PAmSCHE BRÏËVËN7
N e d e r 1 a n d.
De Voorzitter verklaart hiervan nota te nemen
ofschoon de opsnoeiing reeds is geschied.
De heer Boelmans ter Spill vindt uitstel tot
het najaar niet wenschelijk. Voorts wenscht spr. te
constateeren, dat de Baad wel het recht zal hebben een
besluit te nemen tot opruiming der boomen omdat het
is vervreemden van gemeente-eigendomal ziet hjj er
volstrekt geen bezwaar in dat B. en W. omtrent het
al of niet wegnemen van boomen besluiten.
De heer Canters zou gaarne zekerheid erlangen
omtrent de vraagof de boomen nu dadelijk hooger
zullen worden opgesnoeid.
De Voorzitter doet opmerken dat als er niets
aan scheelthet toch zeker te dwaas zal zijn nog iets
aan de boomen te doen.
De heer Kraak man kan met B. en W. niet mede
gaan om het adres niet ontvankelijk te verklaren.
Naar spr. meening is hier geen hooger beroep. De
principiëele kwestie is hierin gelegen ol de Raad^ al
dan niet bevoegd zal zijn op het adres eene beschikking
te nemen.
Spr. stelt voordat de Raad aan B. en W. in over
weging geeft om zooveel mogelijk aan het verzoek van den
heer Moens te voldoen.
Hjj vraagt, of het niet bestaanbaar is, den lindeboom
voor adressants woning weg te nemen dan was zeker
reeds veel gedaan.
Het voorstel-Kraakman wordt daarna zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Af- en overschrijving.
8. Regenten van het Burgerlijk Armbestuur vragen
machtiging tot af- en overschrijving ten bedrage van
f220,685 op hunne begrooting voor het jaar 1897.
De afschrijving tot genoemd bedrag is mogelijk door
het uitblijven eener verwachte verhooging der graanprij
zen, en de overschrijving daarvan wordt hoofdzakelijk
gewenscht op bedeeling in geld en administratiekosten,
respectievelijk met f 112.45 en f104.631'. De verhooging
der administratiekosten spruit voort uit den aankoop van
een brandkast a f 102.70, aangezien regenten het onver
antwoordelijk achtten hunne gelden en boeken in een
houten kast te bewaren. De commissie tot de belasting
zaken enz. bestrijdt geenszins het wenschelijke of nuttige
van een veiliger bewaarplaats, maar meentdat de
behoefte daaraan zich toch niet zoo plotseling zal geopen
baard hebben dat regenten zich de daarvoor noodige,
niet bij begrooting geraamde en niet onbelangrijke uit
gaaf zonder machtiging behoefden te veroorloven.
Behoudens deze opmerking heeft de commissie geen
bezwaar tot de bewilliging der gevraagde af- en over
schrijving te adviseeren.
Nadat de heer K r a a k m an eene kleine toelichting
geeft betrekkelijk den aankoop der brandkast, een gevolg
van het overgaan van het penningmeesterschap in andere
handen, word de gevraagde af- en overschrijving zonder
hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Intercommunale telephoonnet.
9. Bij adres dd. 17 Februari 11. hebben G. Terhaak
en 67 andere ingezetenen zich tot het gemeentebestuur
gewend met het verzoek adhaesie te willen betuigen aan
een door hen tot de regeering gericht verzoek om in de
voorgenomen uitbreiding van het Intercommunale tele
phoonnet op te nemen de gemeenten Alkmaar, Helder,
Schagen, Purmerend en Hoorn.
Het komt B. en W. voor, dat het gemeentebelang bij
deze zaak genoegzaam betrokken is om op het door de
adressanten aangegeven denkbeeld in te gaan, weshalve
zij voorstellen te besluiten
een adres te richten aan de Tweede Kamer der Staten-
Generaal, waarin adhaesie wordt betnigd aan het boven
bedoelde adres en waarbij er op wordt aangedrongen, dat
aan het door Z.E. den Minister van Waterstaat, Handel
en Nijverheid aangeboden wetsontwerp tot uitbreiding
van het intoreommnnale telephoonnet eene zoodanige uit
breiding worde gegeven, dat ook de gemeenten Alkmaar,
Helder, Schagen, Purmerend en Hoorn daarin zullen
begrepen zijn.
