Nederland. Of 't veel baten zal Hoe mooi Amsterdam zijn haven-inrichtingen ook maakt, daarmee zijn niet weg genomen de belemmeringen door het schutten te IJmui- den en het varen door de spoorbrug te Yelzen en de Hembrug te Zaandam. Een betere Handelskade moge kunnen bijdragen tot eenige vermeerdering van het ver keer maar die hinderpalen blijven en verschaffen aan Rotterdam een belangrijken voorsprong. Daaraan is nu eenmaal niets te veranderen, want er wordt wel eens over gesproken om de gewraakte bruggen door stoompont- veren te vervangen of zelfs de geheele spoorweg-verbin - ding met Noord-Holland naar de buurt van Schelling- woude te verleggen maar niet licht zal een minister van Waterstaat te vinden zijn om daarvoor een crediet aan te vragen dat zou gelijk staan met een politieken zelfmoord. Wat zijn bij vraagstukken van dergelijken aard vele quaesties, die nog weer enkele warme hoofden maken, toch verbazend nietig De con vocatie-biljetten zijn door de besturen der kiesvereenigingen in zee gezonden, opdat de politieke mannen zullen vergaderen tot het stellen van candidaten voor de Provinciale Staten. Zij, die thans dit ambt bekleeden, hebben 't met eere ver vuld en men zou mogen verwachten, dat zonder oppositie hun opnieuw een zetel zou worden aangeboden. Maar neen, daarvan wordt weer een partij-quaestie gemaakt. De anti-revolutionairen en Katholieken in sommige dis trieten hebben gemeenschappelijke tegen-eandidaten ge steld bouwende op de hoop, dat er heelwat noodig is om een liberaal te bewegen voor een lid der Provinciale Staten te gaan stemmen. Juist daardoor heeft de strijd iets kleingeestigs waarboven de bewoners der verlichte hoofdstad behoorden te staan, 't Is een wroeten en ver spillen van krachten die zooveel beter kunnen gebruikt worden. Het tijdperk der algemeene vergaderingen van allerlei vereenigingen is nog lang niet ten einde. Ieder jaar wordt 't drukker dank zij de gemakkelijkheid waarmee naamlooze vennootschappen in ons land kunnen worden opgericht. Zoo waren er Donderdag j.l. van 113 uur niet minder dan 14 financieels vergaderingen, waaronder zeer belangrijke. De verslagen daarvan zijn natuurlijk heel interessant voor de aandeelhouders, maar minder voor hen, die ze moeten maken de verslaggevers reporter en aandeelhouder zijn maar zelden in één persoon vereenigd. De volgende weekals eerst de Pinksterrust nieuwe krachten heeft doen verzamelen wordt 't nog drukker; dan zijn er congressen van Chris telijke en R. K. Onderwijzers de jaarvergaderingen van «Volksonderwijs", het Nut en de Vereeniging tegen de prostitutie enz. enz. Gelukkig komt er daarna wat rust en gelegenheid tot voorbereiding voor de Kronings feesten. Deze week had de algemeene vergadering plaats van de Vereeniging tot opvoeding van half ver weesde verwaarloosde of verlaten kinderen In het hulsgezin. Zij behoort tot de meest sympa thieke in den lande en menig kind dat in de groote stad moreel geheel ten onder dreigde te gaanis door haar behouden. De kinderen, wier lot zij zich aantrekt, worden geplaatst in familie-kringen die proefondervin delijk hebben bewezen, dat zij de noodige zorgen aan de hun toevertrouwde jongens eh meisjes besteden on daar wordt hun de gelegenheid geopend zich te bekwa men tot nuttige leden in de maatschappij. Deze opvoeding in het huisgezin heeft zulke groote voordee'ien want de kinderen krijgen daardoor niet het eenzelvige en schuwe, wat van het leven in gestichten zoo menigmaal het gevolg is. Aan de gewone samenleving ontwennen zij nietalleen worden zij toegerust met de middelen om aan den strijd tegen hare vele vormen van