trieschoolals beschikking op zijn adres d.d. 30 Maart 11. te berichtendat de voorwaarde sub Ir. d van 's raads besluit van 22 September 1897 No. 4 bij deze wordt ingetrokken doch dat van eene verhooging der subsidie tot f 1000 voorshands geen sprake zal kunnen zijn. Door de heeren Kraakman en Vonk is het vol gende amendement ingediend. Uit het voorstel van B. en W. te laten vervallen de woorden »doch dat van eene verhooging der subsidie tot f 1000 »voorshands geen sprake zal kunnen zijn." Achter het woord »berichten" te plaatsen1°. Aan het voorstel toe te voegen 2°. dat bij de behandeling der begrooting voor 1899 in ernstige overweging zal worden genomen om de subsidie tot f 1000 te verhoogen, wanneer door subsidie van het Rijk en de Provincie het voortbestaan der school verzekerd wordt. De heer Kraakman licht dit amendement toe. Aan die toelichting voegt hij toe, dat, als de Raad dit amen dement aanneemt, hij geen ongunstigen indruk bij het Rijk en de Provincie doet ontstaan. De Raad bindt zich overigens volstrekt niet. De heer Boelmans ter Spil herinnert er aan, dat voorgesteld wordt terug te komen op een vroeger genomen raadsbesluit. Hij acht dit in den regel niet wenschelijk, tenzij daarvoor overwegende redenen bestaan. Zoo ook hier. Is de toestand, waaronder indertijd de subsidie werd verleend, niet veranderd, dan behoort de Raad den noodigen eerbied te toonen aan zijn eens ge nomen besluiten. Het besluit, waarop men thans wil terugkomen, is genomen ongeveer een half jaar geleden, na uitvoerige, ernstige beschouwing. Is er nu aanleiding om dat beslnit te herzien. Naar spr. meening niet. Spr. standpunt ten deze is eerst subsidie van Rijk en Provincie en daarna van de ge meente. Tot zoolang althans behoort het eens genomen besluit gehandhaafd te worden en hij stelt dan ook voor te besluiten, dat de Raad geene termen beeft kunnen vinden om terug te komen op zijn besluit van 22 Sept. 1897. Wat het amendement betreft, met het 2e punt daarvan ban hij medegaan, voorzoover betreft aanhou ding dezer aangelegenheid tot behandeling der begrooting voor 1899. Hij verklaart zich evenwel tegen het daarin voorkomende woord »ernstige'' wanneer daarin een zeker verband voor de raadsleden zou zijn gelegen. Spr. is van oordeel, dat alle zaken in den Raad behandeld, ernstig overwogen worden. Heeft men met dat woord in het amendement dezelfde bedoeling, dan heeft hij er geen bezwaar tegen het te laten staan. De Voorzitter moet vorigen spreker doen opmer ken, dat er sinds het vorig jaar veel verandering in de school is gekomen. Meer dan 100 leerlingen zijn er bij geko men. Bij zijn bezoek aan de school heeft de Min. van Binn. Zaken gezegd dat het zwakke punt voor Rijks subsidie was de geringe gemeentelijke subsidie. Ware die hoogerdan zou Z.E. vrijmoediger kunnen zijn in het verleenen van een meerdere subsidie. De heer Bruinvis is bet met den heer ter Spill eenswat betreft eens genomen raadsbesluiten. Ten deze meent hij echter, dat eene uitzondering kan worden ge maakt. De Provincie heeft reeds subsidie verleend. Wat voorts het woord »einstige" betreftook hij meent dat de leden van den raad zich daardoor niet binden. De heer Vonk geeft te kennen, dat het lot der school beslist is, als de raad niet meer dan 500,— geeft. Er is overigens niets tegen, om het woord »ernstige" te laten vervallen. Prov. Staten hebben aanvankelijk onder de zelfde voorwaarde als de gemeente subsidie verleend. Zij hebben echter de voorwaarde laten varen en waarom zou de raad dit nu niet doen. De heer d e G r o o t is het met den vorigen spreker niet eens. Prov. Staten zullen meer kunnen geven dan