De Voorzitter doet opmerken, dat het als van
zelf spreekt dat B. en W. alleen zullen werkzaam zijn
in het belang dezer gemeente.
De heer Kraakman ondersteunt het voorstel. In t
vervolg zou hij echter gaarne het ontwerp-adres bij de
stukken gevoegd zien.
Het voorstel wordt daarna zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
Geneeskundige Gasthuis.
10. Bij adres d.d. 18 Februari 1.1. heeft de heer
dr. J Broers verzocht om zoo spoedig mogelijk te wor
den ontslagen uit zijne betrekking van geneeskundige
aan het Mannen- en Vrouwen-gasthuis alhier.
Heeren regenten van de genoemde instelling hebben
bericht tegen eene inwilliging van het verzoek, ingaande
op den dag der benoeming van zijnen opvolger geene
bezwaren te hebben.
B. en W. kunnen zich met dit advies vereenigen
waarom zij voorstellen te besluiten
aan den heer dr. J. Broers, met ingang van den dag
der infunctietreding van zijn opvolger een eervol ont
slag te verleenen uit zijne betrekking van geneeskundige
aan het Mannen- en Wouwen-gasthuis.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
Stads-heeikundige.
11. De heer A. A. Gouwe heeft bij adres d.d. 26
Februari 1.1. verzocht hem ontslag te willen verleenen
als stads-heelkundige eene betrekking welke door hem
sedert 1854 is bekleed.
In verband daarmede stellen B. en W. voor te besluiten
aan den heer A. A. Gouwe, met ingang van den dag
der infunctietreding van zijn opvolger, een eervol ontslag
te verleenen uit zjjne betrekking van stads-heelkundige.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig dit
voorstel besloten.
Heel- en verloskundige gasthuis.
12. Ter vervulling der vacature, ontstaan door het
verleende eervol ontslag aan den heer A. A. Gouwe,
noodigen B. en W. den Raad uit om over te gaan tot de
benoeming van een heel- en verloskundige aan het Man
nen- en Vrouwengasthuis, op eene jaarwedde van f 200
en onder gehoudenheid zich in die betrekking te gedra
gen naar de bestaande of nader vast te stellen verorde
ningen en instructiën.
Op de van de Regenten van voornoemd gesticht inge
komen aanbeveling komen voor de heeren
1°. Dr. J. Dirken, arts.
2°. J. O. O verduin, arts.
Bij eerste stemming benoemd de heer Dr. Dirken met
14 stemmen. De heer Dr. O ver duin verkreeg eene stem,
Geneeskundige Gasthuis.
18. Ter vervulling der vacature welke zal ontstaan
door het aan dr. J. Broers te verleenen eervol ontslag
als zoodanig, noodigen B. en W. den Raad uit om over
te gaan tot de benoeming van een geneeskundige aan
het Mannen- en Vrouwen-gasthuisop eene jaarwedde
van f 200 en onder gebondenheid zich in die betrekking
te gedragen naar de bestaande of nader vast te stellen
verordeningen en instructiën.
Op de van regenten van voornoemd gesticht ingekomen
aanbeveling komen voor de heeren
1°. E. P. L u g tarts.
2°. Dr. J. C. Overduin, arts.
Benoemd bij eerste vrjje stemming de heer E. P. Lugt
met 12 stemmen. Op den heer Dr. J. C. Overduin waren
3 stemmen uitgebracht.
Vervolg in het eerste blad.
VIII.
Parijs, 3 Maart 1898.
Reeds twee maanden van het jaar 1898 liggen achter
ons. Februari kunnen wij hier gerust de maand van
Zola noemen. Dit zullen de lezers wel met ons eens
zijn, onze kleine kronieken bepaalden zich tot Zola, het
■buitenlandsch nieuws in de Alkmaarsche Courant bevatte
onder de rubriek «Frankrijk" niet anders als het proces
Zola, ja, wij gelooven dat de geheele beschaafde wereld
over niets anders sprak als over den grooten schrijver
en zijn proces. Daarom wilden wij eene week wachten,
wij wilden eerst weder tot kalmte komen, rustig na
denken, nog eens hooren en luisteren, alles nalezen wat
op dit proces betrekking heeft, kortom ons uiterste best
doen om het met de groote meerderheid onzer parijsche
vrienden eens te worden.
