Ralph Denmead.
23 MAART.
WOENSDAG
Kiezerslijst.
PARIJSCHE BRIEVEN.
FEUILLETON.
No. 35. Eerste Biad. Honderdste jaargang. 1898.
ALKMAARSCHE CRI RAAT.
Prijs der gewone advertentie»
Per regel ff 0,14. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
Deze Courant wordt Bjl n s d a g-, Vonderdag-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar ff 0,80 franco door het
geheele rijk f 1.
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer 3.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen, naar aanleiding van art. 28 der kieswet, ter
algemeene kennis dat de kiezerslijst en de alphabe-
tlsehe lijsten van de namen en voornamen van hen
die van de kiezerslijst zijn afgevoerd en van
hen, die daarop zijn gebracht, op heden door hen
zijn vastgesteld en vanaf den 23 dezer tot en met den
21 April e.k. voor een ieder ter inzage zijn nedergelegd,
en tegen betaling der kosten in afschrift of afdruk ver
krijgbaar zijn gesteld.
Verbetering der kiezerslijst kan tot en met den 15 April
door een ieder worden gevraagd, die meent, dat hij zelf
of een ander in strijd met de wet, daarop voorkomt,
niet voorkomt, of niet behoorlijk voorkomt.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT, Voorzitter.
22 Maart 1898. C. D. DONATH, Secretaris.
IX.
Parijs, 16 Maart 1898.
Eindelijk na eenige weken van afschuwelijk weder,
vorst, sneeuw en konden wind, kondigt de lente hare
komst aan en j.l. Zondag scheen de zon bepaald over
heerlijk, zoodat wij op onze wandeling door het Bois de
Boulogne bijna geen enkele laan konden oversteken, zoo
vol was het er met wielrijders, rijtuigen en automobilen.
En morgen hebben wij reeds Mi-Caréme, Halfvasten,
den vroolijksten der Carnavaldagen, welke ditmaal in elk
geval prettiger belooft te worden dan de Mardi-Gras,
Vastenavond was want die arme Mardi-Gras was dit
jaar zóó armoedig dat wij er in het geheel niet over
spraken. Maar de studenten beloven ons een mooien
Mi-Carême, en zullen wij U een volgend maal vertellen
of zij woord hielden.
Wij zouden niet meer over de politiek spreken, doch
voor eenige dagen geleden waren wij hier op politiek
gebied getuigen van eene echte Carnavalsklucht. Een
zeer rijk heer wilde gaarne lid van de Tweede Kamer
worden maar het ontbrak hem aan eene stad, dorp of
kwartier, genegen hem tot afgevaardigde te kiezen. Die
rijke heer dacht toen, daar alles te koop is, kon hij voor
zijn geld wel eene plaats in het Palais Bourbon koopen,
en eenige goede vrienden gingen een niet zeer bemid
delden afgevaardige polsen en beloofden honderd duizend
franken zoo die député afstand wilde doen van zjjne
betrekking als lid van de Tweede Kamer, ten voordeele
van dien kooplustigen millionair. Ongelukkig echter vie
len die goede vrienden op een onomkoopbaren republi-
klein, die de geheele zaak openbaar maakte, eenige oppo
sitie-bladen riepen toen dadelijkdat dit een gro°t
schandaal was, maar het groote publiek heeft er harte
lijk om gelachen. Natuurlijk is die soort handel hier door
de wet verboden, doch zoo heel erg vindt men dit niet,
een rijk man, die gaarne Monsieur le Député wil zijn,
en daarvoor 100000 franken over heeft, men steekt er
hier den draak mede, en eigenlijk eveneens met den
stipt eerlijken niet rijken afgevaardigde, die dit mooie
buitenkansje niet met twee handen aangreep, doch met
echt romeinsche deugd weigerde. Het was een echt lot
uit de loterij.