verleiding beter het hoofd te kunnen bieden. Zij ontkomen daar door aan de generale maatregelen, die in de gestichten op alle kinderen, boe verschillend hnn aanleg ook moge zijn, worden toegepast en aldus is veel grooter kans aan wezig, dat de aan hen bestede moeite en kosten tot het gewenschte resultaat leiden. Veel heeft de Vereeniging ten allen tijde te lijden gehad van de domheid der ouders, die bederft wat met zooveel moeite werd opgekweekt, Ook in het verslag over het afgeloopen jaar komen daarvan weer enkele De zaak is Mactavish dat wij onzen dochters tegen woordig eene opvoeding geven en verlangen, dat zij dom blijven. Zoolang wij Evereld niet opsporen en haar dwin gen kunnen om je te gehoorzamen, zoolang heeft zij het spel in handen. Groote God, men moet er niet aan denken. Die kleine meid kan onze toekomst geheel ruïneeren, zij kan den heelen boel in de lucht laten springen.'' Het was om wanhopig te worden en voor mannen, die altijd met minachting op de vrouwen hadden neer gezien, was dit iets ongehoords. Zij gingen naar de eetzaal en trachtten een onverschillig gezicht te zetten, maar de scherpe blik van juffrouw Upwood merkte dadelijk hun onrust op. Zij had er zeer veel pleizier over. »Ik veronderstel, dat gij u gisteren bij de Rochers de Naye goed geamuseerd hebt,'' zeide zij vroolijk. «Zeerdank uzeide Sir Matthew «hoewel het ons allen speet, dat mijn pupil er niet bij was. Hebt n haar gezien Het Amerikaansche meisje ontmoette zijn doordringen den blik, zonder te blikken of te blozen. «Zij was gisteren een oogenblik in den tuin." »Zoo, werkelijk." Sir Matthew was geheel op zijn hoede. »Hebt u met haar gesproken »Ja ik vroeg of zij nog hoofdpijn had," zeide juf- fronw Upwood voorzichtig. «Hoe gaat het haar van morgen en met groote kalmte begon zij eeD ei op Amerikaansche manier op te eten, daar zij wel wist, dat dit Sir Matthew deed huiveren. «Dank n, zij is veel beter," zeide hy, zijn toevlucht in een kop koffie nemend. »Ik ben zoo blij," zeide juffrouw Upwood lief. «Wij moeten van avond weer gedachtenlezen, mijnheer Wylie. Misschien zal juffrouw Ewart mij de proef kunnen toonen, waarvan gij gisteren avond geschreveu hebt. Het gelukt altijd met haar, niet waar Dick Lewisham die aan een andere tafel zatboog zich diep over zijn courant om zijn lachen te verbergen. Ongelukkiger wijze zeide Wylie Bruce «zijn wij genoodzaakt om van daag te vertrekken, anders had ik staaltjes voor. Een knaapje van 14 jaar, dus lezen wij daarin onder meer, dat door zijn ouders geheel was ver waarloosd, werd door ons ter verpleging opgenomen. Aanvankelijk hadden wij veel met hem te stellen, doch langzamerhand begon hij zieh aan de orde te gewennen, schepte hoe langer hoe meer behagen in de zindelijkheid, begon zich in zijn nienwe omgeving thuis te gevoelen en werd eindelijk een jongen, van wien wij in de toekomst nog veel hoopten. Zijn ouders hadden ons herhaaldelijk gevraagd, of hij hen niet eens mocht bezoeken. Noode gaven wij eindelijk verlof en lieten hem, onder geleide van zijn pleegvader, het bezoek afleggen doch toen hij eenmaal daar was, was er van terngkeeren geen sprake, hoe de jongen er om smeekte. Zonder twijfel is hij thans tot zijn vroegere ellende vervallen en daarmee is onze arbeid van bijna twee jaar geheel verloren gegaan. Een anderen jongen van 11 jaar, een eersten deugniet, namen wij ter verpleging op. Hij gaf ons door zijn verregaand bedorven karakter veel zorg toch hadden wij hoop hem voor de maatschappij te winnen. Op ze keren dag wist zijn vader hem nit het huis van zijn pleegouders te lokken en nam hem naar zijn woonplaats mee