Gladstone. Buitenland. No. 63. Eewte biad. Honderdste jaargang. 1898. 29 MEI. ZONDAG ALKMAARSCHE COERAAT. Prijs der gewone advertentien Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven f r|a n c o aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOON. Deze Courant wordt B i n s d a g-, Bond <jr[«l a g- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alk haak f 9,8# franco door a het geheele rijk t 1. 3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. rRiA-fa Telefoonnummer3. Vergelijkingen zijn altijd gewaagden het is schier ondoenlijkgebeurtenissen van den dagdie men zelf beleeft, waarvan men den indruk nog versch en on verflauwd persoonlijk ondergaat te vergelijken met andere, die men alleen uit beschrijvingen of mondelinge verhalen kentof waarvan de onmiddellijk ontvangen indruk door den loop van jarenis verzwikt en verbleekt Toch zouden wij durven beweren dat het moeielijk zal vallenin de laatste twee eeuwen een staatsman te noemendie meer algemeen geacht en gehuldigd ten grave is gedaald dan de ruim 88jarige William Eward Gladstone. Voor een deel is datinzonderheid wat Engeland zelf betreftte danken aan de omstandigheid, dat hij reeds sinds een zestal jaren het tooneel van den politieken strijd had verlaten. Toen hij na de verwerping van zijn wetsvoorstel tot invoering van een zelfstandige regeering met een eigen Parlement in Ierland (de zoo veel besproken Home-Rule-Bill) als Minister aftrad en zich spoedig daarna uit het Parlement terugtrok waren de hartstochten te fel ontbrand om met billijkheid te kunnen oordeelan. Toen was hij werkelijk bij een groot deel van het Engelsche volk gehaat. En het was niet de eerste maaldat de fiolen van den politieken toorn over hem werden uitgestort. Want Gladstone heeft menigeen teleurgesteld die zijn verwachtingen op hem had gebouwden is door velen gescholden voor een ver rader en een vijand van zijn land. Gladstone werd op 24 jarigen leeftijd lid var^ het Lager huis door toedoen van den ultra-conservatieven hertog van Newcastlehij verscheen er als de hoop en de toe komstige leider der Tories, sprak tegen de afschaffing der slavernij, tegen kiesrechthervorming, tegen de toe kenning van het volle staatsburgerschap aan de Israëlie ten, voor het behoud der Protestantsche Staatskerk in het Katholieke Ierland en voor de opleiding van alle studenten aan de universiteiten in de leerstellingen der Anglicaansche Kerk. Reeds vroeg deed hij zich echter kennen als een ijverig voorstander van de vrijheid op handelsgebied, en allengs werd hij ook in andere op zichten de apostel der vrijheid, het hoofd en de leider der liberalen in het Vereenigd Koninkrijk, die de belas tingen hervormde, de financiën verbeterde, het kiesrecht uitbreidde, voor de Israëlieten de deur van het Parle- mentshuis opende, de Staatskerk in Ierland afschafte, de belangen zich aantrok van heel het volk. Aan zijn streng rechtzinnige godsdienstige meeningen bleef hij steeds getrouw. Vele vroegere politieke geestverwanten heeft hij van zich vervreemd, vele heftige, soms verbitterde tegenstanders had hij tegenover zich, maar achting is hem nooit ont zegd, omdat hij blijkbaar altijd handelde in volle oprecht heid, en verdedigde wat hij meende in het belang van Engeland, en de menschheid te zijn. Eouten heeft hij be gaan, maar aan zijn eerlijkheid en goede trouw werd niet .getwijfeld. Hem was het niet om eer, aanzien of macht te doen. De zwakheden van zijn volk heeft hij niet ontzien, den nationalen trots niet gestreeld. Hij was niet van meening, dat Engelands