No. 42. Eerste Blad.
Honderdste jaargang,
1898.
VRIJDAG
8 APRIL.
Buitenland.
Gemeenteraad van Alkmaar.
E
Inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder
knnnen veroorzaken,
ZITTING VAN 6 APRIL 1898.
ALKMAARSCHE COLRAAT.
Deze Courant wordt D|1 nsda g-, Donderdag
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar ff 0,8© franco door het
geheele rijk f 1.
3 Nummers ff 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prjjs der gewone advertentlen
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven f r a n c,o aan de |Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
Telefoonnummer 3.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis
dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd
het aan hen ingediende verzoek met de bijlagen van
ABRAHAM VAN DER KOP, koopman alhier, om ver
gunning tot het oprichten van eene bewaarplaats van
lompen, in het perceel aan de Laat, wijk D, No. 193
en dat op Donderdag 21 April 1898, 's middags te twaalf
ure, ten stadshuize gelegenheid wordt gegeven, om tegen
het oprichten van die inrichting bezwaren in te dienen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT, Voorzitter.
7 April 1898. C. D. DONATH, Secretaris.
UllTMHI.VIvn. De vrije-vrouwen-vereeniging
heeft eene oproeping aan de Duitsche vrouwen en meisjes
gericht om haren steun slechts aan die candidaten voor
den nieuw te kiezen Rijksdag te verleenen, die willen
medewerken tot lo. aanstelling ook van vrouwen voor
de handhaving der arbeidswetten2o. uitbreiding der
wettelijke bescherming van vrouwen die arbeiden3o.
openstelling van alle bedrijven en ook van de opleiding
daartoe voor vrouwen4o. gelijkstelling met den man
voor het burgerlijk recht5o. bestrijding van onzedelijk
heid 6o. vrijheid van vereeniging en vergadering en 7o.
toekenning van kiesrecht aan de vrouw.
»De tijd is voor goed voorbij,'' zegt dit manifest, »dat
de vrouw geen verantwoordelijkheid had te dragen voor
het openbaar volksleven de tijd is gekomen dat de bur
geressen in den Staat rechten behooren te hebben om
plichten te kunnen naleven. Geen woorden meer, maar
daden eischt onze tijd. Van den nieuwen Rijksdag zal
het afhangen of reactie, dan wel vrijheid in Duitschland
heerschen zal. Duitsche vrouwen, ook in onze hand ligt
de beslissing naar welke richting het lot zich voor ons
en ons volk keeren zal.''
EWClEffiAWD. De Regeering is niet uitermate ge
lukkig met hare Oost-Aziatische politiek. In den aan
vang werd haar verweten dat zij niets deed en kalm
toezag, hoe de andere mogendheden de Chineesche bait
onder elkaar verdeelden, thans nu zij eindelijk met
hare eischen voor den dag gekomen is, en deze nog wel
onmiddellijk door China ingewilligd zjjn, beweert de pers,
dat het verkregene alles behalve een voordeel is.
Zoo betoogt de »Westminster Gazette,'' dat Engeland
in alle opzichten een tweede-rangs-koop heeft gedaan.
Het is achteraan komen sukkelen en heeft, om zich
groot te houden, zich tevreden moeten stellen met een
haven van minder waarde. Bovendien brengt de bezet
ting van Wei-hai-wei onvermijdelijk mede: het in be
dwang honden van Rusland. In zooverre is dit laatste
cadeau van China aan een Europeesche mogendheid een
slim koopje geweest; China heeft, met de traditioneele
zieke-mans-politiek, den eenen aanrander tegen den an
dere uitgespeeld.
Engeland had veel beter gedaan door Wei-hai-wei aan
Japan te laten en zich te concentreeren op Midden-China.
Door de bezetting van Wei-hai-wei zal Engeland ook op
nieuw het wantrouwen van Duitschland gaande hebben
gemaakt. Dit land zou in den aanvang der Aziatische
affaire gaarne met Engeland hebben samengewerkt, maar
heeft zich thans beslist van Engeland afgewend.
FRAKKRIJK. Het voorstel om Zola het officiers
kruis van het Legioen van Eer te ontnemen, wordt nog
maals op het tapijt gebracht door den heer Judet in het
>Petit Journal.'' Deze straf lijkt den schrijver zekerder
en minder bedriegelijk toe dan eene nieuwe vervolging
door een Hof van Assisen.
