Ralph Denmead. Oprichting abattoir. Honderdste jaargang, 1898. WOENSDAG 27 APRIL. FEUILLETON. 37) NO. 50. Tweede blad. ALR1LU RSaiE C01ISA VT. Deze Courant wordt D la sda g-, Donderdag en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar ff O,SO franco door het geheele rijk ff 1.—. 3 Nummers f 0,00. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer3. Prijs der gewone advertentlen Per regel ff 0,1&. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOON. In de vergadering van 26 Januari 11. werden door den raad dezer gemeente om bericht en raad in handen van B. en W. gesteld. een adres d.d. 27 December 1897 van mr. B. van der Peen de Lille en 91 andere ingezetenen b. een adres d.d. 17 Januari 1898 van de afdeeling Alkmaar en omstreken van de Nederlandsche maatschappij tot bevordering der geneeskunst c. een adres d.d. 17 Januari 1898 van de afdeeling Alkmaar en omstreken van do Noordhollandsche Ver- eeniging »het Witte Kruis"; d. eene missive d.d. 18 Januari 1898 Nr. 173 van de Plaatselijke Gezondheidscommissie in alle welke stukken de meening wordt uitgesproken, dat in deze gemeente een groot volksbelang niet tot zijn recht komtdat er van officieele zijde tot heden niets wordt gedaan om er voor te waken dat aan de burgers vleesch wordt verkocht van goede voedingswaarde't welk kan worden genuttigd zonder schade voor de ge zondheid en waarin aan den raad met aandrang wordt verzocht te willen overwegen of het oprichten van een abattoir in deze gemeente mogelijk is zoo ja tot de spoedige oprichting daarvan te willen besluiten. Eveneens werd in de vergadering van 9 Maart 1.1. om bericht en raad in handen van B. en W. gesteld een adres van J. J. Bak en 376 andere ingezetenen hou dende op de daarbij aangegeven gronden het verzoek om eventueele voordrachten, reeds gedaan of nog te doen tot oprichting van een abattoir in deze gemeentete willen verwerpen. Ten slotte stelde de vergadering van 6 April 1.1. met hetzelfde doel in handen van B. en W. een adres d.d. 29 Maart 1.1. van de afdeeling »Noordholland benoorden het IJ" van de Nederlandsche vereeniging tot. bescher ming van dieren waarbij de oprichting van een abatoir met aandrang wordt aanbevolen. B. en W. hebben thans te dezer zake een praeadvies uitgebraoht en stellen daarin voordat de raad besluite tot de oprichting van een abattoir in deze gemeente over te gaan. Na te hebben nagegaan wat er in den gemeenteraad vóór dezen omtrent keuring van vleesch en andere voe dingsmiddelen werd verhandeld te hebben aangetoond dat eene keuring van vleesch, zoolang het slacht werk op 48 verschillende plaatsen in deze gemeente geschiedt op schier onoverkomelijke bezwaren stuit en na te heb ben in het licht gesteld hoe deze 48 slachtplaatsen eene voortdurende bron van verontreiniging en niet minder van last zijn gaan B. en W. in hun adres over tot de door EDNA LY ALL. HOOFDSTUK XXI. Nadat Ralph vertrokken was, scheen er een sombere wolk over Everelds hemel vau geluk te strijken. Zij begon over de toekomst na te denken, over do ontelbare schei dingen, die hen nog te wachten stonden en hoe meer-zij dacht, des te stiller en ernstiger werd zij. »Je ziet er vermoeid uit, kindlief,'' zei mevrouw Here ford, toen zij uit de kerk terugkwamen. »Do anderen hebben het plan gemaakt om aan het strand te gaan wandelen, maar jij hebt van middag nog al ver geloopen." »Ja," zei Evereld, naast hare gastvrouw bij het upen raam plaatsnemend, en naar den hemel opziende. »Ik wilde u van mijn wandeling vertellen. En wanneer u tijd hadt, zou Ralph ook zoo gaarne met, u willen spreken." Deze woorden werden met moeite geuit, en