Anders zijn de Parijzenaars nog al verzot op loterijen
wat hebben wij er hier al niet gezien. In Holland kent
gij niet veel anders als de klassieke Staatsloterij, hier
hebben wij loterijen en tombola's bij tientallen. Boven
dien zijn bijna alle stadsleeningen gemaakt met groote
premiën, met prijzen van 150 duizend, 50 duizend, 10 en
5 duizend franken zoodat zulk eene geldbelegging zeer
voordeelig is. En het is niet zoo heel moeilijk, zelfs voor
eene kleine beurs,eeue of meer obligatiën van die lee
ningen te koopen, want men kan ze bij een kwart ge
deelte tegelijk krijgen, en ze daarna weder beleenen in
de eene of andere bank, zoodat vele kleine burgers en
ambtenaren, kantoorbedienden en werklieden, zachtjes aan
renteniertjes worden. Dit dus in het voordeel van zelfs
zeer kleine beurzen minder voordeelig is het feit dat
wij hier geene centen kennen. Officieel heeft de franc
100 centimes, en daar de franc een halven gulden waard
is, zoo volgt daaruit dat eene centime gelijk staat met
uw halve cent. Doch gij kuDt in geheel Parijs zoeken,
nergens zult gij een muntstukje vinden van minder
waarde dan één sou of halven stuiver. Misschien zult gij
zeggen, dat een halve stuiver, 2cent, toch al klein
genoeg is maar feiteljjk is het in vele opzichten een
klein misbruikwanneer men geene centimes heeft.
Rekent maar eens deu omnibus of tram, thans betalen
wij hier 3 sous, wanneer wij boveu op dit rijtuig plaats
nemen. Waarschijnlijk zou de compagnie niet genoeg
verdienen zoo wij slechts 2 sous gaven, doch allicht zou
den 12 of 13 centimes voldoende zijn; maar er bestaan
geene munten van 1 of 2 centimes dus betalen wij er
altijd door 15. Verondersteld, gij hebt een postzegel noo-
dig van 1 centime, wel dan zijt gij verplicht er vijf te
koopen, voorloopig hebt gij dus 4 centimes nutteloos uit
gegeven. Bovendien bevordert het bij kinderen meer de zui
nigheid waaneer zij zien, dat zij reeds voor een hal ven
cent iets krygen kunnen, en zeer arme menschen, die geen
sou bezitten, zonden toeh aan 2, 3 of 4 centimes meer
hebben dan aan niets.
Op het gebied der lectuur zijn wij in de laatste
maanden ook geheel achteraf geraakt. De couranten
maakten met al die processen goede zaken doch da
schrijvers van proza en poesie beleefden minder goede
door EDNA LYALL.
25)
Hij sliep vast, braaf moe zijnde, door zijn lange wande
ling zoo vast zelfsdatofschoon de hanen hennen,
eenden en kalkoenen vroeg in den morgen hunne stemmen
in een landelijk, maar minder welluidend koor verhieven,
hij er niets van hoorde. In zijn droom, trommelde juffrouw
Brompton in een regenmantel gehuld gedurende de tus-
scheuactes het »Schotsche Whahae", en toen hem kort
daarop een vreemd gedreun stoorde, droomde hij, dat het
het onweder in de eerste acte van Macbeth was, en maakte
zich zelf wakkerdoor om het bespottelijke gezicht te
lachen, dat mevrouw Skoot trok, toen zij hem tevergeefs
uit den mantel van de heks trachtte te trekken op het
oogenblikdat hij voor Malcolm moest optreden. Haar
boosongeduldig gezicht vervulde hem met vroolijkheid,
en het was geen kleine verbazing dat hij ontwakende
zichzelf uit een hoop stroo zag krabbelen terwijl boveu
hem het verwonderde gelaat van een roodgesnorden man
op hem neer zag. De ronde lichtgrijze oogen van den
boer droegen eene verschrikte uitdrukking en Ralph
herinnerde zich plotseling waar hij was en begon ver
ontschuldigingen te stamelen en uitleggingen te geven.
De kar stond niet meer in de loods maar rammelde
over den straatweg, en de voerman had oogenschijnlijk
geen plan verder te gaanzoolang zijn ongenoode be
zoeker nog steeds in het hooi bleef.
»De hemel beware ons!'' riep hij uit: »ik dacht dat de
kar behekst was toen ik uw vreeselijk gelach hoorde."
Ralph schudde het hooi af en sprong licht op den grond;
zijne vlugheid en bevalligheid schenen het hart van den
landmandie als betooverd stondmet nog meer vrees
te vervullen.
»Ik geloof dat u geluk aan de boerderij hebt gebracht,
meheer", zeide hijin het aardige gezicht en de lachende
oegen van zijn verwonderden gast ziende. En er zou nog
wel een kommetje melk voor u geweest zijn, wanneer men
u verwacht had. Maar het is lang geleden, dat de Goede
Geesten ons bezocht hebben en er is in lang geen geluk
op de boerderij geweest."