De heer Gaston Jolivet vereenigt zich in de »Gaulois
met dit denkbeeld. Hij schrijft»Daar volgens de re
glementen der orde, de titel van lid van het Legioen van
Eer verloren gaat door de naturalisatie in het buitenland,
mag men zich afvragen of Zola zich niet, in de hoogere
beteekenis van het woord gedenationaliseerd" heeft, aan
gezien hij, na Pichegru en Moreau, de eenige beroemde
Franschman is, wiens naam warm is toegejuicht door de
vijanden van Frankrijk. Men zal toegeven, dat dit nog
erger is, dan dat hij zich had laten natnraliseeren als
Zwitser of Belg."
«".A'SJE. Niettegenstaande alle berichten omtrent
's Pausen bemiddeling, luiden de berichten uit Spanje en
van Cuba nog zeer onheilspellend.
Tegenover het bericht, dat Amerika een auxiliair eskader
vormt van tien schepen van 2000 tot 10,000 tons, staat
de tijding dat Spanje versterkingen zendt naar de Cana-
rische eilanden. Daar ligt thans een garnizoen van 9250
man van verschillende wapens reeds is weder een bataljon
van 400 man daarheen gezonden en nog zijn twee bataljons
infanterie van Cadix, benevens twee compagnieën artillerie
nit Pamplona onderweg. De kust der Balearische eilanden
wordt in staat van verdediging gebracht.
Volgens een telegram uit Havana heeft de koloniale
regeering een manifest aan de opstandelingen uitgevaardigd,
waarin verklaard wordt, dat de autonomie beteekent den
vrede en de eendracht die allen omvatten en een veld
openen voor elk wettig streven, zoodat het tijdperk van
willekeur gesloten zal zijn. Er wordt bijgevoegd, dat zij,
die heel hun vertrouwen stellen in de bedriegelijke edel
moedigheid en de eerzueht van het buitenland, wreed
bedrogen zullen worden in hun verwachtingen. Het
Cubaansche vaderland moet verdedigd worden tegen
binnenlandsche en buitenlandsche gevaren. De Cubaansche
grondwet is voor verbetering vatbaar en de Kamers zijn
bijeengeroepen, waarin de Cubanen hun wenschen zullen
kunnen uiten.
VEREEHTIODE STATES. Men 3eint den 5 uit
New-York
Den leden van het Huis van Afgevaardigden is heden
medegedeeld, dat schepen naar Plavana zijn gezonden om
consul Lee en andere consulaire ambtenaren aan boord
te nemen, daar alle Amerikanen verlangen van Cuba
weg te komen.
De congresleden ontvangen bij twintigtallen telegrammen
van bankiers en vereenigingen, waarin zij worden ver
zocht hun steun te geven aan een verstandige vredes
politiek. President Mc. Kinley krijgt telegrammen van
gelijken inhoud.
De Britsehe gezant, sir Julian Pauncefote, heeft langen
tijd geconfereerd met den Franschen gezant Cambon.
Men weot hier aan de gezantschappen dat Frankrijk en
Oostenrijk het uiterste doen om algemeene grondslagen
te vinden voor een gemeenschappelijke actie der mogend
heden ten gunste van den vrede.
Mgr. Ireland, de aartsbisschop van St. Paul, bracht
heden een bezoek aan den onderstaatssecretaris van buiten
landsche zaken, den heer Day.
De »Post" zegt, dat de boodschap van president Mc.
Kinley zal betoogen, dat Spanje zijn volkomen om macht
heeft getoond om Cuba te regeeren, en dat de handel
van Amerika daardoor schade ondervindt. Door de huidigeu
stand van zaken worden Amerikaansche eigendommen in
gevaar gebracht.
De boodschap stelt Spanje verantwoordeljjk voor de
ramp van de »Maine". Er worden geen directe voorstellen
in gedaan, maar duidelijk bl>;'t er uit, dat door tusschen-
komst van het leger rust en vrede zal worden hersteld.
Erkenning van Cuba's onafhankelijkheid wordt in de
boodschap niet aanbevolen, aangezien de opstandelingen
geen regeeringsvorm hebben ingesteld. De boodschap is
gelijk te achten met een oorlogsverklaring.