mevrouw Hereford keek naar het lieve, kinderlijke gezichtje, met de neergeslagen oogen, en begreep oogenblikkelijk wat er volgen zou. »Je bent reeds lang vrienden geweest," zeide zij. •Bride vertelde mij, dat gij samen zijt opgevoed, en dat een zeer aardige Dnitsche dame zeer veel voor je ge daan heeft." »Ja," zei Evereld, aan al de oude herinneringen denkend. »Ik weet niet, wat wij zonder haar gedaan zouden hebben. De Mactavishes hebben nooit veel om haar gegeven. Maar zij hield van ons en de goede oude Bridget ook, en Geraghty, de huisknecht, ook; en Ralph is altijd als een broer voor mij geweest, totdat Sir Matthew hem het huis uitgezet heelt. Hij slaagde niet voor zijn examen voor de Indische Staatsdienst, weet u, en toen hadden zij een twist en Ralph moest vertrekken. Het was slechts nadat hij weg was, dat ik begreep, hoeveel ik van hem hield." »En heb je hem sedert dien tyd met meer ontmoet vroeg mevrouw Hereford. vraag »of het oprichten van een abattoir in deze gemeente mogelijk is", of er tegen het oprichten van oen dergelijke inrichting financieele bezwaren bestaan en of zulk eene inrichting geen ongunstigen invloed op den prijs van het vleesch zal oefenen. Gewezen wordt op eene brochure van Gust. Kjerrulf, die in het laatst van 1896 de niet geringe moeite ge nomen heeft aan do bestnren van 560 dnitsche steden deze vragen te stellen 1°. Heeft men ondervonden dat door het verplichte gebruik van het abattoir en het daaraan verbonden ver plichte onderzoek de prijs van het vleesch is gestegen zoo ja", hoeveel bedroeg die verhooging per kilogram 2°. Is de opbrengst der inrichting van dien aard, dat de kosten van oprichting en exploitatie daaruit kunnen worden gevonden Ten aanzien der eerste vraag gaven van de 560 stads besturen er 403 een antwoord. In 15 steden waren de abattoirs reeds sedert zoovele jaren in gebruik dat be antwoording der vragen niet mogelijk was. In 22 steden was de prijs van het vleesch ietwat gestogen doch de oorzaak daarvan werd meestal niet aan de oprichting van het abattoir, doch aan andere economische oorzaken toegeschreven, terwijl intusschen de qualiteit van het vleesch was verbeterd. In enkele plaatsen waren de vleeschprijzen zelfs gedaald. De besturen van 361 steden verklaarden dat het vleesch niet duurder was geworden. Op de in de tweede plaats gestelde vraag kwamen 322 antwoorden in van welke 309 bevestigend terwijl de overige antwoorden ontkennend oi onbestemd waren hetgeen mag worden toegeschreven aan de omstandigheid, dat de abattoirswaarop deze antwoorden betrekking hadden nog te kort in werking waren geweest. De schrijver trekt uit de door hem ontvangen ant woorden die trouwens allou in zijne brochure worden medegedeeld de volgende conclusie 1. Abattoirs maken het vleesch niet duurder. 2. De inkomsten van abattoirs kunnen de uitgaven dezer inrichtingen ruimschoots dekken. 3. De vleeschprijzen regelen zich naar de verhouding tus- schen vraag en aanbod en in het bijzonder naar de veeprijzen. 4. De qualiteit van het vleesch wordt door het oprichten van abattoirs in het algemeen beter, waaruit bij geljjk- blijvenden prijs eene relatieve verlaging volgt. 5. Soms stijgt de prijs van het vleesch dadelijk na de opening van een abattoiralthans beproeven de sla gers na de opening hooger prijzen te bedingen. Even wel daalt de prys weder tot het normale peil tenge volge van de concurrentie. 