Amsterdanische Brieven.
mocht dreigen het gevaar niet dreigt van de zijde der
vrouwen.
Op één punt wacht den vrouwen in Nederland weldra
rechtmatige voldoening. De voogdijschapniet alleen
over eigen maar ook over andere kinderen zal voor
haar geopend worden de moeder-voogdes zal met den
vader-voogd gelijk staan. Niet alleen in naam zal het
ouderlijk gezag ook bij de moeder berusten. Zij zal stem
hebben bij de keuze van een beroep voor haar kinderen,
bij de opleiding buiten de ouderlijke woning, bij de toe
stemming tot een huwelijk. En dat ook de zelfstandig
heid der gehuwde vrouw in onze wetgeving meer erkend
zal worden ten aanzien van het beheer van eigen ver
mogen en de beschikking over de vrachten van eigen
arbeid daaraan behoeft niet te worden getwijfeld. De
stemming blijkt meer en meer gunstig. Al maken
zooals men zegtde mannen de wet onder de regee
ring eener Koningin is dit zelfs minder juist het zal
blijken dat de wet ook in dit opzicht de zeden en de
veranderde inzichten volgt, en dat, zoodra de vrouwen
voldoende belangstelling toonen sommigen daarover wel
wat vreemd zullen opzien maar de meerderheid althans
gaarne bereid zal zijn haar plaats in te ruimen.
XVI.
Neemt in Amsterdam de belangstelling voor het wiel
rijden at
Die vraag heeft eenig recht van bestaan na de onge
zellige leegte bij de jongste wedstrijden op de Am-
sterdamsche Wielerbaan. Op Pinkster-zondag was 't
weer toch goed genoeg en bij de wedstrijden op vorige
Zondagen waren er mededingers van Enropeesche be
kendheid daaraan ligt 't dus niet. Toch zou 't een
dwaling zijn om de hierboven gestelde vraag, in dien
vorm gestoken, bevestigend te beantwoorden. Er valt
alleen te concludeeren, dat onze sportlievende jongelui
iets hebben beet gekregen van de stemming van den
Shah van Perzië, die een uitnoodiging voor de wed
rennen afsloeg omdat hij heel goed wist, dat 't eene
paard harder loopt dan het ander. Onze fietsers komen
meer en meer tot het inzicht, dat zij met hun voertuig
een veel prettiger Zondagmiddag kunnen hebben dan
door het hangen op de Baanzij gaan tochten maken
en verkennen de omstreken der hoofdstad. Er is voor
alsnog geen sprake van, dat Koning Vélo het toppunt
van zijn macht heeft bereiktzijn gebied breidt zich in
tegendeel nog met den dag uit en omvat meer en meer
een groep menschen, die gernimen tijd een fiets als een
te groot weelde-artikel beschouwden, dan dat zij binnen
hun bereik zou vallen. Mannen en ook meisjes, die met
handen-arbeid hun brood moeten verdienen, sparen een
kleine honderd gulden op, waarvoor zij een tweedehands
machine koopen, en dan wordt al spoedig een kaart ge
raadpleegd, om mooie plannetjes voor den Zondag te
maken.
In grooten getale ziet men hen de stad verlaten, om
's avonds met longen vol frissche lucht weer te keeren.
De etiquette is zoo vriendelijk geweest om gemeenschap
pelijke tochtjes van dames en heeren niet te verbieden,
en wat vroeger het ijs aanbood, verschaft thans het rij
wiel. Er wordt kennis gemaakt en bij elk uitstapje
komen er allicht een paar kritieke oogenblikken, die ca
valiers-diensten met vriendelijke glimlachjes beloonen.
Wij hopen voor onze jongens en meisjes, dat deze gele
genheid van aangename ontspanning nog lang voor hen
behouden zal blijven, maar dat moeten wij er dade
lijk bijvoegen hard vreezen wij daarvoor. Hoe 't
elders is weten wij niet, maar in Amsterdam is 't droe
vig om te zien, hoezeer de demimonde zich op de wie
lersport geworpen heeft. Het coquette costnum met de
korte rokjes heeft daaraan zeker voor een niet-gering
deel schuld en een feit is 't, dat een aardig meisje in
fiets-toilet meer veroveringen maakt dan haar lot- of
vakgenoote, die alle dagen haar lonkjes-tocht door de
voornaamste straten maakt. Voor de sport zelve is ech-
had die een zeer goed effect in haar riem maakten
ging zij naar het station terug dineerde op haar gemak
en bracht de twee uren, die zij nog te wachten had, zoo
gednldig mogelijk door. Om zes uur zat zij weer veilig
in den trein met een gelukkig gevoel, dat zij dien avond
niet meer over te stappen had en om vier uur in Lyon
zou aankomen. Haar hart popelde van vreugde, toen zij
er aan dachtdat zij den volgenden namiddag Bride
O'Ryan en Aimée Magnay haar boezemvriendinnen in
het oude huis van mevrouw Magnay in Auvergne, terug
zoude zien. Dit was de gedachte die haar den vorigen
avond te binnen was gevallen toen zij het besluit geno
men had om te vluchten als het eenige wat haar in
deze omstandigheid nog overbleef.
Later, toen het landschap in duisternis gehuld werd
enafgemat door vermoeienis en angst en opgewon
denheid het heerlijk gevoel van vrijheid verdween, voelde
zij zich onuitsprekelijk droevig en verlaten.