zonder dat wij er iets tegen vermochten. Wat nu van den jongen terecht zal komen, kan hieruit blijken, dat hij onlangs in het Politieblad werd gesignaleerd. Met dergelijke voorbeelden voor oogen kan men 't niet genoeg apprecieeren dat een beperking der vaderlijke macht ook in Nederland meer en meer wordt erkend als een noodzakelijkheid, zoodat de regeering met hare des betreffende voorstellen wel geen échec zal lijden. Wan neer 't zóó ver is gekomen, zal de Vereeniging met haar langen naam en menschlievend doel nog veel meer lau weren oogsten en zai zij niet langer 't straffeloos behoeven aan te zien, hoe het door haar met zooveel zorg ontkiemde zaad moedwillig wordt vertreden door menschen, die den ouder-naam dragen maar geen enkele der daaraan ver bonden verplichtingen willen nakomen. Geen wonder dan ook dat nit het jaarverslag een juichkreet klinkt over het reddende wetsontwerp. Er is nog meer juichenstof. De bekende pbilanthroop P. W. «Janssen, die met de Deli-tabak duizende gul dens heeft verdiend en links en rechts van zijn overvloed meedeelt, heeft ook deze sympathieke Vereeniging bedacht. Hij schonk haar f 7000 en deze som, gevoegd bij een nog bestaand fonds, maakt de stichting van een Poor- gangshuls te Bnssum noodzakelijk. Men is erin geslaagd ruim 7500 M2 grond voor slechts 30 ets. per M2 in het gezonde Gooi aan te koopen en daarop zal het nienwe gebouw, gewijd aan de liefde voor den evenmensch, wor den gesticht. Dit huis zal moeten dienen om de meest verwaarloosden eerst van den ergsten bolster te ontdoen, waardoor de zorg der pleegouders aanzienlijk zal worden verlicht. Er zijn toch kinderen die zoo totaal gedemora liseerd zijn dat zij niet anders dan duivelsche gedachten koesteren eerst moeten die hun nit het hooid gedreven en dan moet de weldadige invloed van het huisgezin het overige tot stand brengen. GeluKkig toch dat er menschen vrienden zijn, bereid om al deze beslommeringen belangeloos te trotseeren. Hun maa wel een eere-saluut gebracht worden Bfederi. Haarden-Stamboek. De vergadering van de afdeeling Noordholland van bovengenoemde Vereeniging zal plaats hebben op donder dag, 9 Juni des middags 12 ure, bij den heer D. van Twuiver, te Schagen. De agenda luidtnotulen inge komen stukken mededeelingen rekening over 1897 rekening provinciaal subsidiebenoeming van drie afge vaardigden voor de algemeene vergadering te Rotterdam voorstel van het bestuur, om de afdeeling Opmeer en omstreken der Hollandsche Maatschappij van Landbouw voor hare tentoonstelling, eene bijdrage te verleenen van f 25.op te geven voorstellen ter opname onder de punten van beschrijving voor de algemeene vergadering der Vereeniging. Het bestuur maakt voorts bekend, dat de keuringen voor het toekennen van de provinciale aanhoudingspre- miën aan hengsten geboren in 1897, en aan merriën, geboren in 1892, 1893, 1894 en 1895, zullen plaats heb- gaarne aan uw verzoek gehoor gegeven." «Hoe jammer om juist weg te gaan, nu wij zoo'n ge zellig groepje vormeu," zeide de Amerikaansche. »Kan juffrouw Ewart werkelijk gaan Zij zag er zoo bleek en ziek uit, toen ik haar gisteren zag." «Zij heeft al een tijdje door Zwitserland gereisd,'' zeide Sir Matthew, «en ik denk, dat zij blij zal zijn om naar huis terug te kaeren." «Dat kan ik mij zeer goed begrijpen," zeide juffrouw Upwood «Ik geloof niet, dat zij het hotelleven zeer aan genaam vindt. Wij Amerikanen, zijn van jongs af opge voed, om in de wereld te leven, het is als een tweede natuur geworden, en wij zijn aan zooveel meer vrijheid gewend, dan gij uwen meisjes veroorlooft. Maar ik geloof toch, dat Engelsche meisjes