Ma, Kreta, China, Cuba. Ralph Denmead. No. 44. Honderdste jaargang 1898. WOENSDAG FEUILLETON. 13 APRIL. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt DUsda g-, Bonderdaj- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar ff franco door het geheele rijk f 1. 3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. !!i BI Prijs der gewone advertentien Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven f r a n c'o aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOON. Men zal zich herinnerendat het aanvankelijk niet vast scheen te staanof Zola tegen zijn veroordeeling bij het Hof van Cassatie in voorziening zou komen. Eerst werd dit voornemen uitdrukkelijk ontkend doc h spoedig bleek het tegendeel. Zola is in cassatie gekomen, en wel met een hoogst verrassend gevolg. Hij werd vervolgd wegens lasteren zulk een ver - volging kan in Frankrijk evenals hier te lande in den regel niet worden ingesteld dan op klachte van den beleedigde die zelf moet beslissenof hij de zaak voo r den rechter wil brengen. Anders is het bij beleediging van ambtenarendan eischt niet zelden het algemeen belang de openbare behandeling en de uitspraak van den rechteren daarom kan in dat geval de beleediger ambtshalve worden vervolgd, ook al mocht de beleedigde dit niet wenschelijk achten en geen klacht indienen. De Fransche wet bevat omtrent dit punt een bijzondere regeling in geval van beleediging van gerechtshoven rechtbanken en andere colleges. Deswege kan geen vervolging worden ingestelddan krachtens een besluit, door het college zelf in een algemeene vergadering ge nomen oiindien het college geen algemeene verga deringen hondt, op klachte van den chef of den Minister. Zola nu had in zijn bekenden brief in het dagblad l'Aurore van den Eersten Krijgsraad in het militaire gouvernement van Parijs, die Esterhazy vrijsprak, zoowel als van verschillende personen Ministers en Generaals dingen gezegd, die tot een vervolging aanleiding konden gevenmaar hij werd alleen vervolgd wegens hetgeen hij den krijgsraad had verweten, en wel op klachte van den Minister van Oorlog. Voor het Hof van Cassatie werd beweerd, dat dit niet was overeenkomstig de wet en onder de zeven gronden tot vernietigingdie tegen het vonnis van Zola werden aangevoerd behoorde ook deze dat de geheele vervolging nietig was, als niet uit gegaan van de beleedigde partij. Het Hof van Cassatie heeft zich daarmee vereenigd. Het besliste, dat de krijgsraden gelijk staan met de hoven en rechtbanken, en dat zij wel degelijk algemeene vergaderingen houden indien de hooge militaire auto riteit de leden daartoe slechts gelieft op te roependat door EDNALYALL. Telefoonnummer3. de Minister dit echter niet heeft gedaanmaar zich eenvoudig in de plaats van den krijgsraad heeft gesteld en in naam van den krijgsread een klacht heeft inge diend waartoe hij volgens de wet niet bevoegd is. Op dien grond heeft het Hof het niet noodig geacht de andere bezwaren tegen het vonnis van Zola te onder zoeken heeft het den ambtenaar van het Openbaar Ministerie onbevoegd verklaard om de vervolging in te stellen en niet alleen het vonnismaar de geheele procedure van den aanvang af nietig verklaard. Het spreekt van zelfdat de zaak nu ook niet naar een ander Hof van Assises met een andere jury kon ver wezen worden wat mogelijk zou geweest zijn indien het vonnis op een anderen grond vernietigd was ge worden. De zaak had op de klacht van den Minister van Oorlog in 't geheel niet vervolgd mogen worden De krijgsraad had zelf moeten klagenindien hij een vervolging had gewenscht. En dus is de zaak nu geheel uit? Dat zal afhan gen van hen die zich door Zola beleedigd achten. Den 13den April zal de termijn van drie maanden verstreken zijn, binnen welken alle recht tot vervolgingen van dezen aard door verjaring vervalt. Zoowel de generaals als de krijgsraad kunnen een klacht indienen. De generaals hebben er zich tot nog toe van onthouden en zullen vermoedelijk wel niet op hun besluit terugkomenen d e Regeering kan er moeilijk aan denken, na al het gebeurde een nieuw een ander proces tegen Zola uit te lokken nu wegens laster van de Generaals. Wanneer dit blad ter perse gaat, kan het bekend zijn of de krijgsraad, bijeengeroepen om over het indienen van een klacht te beraadslagen, daartoe al of niet besloten heeft, en of wij dien ten gevolge een nieuwe behandeling van de Zola - zaak voor een ander hof met een andere jury te wach - ten hebben, of wel dat men de wijze partij gekozen heef t van het er bij te laten. De beslissing van het Hof van Cassatie zal allen gerust stellen, wier vertrouwen op een onbevangen rechtspraak in Frankrijk begon te wankelen. Maar meer