De Yereenigde Staten hebben alle onderhandelingen
afgebroken zij zullen geen bemiddeling aannemen.
Vervolg van het Tweede Blad.
Stoomtram naar Egmond aan Zee.
5. Worden in behandeling genomen het in de vorige
zitting aangehouden voorstel van B. en W., strekkende,
dat de Raad zich uitspreke aan welke der twee inge
komen aanvragen voor den aanleg en de exploitatie van
een stoomtram van Egmond aan Zee naar Alkmaar hij
eene concessie wenscht te verleenen en het onder letter
h ingekomen adres van het Comité uit de vereeniging
Alcmaria".
B. en W. geven bij hun voorstel in overweging aan
P. W. Schipper c. s. de gevraagde concessie te verleenen,
onder nader vast te stellen voorwaarden en onder be
ding dat de adressanten binnen zes maanden na den
datum van het te nemen (dit) besluit aan het gemeente
bestuur de bewijzen overleggen dat zij finaneiëel in
staat zijn de door hen ontworpen tramverbinding tot
stand te brengen en te exploiteeren.
Door den secretaris wordt gelezen een schrijven van
het consortium Schipper c.s., betrekkelijk het door B. en
W. voorgestelde beding bovenvermeld.
Over de geheele aangelegenheid wordt eene drukke
discussie gevoerd, welke bijkans twee uur duurt. Wij
zullen alleen volstaan met slechts het voornaamste daar
van te vermelden.
De heer Bosman ontwikkelt de redenen, die het
comité van Alcmaria er toe leidden, om zijn plan in te
dienen, zooals primitief is geschied. Nu daartegen even
wel bezwaren bestaan, is het comité met die bezwaren
te rade gegaan de tijd tot indiening van nieuwe plan
nen ontbrak en vandaar dat thans over eene gewijzigde
richting overleg wordt gevraagd. Het comité is bereid
eene rechtstreeksche verbinding met Egmond aan Zee,
des gewenscht, tot stand te brengen.
De heer Boelmans ter Spill is voor het plan
Schipper c.s., evenals B. en W. Spr. zou niet tegen uit
stel zijn, zoo enkel de aanvrage van het comité in be
handeling was. De Raad kan nu echter gerust zijn keuze
bepalen.
De heer Bosman betoogt, hoe het de bedoeling van
het comité is ook Bergen met Alkmaar te verbinden.
Hij licht het belang van eene dusdanige verbinding toe.
Voorts constateert hij, dat eene tram langs de Hoever-
vaart vele technische bezwaren oplevert en de weg niet
geheel veilig zal zijn.
De heer Vonk meent ook, dat geen uitstel moet
worden verleendtotdat Alcmaria nieuwe plannen in
zendt. Gaat men dien weg op, dan verwacht hij, dat daarna
Schipper c.s. uitstel zullen vragen, om ook weer nieuwe
plannen te ontwerpen en zoo zou men steeds aan den
gang bljjven.
De heer Boelmans ter Spill zou verwachten,
dat als eenmaal de Noorderstoomtramvereeniging conces
sie heeft voor een tramverbinding Alkmaar-Scbagen, zij
ook Bergen zal aansluiten.
De heer Goede stelt voor, aan beide adressanten te
berichten, dat de Raad in beginsel genegen is concessie
te verleenen aan dat plan, dat de kortste verbinding met
Egmond aan Zee zal tot stand brengen dat hij tevens
do wenschelijkheid uitspreekt eener tramverbinding met
Bergen en dat beide adressanten binnen 3 maanden de
bewijzen moeten overleggen, dat zij finaneiëel in staat
zijn de ontworpen tramverbinding tot stand te brengen
en te exploiteeren.
De heer Bruinvis gevoelt iets billijks in dit voorstel.
B. en W. deden het hunne, omdat zij eene verbinding
met Heiloo onnoodig achtten.
De heer Kraakman zou de concessie aan beide
aanvragers willen verleenen, opdat niet verworpen wordt,
wat te verkrijgen is. Niemand weet, welke van de twee
de rijks- en prov.-subsidie zullen krijgen.