de gemeente. Men moet bij het verleenen van subsidie niet te vrijgevig zijn. Aanstonds zullen er wellicht weer anderen komen. De Voorzitter doet opmerkendat eerst de ge meente, waar de instelling gevestigd is, van hare belang stelling moet doen blijken. Eerst daarna komen Rijk en Provincie. De heer Boelmans ter Spill meent te mogen constateeren, dat de heeren die terug willen komen op het eens genomen raadsbesluit niet genoegzaam hunne denkbeelden gemotiveerd hebben waarom ze dat wen- schen. Alleen heeft hij als reden gehoord, dat het aantal leerlingen is vermeerderd. Spr. gelooft voorts nietdat Prov. Staten van hun beginsel zijn afgeweken. Voor den Minister moest het een prikkel temeer zijn de subsidie te verhoogen als daarvan de gemeentelijke subsidie afhankelijk is. De heer Kraakman meent, dat de groote meerder heid van den Raad deze school heeft willen steunen. De Minister heeft een bezoek aan haar gebracht, evenals een geëerd lid der Tweede Kamer. Deze heeft uitgelaten, dat hij de inrichting te Alkmaar de eerste acht in de rij van dergelijke scholen. Als men nu deze school, aanvankelijk gesteund, wil vernietigen, men wete wat men doe. Aan de school ligt een sociaal beginsel ten grondslag. De Raad stelle overigens geen precedent tegen de subsidie van Rijk en Provincie. Laat hij getrouw blijven aan zijn eens genomen besluitom de eens toegestane f 500 te verleenen. Het le gedeelte van het voorstel van B. en W. wordt daarop in stemming gebracht en aangenomen met 12 tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heeren de Groot, Witte, Boelmans ter Spill en Goede. Het amendement der heeren Kraakman en Vonk, met weglating van het woord ernstige, wordt vervolgens met algemeene stemmen aangenomen. Demping van een sloot. 13. Bij adres d.d. 8 Maart 1.1. heeft J. Balder ver zocht hem vergunning te willen verleenen: 1°. tot het verlengen van den houten duikerliggende onder den Keunemerstraatweg en dienende tot uitwatering van den Houtwelke duiker uitloost in de polderslootgelegen tusschen de perceelen genaamd »Noord" en »Zuid'' en het terrein van de bouwmaatschappij »Rijnecom"; 2.. een gedeelte van de bedoelde poldersloot te mogen dempen Het komt B. en W. voor, dat er geene bezwaren be staan tegen de inwilliging van dit verzoek, weshalve zij voorstellen te besluiten aan J. Balder behoudens de rechten van derden vergunning te verleenen1°. tot het verlengen van den boven omschreven duiker; 20- tot het dempen van de bedoelde poldersloot en wel tot 1,25 M. voorbij de achtergevels van genoemde huizen, een en nader behoudens de nakoming van een zestal gestelde voorwaarden. De commissie van bijstand voor de publieke werken over het technische gedeelte van dit voorstel gehoord heeft verklaard zich daarmede geheel te kunnen vereenigen. De heer Kraakman wilevenals indertijd bij de aanvragen van Leijen en Rijnecom een servituut vestigen, aldus luidende De in dit besluit gegeven vergunningen vervallen en worden als niet gegeven beschouwd wanneer daarvan binnen zes maanden na de dagtee- kening van dit besluit geen gebruik is gemaakt wanneer J. Balder zich niet binnen twee maanden na de dagteekening van dit besluit tegenover de gemeente Alkmaar te zijnen koste bij authentieke akte voor zich en zijne rechtverkrijgenden verbindt tot de volledige nakoming van al wat daarbij is opgelegd en voorge schreven zulks op straffe van vergoeding van kosten schade en intressen volgens de wetmet vestiging van het recht van erfdienstbaarheid ten behoove van de on genummerde wegen en slooten in den stadshoutbe- hoorende aan de gemeente Alkmaar en ten laste van des verzoekers voormeld perceel »Noord" ter voortdurende verzekering van de nakoming der verplichtingen bij dat besluit opgelegd. Dit amendement wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd evenals daarna het in verband hiermede gewijzigde voorstel van B. en W. Bouwterrein van Mej. de Wed. S. P. Uaptcyn. 