Ralph Denmead.
No. 27. Tweede Blad.
Honderdste jaargang;
1898.
VEUDAG
4 MAART.
Amsterdamsche Brieven.
FEUILLETON.
Nederland.
De PASPOORTEN van de Verlofgangers
der ZEEMILITIE van de lichting 1893
knnnen ter gemeente-secretarie worden af
gehaald.
ALK1IAARSCHE CO! RAAT.
Deze Courant wordt Blnsdag-, Donderdag-
on Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f O,SO franco door het
geheele rijk f 1.
3 Nummers f 0,0G. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer3.
Prijs der gewone advertentlen
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
VI.
Onze politie kan haar pleizier wel opsinds het
nieuwe artikel der politie-verordening gericht tegen de
schandaal-corportagein werking is getreden.
Zooals men weet is daarover in den gemeenteraad ampel
gediscussieerd en men mocht verwachten, dat het resul
taat van zooveel peinzen van scherpzinnige koppen er
geheel op berekend zon zijn om aan het kwaad voorgoed
een einde te maken in de werkelijkheid is daarvan
echter niet veel te bespeuren.
De oorzaak daarvan is tweeledig. In den gemeenteraad
zijn telkens stemmen opgegaan om toch vooral aan de
politie niet te veel macht in handen te geven omdat
door antecedenten was geblekendat zij daarvan niet
altijd een even verstandig gebruik wist te maken. Zelfs
de tegenwoordige formule die aan de politie het recht
geeft om op te treden, zoodra de openbare orde bedreigd
wordtvonden sommige vertegenwoordigers der burgerij
al gevaarlijk genoeg, 't Schijntdat de heer Franken
hoofdcommissaris van politiein antwoord op al die
bedenkingen, heeft willen toonen, dat men aan het corps,
zooals dit door hem gereorganiseerd is gerust een
quaestie van beleid kan toevertrouwen en dat het alleen
in de alleruiterste noodzakelijkheid tot handtastelijkheden
overgaat, 't Was den agenten Vriidag- en Zaterdag
avond toen er veel van hun geduld gevergd werd
duidelijk aan te zien dat zij strenge instructies hadden
ontvangen om niets te doen dan na bevel van een inspec
teur en deze inspecteurs van hun kant weten zeer goed,
dat zij 't meest in den geest hunner chefs handelen
wanneer zij den wapenstok ongetrokken laten. De heer
Franken wil er klaarblijkelijk voor zorgen dat zij d'e
huiverig zijn geweest om den strijd tegen de schandaal
colporteurs voor een goed deel aan de prudentie der
politie-agenten over te laten, niet aanstonds reden zullen
hebben om te triomfeeren dat de uitkomst hun bange
vrees in het gelijk heeft gesteld.
Misschien juist door deze houding dringt zich aan
den onpartijdigen toeschouwer met groote duidelijkheid
de fout op waardoor de actie der politie zoo weinig
vrucht afwerpt en deze fout isin stede van te veel
heeft men aan de politie te weinig macht gegeven. Wat
ziet men gebeuren Er gaat langs de straat een col-
door EDNA LTALL.
17)
Vertel mij iets meer van die Schotsche tournee," zeide
hij levendig. »Geloof je, dat er werkelijk kans voor ons
bestaat om eene plaats bij het gezelschap te krijgen
Vindt je grootvader dien Skoot een fatsoenlijk man
»0, ja," zei Ivy, wier gelaat glom van vreugde.
»Ga mee om er met hem over te spreken. Hij heeft
den directeur en zijne vrouw beiden gezien: hij kende ze
lang geleden. O, toe, denk er nog eens over. Verbeeldt
je, hoe heerlijk het zou wezen om Schotland te zien 1 Wij
zouden samen naar Helena Eiland gaan en de Trossachs
bewonderen
Ralph lachte. »Ik geloof niet, dat er schouwburgen aan
de kusten van Loch Kathrine zijn," zeide hij.
»Nn," zei Ivy teleurgesteld, »dan zullen wij in alle geval
bergen zien, en de reis zou zoo gezellig zijn. Ik heb
nooit in mijn leven een reisje gemaakt, zelfs niet verder dan
Londen. Kom binnen en spreek er met grootvader over."