Gaan wij dus eens onpartijdig na hoe men hier over
al die zaken en processen denkt. Dan kunnen wij U
verzekeren dat er van de tien Franschen stellig acht
zjjn tegen Zola. Dit is naar onze bescheidene meening
de beste uitlegging voor de uitspraak der twaalf leden
van de Jury, welke den grooten schrijver veroordeelde.
Waarom zouden wij eene andere reden zoeken, waarom
zonden wij gelooven dat die mecschen niet volgens hun
geweten oordeelden, met meerderheid van stemmen
spraken zij het schuldig uit, dus was er toch eene min
derheid, welke voor vrijspraak was. Dus juist zooals
onverschillig welke groep van parijzenaars zou geoordeeld
hebben.
Den dag nadat het vonnis gevallen was hoorden wij
de gesprekken in waggons, in koffiehuizen, op kantoren,
en overal had de meeuing de overhand, dat de jury
haren plicht had gedaan. De dagbladen bevatten nog
eiken dag berichten uit Parijs en uit de provincie van
allerlei adressen, waarin vele groepen, vakken en ver-
eenigingen hunne sympathie betuigen voor het leger en
voor den generalen staf. Dus de meerderheid der Franschen
is tevreden, en de algemeene meening is, dat Dreyfus
thans ten derde male en voor goed veroordeeld werd.
De minderheid welke protesteerde is hier klein, het is
waar, dat zjj gevormd wordt door de keur der bevolking,
door 'alles wat naam heeft op het gebied van letteren en
wetenschap, het proces Zola was inderdaad het herzie
ningsproces van Dreyfus die geleerde, beschaafde min
derheid is overtuigd van de onschuld van den ongelukkige,
die op het Duivelseiland lijdt als slachtoffer van men-
schelijke dwaling, die overtuiging van die onaf hankelijke
Franschen wordt door de geheele beschaafde wereld
gedeeld, en wij voor ons moeten eerlijk verklaren, dat
wjj mét geene mogelijkheid kunnen begrijpen, waarom
de groote massa hier ziende blind wil zijn.
Intusschen gelooven wij dat die blindheid van tijdelijken
aard zal zijn. Daarvoor is allereerst noodig dat de kalmte
in alle gemoederen terugkeert. De Franschen hebben
zeer veel gezond verstand, de pers kan wel veel doen om
voor een korten tijd dit verstand te benevelen en het
oordeel van het volk op een verkeerd spoor te leiden
doch wanneer eenmaal het geheele stenographisch verslag
van het jongste proces in eene brochure zal verschijnen,
wanneer dan een ieder die overtuigd is van Zola's goed
recht op kalme wijze zijne vrienden gaat overreden,
wanneer de lezers van sommige bladen zullen zien, dat
wat zij namen voor de meening van hunne courant slechts
de persoonlijke meening is van de directie, terwijl de
meeste redacteuren er lijnrecht anders over denken, en
vooral wanneer de verkiezingen achter den rug zullen
zijn, en er misschien eenige jonge afgevaardigden komen,
die voor hun debuut dadelijk den kamp voor het goede
recht aandurven, ja dan kan de openbare meening zeer
goed veranderen.