14. Nu de quaestie omtrent het bouwterrein »Rijne- com'' na veel moeite en strijd is opgelost, kan eindelijk het adres van de Wed. S. P. Kapteyn, geb. Roskam, in behandeling worden genomen. Onder verwjjzing naar het besluit van den 13den October 1897 waarbij aan de adressante geene vergun ning werd verleend tot het dempen van de slootlig gende voor haar bouwterrein aan den Kennemerstraatweg, zoolang de plannen tot inrichting, opbooging en rioleering van dat terrein niet zouden zijn ingezonden verklaren B. en W. thans, dat tegen het dempen van de bedoelde sloot bij hen geene bezwaren bestaan. Daarbij moet ech ter worden overwogen dat deze sloot voor de helft gemeente-eigendom is. Zonder de hulp der gemeente zal de adressante dus haar groot bouwterrein niet, alhans moeilijk, in exploitatie kunnen brengen. Tegenover de door de gemeente te verleenen hulp mogen billijkerwijs voorwaarden worden gesteld, welker vervulling het alge meen belang zal ten goede komen. Voor het hierbedoelde bouwterrein bestaat voorts, zoolang het ingezonden bouw plan niet is goedgekeurd, geen ander recht van uitgang op deD Kennemerstraatweg dan dat 't welk gevonden wordt ter plaatse waar zich thans nog een damhek bevindt. Het komt B. en W. voor, dat er tegen de goedkeu ring van het ingezonden plan in zijn geheel genomen, onder te formuleeren voorwaardengeene bezwaren bestaan. De adressante heeft er, bij de indeeling van haar terrei op gerekend, dat verband zou worden ver kregen met de aangrenzende terreinen van »Rijnecom". Daarvan zal echter, na 's raads besluiten van 26 Januari en 9 Maart 11. voorloopig wel geen sprake kunnen zijn, Intusschen achten zij het geenszins onmogelijkdat dit verband in de toekomst en als de terreinen van Rijne com" eenmaal volbouwd zijn, als van zelve zal tot stand komen. Er bestaat dan ook naar hunne meening geene enkele reden om te verlangen, dat de indeeling ten deze worde gewijzigd. Zij meenen overigens te kunnen volstaan met het for- mnleeren van een ontwerp-raadsbesluit, waarin de voor waarden aan het overnemen der straten en riolen te verbinden meer in bijzonderheden worden omschreven, weshalve zy voorstellen te besluiten bij de gemeente kosteloos in eigendom en onderhoud over te nemen de door de adressante ontworpen straten met de daarin aan te leggen rioleeringen, volgens overgelegd plan, op het aan haar toebehoorende bouwterrein, even wel niet dan onder de navolgende voorwaarden enz. Bij het redigeeren der voorwaarden ig zooveel mogelijk voortgebouwd op de grondslagen waarop de goedkeuring van het bouwplan van »Rijnecom" berust. De commissie van bijstand met betrekking tot het boheer en onderhoud der plaatselijke werken en eigen dommen over het technische gedeelte van bovenstaand ontwerp-besluit gehoord, heeft verklaard zich daarmede geheel te kunnen vereenigen. Door den heer Bruinvis is een amendement ingediend, strekkende om in de gestelde voorwaarden eenige wijzi ging aan te brengen. Over de gestelde bepalingen had geene belangrijke discussie plaats. Het amendement Bruinvis werd aangenomen, nadat een gedeelte daarvan door den voorsteller was ingetrokken en het in verband daarmede gewijzigde voorstel van B. en W. werd ver volgens zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Bekening Schuttersraad. 