-Toermammsmmssam
Groote Schot! de man gelooft, dat ik een Goede Geest
of een toovenaar ben 1" dacht Ralph ten hoogste ver
maakt. »En hij is veel te bang voor mij, om my in zijn
kar mee te nemen."
»Ik ben maar een zwerveling trachtte hij uit te leggen
»die zeer dankbaar is voor de toevlucht in uw kar op
een kouden nacht."
»0, ei," zei de voerman, zich nog altijd aan zij eigen
meening houdend. »Wij zijn wat blij u te zien, meheer.
En geen mensehelijk wezen komt 's nachts bij ons bin
nen. Meisje zou blaffen totdat elke sterveling in huis
wakker was, en zij zou naar den" strot van elk levend
wezen vliegen. Maar honden onderscheiden wel of het
Geesten zijn, wanneer zij ze zien. Ik wensch u goeden
dag, meheer."
Dit gezegd hebbende reed hij haastig verder, Ralph aan
zijn lot overlatende, totdat, toen hij een beek ontwaarde,
op korten afstand van den weg, hij er aan dacht, dat
de aangenaamste dingen in het leven te krijgen waren,
zonder belasting te betalen, en dat een bad in den mor
gen hem voor den geheelen dag zou opfrisschen.
Wat den voerman aangaat, deze keek toevallig op een
afstand om, en toen hij zijn »unheimischen" bezoeker zag,
die zich in het water dompelde, was hij voor eeuwig
in zijne meening gestaafd, dat hij een Goeden Geest ge
zien en gesproken had.
De wandeling van den tweeden dag bleek nog genoeg
lijker te wezen, dan die van den eersten, behalve dat er
geen vriendelijke dominee was, om hem een middagmaal
te verschaffen. Maar het gevoel van vrijheid, de frissche
lucht en de schoone weg langs de rivier de Spey, met
hier en daar de Gairngormketen in 't verschiet, waren
oogenblikken, die men zijn leven lang onthield. Voorna
melijk was hij verrukt over Avilmore. Hij begon plannen
voor de toekomst te maken, en te droomen, van wande
lingen met Evereld, over deze heerlijke heuvels, met
hunne ruwe rotsen, die hier en daar uit de donkere piju-
boomen en het lichte gebladerte der beuken te voorschijn
kwamen, terwijl aan de andere zijde, groote pijnbosschen,
en bergen zich uitstrekten, wier toppen nog wit waren
van de sneeuw. Kingussie voorzag hem van brood en van
eene wel wat tochtige slaapkamer in het bouwvallige
kasteel, dat onder den naam van de Rutheven Barracks
bekend staatmaar de nachtlucht was koud, en meer
dan eens verlangde hij naar de warmte en het gemak
van de hooikar. Er was zoo iets treurigs in de verlaten
tijden. En toch is het alsof de boeken getooverd worden.
Allereerst wijzen wij op den jongsten roman van Ernile
ZolaParishet slot van het drietal Lourdes Rome
Paris, welke roman hier een groot succes heeft. Ver
volgens is daar »Cathédrale" van Huijsmans een werk
hetwelk men moet lezen en waarover slechts één roep
gaatdie van algeheele bewonderingverder een fraai
boekdeelgewijd aan den hertog van Aumale door
Ernest Daudetbroeder van den overleden beroemden
schrijver Alphonse Daudet. En dan al die bekende, reeds
veel gelezene romans welke thans in afleveringen van
10 centimes verschijnen, zoodat, na de complete werken
van Daudet en Clarétiethans de bekende schrijver
Hector Malot aan de beurt ligt. Al die fraaie deelen
welke vroeger 3 of 3 */2 francs kostten kunnen wij ons
thans aanschaffen in afleveringen geïllustreerdvoor 5
centen, zoodat elk boekdeel op ongeveer 1 a l'/2 franc
komt. Intusschen schijnt het toch wel alsof de groote
hoeveelheid courantanlectuur veel afbreuk doet aan het
lezen van romans; op zich zeiven is dit misschien maar
beter, want mogen wij de oude boekhandelaars gelooven,
dan verslonden de grootouders der hedendaagsche jonge
lieden die verbazend lange romans met het grootste
gemak. Tegenwoordig hebben wij al moeite van tijd
tot tijd eens een werkje van 350 bladzijden uit te lezen,
en doen dit vooral omdat wij zooveel mogelijk van alles
op de hoogte willen blijven welnu vergelijkt dit eens
bij de romans van DumasEugène SaoPonson du
Terrailwier romans in 6 of 8 deelen verschenen en
dan nog niet uit waren doch in eenige nieuwe seriën
vervolgd werden. De boekverkoopers weten er hier niets
beters op dan al die oude klassieke romans te verkoopen
geneel compleetb. v. voor 150 of 200 franken be
taalbaar met 6^8 franken per maanden om het
publiek tot zich te trekken geven zij er fraaie premiën
dadelijk bij, b. v. eene boekenkasteen gouden horloge,
eene pendule met candelabres enz. enz.