Wij zijn persoonlijk zeer franschgezind. In deze
brieven zullen de lezers uooit den hekeligen toon ontdekt
hebben, de antipathie tegen Frankrijk, welke men in
vele andere correspondentiën vindt. W"ij hebben hier
onder de Parijzenaars vrienden gevonden, die zeiven er
bepaald niet meer aan denken, dat wij eigenlijk vreem
delingen zijn, ja eenigen verwonderen zich er over, dat
wij ons niet laten naturaliseeren. Daarop kunnen wij
slechts antwoorden met het bekende «Tont homme
a deux patries, la sienne propre et la France", dus
twee vaderlanden, maar dan toch het eerst zijn eigen
vaderland. Het is dan ook voor ons geene reden, nu
men hier de plank misslaat, minder vriendschap voor
onze waarde Parijzenaars te gevoelen, maar het doet ons
bepaald leed zoo in alle buitenlandsche berichten kwaad
van dit land te lezen, en dan in ons eigen ik de over
tuiging te gevoelen, dat onze goede vrienden al die be
rispingen ten volle verdienen. Naar onze meening begaat
thans de parijsche pers, en met name «De kleine Courant
eene groote fout, door aan hare lezers slechts uittreksels
te geven uit de dagbladen van Duitschland, Italië,
Engeland, landen welke hier als vijanden beschouwd
worden. De meeningen der vrienden worden verzwegen,
toch is Rusland de groote vriend, doch „De kleine Cou
rant" zegt bijna niets over de meening door de rnssische
bladen uitgesprokenieder weet dat in Rusland de
couranten aan streng toezicht zijn onderworpen, welnu,
wat wij hier lezen, overgenomen uit de pers van het
groote Tsarenrijk is al even streng als hetgeen de vjjanden
schrijven.
En thans willen wij voorgoed van dit onderwerp
afstappen. Het Parijsche leven herneemt weder zijne
rechten. De kalmte keert onder de menschen terug.
Onze volgende brieven zullen zooveel mogelijk alle poli
tiek laten rusten, en wij eindigen dit schrjjven met de
hoop uit te spreken, dat eenmaal ieder zal inzien welk
een grooten moed Zola toonde door geheel alleen in de
bres te springen voor het goede recht, dat hij daardoor
een grooten dienst bewees aan zijn land, want de ge
schiedenis onthoudt de namen der groote mannen en
vergeet het geschreeuw van de groote, domme menigte.
De gedwongen rust, welke de schrijver thans tegemoet
gaat, zal voor de fransche letteren niet verloren zijn, na
een jaar mogen wij een nieuwen, krachtigen roman ver
wachten. Hopen wij dat die man, daar ver weg op het
Duivelseiland, dan niet onherroepelijk veroordeeld blijve.
Nog eene kleine opmerking. Sedert het proces Zola
is de bezorging der buitenlandsche couranten hier al
zeer onregelmatig, en het heeft er alle schijn van of men
onze bladen een paar dagen te Parijs houdt op het groote
postkantoor, zoodat wij vermoeden, dat ze eerst even
gelezen worden, om hier te weten wat men in het bui
tenland over dit proces sehreef. J. M. T.
Heerhugowaard. Bij de op den 8 gehouden
verkiezing van twee hoofdingelanden zijn de aftredende
leden, de heerenP. Koojj en A. Klomp, herkozen.
Hengstenkeurlng.
Ingevolge provinciaal reglement werd den 8 te
Schagen eene keuring gehouden van hengsten, aan welke
keuring in het geheel 38 hengsten werden onderworpen.
Voor de afdeeling dekhengsten minstens 3 jaar oud,
werden 24 stuks aangeboden. Twee er van werden on
voorwaardelijk drie op cornage afgekeurd terwijl het
ongunstige weêr de opkomst van twee hengstengesta
tioneerd op Texelhad verhinderd. Laatstgenoemde heng
sten moeten nu ter keuring worden aangebeden te Be
verwijk of Haarlemmermeer. Goedgekeurd werden1 de
onlangs te Aurich voor rekening der vereeniging «Hol-
lands Noorderkwartier" aangekochte Oldenburger hengst,
genaamd «Heiduk" die bij den heer R. Schenk Kz. te
Wieringerwaard zal worden gestationeerd 2 »Excelsior";
3. Martin", beide toebehoorende aan den heer A. A. v.
d. Berg te Haarlem 4. Felix Faure", van den heer
V. Bakker Jz. teWieringerwaard 5. «Wellington II"; 6.
«Carnot"; 7. «Nelson"; 8. «Jupiter"; 9. (zonder naam)
alle van den heer J. Breebaart Kz. te Winkel10. «Kle-
ber" van den heer J. C. Hofdijk te Heerhugowaard; II
«Tabor"; 12. «Kleber"; 13. «Zampa", alle van den heer
D. Duin te Schoorl14. hengst van den heer G. Kossen
te Zijpe15. hengst van den heer Jb. Knijper te Koegras;
16. «Norman" van den heer G. Geerligs te Anna Pau-
lowna17. hengst van den heer K. Breebaart Jz. te
Winkel18. hengst van den heer A. A. van den Berg te
Haarlemen 19. «Jonge Kleber" van Gebr. Koning te
Schermer.
