3 Ralph Denmead. No. 62. onderdste jaargang. 1898. VRIJDAG 27 MEI. CITLOTinrG. PARIJSCHE BRIEVEN. FEUILLETON. Buitenland. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Binsdi g-, Doid ejrjd a g- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f O,SO franco door^het geheele rijk f 1. 3 Nummers f 0,96. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentten Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven f r|a n c o aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter kennis van belanghebbendendat bij de heden gehouden altloting van obligaties, in de geld- leeningen ten laste dier gemeente, aangegaan krachtens raadsbesluit van 1.29 Juli 1886, No. 2, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noordholland bij besluit van 4 Augustus d. a. v., No. 13, zijn getrokken de Ms. 2, 11, 92, 57, 87, 8», 144, 158, 161, 164, 191, 205, 210, 222, 225, 250 en 270. 2. 29 Juli 1892, No. 1, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noordholland bij besluit van 3 Augustus d. a. v., No. 14 is getrokken Mr. 63 5 3.18 Januari 1893, No. 2, goedgekeurd door Gedepu teerde Staten van Noordholland bij besluit van 25 Januari d. a. v., No. 14 zijn getrokken de Ms. 69 en 172 4. 9 October 1895 No. 27 goedgekeurd door Gedepu teerde Staten van Noordholland bij besluit van 16 October d. a v., No. 45 zijn getrokken de Ms. 44 en 45 alle welke obligaties, ieder groot duizend gulden, met de onverschenen coupons ten kantore van den Gemeente-ontvanger te Alkmaar of de Kasvereeniging te Amsterdam ter betaling aangeboden kunnen worden op of na 1 October 1898, van welken dag zij geene rente meer afwerpen. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT, Voorzitter. 23 Mei 1898. C. D. DONATH, Secretaris. XVI. Parijs, 24 Mei 1898. Zondag j.l. hadden wij de herstemmingen voor de Kamer van afgevaardigden. Het was juist bij uitzonde ring prachtig warm weder, zoodat vele kiezers daardoor niet opkwamen, en liever van het mooie zonnetje buiten Parijs genoten. Bovendien lokte Chantilly alle liefheb bers van wedrennen met den eersten grooten prijs van het Saison, »le Prix du Jockey-Club", een prijs die de moeite waard is, 100 duizend franken onder de vier hoeven van een paard. Het ware bepaald te wenschen, dat wij hier thans bestendig mooi weder kregen, want wij hebben vier feesten achtereenvolgens, en de geheele Parijsche weelde-handel moet met die feesten een mooien slag slaan. Eergisteren was het Chantilly, Zondag a.s. hebben wij den Grand-Steeple van Auteuil, eene week later het prachtige bloemenfeest, »la Fête des Fleurs" in het Bois de Boulogne, en eindelijk op den vierden Zondag den Grand-Prix de Paris op het Course-veld van Long- champs. Voor al die gelegenheden zijn dus zeer vele costuums, toiletten, rijtuigen enz. enz. noodig, de rijke dames hier koopen niet een half dozijn japonnen, neen, mogen wij de groote couturiers gelooven, dan zijn er velen onder hunne clienten, die verscheidene honderd duizenden franken per jaar voor haar toilet uitgeven. door EDNA LYALL. 46) Zij keerde zich naar het aardige Amerikaansche meisje, wel wetendedat haar eenige kans was om zich tot haar te wenden. Zij scheen haar knap en verstandig toe zij zou haar wel begrijpen. »Het spijt mij zeer zeide zij, »dat ik van avond moet weigeren. Maar ik ben moe, en wil naar bed gaan. Wilt u het gedachtenlezen niet probeeren Hare blauwe oogen keken strak in de vroolijke kijkers van de kleine juffrouw Upwood, en zeide haar zoo duide lijk mogelijk»Help mij uit dezen neteligen toestand." En de Amerikaansche beantwoordde dadelijk deze stom me bede. »Ik zal zien