AÏKMAARSCHE COURANT. Zitting van den Gemeenteraad Woensdag 1 Jnni 1898 No. 65. Honderdste Jaarg a n g. 1898. VRI.IWAO 3 Juni 1898. Tweede blad. VAST ALHUAAR, 's namiddags l23/4 nur. Voorzitter: do heer A. Maclaine Pont, bnrgemeester. Tegenwoordig 15 leden. Afwezig de heeren Stoel, we gens uitstedigheid, en Preijer, wegens ongesteldheid. De heer de Groot verscheen eerst staande de zitting ter ver gadering. De Voorzitter opent de vergadering, waarna de notulen der vorige vergadering gelezen en goedgekeurd worden. 1. Aan de vergadering wordt medegedeeld a. dat is ingekomeneen adres d.d. 24 Mei 1.1. van Mej. O. M. Neijenhuis, houdende het verzoek haar een eer vol ontslag te verleenen als onderwijzeres aan de openbare 1ste school voor onvermogenden. Het gevraagde ontslag wordt op voorstel van den Voorzitter eervol verleend, ingaande 1 September e.k. b. idem, een adres van Mej. H. C. de Groot, houdende het verzoek haar een eervol ontslag te verleenen als onderwijzeres aan de openbare 1ste Tussohenschool. Alsvoren, ingaande 1 Augustus e.k. c. idem, een schrijven van Dr. R. Sleeswijk, houdende bericht der aanneming van zijne benoeming tot lid der Plaatselijke Gezondheids-commissie. Aangenomen voor kennisgeving. d. idem, een schrijven van Mej. E. M. Buijs, houdende dankbetuiging voor de ten behoeve van haren cursus in Slöjd- en Fröbel-onderwijs genomen beschikking. Alsvoren. e. idem, een adres van mej. de wed. S. P. Kapteijn— Roskamdat zij met de voorwaarden van 's raads besluit van 4 Mei 1.1., in zake overneming van straten en riolen op het terrein aan den Kennemerstraatweg genoegen neemt. Alsvoren. f. eene missive d.d. 18 Mei 1.1. No. 22 van de Ged. Sta- teiA ten geleide van het goedgekeurde raadsbesluit va* 4 Mei 1.1. No. 11, in zake het in gebruik geven vJ een lokaal ten stadhuize voor de vergaderingen val den Raad van Beroep voor de personeele belasting. Alsvoren. g. idem, een adres d.d. 31 Mei 1.1. van den heer N. A. Conijn, in qualiteit van directeur der bouwmaatschappij »Rijnecom", houdende het verzoek om 's raads beslui ten van 26 Januari 1.1. No. 2 en 9 Maart 1.1. No. 16 in den door hem aangegeven zin te willen wijzigen. Gesteld in handen van Burg. en Weth. om bericht en raad. h. idem, een adres, ongedateerdheden ontvangen van het bestuur der Albmaarsche Slagersvereeniging, om het voorstel van Burg. en Weth. tot oprichting van een abattoir te willen verwerpen. Zal worden behandeld bjj punt 12 der agenda, j. Aanbieding van het verslag van den toestand der ge meente over 1897. Aangenomen voor kennisgeving. Onderwijzer Tweede Tusschenscliool. 2. Wordt overgegaan tot de benoeming van een onder wijzer aan de openbare 2de Tusschenschool, jaarwedde f 650, ter vervulling der vacature, ontstaan door het aan den heer J. K. Westeubrink als zoodanig verleend eervol ontslag. Ter voldoening aan het bepaalde bij art. 28 dei- Wet tot regeling van het lager onderwijs, is den Raad onderstaande voordracht aangeboden, opgemaakt in over leg met den Arrondissements-schoolopziener, na ingewon nen bericht van het hoofd der betrokken school. 1. de heer J. A. Zwarteveen, onderwijzer te Hensbroek, 2. C. W. Rusting, Spierdijk, 3. A. Nagtzaam, Limmen. Bij eerste vrije stemming, wordt benoemd de heer Zwarteveen met 13 stemmen. De heer Rusting bekwam 1 stem. Verordeningomtrent beperking van den eigendom In betrekking tot erven. 