De rijkspremie van f 400 werd toegekend aan den hengst
«Heiduk'', die van f 250 aan de hengst «Martin", welke
op Texel zal gestationneerd worden.
Aan «Excelsior" werd eene provinciale subsidie van
f 250 toegekend, terwijl de hengsten «Wellington II"
en «Felix Faure" voor eventueele subsidiën werden aan
bevolen. Merriën, mededingende bij de dit jaar te houden
keuringen voor de aanhoudingskeuringen, moeten gedekt
zijn of worden door een der gesubsideerde of daarvoor
aanbevolen hengsten. Voor de afdeeling tweejarige
hengsten werden 14 stuks tot keuring aangeboden, waar
van aan die van de heeren A. Vijn Hz. te Twisk, C. D.
Waiboer te Anna Paulowna, aanhoudingspremiën van
f 100, aan die van den heer S. Kieft te Wieringerwaard
en van den heer J. Breebaart Co. te Winkel, aanhou
dingspremiën van f 50 werden toegekend. De commissie
voor de verplichte provinciale keuring bestond uit de
heeren kapitein Quadekker te Haarlem, kapitein Punt te
's Gravenhage, Billroth te Hoorn, C. Oudijk te Wad-
dinxveen, W. Teengs te Alkmaar en G. C. Hulst te
Zjjpe. De heeren Punt, Billroth en Oudijk vormden de
commissie voor de aanwijzing der rijks- en provinciale
premiën en subsidiën. Het zeer ongunstige weer verhin
derde niet, dat velen uit do gemeente en den omtrek
de prachtige hengsten kwamen bewonderen en de keuring
bijwoonden.
I nhuldiglngsfeesten.
Scliagen. Den 8 werd in het Noord-Hollandsch
Koffiehuis eene vergadering gehouden van een 40-tal
ingezetenen ter verkiezing van een feestcommissie voor
de a.s. inhuldigingsfeesten alhier. De voorloopige com
missie, reeds in een vorig nummer genoemd, en bestaande
uit den burgemeesterden deken den predikant en de
twee hoofden der scholen werd bij acclamatie tot defi
nitieve commissie benoemd en aangevuld met de beeren
mr. RodenburgHeijligersPh. de Heer P. Buis en
W. Roggeveen Cz. De commissie ontving het recht
zoo noodig zelve meerdere heeren uit te noodigen
zitting in de feestcommissie te nemen.
De „G. G. London."
Reuter seint uit Londen, dat volgens een Lloyd-
bericht nit Macassar, het Nederlandsche stoomschip G. G.
Loudon van de Koninklijke Paketvaartmaatschappij
bij de Saleijer-eilanden geheel is vergaan. De passagiers
en bemanning zijn allen gered en te Macassar aan land
gebracht. De lading wordt geschat op tien duizend pond
sterling.
Bij de K. P. M. te Amsterdam is bericht ontvangen
dat het stoomschip op 3 dezer des namiddags te Tenga-
batoe bezuiden Saleijer, zuidwaarts van Celebes aan den
grond is geloopen en wrak geworden. De passagiers en
bemanning zijn te Macassar door het gouvernementschip
Zwaan aangebracht.
Het s.s. G. G. Loudon was op reis naar Ma
cassar. Het werd voor rekening van de voormalige N. I.
Stoomvaart Mij gebouwd bij de firma Caird Co. te
Greenock in 1875.
Het schip was bij de Maatschappij zelve verzekerd.
Druk v. Herms. Coster Zn., Alkmaar.