nog dan deze uitspraak heeft de aandacht getrokken wat door den Procureur*Generaal bij de openbare behandeling der zaak is gezegd. .Indien wij willen dat het buitenland eer bied voor ons zal hebben, laat ons dan kalm blijven", zeide hij, en hij herinnert aan den strijd die door Vol taire gevoerd was om de onschuld van den veroordeelden en ter dood gebrachten Jean Calas aan het licht te bren gen. Krachtig kwam hij op tegen de scheid-woorden van verraders" en .omgekochten", die men mannen als den vice-President van den Senaat Scheurer-Kestner en den oud-minister van Justitie Trarieux naar het hoofd had geworpen. Alsof men omtrent de schuld van Dreyfus geen andere meening zou mogen hebben dan zijn buur man Indien het immers waar is, dat Dreyfus is veroor deeld op een geheim stuk, verklaarde hij, dan is er geen twijfel aan, of zijn vonnis moest worden vernietigd. Hij betreurde het alleen, dat Zola door zijn eerlijke overtui ging zich had laten verleiden om te ver te gaan. Zola had voor de Jury moeten erkennen, dat hij inderdaad niet aan de eerlijkheid van den krijgsraad had getwijfeld, maar dat zijn krasse beschuldiging alleen had moeten dienen om een vervolging uit te lokken en daardoor de herziening van het vonnis van Dreyfus noodzakelijk te maken. Nog sterker betreurde hij het dat de voorstan ders eener herziening van het Dreyfus-proces niet den wettigen weg hadden ingeslagen, door den Minister van Justitie te verzoeken een revisie van het vonnis uit te lokken. Die weg is intusschen nog niet afgesloten, en wie weet welke verrassingen ons nog wachten, wanneer 't is treurig het te moeten zeggen na afloop der ver kiezingen Regeering en leden der Kamer zich weer vrij zullen gevoelen. Naast Zola zijn het KretaChina en Cuba die de algemeene aandacht het meast bezig houden. 't Is echter alsof Kreta in de publieke belangstelling door de zaken in oostelijk Azië en in Amerika wordt verdrongen; de vrees voor mogelijken oorlog maakt het verklaarbaar. Waar voor de mogendheden geen onmiddellijke belangen in 't spel zijnverflauwt de belangstelling en wordt onmetelijk geduld geoefend. Griekenland is verslagen en voor een oorlog in oostelijk Europa is thans geen gevaar. De toestand op het rampspoedige eiland is ellendigmen ontkent het nietmaar een oplossing zal wel gevonden worden. Van overwegend belang is im mers dat de goede verstandhouding tussehen de mo gendheden niet verstoordhet schoone „Europeesch concert" niet ontstemd worde; en elke mogendheid wijst op het voortduren van de goede verstandhouding als op een schoouen triomf. Op zich zelf ban dit worden toe- 33) Macneillie was echter, voor alles, een eerlijk man. Hij had de eerste godsdienstige waarheden niet stilzwij gend aangenomen, hij had goed nagedacht, geduldig ge wacht, had langzamerhand geleerd, en de harde levensweg had vruchten gedragen het was nu onmogelijk dat hij lang in duisternis kon blijven tasten. De gedachte door kruiste zijn brein, dat zijn kommer daardoor kwam, door dat hij van den rechten weg was afgedwaaldgedu rende eenigen tijd had hij het volkomen vertrouwen in God's leiding over elk levend wezen verloren, dat voor zoovele jaren zijn steunpunt geweest was. De woorden nit Ralph's brief schoten hem weer te binnen .ellen delingen zooals Sir Roderick zouden zelfs uw profeet Erskine van Linlathen hebben doen weifelen." De naam van Thomas Erskine op zichzelf, bracht reeds een geheelo reeks van herinneringen mede, want hij was een van de vele duizenden, die door de geschriften van dezen rechtsgeleerde, leider en heilige, gered zijn, om een prooi te worden van den geest van ongeloof, die de terugwerking is van Calvinisme en ceremonialisme. Liggende onder den beukenboom, terwijl de frissche berglucht zachtjes over zijn ontbloot hoofd streek, trachtte hij zich voor te stellen, wat Erskine van dit ongelukkig huwelijk zou gedacht hebben, met zijn treurige resultaten, en een gezegde uit .The Spiritual Order" viel hem te binnen, waarin de schrijver over de moeielijkheid sprak, het geloof in Gods barmhartigheid te behouden, wanneer men de slechtheden der stegen en straten der groote steden zag, die louter broeinesten van ondeugden en goddeloosheid zijn. Wanneer men dit alles ziet, hoe kan men dan nog gelooven, dat de beschaving Gods eenig doel was bij de schepping? .Dit zou onmogelijk wezen," zei Erskine, .wanneer wij niet beseffen dat God geen kaast kent." Het was dus duidelijk, dat het de onvolmaaktheid van zijn eigen natuur was, de zwakheid niet de kracht van zijn liefde voor Christine, die hem zoo wanhopend ongeduldig maakte, wanneer hij aan haar leed dacht terwille van haar, moest hij leeren .sterk en geduldig" te