of ik het niet zelf kan doen, mijnheer Wylie," zeide zij, hem ondeugend aanziende, en een fijn zakdoekje uitstekend. »Blinddoek mij inplaats van juf frouw Ewarten u zult ziendat ik de speld even gauw vind." Zij maakte zooveel gekheid over de geheele zaak, dat zelfs Bruce Wylie niet opmerkte, dat Evereld ten aan schouwen van allen, kalm de breede trap op liep, en vei lig en wel in hare kamer opgesloten was, voordat iemand aan hare afwezigheid gedacht had. >Ik zal eeuwig van Amerikaansche meisjes houden zeide zij bij zichzelf. »Hoe gauw begreep zij het. Ik wilde dat ik haar bedanken kon, maar dat is onmogelijk. Ik moet zien hier vandaan te komen. Ik durf niet langer te blijven. Wanneer ik maar wist, hoe ik het gemakke lijkste vluchten kon, en waarheen te gaan naar me vrouw Hereford 1 Zij zou wel voor mij zorgen. Maar Ierland is zoo ver weg, en ik ben bang dat zij mij in Ook in andere opzichten bemerkten wij de nadoelen van het ongunstige lenteweder, de nieuwe aardappelen, asperges, aardbeziën, kersen, alle jonge groenten en fruit bleven buitengewoon duur, en daar al de oude groenten op zijn, de nieuwe niet zeer talrijk, het brood ook al duur is, zoo klagen de huismoeders, vooral in de fami lies van werklieden en kleine employé's. De herstemmingen gaven ons eenige verrassingen. De député-Muselman, de aanhanger van Mohamed, Dr. Gre- nier, werd niet herkozen, zoodat wij niet meer het schouw spel zullen genieten van eenen afgevaardigde in arabisch costnum, en die den geheelen dag zijne voeten moest wasschen. Maar naar men zegt, krijgen wij thans eenen neger, den heer Legitimusdéputé van Guadeloupe. Paul de Cassagnac, bijgenaamd 1' enfant terrible der Bo- nopartisten, komt weder in de Kamer, dit belooft ons misschien eenige woelige zittingen, vooral zoo wij be denken dat ook Drnmont, de anti-semiet, Paul Déron- lede, de patriot, en Millevoye, de nationalist, thans ge kozen zijn. Onder de niet-herkozenen wijzen wij op zeer bekende personen, op den minister van Koloniën, den heer Lebon, die daarom zijn ontslag neemt, op den ra dicalen oud-minister Réné Goblet, de socialisten Fabe- rot, Gérault-Riehard, hoofdredacteur van het dagblad »La Petite République", Réné Chauvin, verder den oud minister Develle en vele anderen. De nieuwe Kamer bevat thans 210 nieuwe en 371 oud-afgevaardigden. Volgens de statistiek, door het ministerie van Binnen- landsche Zaken openbaar gemaakt, verdeelen zich die 581 député's als volgt RepubliekijnenOpportunisten of Ministerieelen 254 Radicalen 104 Sociaal-Radicalen 74 Socialisten 57 Ralliés dat is vroegere tegenstanders der Republiek, thans Republiekijnen 38 Niet-Republiekijnen Réactionairen, aanhangers van Koning of Keizer 44 Nationalisten 10 Gisteren begon voor het Cour d'Assises van Versailles het tweede proces tegen Emile Zola en tegen het dag blad l'Aurore. Hoe de groote schrijver nog steeds op de meest hatelijke of afschuwelijke wijze wordt aangevallen, aan welke scheldwoorden en laster hij nog altijd bloot staat kan het best blijken uit het schandelijke artikel, geschreven en geteekend door Ernst Judet in de Kleine Courant. Judet heeft reeds maanden achtereen eenige malen per week de leelijkste dingen verteld tegen Zola en allen die niet begrijpen willen, dat de eer van het land en van het leger eischt, dat men een onschuldige laat boeten voor een verraad, hetwelk door een ander gepleegd werd. Dit zeker nog niet voldoende achtend bevatte gisterenmorgen, juist op den dag dat het nieuwe proces moest beginnen, de Kleine Courant een artikel, niet tegen Zola zei ven doch tegen diens vader. Wij weten niet