Alvorens echter daartoe over te gaan. moet de Raad
eerst beslissen op het adres van het comité Alcmaria.
Op zijn voorstel besluit de Raad aan den adressant
mede te deelen, dat hij waardeerende de goede bedoe
lingen, om Alkmaar met Egmond aan Zee en Bergen
door den aanleg van een stoomtram te verbinden, zijne
goedkeuring niet kan hechten aan de daarvoor gekozen
richting.
De heer Bosman verklaart, dat Alcmaria nu bereid
is eene rechtstreeksche verbinding met Egmond aan Zee
tot stand te brengen.
De heer Kraakman bespreekt hierna het plan
Schipper c.s. en hij komt tot de conclusie dat het
zeker niet in het belang der gemeente is den een con
cessie te verleenen en den ander af te wijzen. Is er
bezwaar zoo vraagt hij te bepalen dat de Raad niet
ongenegen is aan Schipper c.s. eene vergunning te ver
leenen De Raad zal dutzelfde later op een nieuw verzoek
van Alcmaria kunnen besluiten aan beide concessiona
rissen overlatende wie nu den aanleg zal willen doen.
De heer Vonk meent, dat er voor Alcmaria volstrekt
geen bezwaar zal bestaanal verleent men aan beide
adressanten vergunning. Zoo min Alcmaria bezwaar
ziet in een dubbele verbinding met Heiloo, zal ze
bezwaar zien in eene dubbele verbinding met Egmond
aan Zee.
De heer Bosman meent, dat thans geene beslissing
kan worden genomen voor twee gelijke lijnen omdat
Alcmaria nog geeu nieuwe plannen heeft ingezonden.
Hij hoopt dat de Raad het comité daartoe alsnog in de
gelegenheid zal stellen. Wie het eerst eene voorloopige
concessie verkrijgt, zal voor de te vragen subsidie zeker
het sterkst staan en daarom verzoekt hij nog geene
beschikking op het verzoek Schipper c.s. te nemen.
De heer Kraakman oordeelt dat de subsidie den
doorslag zal geven. Aan welke van de twee aanvragen
het Rijk en de Provincie subsidie geven, zal de gemeente
volledige concessie kunnen verleenen, maar ook dan eerst
als dat vast staat.
De heer Boelmans ter Spill wil thans al vast
aan Schipper c.s. concessie verleenen.
De heer Bosman zegtdatzoo de Raad daartoe
besluit, Alcmaria haar verzoek intrekt, wat een natuurlijk
gevolg is.
Na nog eenige discussie wordt op voorstel van den
heer Stoel met 12 tegen 1 stem (de heer Bosman
bleef buiten stemming) besloten de behandeling dezer
zaak alsnog 1 maand uit te stellen en Alcmaria de
gelegenheid aan te bieden nieuwe plannen in te zenden.
Tegen stemde de heer Boelmans ter Spill. De heer
Bosman verlaat daarop de vergadering.
Directe belasting.
6. Gaat de vergadering op voorstel van den Voor
zitter over in eene zitting met gesloten deuren ter
behandeling van het primitief kohier van den hoofdelijken
omslag, dienst 1898.
Na heropening der deuren wordt het kohier zonder
hoofdelijke stemming vastgesteld met een percentage
van 2,7.
Stedelijk Muziekkorps.
7. De Commissie tot de belastingzaken enz. heeft
onderzocht de door de commissie van beheer over het
Stedelijk Muziekkorps ingediende rekening over het
jaar 1897.
Do uitgaven gedekt door eene toelage uit de ge
meentekashebben bedragen f 2991.465 en zijn dus
gehouden beneden het in de gemeente-begrooting uitge
trokken bedrag van f 3000. Zij zijn verdeeld als volgt:
tractementen genoten door den directeur en 34 mede
werkenden f 2460, instrumenten f 196 50, muziek 131.27,
zaalhuur, licht enz. f 163.60, en muziekschool en diver
sen f 40.095.
Deze uitgaven worden behoorlijk door kwitantiën
verantwoord en hebben geen aanleiding gegeven tot
bedenkingen, waarom de commissie voorstelt te besluiten
de rekening goed te keuren in ontvang en uitgaaf tot
een bedrag van f 2991.465.
Aldus wordt besloten.