Ralph liet zich overhalen, om haar in het sombere
huisje te volgen, en tot Ivy's voldoening, was haar groot
vader wakker en in een zeer goeden luim. Hij scheen
geneigd, om alles op de wereld rooskleurig te zien en was
even geschikt om iemand met zijn raad bij te staan, als
een kind van drie jaar. Maar zijn eerwaardig uiterlijk
en zijn lachend, vriendelijk gelaat, waren niettegenstaande
dat indrukwekkend en Ralph luisterde aandachtig naar
alles wat hij zeide. Het was volkomen waar, dat hij
den directeur en zijne vrouw jaren geleden gekend had
het waren zeer achtenswaardige lieden. Skoot zelf had
veel talent, zijne vrouw niets meer dan een aardig ge
zichtje maar zij waren fatsoenlijk; zij was iemand,
aan wie hij Ivy kon toevertrouwenhij had nooit
een woord in haar nadeel gehoord. Hij zou Ivy missen,
maar de hospita zou voor hem zorgen en de ondervinding
en de verandering van lucht, zouden goed voor het kind zijn.
Hij raadde Ralph ten sterkste aan, om te trachten eene
plaats bij het gezelschap te krijgen, het was eene kans,
die niet eiken dag voorkwam. Hij zou hem een brief
medegeven en dan kon hij den directeur morgen spreken."
porteur van de Amat. Lantaarn die luid roept en om
stuwd wordt door een groote menigte en op wien
zonder eenige quaestie toepasselijk is het nieuwe artikel
»Het is verboden op of aan den openbaren weg ter
verspreiding, aanbeveling, aankondiging of bekendmaking
van gedrukte of geschreven stukken of afbeeldingen,
zoodanig te roepen of rond te gaan met zoodanig reclame
middel dat de openbare orde verstoord of bedreigd of
den goeden zeden aanstoot gegeven wordt." Op bevel
van een inspecteur gaat een politie-agent naar den over
treder en vraagt hem mee te gaan naar het bureau om
daar proces-verbaal tegen hem op te maken. De man
volgt gewilligop het politie-bureau geeft hij op wat
voor het proces-verbaal noodig is en daarna laat men
hem weer gaan in het bezit van zijn reclame-bord en
zijn pamfletten. Wat kan echter zoo'n colporteur een
proces-verbaal schelen 1 Hij wandelt naar de Damstraat,
begint weer te roepen net zoo lang totdat er opnieuw
aanleiding is hem te arresteeren hij opnieuw naar het
politie-bureau wordt gebrachtwaar andermaal wordt
geverbaliseerd waarna hetzelfde spelletje zich her
haalt. Er moeten Vrijdag- en Zaterdagavond mannen
zijn geweestdie vier en vijf maal op deze wijze een
proces-verbaal opliepen. Bedenkt men daarbij dat het
getal colporteurs van de Amst. Lantaarn vrij groot is
in het blad zelf worden er nog meer gevraagd om de
honderd vol te maken dan is 't ook voor den niet-
aanwezige duidelijk dat het prestige van het gezag bij
deze vertooningen een geduchten schok krijgt.
Zoolang de politie niet het recht schijnt te hebben
om de weerbarstige colporteurs aan het bureau te hou
den of op hetgeen zij venten beslag te leggen staat 't
te vreezen dat het vraagstuk van de schandaal-colpor-
tage vooreerst nog onopgelost zal blijven, 't Is wel
treurig en men kan zich eenigszins de gemoedsstemming
van de Damstraters voorstellen, die bij wijze van protest
besloten hebben om, wanneer men ben ongeholpen laat,
tijdens de Inbuldigingsfeesten geen enkele versiering aan
hunne woningen aan te brengen.