15. Het onderzoek der rekening van den Schutters raad belast met de geldelijke administratie der d.d. schutterij over het jaar 1897 heeft bij de Commissie tot de belastingzaken enz. geen aanleiding tot opmerkin gen of bedenkingen gegeven. De toelaag uit gemeentekas, begroot op f 2588, behoefde slechts tot een bedrag van f 1717,51 verstrekt te worden. De Commissie stelt voor te besluiten de bedoelde reke ning vast te stellen in ontvang en uitgaaf op f 1891,86. Zonder hoofd, stemming wordt aldus tot de vaststel ling besloten. Rekening kamer van koophandel. 16. De rekening der Kamer van Koophandel en Fa brieken over 1897 bedraagt in uitgaaf f 128.136 en even veel in ontvang doordien de leden en de secretaris de aan de gemeentelijke bijdrage van f 125 tekort komende f 3.135 hebben bijgepast. De uitgaven hebben bij de Commissie tot de belasting zaken geenerlei bezwaar gevonden, zoodat zij voorstelt te besluiten de rekening goed te keuren. Zonder hoofdelijke stemming wordt de rekening goed gekeurd. Rekening Burgerlijk Armbestuur. 17. De rekening van het Burgerlijk Armbestuur over 1897 vermeldtmet inbegrip van het batig saldo over 1895 a f 822,41® en een gemeentelijk subsidie van f 9850 een ontvang van f 12445,45 en eene uitgaaf van f 11961.55s, waaronder f 1490.15 voor verpleging van hulpbehoeven den in gestichten en f 587.25 voor verpleging van be hoeftige zieken in het gasthuis f 7859,65 bedeeling in geld f 930,70 in brood (5339 stuks) f 226,80 aan turf enz. De uitgaaf is f 405,645 onder de begrooting ge bleven hetwelk, met de hoogere ontvangst van f 78,25, de rekening met een batig saldo van f 483.89s doet sluiten. Bij het onderzoek door de Commissie tot de belastingzaken enz. zijn geene bedenkingen gerezen, zoo dat zij voorstelt te besluiten de rekening goed te keuren tot een bedrag van f 12445,45 in ontvang, van f 11961,55® in uitgaaf on alzoo met een batig saldo van f 483,89s, te brengen als eerste post van ontvang in de rekening over 1899. De rekening wordt tot de genoemde cijfers zonder hoofd, stemming vastgesteld. Bannen- enTrouwengasthuls. 18. Regenten van het Gasthuis vragen goedkeuring op een staat van af- en overschrijving en op eene sup- pletoire begrooting, beide voor den dienst van 1897. De eerste meldt afschrijving op 11 volgnummers der uitgaven die onder de raming zijn gebleven en de over schrijding op 7 volgnummers, waarvan de raming werd overtroffen een en ander voor zoover betreft een bedrag van f 386,55'. Want niet door af- en overschrijving te dekken bleef nog eene som van f 269.77®, tot delging waarvan Regenten nu nog een nader subsidie uit de gemeentekas aanvragen. De Commissie tot de belastingzaken enz. vindt vrijheid tot bewilliging van het verzochte te adviseeren waarom zij voorstelt te besluiten 1°. machtiging te verleenen op de begrooting voor 1897 af te schrijven op 11 volgnrs. f 386,55® en dit bedrag over te schrijven op 7 andere volgnrs.; 2°. vast te stellen een suppletoire begrooting voor den dienst van hetzelfde jaar, in ontvang en uit gaaf bedragende f 269.77®, de ontvangst bestaande uit een nader subsidie der gemeente tot genoemd bedrag. Een en ander behoudens het grondig onderzoek der uitgaven na de inlevering der jaarrekening. Dit voorstel wordt zonder hoofd, stemming goedgekeurd. Brandkast voor den gemeente-ontvanger. 