Voor een boter- en kaasland als Holland is kunnen
de volgende cijfers van eenig belang zijn. Volgens het
rapport van den heer Vinceyprofesseur van landbouw
in het Seine-depart&monttelt .Frankrijk 5'/2 millioen
melkkoeien, welke te zamen 78 millioen hectoliters melk
geven. Dit is dus ongeveer het dubbele van de opbrengst
van den wijnoogst. 21'/2 Millioen van die 78 m. hectoliters
melk dienen voor de kaasbereiding en veroorloven het
vervaardigen van 136 millioen kilogrammen kaas. Parijs
alleen verbruikt daarvan lö'/j millioen kilogrammen.
Wijzen wij hierbij op een vreemd verschijnselen wel
ditdat het eten van kaas hier zeer voordeelig is de
kaasjes zijn goedkoopdaarentegen is de melk bespot
telijk duur. De meeste kaasjes hier zyn zeer zacht
vloeibaar, zachter dan boter, b.v. de Brie, Gamenbert,
petit Suisseenz. Men legt ze dan ook op het brood
romp van de oude woonplaats der Comyns en hij werd
met een neerslachtig gevoel wakker, dat hem geheel
vreemd was. Het was oen mistige morgen, en het water
van de Spey was ijskoud, toen hij er zich indompelde
echter maakte hem de wandeling door Glen Tromie, die
de oude dominee hem bijzonder aanbevolen had, gauw
genoog warm, en de woeste pracht van Logh Seilich, en
de afgronden die het omgaven, rechtvaardigden volkomen
den lof, dien zjjn gids hun toegezwaaid had. Hij rustte
eenige oogenblikken aan het meer uit, at zijn laatste korst
brood op, en telde, zooais een gierigaard zijn goud, de
drie stuivers na, die hem op de een of andere wijze naar
Glasgow moesten brengen.
>Ik moet noodzakelijk minder eten," dacht hij, treurig,
daar hij den vorigeu avond slechts voor een stuiver brood
had durven koopen.
»Het vreeselykste is, dat die berglucht iemand zoo ver
bazend hongerig maakt. Ik zal weldra genoodzaakt wezen
om vogeleieren te eten, of voor dorpsherbergen te zingen,
in de hoop geld te verdienen."
Zijn gepeins werd door eenige zware regendroppels
gestoord; hij zette zijn wandeling voort, ofschoon hij
duidelijk aan de dreigende wolken zag, dat een storm op
handen was. Hij kwam trouwens met een snelheid die
hem verbaasde. Wolken die het landschap in duisternis
hulden omringden hem de wind kwam opzetten en
huilde door de vlakten van Gaick en de regen viel in
stroomen neer, hem verblindend en doornat makend,
want geen waterproof, tot nu toe uitgevonden, kon den
onmeedoogenloozen stortvloed doo: staan die niet scheen
op te houden, maar steeds in kracht toenam. En tot overmaat
van ramp, verloor hij den weg, zoodat hij zelfs den troost
miste, te weten, dat elke stap hem nader tot zijn doel
bracht. Integendeel, hij begon te vreezen, dat hij geheel
verdwaald was,
Hoe verder hij ging hoe wanhopiger hij werd hij was
doornat, alle ledematen deden hem pijn, en geen spoor
van een pad was te bekennen. Het scheen hem toe, of
hij het eenige levende wezen in deze uitgestrekte een
zaamheid was, en zijn vreugde kende geen grenzen meer,
toen tij ten laatste, door den stortregen en den mist,
eene gestalte zag naderen. Een collis sprong vooruit en
blafte, en werd teruggeroepen door zijn meester, ein
rijzige gestalte met een staf in de hand, en een klein,
leelijk, zwart lammetje onder den arm.
Hij had veel van de plaat van den Goeden Herder,