Ook in een andere wereld, die der diamantbewer
kers is nog altijd geen volkomen vrede. Er is in de
laatste maanden grof geld verdiend en nu meent het
Hoofdbestuur wol weer eens een aanval op de beurzen
der juweliers te kunnen wagen. Een algemeene poging
tot loonsverhooging voor het zoogenaamde klein werk is
in aantocht en daarbij zullen de conflicten wel weer niet
uitblijven. De heer Polak is van oordeel, dat de slijpers
aan dit soort werk te weinig verdienen en ook de ver
stellers hebben over de betaling reden tot klagen daar
nu volgens het besluit van het Congres te Antwerpen
de jongens zijn weggestuurd die vroeger hielpen het
loon eenigszins op te voeren. Het Weekblad van den
A. N. D. B. meent, dat er bjj de juweliers geen over-
Op elk ander oogenblik zou Ralph gemerkt hebben,
dat de raad van den ouden man geen waarde had,
wanneer hij onder den invloed van het opium was. Maar nu
waren de vriendelijke, hartelijke stem en hoopvolle voor
spellingen, voor hem van zeer veel gewicht. Hij nam het
aanbod voor eene introductie aan en de professor, door
Ivy aangemoedigd, die hem inkt en papier bracht, en
de pen tusschen zijne stijve, luie vingers plaatste, schreef
werkelijk den brief. Hierna nam Ralph afscheid,
begaf zich naar huis om zich aan te kleeden, en
ging toen op weg naar de Marriotts, waar men hem te
dineeren had gevraagd. Hier praatte hij in den loop van
den avond, met juffrouw Marriott over zijne vooruitzichten,
zonder het te weten, eene zeer rooskleurige beschrijving van
het aanbod gevend, om naar Schotland te gaan. Beide dames
rieden hem den voorslag aan te nemen de heer Marriott
wilde er zich echter niet mede inlaten, en gaf hem slechts
den raad, om zijn contract volgens de wet te laten op
maken en stelde hem voor, om het oordeel van Washing
ton in te winnen. Maar Ralph wist, dat dit niet zoo
gemakkelijk gaan zou want Washington had het, zeer
druk en ofschoon zeer bemind door al zijn employés
had hij toch met hen persoonlijk weinig te maken. Daaren
boven was Ralph er volkomen van overtuigd dat de
groote acteur hem zou aanraden geduldig voort te zwoe
gen en hij gevoelde meer en meer, dat dit hem onmo
gelijk geworden was.
Het einde hiervan was, dat hij de eerste de beste gelegen
heid waarnam om Theophilns Skoot te spreken, en toen
hij zag dat hij een zeer fatsoenlijk uitziend man was
vol verwachting van het geld dat zij in Schotland zouden
verdienenen zeer geneigd om tot eene schikking te
komen teekende hij het contract voor eene viermaande-
lijksche tournee in de provinciën, waarvoor hij een salaris
van twee pond in de week ontving, en keerde verheugd
naar Paradise Street terug om Ivy's hartelijke geluk-
wenschen in ontvangst te nemen.
HOOFDSTUK XI.
Het eenige wat Ivy er van afhield, om gedurende de
weken die hierop volgdenvolkomen gelukkig te wezen,
was eene zekere jaloezie die zij voor het vroolijke meisje
koesterde dat zij op Kerstdag in de Westminster Abdij
gezien hadden. Zij deed Ralph onophoudelijk vragen
over Evereld Ewartsomtijds vond hij het aangenaam
wegende redenen kunnen bestaan om inwilliging van dit
verzoek te weigeren en als argument gebruikt het voor
die stelling, dat Amsterdam toch het onbetwiste mono
polie voor die zeer kleine goederen bezit. Of die rede
neering wel boven alle verdenking is verheven De
werkgevers zullen waarschijnlijk betoogendat 't hun
alleen gelukt is het monopolie te behouden omdat de
loonen der klein-slijpers en klein-verstellers niet tot een
onnatuurlijke hoogte zijn opgevoerd en dat zij hunne
alleen-heerschappij zullen verliezen, zoodra er veel meer
loon moet worden betaald dan tot hiertoe, 't Is toch
niet aan te nemen dat men alleen te Amsterdam de
kunst zon verstaan om dat soort goed te bewerken.