gedweeër en gehoorzamer zijn dan wij." Sir Matthew fronste de wenkbrauwen. «Vergelijkingen gaan altijd mank," zeide Brace Wylie, beleefd en, na een karig ontbijt genuttigd te hebben, gingen de twee hoeren verslagen weg, terwijl Dick Lewis ham en de vroolijke Amerikaansche hen hartelijk uit lachten. Om nit te vinden waar Evereld was, scheen on mogelijk en Sir Matthew wenschte niet de zaak in handen van de politie te stellen, of om een geheimen politieagent te gebruiken. Hij was zelf volkomen overtuigd dat Evereld naar Londen was gegaan, en hij reisde dus zoo gauw mogelijk naar hnis, na eerst aan een vertrouwden klerk getelegrafeerd te hebben, hem den volgende morgen aan het Victoria-station af te halen. »Alles wel, hoop ik, Sir," zeide Smither, de klerk, toen Sir Matthew hem begroette. «Zeer goed, dank je heb je het adres gekregen »Ja, mijnheer," zeide de klerk hem een papier overhan digende. «Da Costa, de agent, gaf het mij." Op het papier stonden de volgende woorden geschreven «Macneillie's gezelschap, 2027 September. Theatre Royal, Rilchester." Sir Matthew nam een sleutel van den ring, waaraan hij bevestigd was en gaf hem aan Smither. ben, telkens des voormiddags 10 ure te Schagen, op dinsdag 28 Juni e. k., bij A. Visser te Beverwijk, op woensdag 29 Juni, bij het stations-koffiehuis te Hoofd dorp, op donderdag 30 Juni, op de Markt. Er zal tevens eene keuring worden gehouden van mer riën geboren in 1891 met hare veulens, geboren in 1898, waarvoor uit de rijksbijdrage 8 premiën van f 50 elk beschikbaar zijn. Evenals het vorige jaar zullen de provinciale aanhoudingspremiën voor 3- en 4-jarige mer riën uit de rijksbijdrage met f 25 worden verhoogd en dus f 75 bedragen. Voor hengsten, geboren in 1897, zijn zes premiën van f 100 beschikbaar. Voorts zullen uit de rijksbijdrage worden beschikbaar gesteld 12 premiën voor merriën, geboren in 1896, welke in 1899 moeten worden gedekt. Deze premiën worden na overlegging van het sprongbewijs uitbetaald. Te Schagen en te Beverwijk zal vóór de premiekeu ringen gelegenheid worden gegeven tot inschrijving van merriën in het Stamboek te Hoofddorp zal op donder dag 16 Juni e. k., des voormiddags elf ure, eene Stam boekkeuring plaats hebben op 30 Juni bestaat daarvoor geen gelegenheid. De aangifte ter mededinging is verplichtend en moet geschieden bij den secretaris W. Teengs te Alkmaar, acht dagen vóór de keuringen. Men wordt beleefd doch dringend verzochtbij de aangiften vooral den leeftijd der merriën te vermelden. Volgorde der keuringenmer riën geboren in 1891, met hare venlens idem in 1892. en 1893 idem in 1894 en 1895 idem in 1896 heng sten geboren in 1897. Formulieren ter inschrijving van venlens in het veulen- boek zijn op aanvrage gratis bij den secretaris ver krijgbaar. Iets over eenden. De eend mag gerekend worden tot de huisdieren te behooren. Wanneer men Noordholland doorwandelt, dan is men verbaasd over het aantal, hetwelk er van dit soort dieren wordt op nagehouden. Bij vele wo ningen vindt men een voor de eenden doelmatig inge richt verblijf. De eend wordt om hare eieren, niet het minst bij de bakkers, hoogelijk geroemd, terwijl een ge braden eendenbont den lekkerbekken niet onwelkom is. De eend stennt in vele opzichten den mensch en maakt velen den strijd om het bestaan gemakkelijker. Ziet, 's morgens nog vóór de zon aan de kimme verrijst, is reeds de ijverige eendenmelker druk iu de weer, om de nijvere beestjes, die 's ïiaehts hun aas in den vorm van dauwwormen opzoeken, z.g.n. op te halen. Zij kennen hunnen meester blijkbaar, en terwijl sommigen hunner gedwee in aantocht zijn huiswaarts