wezen, te leeren liefhebben met een hoogere liefde, en te wachten met een inniger, voller vertrouwen. De brief was tot hem gekomen, als een oproeping ten strijde, hij was er volkomen van overtuigd, dat een keerpunt in zijn leven was ingetredenhij had meer van Christine en van de moeielijkheden waarin zij verkeerde vernomen, dan hij in jaren geweten had, en de eenige wijze, waarop hij de meening van dit alles kon verklaren was, om in haar treurige omstandigheden vuriger voor haar te bidden, dan hij tot nu toe gedaan had. En zoo ging de tijd voorbij, en na het einde van zijn engagement van zes weken keerde Ralph naar Callander terug om de weinige dagen daar door te brengen, totdat Macneillie's gezelschap met .The Winters Tale" in South- bourne de reeks voorstellingen begon. Hij gevoelde zich meer thuis dan hij ooit gedacht had, Zijn vriend was zeer verheugd hem weer bij zich te hebben de oude mevrouw Macneillie was het niet minder en de bedienden begroetten hem hartelijk, want, ofschoon zijn ziekte hun zeer veel last had veroorzaakt, bezat hij de gave de harten te winnen, en de hulpelooze toestand waarin hij gekomen was, had het innige medelijden van het gastvrije Schotsche huisgezin voor hem opgewekt. Hij verbeeldde zich dat Macneillie's diepliggende, grijze oogen ernstiger stonden dan te voren, maar zijn manier van zijn, met een zweem van oorspronkelijk, droog-komieken humor, was net zooals vroeger, en het was niet voor den volgenden Donderdag, toen zij 's morgens vroeg naar de Trossachs wandelden, dat hij eenige toespeling op den inhoud van den brief maakte. Toen zij ten laatste langs de oevers van Loch Vennaehar liepen, deed Mac neillie eene directe vraag omtrent Christine. »Ik ben blij, dat je Lady Fenchurch hebt leeren kennen," zei hij. .Waar ging zij heen, toen zij Edin burgh verliet?" .Zij ging veertien dagen geleden naar de Hooglanden, naar een buiten Mearn Castle genaamd, dat aan een zekere mevrouw Strathavon-Haigh toebehoort,eene weduwe, nicht van Sir Roderick eene zeer geëmancipeerde dame, als hetgeen ik in Edinburg gehoord heb, waarheid bevat. Lady Fenchurch wilde er niet heengaan, maar zij zeide, dat haar echtgenoot er zeer op stond, dat zij de invitatie aannam. Zij heeft dus haar plan, om Charlie naar de zee te nemen laten varen en hoopte, dat de lucht van de Hooglanden hem evenveel goed zou doen. .Ik geloof, dat zij er zeer verstandig aan deed, om hierin den zin van haar man te volgen," zeide Macneillie, .maar Mearn Castle is een van de afschuwelijkste buitens, die er zijn." .Zij scheen er zeer weinig van te weten," antwoordde Ralph, .zij hield alleen niet van de weduwe, en wilde liever naar een andere plaats gaan, waar zij meer rust kon genieten. Maar zij schijnt al het mogelijke te doen, om het dien ellendeling van een man zoo aangenaam mogelijk te maken. O wanneer u haar geduld, haar waar digheid had kunnen zien, terwijl die schurk haar zoo slecht behandelde Ik wou dat ik hem had kunnen af ranselen." .Geen nood," zei Macneillie op zachten toon, .voor elk leelijk woord zal hij eens rekenschap moeten geven." Iels in zijn manier, en de innige overtuiging, dat elk onrecht in de toekomst op rechtvaardige wijze gewroken zou worden, deed Ralph zwjjgen. Hij gevoelde zich beschaamd over dien ongeduldigen uitval, en het speet hem niet, dat Macneillie, toen zij Loch Achray naderden, het gesprek een andere wending gaf, door naar den herderszoon te vragen. Zij waren het hotel voorbijgegaanen wandelden door de Trossachs, toen zij een heerenknecht met een syphon spuitwater en een groote mand fruit beladen, die hij klaarblijkelijk naar Loch Katrine bracht, inhaalden. Toen hij den man zag, liet Ralph plotseling een uitroep van verbazing hooren. .Wat, Linklaterben jij het Ik sprak juist met mijnheer Macneillie over je." Het gelaat van den man helderde op, toen hij Ralph s harteiijken groet beantwoordde, en hij keek deu acteur onderzoekend aan, daar hij dikwijls gehoord had, dat Macneillie een der oudste vrienden van Lady Fen church was. »Ik dacht waarlijk niet u hier te ontmoeten, mynheer," zeide hijzich naar Ralph keerende, »wg kwamen van morgen van Stronachlachar, want er was een goede wind om te zeilen, en jongenheer Charlie wilde zoo gaarne nn.a.r Ellen Eiland gaan. Daar is hg nu met mevrouw, en ik ben naar het Hotel gezonden om deze dingen voor het ontbijt te halen." ,Ztj hebben dus Mearn Castle verlaten?" vroeg Ralph verwonderd. .Wel, mynheer," zei Linklater, een weinig aarzelend, .wanneer u nog niets vernomen hebt, is het misschien beter, dat ik u de geheele waarheid vertel, want iederoen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1898 | | pagina 1