruce Wylie scheen in gedachten verzonken. Sir Mat thew sloeg hem, half wantrouwend, gade. Zij waren vrienden en bondgenooten, maar de promotor vertrouwde niemand op de wereld volkomen. »Je denkt dat het eene gewaagde onderneming is," zeide hij bedaard, >maar onder deze omstandigheden is het verreweg het beste wat wij doen knnnen. Wanneer die Znid-Afrikaansche zaak even goed blijft gaan als zij doet verwachten, zal haar geld mettertijd zeker geDoeg staan en wanneer de boel springt, nu dan is haar geld weg, maar onze naam en onze reputatie is dan veilig, en zoo veel nadeel heeft het niet berokkend." >Daar dacht ik niet aan," zeide Bruce Wylie»Deze zaak heeft nog eene keerzijde, en die kan men niet ge heel wegcijferen. Ik hond van het kleine ding, en ik ge loof werkelijk dat zij mij graag mag lijden, maar wanneer er hiervan ooit iets zou uitlekken, nadat wij getrouwd zijn, en haar argwaan zou zijn opgewekt, nn, dan denk ik dat, zooals je zegt, het temmingsproces moeielijk zou wezen. Niettegenstaande hare hemelsblauwe oogen, is er nog al aardig wat vastberadenheid in Ewarts dochtertje." »Mijn beste vriend, ik sta verbaasd over je," zeide Sir Matthew ongeduldig. »Met zooveel dingen aan je hoofd,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1898 | | pagina 1