belang boven alles moest gaan, en dat de Engelschen het uitverkoren volk dezer eeuw zouden zijn dat een bijzondere roeping heeft, en zich daarom meer zou mogen veroorloven dan eenig ander. Recht vaardigheid stond bij hem bovenaan, en daarvan gaf hij wellicht het sterkste bewijstoen hij de inlijving van Transvaal te niet deed en vrede sloot, zonder zich aan het geschreeuw om weerwraak over de geleden neder laag en het bloed der gevallen Engelschen te storen. Hij was met de onvrijen en de verdrukten in Napels, in Griekenland, in Armenië, tegen de vervolgingen in Italië en de wandaden van den Sultan te Konstantinopel, »den moordenaar". Dat heeft hem de harten gewonnen, ook ver buiten de grenzen van zijn land. Gladstone was niet alleen een practisch staatsman, hij was in de eerste plaats een godsdienstig man, een geleerde, een philosoof, een beoefenaar van geschiedenis en letteren. Hij sloot zich niet op in eenig stelsel, met minachting voor nader onderzoek en gesloten oogen voor ervaring, nieuwe feiten en nieuw licht. Hij bleef studee- ren en werken, en daardoor behield hij zijn frischheid, zijn vatbaarheid voor verdere ontwikkeling en voor nieuwe inzichten, zijn jeugdig vuur. Homerus en Dante bleven zijn lievelingsdichters en wanneer de gebeurte nissen van onzen tijd hem niet naar de pen deden grijpen, - - verlustigde hij zich in de Grieksche oudheid en in god geleerde studiën. Aan de universiteit wilde hij zich ge - heel aan de klassieken en de wijsbegeerte wijden, en later wenschte hij predikant te worden. Aan zijn vader vooral is het te danken, dat hij die Mannen liet varen. Zijn eerste belangrijk geschrift trok al aanstonds de algemeene opmerkzaamheid, niet alleen om het onder werp, maar ook omdat geen mindere dan Macaulay er een uitvoerige beoordeeling en weerlegging van le verde. Gladstone was toen reeds vijf jaren lid van het Lagerhuis, de hoop van de streng conservatieve To ries, en toch reeds hun ergernis opwekkende door zijn voorzichtig karakter en zijn gematigd oordeel. Zijn werk behandelde de verhouding van den Staat tot de Kerk, en wel in dien zin, dat de Staat in zaken van gods dienst partij moest kiezen, een bepaalde Kerk als de eenig ware moest aannemen en begunstigen, en die niet tot haar behoorden van alle ambten, bedieningen en on derscheidingen moest uitsluiten. Macaulay achtte het destijds niet onmogelijk, dat Gladstone behoorde tot de meest inpopulaire mannen van Engeland, maar hij meende tevens te kunnen zeggen, dat zijn bekwaamheid en zijn houding hem de welwillendheid van alle partijen hadden verzekerd. Hij kon natuurlijk niet wenschen, dat Glad stone's beginselen onder de staatslieden veld zouden win nen; maar hij uitte den hartelijken wensch, dat de prij zenswaardige lust om in belangrijke kwesties door te dringen beneden de oppervlakte en na lange en gron dige overweging te komen tot groote algemeene begin selen meer algemeen zou worden, dan hij ten slotte in Engeland meende te kunnen verwachten. Wat Macaulay in 1839 over Gladstone schreef is te merkwaardiger, omdat zijn aanvankelijk oordeel later zoo juist is geblekenook wat de wijze van spreken en schrijven van Gladstone betreft; zijn hartstochtelijke in genomenheid met een opgevat denkkeeld zijn scherpzin- "ige ea fijne onderscheidingenplotseling afgewisseld door de werking eener levendige verbeelding en rhetoriseh effectzijn vermogen om zijn gehoor mee te sleepen en het gevaar om daardoor zelf meegesleept te worden, waar aan hij niet altijd ontkwam zijn lang en mooi spreken over een onderwerp, waardoor