6. De vleeschprjjzeu zijn in steden met een abattoir niet »Ja, wij zagen elkander toevallig in de Kerstvacantie, en toen meende ik ik dacht dat hij weinig om mij gaf. Hij heeft mij tot op heden niets gezegd, maar nu begrijpen wij elkander, alleen wil Ralph niet dat ik mij eenigszins bind hij had nog niet willen spreken, zeide hij, maar o, ik ben zoo blij dat bij niet gewacht heeft." Mevrouw Hereford nam de hand van het meisje in de hare en streelde haar stilzwijgend. Hare gedachten dwaalden terug naai den dag in haar eigen leven, waarop zij zich verloofd badzij was van denzelfden leeftijd ge weest als Evereld, en toen zij aan dien tijd dacht, werd haar hart met droefheid vervuld, daar zij begreep, welk een onvermijdelijk leed, hoeveel teleurstellingen en hoe veel eindelooze uren van scheiding dit meisje nog te wachten stonden. »Hetzelfde zou ik ook gezegd hebben," antwoordde zij na deze korte stilte. »Maar daar ik zeer goed weet wat het met zich brengt, moet ik bekennen, dat ik niet wensch, dat Bride en Molly je voorbeeld zoo spoedig volgen. Ik wil dat zij nog vijf of zes vrije, gelukkige jaren doorbrengen, voordat de inniger vreugden en de zwaardere zorgen beginnen. Natuurlijk heeft men het niet altijd voor het kiezen, en voor jou en mijnheer Denmead, die geen tehuis, geen familie hebben, is het waarschijnlijk de beste en gelukkigste oplossing. Ik ben blij, dat je het mij gezegd hebt, en je moet mij beloven, dat, wanneer je ooit hulp noodig hebt, je naar mij toe zult komen. Je kunt Lady Mactavish zeker niet tot ver trouwde nemen?" »Neon," zei Evereld, half lachend, half sehreiend. Zij zijn allen zoo afschuwelijk tegen Ralph geweest. Wanneer ik oen en-twintig ben, en wij werkelijk geënga geerd kunnen zijn, dan moeten zij het natuurlijk weten maar wanneer ik het hun nu vertelde, zou het geen goed doen, en zelfs zeer veel kwaad kunnen veroorzaken." •Heeft Sir Matthew er dan niet op aangedrongen datje je vriend niet meer zien zoudt, toen hij weggezonden werd »Ik geloof niet, dat iemand er tot verleden Kerstmis, aan gedacht heeft," zei Evereld. »Want toen ik hem ontmoet had en het aan Sir Matthew vertelde, heeft hij wel zooiets gezegd, maar ik zeide hem, dat ik het niet nalaten kon om de vriendschap mot Ralph aan te houden, en toen was hij zeer vriendelijk en verbood mij niet om hem in do vacantie te schrijven. Wanneer Ralph op het tooneel slaagt, geloof ik, dat Sir Matthew toch trotsch op hem wezen zal. Hjj heeft altijd een voorliefde voor hooger dan in naburige steden zonder eene dergelijke inrichting. 7. De vrije uitoefening van het slagersberoep wordt in steden met een abattoir veeleer bevorderd dan beperkt, omdat een ieder die zich aan de voorschriften houdt het recht heeft in die inrichting te slachten of te laten slachten. De schrijver eindigt zijn verdienstelijk betoog met het uitspreken van den wensch, dat het door hem aange brachte materiaal aan de tegenstanders van abattoirs de lust zal benemen zich langer te verzetten tegen »eine der grössten hjgiënischen Reformen unserer Zeit." Tegen »ebn der grootste hervormingen van onzen tijd op het gebied der gezondheidsleer" pogen voor zooveel Alkmaar aangaat J. J. Bak en 376 andere ingezetenen zich te verzetten met een adres, 't welk van den volgen den inhoud is »Geven met verschuldigden eerbied te kennen »De ondergeteekenden allen inwoners dezer gemeente, »dat zij kennis namen van een dezer dagen aan Uwen »Raad ingediend adres, waarbij met aandrang verzocht »wordt te willen overwegen of het oprichten van een »abattoir hier ter stede mogelijk is en zoo ja, tot de spoedige oprichting daarvan te willen overgaan »dat, waar bovendien in gemeld adres op gezag van mannen der wetenschap, gezegd wordt, dat eene in alle opzichten doeltreffende vleeschkeuring slechts in een •openbaar slachthuis te bereiken zou zijn, onderge