3. De commissie voor het ontwerpen van verorde ningen tegen welker overtreding straf is bedreigd heeft zich ten volle kunnen vereenigen met de hoofdgedachte van het voorstel van burgemeester en wethouders. Echter is het haar wenschelijk voorgekomen om met het oog op de toepassing, in het ontwerp van burgemees ter en wethouders eenige wijzigingen aan te brengen. Die wijzigingen zijn saamgevat in het onderstaande ontwerp, 't welk thans met het voorstel van burgemees ter en wethouders een geheel uitmaakt en bij deze ter vaststelling wordt aangeboden Verordeninghoudende bepalingen omtrent beperking van den eigendom in betrekking tot erven. Art. 1. Het is verboden wegen, straten of voetpaden, voor het algemeen toegankelijk op particuliere gronden aan te leggen of te doen aanleggen of deze aan te slui ten te doen aan luiten aangesloten te hebben of te houden tenzjj met vergunning van den gemeenteraad en in overeenstemming met de aan eene verleende ver gunning verbonden voorwaarden. Art. 2. Zoo dikwijls de gemeenteraad aan particulie ren vergunning verleent tot den aanleg van een weg straat of voetpad wordt daarbij voorgeschreven de rich ting waarin de straatde weg of het voetpad zal worden gelegd, zoomede de breedte, het peil en de rioleering daar van evenals het aanleggen van brandkranen. Art. 3. Alle particuliere wegen, straten of voetpaden, voor het algemeen toegankelijk of aansluitende aan open bare wegen straten of voetpaden welke bij het in wer king treden dezer verordening reeds zijn aangelegd, moeten door den eigenaar, vruchtgebruiker of beheerder binnen den tijd van zes maanden worden bestraat met getrokken klinkersvoorzien van voldoende rioleering tot afvoer van vuil- en hemelwatergebracht op het peil van de aangrenzende straten, wegen ot voetpaden en voort durend voldoende worden onderhouden. Deze particuliere wegen, straten of voetpaden moeten door den eigenaar, vruchtgebruiker of beheerder tusschen zonsonder- en zonsopgang, en wel gedurende de uren waarop de gemeente-lantaarns branden, voldoende door middel van gas worden verlicht ter plaatsen door burge meester en wethouders aangewezen. De lantaarns worden geplaatst op onderlinge afstanden van 40 meters. Eveneens is de eigenaar, vruchtgebruiker of beheerder gehouden binnen drie maanden, op de dooi- burgemeester en wethouders aangewezen plaatsen, brandkranen aan te leggen of te doen aanleggen op onderlinge afstanden van 80 meters. Art. 4. De eigenaar, vruchtgebruiker of beheerder van een tot openbare straat bestemde of reeds aangelegde strook grond, die verlangt, dat deze door de gemeente zal worden overgenomen, doet daartoe het verzoek aan den gemeenteraad. Art. 5. Wanneer de gemeenteraad de overneming in eigendom en onderhond van particuliere wegen, straten of voetpaden in het algemeen belang wenschelijk acht, besluit hij daartoe onder telkens door hem vast te stellen voorwaarden. Art. 6. Onder de uitdrukkingen weg, straat, voetpad, worden in deze verordening verstaan alle wegen, straten, paden open plaatsen sloppen of gangen bestemd om door de ingezetenen en anderen in het algemeen te wor den bereden of begaan voor zooverre zij gelegen zijn binnen de kom der gemeente zooals die is aangewezen door de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland bij be sluit van 10 Februari 1897 No. 12, hetwelk opgenomen is in het Provinciaalblad van Noord-Holland No. 17, van 1897. Art. 7. Een ieder, die nalaat de voorwaarden na te komen ingevolge de bepalingen dezer verordening ge steld of opgelegd wordt geacht zonder vergunning te hebben gehandeld. Art. 