De concurrentie in het diamantvak is ook wel degelijk
een factor, waarmee rekening te honden is. Daarom is
't zoo verblijdend melding te kunnen maken van een
poging van de »Beurs voor den Diamanthandel" om
nieuwe débouché's te zoeken. Deze vereeniging heeft name
lijk een belangrijke conterentie gehad met den heer Kno
bel, den Nederlandschen gezant in China, die daar zulk
een gezaghebbende positie bekleedt. Zij wenschte zijn
gevoelen te leeren kennen omtrent een invoer diamanten
in het Rijk van het Midden. De heer Knobel achtte een
verwezelijking van dit plan geenszins onmogelijk, doch
voorshands vond hij 't het meest verkieslijk, dat de Ver
eeniging een vertegenwoordiger een reis om de wereld
zou laten maken tot het aanbnoopen van handelsbetrek
kingen. Door de groote kosten werd echter voor de uit
voering hiervan teruggedeinsd. Toch is men niet stil
gaan zitten. Besloten werd, zich met eenige groote han
delsfirma's in contact te stellen en een vennootschap op
te richten met een kapitaal van f 60.000 tot het handel
drijven in diamant met China, hetzij voor eigen rekening,
hetzij in commissie. Voor de bestrijding van de voor-
loopige kosten werd een som van f 500 uit de kas der
vereeniging beschikbaar gesteld, waarvoor de leden bij
de toewijzing van aandeelen in de vennootschap de voor
keur zullen hebben. Dat is een daad van energie, die
gunstig afsteekt bij al het gehaspel, dat zoo lang in de
gelederen der diamantbewerkers heeft geheerscht en den
anders zoo ruimen blik heeft beneveld.
Over de halde-bcwijzcn aan Zola schrijf ik dit
maal niet. Dat wordt een ware manie. Op de Openbare
Handelschool gingen de leeraren met een telegram vóór
en toen volgden de leerlingen met een adres. Op de
boekenmarkt is sterke vraag naar Fransche dictionnaires 1
Prov. Staten van Woord-Holland.
Bij Koninklijk besluit van 1 Maart is de commis
saris der Koningin in Noord-Holland gemachtigd tot het
bijeenroepen van de Staten dier provincie in buitenge-
over haar te sprekenop andere tijden werd zijn gelaat
ernstig en dan antwoordde hij haar kortaf, op eene wijze,
die zijn kleine toehoorster niet weinig verbaasde. Echter
maakte zij er zooveel uit op, dat hij zijn oude vriendinnetje
niet meer zag en troostte er zich mede door naar den
uitverkoop van Whiteley te gaan om een hoed en mantel te
koopen, die zooveel mogelijk op die van Evereld moesten
lijken als haar beurs het veroorloofde.
Zij droeg ze voor de eerste maalop den mistigen Fe-
bruarimorgen toen Ralph haar aan haar grootvaders
kamers afhaalde, om naar King's Cross te gaan. Want
zij waren overeengekomen dat zij met hem naar Dum
fries zou reizen waar hij haar onder de hoede van de
directenrsvrouw zou plaatsen. De oude Professor scheen
zeer bedroefd toen het afscheid werkelijk naderdehij
bleef het kind met treurige oogen aanzien, terwijl bij het geld
voor de reis, met een klein, zeer klein surplus uittelde, bij
geval, dat er een ongeluk mocht gebeuren, zooals hij zeide.
»Hebt u genoeg voor uzelf overgehouden vroeg Ivy,
hare armen om zijn hals slaande. >Ik blijf zes maan
den weg, weet u dat wel."
»Ik heb genoeg voor eenige maanden," zei de oude
man, »met hetgeen mijne leerlingen mij nog inbrengen. En
tegen dien tijd zal je mij iets kunnen zenden. Je krijgt
een goed salaris een zeer goed salaris, en hebt geen
reiskosten, wanneer je maar eerst in Schotland bent."
»Ja, ja," zei Ivy vroolijk. »Ik zal zoo rijk zijn als de
koningin, wanneer ik terugkom."
De oogen van den ouden man vulden zich met tranen.
»Ja, wanneer je terugkomt,'' zeide hij heesch, »wan-
neer je terugkomt. Je zult alles doen voor haar wat je
kunt, wanneer zij hulp noodig heeft voegde hij er bjj,
Ralph's hand met bevende vingers drukkend.
»Dat zal ik zeker," zei Ralph, hartelijk en er was
iets in zijn blik en in zijne stem, wat den professor gerust
stelde en de grootste smart van de scheiding wegnam.
Ivy, te opgewonden om het afscheid te gevoelen, sprong
in de cab, met een innig verheugd gevoel, dat zij nu einde
lijk, net als de heldin uit een sprookje, de wijde wereld
inging, om haar fortuin te zoeken. Het was maar half
goed, dat zij vertrok met den tooverprins naast zich, hij
had later op het tooneel moeten verschijnen en liefst op
een hachelijk oogenblik. Toch kon het werkelijke leven
niet altijd naar de wetten der fabelleer geregeld worden,
en zij vond, dat het bij nader inzicht veel prettiger was,
hem maar dadelijk bij zich te hebben.