tekenden meenen niet te mogen achterblijven met de verzekering op gezag der elders opgedane ervaring •dat eene in alle opzichten doeltreffende vleeschkeuring •ook met een abattoir niet te bereiken is •dat in steden met abattoirs de ervaring leert, dat •juist dóar een clandestine vleeschhandel ontstaat en veel •frauduleuze invoer plaats heeftwaardoor de hygië nische belangen der inwoners ten zeerste worden geschaad; •dat ook met een abattoir, toebereide vleesch waren •spek, hammen enz. evengoed als nu uit het buitenland zullen worden aangevoerd, welke, ook indien ze aan het •abattoir komen niet voldoende kunnen worden gekeurd dat aan een abattoir geen toezicht kan worden ge houden op hetgeen thuis vervaardigd of toebereid wordt, zoodat ivorst- of vleeschvergiftiging enz. toch niet zal kunnen worden voorkomen gelijk gebleken is te Rot- iterdam waar, niettegenstaande het abattoir, eene uitge breide vleeschvergiftiging plaats had •dat ongeacht de vraag wie de renten en aflossingen •van kapitalen voor den bouw benoodigd en de jaar- lijksche uitgaven voor de exploitatie van abattoir en koelhuis ook zullen betalen, dit toch vaststaat, dat het •door inwoners dezer gemeente zou moeten geschieden menschen, die vooruitkomen. Wij zullen elkander toch wel van tijd tot tijd mogen schrijven •O, ik vind, dat zoolang "er niets heimelijks bij is, gy elkander schrijven kunt," sfei mevrouw Hereford. »Gjj schrijft elkander als vrienden, niet als verloofden je moet je zelve die weelde ontzeggen, totdat je meerder jarig bent. Ik predik niet iets, wat ik niet zelf in prak tijk gebracht heb, want wij hebben hetzelfde vier jaren doorgemaakt, voordat wij verloofd waren. Er is zeer veel tegen, maar ik geloof ook veel voor." Er is zeer veel voor," zei Evereld. »En ik ben veel meer verlaten op de wereld, dan u waart. U hadt broeders en zusters." Ja, en een werkkring, die veel tijd in beslag nam," zei mevrouw Hereford, een zucht onderdrukkend. »0, ik vind d)t je er zeer veel door gewonnen hebt, ik wenschte alleon dat je begreep, dat het een leven is, hetwelk on eindig veel geduld en moed en kracht vereischt. Er zullen dagen komen, waarin niet alles zoo schitterend is als je denkt, maar ik wil niet langer kwaad voorspellen. Je zult waarschijnlijk geduldiger kunnen wachten dan ik, want opwellingen zijn de vloek van alle Ieren. En u wilt met Ralph spreken pleitte Evereld, wetende hoezeer hij de vriendschap en raad van zulk eene vrouw zou op prjjsstellen en heimelijk verlangend, dat mevrouw Hereford hem beter zou leeren kennen en meer waardeeren. •Ja, natuurlijk," zeide hare gastvrouw, met dien glimlach, die zoo vele harten had gewonnen. »Wij zullen er na het ontbijt samen over spreken." Zij deed haar woord gestand, en terwijl Mac- neillie het gezelschap met verhalen over verschillende tegenspoeden tijdeus zijn tooneelloopbaau vermaakte, slaagde zij er in om Ralph naar den zieken patriot mede te nemenwaarna zij zeer gezellig in het salon zaten te praten met niemand anders dan de kleine Baby Donald, een stevig ventje van drie jaar, om hen gezelschap te houden. Evereld heeft mij verteld wat er gisteren gebeurd is," zeide mevrouw Hereford, die zeer goed begreep, dat zij maar dadelijk het onderwerp aan moest roeren en niet wachten totdat hij na veel omwegen er op afging. Ik zou nooit zoo gauw gesproken hebbeD, wanneer het niet om die reis naar Zwitserland, met dien schurk en zjjn advocaat was geweest," zei Ralph hartstochtelijk. »Vergeef mjj de uitdrukkingmaar zij is werkelijk niet te sterk voor hem." Word', vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1898 | | pagina 5