hij zijn hoorders bekoorde, zonder dat zijn plannen hun altijd duidelijk waren ge worden. Een op zich zelve gevaarlijke gaaf, hier gelukkig in het bezit van een edel mensch. Macaulay veroordeelde ten sterkste de destijds door Gladstone verkondigde stel lingen maar hij bewonderde zijne talenten betuigde eerbied voor zijn eerlijkheid en goede gezindheid, en hoopte ten slotte, dat zijn politieke beslommeringen hem nooit den lust voor letteren en wijsbegeerte zouden doen verliezen. Tegen het laatste gevaar heeft Gladstone door zijnon- vermoeide werkzaamheid en ontembaren lust tot onder zoek zich gevrijwaard en van zijn bedenkelijke staat- kundige gevoelens is hij geheel teruggekomen. Hij heeft een aanmerkelijk deel van het politieke leven der laatste halve eeuw in Engeland beheerscht, tot zegen van zijn volk, en in heel de beschaafde wereld is men onder den indruk, dat een machtige en edele geest van ons is heengegaan. BUITSCHIiAlIVB. Prins Heinrich heeft Peking ver laten en is naar Port Arthur vertrokken. De Duitsche bladen meenen, dat door het bezoek van den prins het aanzien van Duitschland in China zeer is gestegen. Het heeft in geheel China diepen indruk gemaakt, dat ter wille van den broeder des Duitschen kiezers de zoo ge strenge hofetiquette werd op zij gezet en gewijzigd. Waarschijnlijk zal, naar uit Kiel gemeld wordt, een geregelde steenkolenvaart worden ingesteld tusschen Duitschland en Kiao Tschau. De firma H. Diederichsen heeft besloten een depot van Duitsche steenkolen te Tsingtau te vestigen. Drie stoombooten zijn door deze firma aangekocht, die reeds spoedig 6000 ton briquetten zullen overbrengen naar de Chineesche haven. ENGEIiASTB. Naar schatting honderdvijftig duizend menschen uit alle rangen der maatschappij bezochten Donderdag Westminster Hall, waar het stoffelijk over schot van den grooten staatsman Gladstone op het praal bed was opgesteld. Onder de belangstellenden bevonden zich vele leden van het Parlement, leden van het Hooger- huis, en van de geestelpheid, zoowel protestantsche als katholieke. De doodkist stond op een prachtig versierde katafalk, aan de hoeken waarvan groote kaarsen brandden. Een eenvoudig koperen kruis stond aan het hoofdeinde. Het graf in Westminster Abbey is gegraven. Het zal niet bemesteld worden. De kerk is versierd op eenvou dige, statige wijze. Voor de begrafenis, die naar schat ting anderhalf uur zal duren, is een geheel muzikaal programma opgemaakt, waarop o.a. voorkomt het gezang >Rock of Ages" iu de Latijnsche vertaling van Gladstone. Alle slippendragers treden op de prins van Wales, de markies van Salisbury, de heer Balfour, earl Rosebery, lord Rendel aan de eene zijde en aan de andere de hertog van York, earl Kimberley. sir William Harcourt, de hertog van Rutland en de heer Armitstead. De hertog van Argyll is door ongesteldheid verhinderd. Waarschijnlijk zal mevrouw Gladstone de begrafenis bijwonen. FRAÜHBIJK. Kolonel Picquart heeft als antwoord op het onbeschaamde briefje van Esterhazy de volgende verklaring afgelegd tegenover een vertegenwoordiger van »l'Aurore" »Ik heb werkelijk een brief ontvangen waarin de heer Esterhazy zegt mij tevergeefs te Versailles op 23 Mei gezocht te hebben en mij doet weten, dat hij mij drie dagen achtereenvolgens zal wachten op den hoek van de rue de Lisbonne en de rue de Naples, des avonds 7 uur. »Het verbaast mij dat de heer Esterhazy mij niet te Versailles heeft ontmoet nu hij mij toch zoekt, want ik heb mij zonder eenigen omweg naar die stad begeven op den dag van het proces-Zola. »Wat