8. Onverminderd de toepassing van art. 180 der Gemeentewetwordt elke overtreding van de artikelen 1 en 3 gestraft met eene boete van ten hoogste vijf en twintig gulden of hechtenis van ten hoogste zes dagen. Art. 9. Deze verordening treedt in werking drie dagen na hare afkondiging. Over de algemeene strekking wordt door niemand het woord gevoerd. De artt. 1 en 2 worden goedgekeurd. Over art. 3 heeft eene zeer breedvoerige gedachtenwisse- ling plaatseen gevolg van de voorgestelde verplichting tot bestrating en tot aanleg van brandkranen. Sommige leden waren van oordeeldat beharding voldoende was. De heer Goede stelde voor eerst te beharden en als een straat ter helfte bebouwd wasdan te bestraten. Door den heer Kraakman werd het door de com missie ingenomen standpunt nader toegelicht en om schreven en willende tegemoetkomen aan geopperde be denkingen stelde hij voor achter het woord moeten", voorkomende aan het einde van den vierden regel te laten volgen»voor zooverre zij reeds zijn bebouwd." Het woord bebouwd kon echter geen genade vin den in de oogen van hen, die van oordeel waren, dat de Raad daarmede ging uitmaken, dat tusschen aangelegd en bebouwd verschil bestaat. De voorsteller wijzigde zijn amendement dan ook in dier voege, dat daaraan werd toegevoegd»en aangelegd". Nochtans mocht het de goedkeuring der vergadering niet verwerven. Het amen dement werd verworpen met 9 tegen 5 stemmen. Voor stemden de heeren Rentmoo&ter, de Lange, de Sonna- ville, Goede en Kraakman. Verschillende andere voor gedragen wijzigingen mochten evenmin de goedkeuring wegdragen. Na nog eenige discussie wordt het voorgedragen arti kel onveranderd goedgekeurd, nadat de heer Kraak man had verklaard, dat door hem aan het woord »aan- gelegd" ten deze de beteekenis werd gegeven van gepro jecteerd en bebouwd. Alleen de heer Goede stemde tegen. De overige artikelen worden goedgekeurd, evenals daarna de geheele verordening. Alleen de heer Goede verklaarde zich er tegen. (De heer de Groot komt ter vergadering.) Stoomtram Alkmaar— Schagen. 4. Nog altijd wacht op de goedkeuring van den Raad het uitgewerkte plan van de trambaan Schagen Alkmaar, voor zooveel deze gemeente aangaat. Dat uitgewerkte plan brachten B. en W. ter vermij ding van onnoodige moeite nog niet ter tafel van den Raad over, omdat zij hadden vernomen dat daartegen bezwaren waren gerezen bij de Provincie en bij de spoor wegmaatschappij, tengevolge waarvan de waarschijnlijk heid was ontstaan dat alsnog een nader gewijzigd plan zou worden ingezonden. Omtrent deze aangelegenheid zijn zij bereids in correspondentie getreden met het be stuur der Noorder-stoomtramvereeniging, waarvan naar zij verwachten het resultaat zal zijn, dat binnenkort een ontwerp-besluit ter vaststelling zal kunnen worden aan geboden. Intusschen zou reeds nu het adres om financieelen steun bij het aanleggen van den hierbedoelden stoom tramweg kunnen worden in behandeling genomen. Ten aanzien van dat adres meenen B. en W. in her innering te moeten brengen, dat bij het vormen van plannen tot aanleg van een stoomtram van Alkmaar naar Purmerend, eveneens de financieels steun dezer ge meente is ingeroepen. De Raad overwoog bij die gele genheid, dat, hoezeer het aanleggen van deze stoomtram als eene nuttige zaak werd beschouwd, deze echter geene bijzondere voordeelen voor de gemeente zou afwerpen. De onderneming verdiende slechts dien steun, welke aan iedere onderneming tot verbetering en vergemakkelijking van het