19. De gemeente-ontvanger heeft er de aandacht op gevestigd dat de bij hem in gebruik zijnde brandkast tot berging van boeken papieren en geldswaarden te klein is. Kon daarin tot heden nauwelijks het allernoo- digste geborgen worden de ruimte zal eerlang geheel onvoldoende zijn als de registers voor de kortelings in gevoerde nieuwe belastingen daarin eveneens een plaats zullen moeten vinden. Yan niet minder gewicht gelieve men de omstandig heid te achten dat de bedoelde brandkast van oude- eoastructie voldoende waarborgen tegen brand noch tegen inbraak aanbiedt, zoodat B. en W. zich niet ver antwoordzouden rekenen indien zij niet voorstelden daarin aanstonds te willen voorzien. Zij stellen daarom voor te besluiten burgemeester en wethouders een crediet te verleenen van ten hoogste f 650 tot het aanschaffen van een nieuwe, solide, doelmatige brandkast ten dienste van den gemeente-ontvanger. Het aangevraagde crediet wordt zonder hoofd, stem ming verleend. Bouwterrein IKieuwlandersingel. 20. Mevrouw de wed. J. J. Molenaar, geb. ten fïönte' de Lange heeft zich tot den Raad gewond mei de mede- deeling,, dat zij het perceelten kadaster bekend ge meente Alkmaar, sectie F Ns. 497 en 218, tot bouwter rein wenscht te bestemmen naar aanleiding waarvan zij, om daartoe te kunnen geraken verzoekt om de sloot langs den Nieuwlandersingel te mogen dempen. In verband met vroeger genomen beschikkingen op dergalijke adressen van J. Ligthart en Wed. S». ID Kap- teijn komt het B. en W. voordat de Raad toen ge noegzaam heeft aangegeven welke weg ook thans door mevrouw de wod. Molenaar moet worden ingeslagen om tof demping van de door haar bedoelde sloot te geraken. Zij stellen dan ook voor te besluiten aan mevrouw de wed. J. J. Molenaar geb. ten Houte de Langeals beschikking op haar adres dd. 29 Maart 11. te berichtendat de Raad niet genegen is vergunning te verleenen tot het dempen van de sloot langs haar bouwterrein aan den Nieuwlandersingel zoolang door haar niet aan de goedkeuring van den Raad zijn onder» worpen de plannen van inrichting, bestrating, rioleering en ophooging van bedoeld bouwterrein. Thans komt mede in behandeling het nader van de verzoekster ingekomen adres. Het voorstel van B. en W. wordt mede als antwoord op dit adres zonder hoofd, stemming aangenomen. Terordening tot beperking van den eigendom ln betrekking tot, erven. 21. Op het voorbeeld van andere gemeenten welke zioh uitbreiden en waar dientengevolge allengs nieuwe straten en wijken worden aangelegd, komt het b. en w. voor, dat ten spoedigste ook voor deze gemeente eene verordening moet worden vastgesteld, houdende bepa lingen omtrent beperking van den eigendom in betrek king ,tot erven eene verordening welke met straf be dreigt dengeen, die zonder de medewerking van het gemeentebestuur nieuwe straten of stadsgedeelten mocht willen aanleggen waarmede de gemeenschap slecht of niet gediend is en waarmede de eigenaars van reeds bestaande straten of stadsgedeelten er toe kunnen wor den gebracht zich te gedragen naar hetgeen op grond van de openbare orde en veiligheid in billijkheid mag worden gevorderd. De regeling van dit onderwerp ach ten zij zoo urgent, dat zij hebben gemeend niet te mo gen wachten totdat de commissie, ingevolge art. 166 der Gemeentewet, belast met het ontwerpen van straf verordeningen, het initiatief daartoe zou nemen. Zij stellen daarom voor om over te gaan tot vaststel ling van de navolgende Verordeninghoudende bepalingen omtrent beperking van den eigendom in betrekking tot erven. Art. 1. Het is verboden wegen, straten of voetpaden, voor het algemeen toegankelijk, op particuliere gronden aan te leggen of te doen aanleggen en deze aan open bare wegen, straten of voetpaden aaD te sluiten, te doen aansluiten, aangesloten te hebben of te houden, tenzij met vergunning van den gemeenteraad en in overeen stemming met de aan eene verleende vergunning ver bonden voorwaarden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1898 | | pagina 2