in hoeverre de beschuldigingen tegen dezen overledene geuit, waarheid bevatten, doch zeker is, dat zullen halen, voordat ik bij haar ben. Zal ik naar Londen gaan, en met Bridget naar een of andere kleine plaats vluchten, waar niemand ons vinden kan Ik kan naar Southbourne gaan maar de school begint pas de volgende week, en er is niemandhet helpt dus niet of ik er heen ga." Geen van deze plannen schenen tot eenig nut te zijn. Aan wie kon zij zich wenden 1 Onrustig in de kamer op en neer loopend, bad zij om hulp en raad en bijna dadelijk daarop viel haar een welbekende naam te binnen. »Achriep zij uit, »hoe verwonderlijk, dat ik daar aan niet eerder gedacht heb." Zij stapte op het balkon, trad in Minnie's kamer en nam een Continental Bradshaw van de tafel, en terug- keerende, zette zij zich neer, om zoo goed als het ging eene route uit te vinden. Het was niet gemakkelijk voor iemand, die de geheimen van een spoorwegboek niet grondig kentzij werd geheel van streek gebracht, door twee plaatsen, welke bjjna denzelfden naam droegen, en zij tastte geruimen tijd in eene wildernis van dag- en nachttreinen, en zwarte en lichte cijfers rond, die voor onervaren menschen evenveel valstrikken zijn. Wanneer er niet zooveel van afgehangen had, zou zij over haar ontsteltenis gelachen hebben, maar, zooals de zaken nu stonden, was zij er na aan toe om over de Brad shaw te huilen. De angst voor Bruce Wylie en de gedachte aan Ralph gaven haar kracht verder te gaan totdat zij ten laatste haar weg had gevonden. De treinen waren niet zoo gunstig voor hare plannen als zij gehoopt bad. Het was onmogelijk om voor den volgenden middag te vertrekken, en de reis vereisehte, dat zij drie of vier malen van trein veranderde, en een nacht in een hotel doorbracht. Het scheen onmogelijk om de plaats harer bestemming direct te bereiken. Wan neer ik naar een hotel ga," dacht zij, »moet ik bagage bij mij hebben of anders zullen zij mij verdenken. Ik zal mijn klein valiesje meenemen, en eenige riemen in mijn zak stoppen, dan kan ik in Genua een plaid koopen, dat geeft een eerwaardig uitzien." de schrijver ditmaal zijn geduld verloor, en de Kleine Courant voor de rechtbank daagt. Het tweede proces dan begon gisteren tegen kwartier vóór twaalven te Versailles, en werd reeds te één ure gesloten. De verdediger van Zola, de heer Labori, bestreed dadeljjk de compétance van het hof te Versailles volgens den heer Labori waren Zola en de Gérant van het dag blad l'Aurore beiden te Parijs, het dagblad heeft zijn zetel te Parijs, de aanklagers, de leden van den krijgs raad zijn evenzoo in de groote stad gevestigd, dus vragen Zola en Perreux het Hof van Assises van Parijs, van het Seine-departement, en weigeren het proces te Versailles in het departement van Seine et Oise. De advocaat-gene raal bestreed de conclnsiën van den verdediger, en deze werden door het Hof verworpen, waarop de heer Labori dadelijk hooger beroep van die verwerping aanteekende bij het Cour de Cassation. Daardoor moest de zitting geschorst worden. Binnen de drie dagen moet het Hof van Cassatie vergaderen en uitspraak doen, en zoo het zich vereenigt met de conclusiën der verdediging, dan is die nieuwe procedure weder nietig, en dan ontloopen wij waarschijnlijk een derde proces, omdat dan de wettige termijnen van vervolging verstreken zijn. De tegenstan ders van Zola roepen thans, dat hij de publieke bebatten vlucht, doch na het groote proces van Parijs, zou het al heel naïef van den schrijver zijn, zoo hij zich blootstelde aan een zekere veroordeeling, nu de aanklacht opzette lijk Versailles koos, en opzettelijk