verkeer moet worden verleend. Daarom werd het verzoek om financieelen steun afgewezen en intus schen op weinig bezwarende voorwaarden vergunning verleend den stoomtramweg, voor zooveel deze gemeente aangaat, aan te leggen. B. en W. meenen, dat er geen aanleiding bestaat van het toen ingenomen standpunt af te wijken, weshalve zij voorstellen te besluiten aan het bestuur der Noorder-Stoomtramvereenigiog te berichten, dat deze vergadering niet genegen is door het nemen van aandeelen mede te werken tot vorming van het kapitaal voor het aanleggen van de stoomtram be- noodigddat zij evenmin de betaling van rente van dat kapitaal wenscht, te garandeerendat zij zich niet ge roepen gevoelt eene bijdrage te verleenen ter bestrijding van de voorloopige kosten, doch dat zij bereid zal be vonden worden op de minst bezwarende voorwaarden vergunning te verleenen tot den aanleg van de stoom tram, voor zooveel deze gemeente aangaat. De heer Goede vraagt of een dergelijk antwoord niet nadeelig kan werken voor het verkrijgen van Rijks- en Provinciaal subsidie. Nu een ieder de stoomtrammen op Alkmaar in werking heeft gezien, mag worden ver klaard, dat zij van veel belang zijn voor het marktwezen dezer gemeente. Waaneer nu de Raad geen renteloos voorschot neemt, kan het geval zijn, dat de tram niet tot stand komt, wat spr. zou betreuren. Neemt de gemeente daarentegen aandeelen, dan wordt de totstandkoming der tram bevorderd en het zal de gemeente betrekkelijk weinig behoeven te kosten. Wan neer ?10 aandeelen worden genomen, zal het renteverlies slechts f 50 per jaar bedragen. De heer Boelmans ter Spill is ook van oor deel, dat op het adres toestemmend kan worden geant woord. Spr. zou gaarne gewild hebben, dat de gemeente in de tram AlkmaarPurmerend aandeelen had genomen, omdat zij dan als dividend 6 °/0 uitgekeerd had gekregen Met vorigen spr. zou hij willen zeggen, dat er geen be zwaar kan bestaan, om aandeelen te nemen. De Voorzitter verklaart te moeten opmerken, dat f 2700 voor passagiersvervoer eene enorme som is en dat niet uit het oog moet worden verloren, dat de spoortrein ook van Schagen loopt. Den heer Boelmans ter Spill zou het leed doen, indien direct eene afwijzende beschikking werd genomen. Gaarne zou hij alsnog de becijfering van het bestuur onderzocht willen hebben. De heer Kraakman acht het belang van Schagen bij de tot standkoming van dit verkeersmiddel hooger, dan dat van Alkmaar. Toch heeft ook deze gemeente daarbij belang, al is het alleen voor de kaasmarkt. Spr. zou daarom wel op het voorstel-Goede in kunnen gaan. Het wil hem echter gewenscht voorkomen eerst nog het oordeel te vragen der financiëele commissie. Daar mede zal dan niet beslist zijn, dat de Raad zich tegen deze zaak verklaart. De heer ter Spill wil in elk geval dan het voor schot van f 200 in de voorloopige kosten willen toestaan. De heer Bruinvis meent, dat het geen zaak van vertrouwen kau zijn, als men vraagt om dekking der voorloopige kosten. De heer Bosman is van oordeel, dat bij deze zaak nog niet veel haast is. Voor deze gemeente is de aanleg althans nog niet rijp voor beslissing. Men weet nog niet of men aan deze of aan gene zijde van het Kanaal den aanleg zal doen. De heer Boelmans ter Spill is de meening toe gedaan, dat de Raad van den goeden weg afwijkt, wan neer zjj dit voorstel in handen stelt der financieele com missie. Daar behoort het naar zijne meening niet thuis. Veeleer zou het dan gerenvoieerd moeten worden aan B. en W. De heer