betreft de bedreigingen in zijn brief vervat, ben ik vastbesloten, waneeer ik in een hinderlaag val, zonder aarzelen gebruik te maken van het recht van ieder burger zich te verdedigen. »Maar ik zal niet verge 'k den plicht heb het leven van Esterhazy te man behoort aan de justitie des lands en als ik hem daaraan onttrok." ITALIË. De brief van Ferrari, welke in de »Ossewatore iu. bevat het volgende »De ernstige onlusten in verschillende deelen vooral in Milaan, hebben den Heiligen Vader zeer getroffen. Zij waren het gevolg van het booze zaad van zedenbederf dat ongestraft in Italië ten schade van den godsdienst is uitgestrooid. Er zijn menschen die aan eerwaardige lieden de schuld voor de onlusten geven, omdat zij aan de Kerk en den Heiligen Stoel trouw zijn. Men doet alsoi men niet weet dat de Kerk leert zich niet in volks bewegingen te mengen. De katholieken hebben geen onlusten teweeggebracht, dus moet men de aanstichters en de schuldigen elders zoeken." De Paus zegt dan, dat hij gewenscht had dat de aarts bisschop van Milaan in dezen zoo bewogen tijd als vrede stichter ware opgetreden. De beleedigingen welke tegen den aartsbisschop wegens zijn afwezigheid gericht werden, hebben den Paus zeer bedroefd. Deze aanvallen waren niet zoozeer gericht tegen den persoon des kardinaals, die steeds een voorbeeld is geweest van herderlijke mild heid, als wel tegen het door hem vertegenwoordigde beginsel. Aan het slot van den brief zegt de schrijver, dat hij in de bewijzen van achting en toegenegenheid, welke de geestelijkheid te Milaan aan kardinaal Eerrari gegeven heeft, troost heeft gevonden en dat hij hoopt, dat de katholieke leeken te Milaan eenstemming zullen blijven in de achting voor en de toewijding aan hun herder. SEAWJE. Bevindt de Spaansche vloot zich nog in de haven van Santiago en zoo jazal het den Ameri kanen gelukken den vijand aldaar opgesloten te houden Ziedaar de beide vragen, die gedurende de laatste dagen, de geheele wereld in spanning honden. De baai van Santiago toch is moeilijk, zoo niet onmo gelijk te verlatenals een koene en waakzame vijand ervoor ligt. De baai, omringd door bergen, is 10000 Meter lang de ingang wordt gevormd door een natuur lijk kanaal van 1850 meter lengtedat op sommige plaatsen slechts 150 meter breed is. Deze ingang wordt geheel bestreken door de batterijen en forten aan den oever en op de eilanden in de baai aangelegd, zoodat het binnenstoomen van de baai voor de Amerikanen met groote gevaren verbonden is. Maar als de Spanjaarden de baai willen verlaten, moeten zij schip voor schip door de nauwe doorvaart stoomen en zijn dan, buiten geko men blootgesteld aan het concentrische vuur van den vijand die zich in een hal ven cirkel voor den ingang der baai kan opstellen. Is dus Cervera in Santioge dan moet hij er blijven totdat Camara hem komt ontzetten, wat niet voor half Juni te wachten is. Kapitein Concha van den Spaanschen kruiser Don Juan de Austria die in den slag voor Manilla zonk, deelt mededat de Spaansche bevelhebbers ten volle overtuigd waren dat de kans hopeloos was, maar zij waren genoodzaakt te vechten ter wille van de openbare meening. De Spaansche schepen waren in een treurigen toestand. Van de Ulloas waren de machines gebroken. De Castilla was lek en moest door voortdurend pompen boven water gehouden worden. De Don Juan had slechts ^wee bruikbare kanonnen en de Duero slechts één enkel. Feitelijk waren slechts vier van de Spaansche schepen in staat om te vechten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1898 | | pagina 1