slechts drie regels uit zijn langen brief aan den president der republiek knipte. Voor Zola liep de dag niet slecht af. Vergezeld van zijnen verdediger, den heer Labori, de heeren Clémenceau en eenige vrienden verliet hij de rechtzaal in een voiture automobile, en hoewel eene bende schreeuwers hun den weg trachtte te versperren, zoo reed dit rijtuig zoo snel wegdat de heer Labori al die levenmakers hartelijk uitlachte. Minder aangenaam ging het den gewezen luitenant-colonel Piquart, die de bescherming der politie moest inroepen t gen een paar honderd lieden, die held haftig genoeg waren tweehonderd in aantal, het één enkelen man iastig te maken. In dat opzicht is de groote hoop overal dezelfde. Hopen wij thans dat al die twisten en moeilijkheden mogen ophouden en rust en vrede wederkeeren. Mis schien zal een nieuwe minister van koloniën menschlie- vend zijn, zich niet storen aan het geschreeuw der anti semieten en aan Mevrouw Dreyfus veroorloven haren ongelukkigen echtgenoot op het Duivelseiland gezelschap te houden. Dit zou een pleister zijn op de wonde van dien onwettig veroordeelde. Wij zeggen niet bepaald onschuldig veroordeeld; hoewel dit onze overtuiging is, houden wij ons slechts aan de onwettigheid, welke bewe zen is, en dit is al erg genoeg. J. M. T. nUKTSCHLAMO. De Keizer heeft de vorige week de verschillende wetsontwerpen tot invoering van het nieuwe Burgerlijk Wetboek voor geheel Duitschland door zijn onderteekening tot wetten verheven. Het grootsche Toen zjj zoover gekomen was, begon haar hoop te herleven. Zij legde de Bradshaw in Minnie's kamer terug, sloot de luiken, en het venster en begon toen in eene bedachtzame, echt vrouwelijke wijze, hare voorbereidselen te maken. Gelukkigerwijze had zij in Zwitserland niets uitgegeven. Zij droeg nog steeds de achttien bankbiljetten van vijf pond bij zich, welke Bridget haar aangeraden had, niet achter te laten. In haar beurs had zij ook een Engelschen sovereign en een weinig Zwitsersch zilvergeld. »Ik be hoef geen geld te wisselen voordat ik te Genua kom, dat is één troost, dacht zij en na zorgvuldig al hare brieven verscheurd en eenige benoodigdheden in een taschje ge daan te hebben, legde zij zich te bed en deed haar best om te slapeD, wat echter niet zeer goed gelukte. Den volgenden morgen kon zij naar waarheid hoofdpijn voorwenden als een uitvlucht, om niet met Lady Mound Pleasant s pick-nick mede te gaan zij bleef werkelijk te bed liggen en zag er zoo bleek en vermoeid uit, toen Janet en Minnie haar kwamen opzoeken, dat zij haar volkomen ongeschikt voor den tocht verklaarden, en slechts rust en eenzaamheid voor haar noodig achtten. »Wel," zeide Sir Matthew, »er is niets aan te doen. Zij zal morgen wel weer gezond zijn, wanneer zij een besluit genomen heeft en alles geschikt is." Bruce Wylie, die besloten was om in den loop van den dag tot een beslissing te komen, was genoodzaakt hierin te berusten en daar Lady Mound Pleasant en haar gasten te Montreux aangekomen waren en de rijtuigen voor de deur stonden, was er geen tijd meer voor verdere beraadslagingen over. Evereld sloop naar het raam, zoodra zij het geluid van wielen hoorde en zag het gezelschap wegrijden. Toen kleedde zij zich haastig aan, legde een brief, dien zij aan 8ir Matthew geschreven had op eene plaats, waar hij spoedig gevonden kon worden, sloot hare deur van binnen af, stapte uit het raam, hetwelk zij met de jaloezieën achter zich sloot en liep door Minnie's kamer naar den ga»g- Een kamermeisje was bezig de matten te vegen; zij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1898 | | pagina 1