Bruinvis kan dit gevoelen volkomen doe len. B. en W. zullen de cijfers beter kunnen beoordeelen dan de Oommissie aan hen is het bestuur der geldmid delen van de gemeente opgedragen. De heer Kraakman wijst er op, hoe andere leden, o.a. de heer Goede, in de commissie nog mededeelingen zullen kunnen doen, die B. en W. nog niet bekend zijn. De heer van den Bosch is het met de heeren ter Spill en Bruinvis' eens. Liever zou hij eene speciale com missie wenschen. De heer Goede zou wenschen, dat de Raad in begin sel besluit deze zaak te steunen en het voorstel diens volgens terugzendt aan B. en W. om advies. Otschoon de heer Bosman bezwaar maakte tegen het woord »steunen" en liever zag, dat daarvoor in de plaats werd gesteld dat aan B. en W. een grondig on derhoek werd opgedragen wordt het voorstel-Goede in stemming gebracht en aangenomen met 13 tegen 2 stem men. Tegen waren de heerenBruinvis en de Sonnaville. Rekening Burgerweeshuls. 5. De rekening van het Burgerweeshuis over 1897 bedraagt in ontvang f 11849.765 en in uitgaaf f 11829,19 en sluit atzoo met een saldo van f 20.57®. De uitgaven bleven f 2.13s daar beneden, de ontvangsten overtroffen ze met f 18.44, welke beide bedragen het saldo uitmaken. Aangezien de rekening aanving met een saldo van f 1282.96® van het jaar 1895 zijn de uitgaven de overige ontvangsten met f 1262.39 te boven gegaan. Wel is voor belegging van kapitaal f 2474.27 besteed (ge raamd f 2500), maar de conversie der Staatsschuld blijft tot deze opdrijving der vroeger bedongene belegging van f 2000 'sjaars noodzaken. Het gewoon onderhoud van het groote gebouw mag een blijvend bezwaar heeten. Regenten hebben zich alleen door de tijdelijk bijzonder kleine bevolking van het weeshuis gedurende de laatste jaren van een beroep op de liefdadigheid der ingezetenen kunnen onthouden. Bij het onderzoek der rekening is deze geheel in orde bevonden. De met het onderzoek belaste commissie stelt daarom voor haar goed te keuren. Zonder hoofdelijke stemming wordt tot de goedkeuring besloten. Rekening stadsapotheek. 6. De rekening der stads-apotheek over bet jaar 1897, aanvangende met een batig saldo a f 404.66® van 1895, vermeldt verder in ontvang de gemeente-subsidie van f 3020, de Rijks-toelage van f 85 en aan restitntiön voor levering aan gestichten f 978.12®. De uitgaven beliepen te zamen f4159.70®, zoodat de rekening sluit met een overschot van f 328.08®. Het door de commissie tot de belastingzaken enz. inge stelde onderzoek heeft geen stof tot bedenkingen opge leverd zijnde de uitgaven behoorlijk verantwoord. De commissie adviseert derhalve de rekening goed te keuren. Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten. Rekening gemeente-gasfabriek. 7. De rekening der gemeente-gasfabriek over 1897 bedraagt in ontvang 1 107810.30, in uitgaaf f89528,79 en sluit alzoo met een kassaldo van f 18281,51. Onder den ontvang is begrepen het kassaldo van 1896 a f 7155.60®, zoodat de fabrieksinkomsten van het dienst jaar zelf bedroegen f 100654.69®, of f 11125.90® meer dan de uitgaven. Het saldo der winst- en verliesrekening was f9618.67®; de waarde van den inventaris op 31 Decem ber f 1507.23 lager dan een jaar te voren, welke som men te zamen weder bovengenoemd cijfer van f 11125.90® uitmaken. Afgezien van voor- en nadeelige kassaldo's van vroegere diensten waren de inkomsten der fabriek f2204.25® lager dan in 1896, veroorzaakt door de ver-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1898 | | pagina 5