te keeren, versteken weer anderen op een geheimzinnige wijze hunne kopjes in 't gras en trachten al loerende zich geheel en al voor het oog van hun meester te verbergen. Achten zij zich veilig, dan zoeken zij weldra hun verborgen eierenscbat weer op, om er nog eens heel geheimzinnig 'n eitje bij te leg gen en dan verder te doen alsof er niets bizonders is voorgevallen. De eendenhonder, ten slotte met het grootste aantal eenden huiswaarts ireerende, sluit deze binnen de grenzen van het hok, en verheugt zich weldra in tal van eieren, waarom het hem dan ook grootendeels te doen is. Zoo zitten de dieren gehokt tot op den na middag omstreeks drie uren, waarop hun weder de vrjj- heid hergeven wordt, waarvan onder schetterend ge kwaak gebruik wordt gemaakt. Aardig is 't, om te zien, hoe vrooljjk er gevlogen, gedarteld, gedoken en gepoetst wordt in het water. Zij reinigen zich van alle mogelijke onzuiverheden en reppen zich landwaarts henen. Tot zooverre is het wel aardig, iets van het eenden leven te vernemen, nog verhoogd door het aanschouwen van een moedereend, met haar kroost, dat niet zelden tot een aantal van 14 tot 16 stuks kan opklimmen. De zorg, welke voor de kleinen wordt aan den dag gelegd, is niet te noemen. Het vertrouwen van de kleinen in hunne moeder moet men zien, wanneer een vraatzuch tige kraai of ander soort roofvogel zich vermeet, ze te vervolgen dan spoeden zij zieh naar hunne bescherm ster om het gevaar te ontkomen, terwijl de oude verwoed hare jongskens met geweld tracht te verdedigen. Toch ontmoffelt roofvogel en zelfs de snoek vele dier kleinen. »Laat mijn valies visiteeren," zeide hij, »Ik moet met den volgenden trein van Kings Cross vertrekken, enneem alleen mijn tasch mee." Hij reed weg, maar begaf zich eerst naar zijn huis in Queen Anna's Gate, om te zien of Geraghty of Bridget iets van Evereld gehoord hadden. Het bleek echter zoo duidelijk, dat zij niets van haar afwisten en Bridgets vraag, hoe het bare jonge meesteres ging, was zoo natuurlijk, dat hij naar Kings Cross reed, meer dan ooit overtuigd, dat zij Londen vermeden had en direct naar haar geliefde gegaan was. Hij dineerde in den trein, kwam des avonds even over tienen in Rilchester aan stapte aan het Stationshotel af en zond een bediendo naar de deur van het tooneel, om Ralph Denmead's adres te vragen, zonder echter zijn naam te noemen. Maar toen hij verkregen had wat hij wenschte, en na met moeite de stille straat gevonden te hebben, die men hem uitduidde, was Ralph nog niet uit den schouwburg teruggekeerd. «Het zal nog wel een half uur duren, voordat hij thuis is," zeide zijne hospita«kan ik hem de boodschap overbrengen »Het is beter, dat ik hier op hem wacht," zeide Sir Matthew. De hospita aarzelde een oogenblik, maar daar zij, zooals de meeste menschen, door Sir Matthews houding en manieren geïmponeerd werd, liet zij hem binnentreden, en leidde hem naar eene gezellige kamer, waar de tafel voor twee personen gedekt was. «Nu heb ik ze," dacht Sir Matthew, met een lach van voldoening bjj zichzelf. »Die kleine gekkin! met zooveel bluf over de bescherming van den Rijkskanselier te spreken Zij heeft nu haar zaak bedorven. Zij zal wel eene scene maken, maar daar is niets aan te doen. Einde goed, alles goed 1 Na een courant opgenomen te hebben, ging hij in een gemakkelijken leuningstoel zitten, en wachtte op Ralph's terugkomst. Weldra hoorde hij buiten voetstappen de straatdeur werd geopend en twee personen traden de gang binnen hij legde zijn courant neer en luisterde. Het was Ralph, die sprak. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1898 | | pagina 6