Aan het andere einde van het coupé, waren twee heeren
bezig met elkander te kibbelen of zij het raam open of
dicht zonden doen. Eene dikke Fran9aise viel in slaap en
snurkte eentonig juist tegenover haar zat een jong paar,
dat op hunne huwelijksreis waszachtjes te praten en
te lachen en elkaar zeer verliefd aan te kijken terwijl aan
den anderen kanteen jonge moeder, met een innig geluk
kige uitdrukking op haar gelaat, naar haar kindje op haar
schoot keek. Nooit had Evereld vroeger zoon eenzaamheid
gevoeld nooit had zij begrepenhoe verlaten zij in de
wereld stond. Zij huiverde bij de gedachte, wat van haar
geworden zou zijn wanneer zij Ralph nooit ontmoet had.
En terwijl de trein door de duisternis voortstoof, werd
zij door een vreeseljjken angst door hare verbeelding te
voorschijn geroepen en waarvan zij tot nu toe in haar
kalme bestaan was verschoond gebleven overvallen en
deed haar een afschuwelijken nacht doorbrengen.
Zjj zag Ralph ziek en verlaten in een hospitaal liggen.
Zij zag hem met bleeke lippen en gevouwen handen in
dien vreeselijken doodslaap liggen en zij was alleen en
troostelooszij trachtte iets met haar verwoest leven te
beginnen zonder er echter in te slagen. Zij zag, hoe Sir
ter deze loop van zaken zeer te betreuren, wan: de con
servatieven zitten nu al zich te verkneuteren met te
zeggen, dat ze wel gelijk hadden, toen ze beweerden, dat
het wielrijden voor fatsoenlijke meisjes heelemaal niet
deugt.
Aan de roeisport schijnt nog geen enkele dame
zich te hebben gewaagd en dientengevolge zullen er
ook wel onder onze lezeressen zijn, die aanstonds van
meening zijn, dat deze sport in 't geheel niet geschikt
is voor de vrouw. Maar waarom dan eigenlijk Waar
onze meisjes zwemmen en wielrijden, is er geen reden
om haar het gezonde roeien te onthouden. Een acht-
riems-giek, bevrouwd met bloeiende maagden, zou den
Amstel nog eens zoo mooi maken en de roeiende dames
zouden heelemaal geen last hebben van de kwalen en
sentimentaliteitjes, waarmee haar zusteren nu zoo dik
wijls behept zijn. De wedstrijd-manie zou er natuurlijk
buiten moeten blijven, want de gratie zou daaronder
lijden. Het groote voordeel van deze sport zou zijn, dat
men de niet-gewilde eenden veel beter uit de bijt zou
kunnen honden. Acht meisjes met strenge grondbegin
selen zijn gemakkelijk in één boot bijeen te krijgen,
maar met acht meisjes van losse zeden lukt dat niet,
omdat de een altijd veel te jaloersch is op de ander.
Op den Amstel is thans het trainen voor de aan
staande wedstrijden in vollen gang. Eiken morgen
wordt er geroeid, weer en wind ten trots. Voor hen,
die meedingen, is de periode van voorbereiding een
tijd van groot zelfbedwang. Er moet uiterst regel
matig worden geleefdvroeg naar bed en vroeg-op
en alles, wat maar eenigszins nadeelig kan zijn, wordt
angstvallig vermeden. Spiritualiën zijn verboden waar
en krachtig voedsel, dat zoo min mogelijk volume in
neemt, is voorgeschreven. Suiker is in den laatsten tijd
voor de training bijzonder mi vogue.
Dat versterkingsmiddel hebben de reporters deze
week ook wel noodig gehad, want er is verbazend veel
van hun krachten gevergd. Aan geen der Amster-
damsche bladen was de staf eigenlijk talrijk genoeg
om alles naar behooren te kunnen waarnemen en 't on
geluk is, dat bij al dat uitsloven ten slotte een courant
gemaakt wordt, die eerlijk gezegd, tamelijk onleesbaar
is. Zoo bevatten de Amsterdamsche hoofdbladen van
Woensdagavond een verslag der Algemeene Vergadering
van »het Nut", een dito van de Christelijke Onderwij
zers, een dito van het Kerkelijk Congres, eenige ko
lommen ovet de zitting van den gemeenteraad, een ver
slag der vergadering van de kiezersvereeniging »de Grond
wet", een dito der rechtzitting van dien dag, een drietal
berichten omtrent financieele vergaderingen en dan nog
een aantal verslagen van buiten de stad, waaronder van
de Tweede Kamer. Het kost heelwat moeite en geld
om dat alles bijeen te krijgen on daarbij loopt men nog
kans, dat menig lezer de courant ter zijde legt met de
opmerking, dat er niets van belang in staat.
De laarvergadering van „het Nut", waarmee
steeds twee dagen zijn gemoeid, is altijd een voortreffe
lijke gelegenheid om de vriendschap tusschen vele stede
lingen en provincie-bewoners weer eens wat op te fris-
schen. De keuze der afgevaardigden valt in de ver
schillende departementen bijna altijd op dezelfde personen
en de meesten hunner maken van den tusachenvallenden
vrijen avond gebruik om de oude kennissen eens op te
zoeken. Dikwijls wordt dan gemeenschappelijk uitge
gaan en 's avonds bij de publieke vermakelijkheden
wijzen do Amsterdammers elkaar de heeren van »het
Nnt" aan.
Omtrent de eigenlijke vergadering valt niet veel te
zeggen. De openingsrede werd dit jaar uitgesproken door
ds. Hugenholtz en die naam is reeds voldoende om te
beseffen, dat zij het aanhooren ruimschoots waard was.
Toch ging de herinnering onwillekeurig terug naar de
dagen, toen A. C. Wertheim den vergaderden het welkom
toeriep en in de hem eigen bloemrijke taal een schets
gaf van den toestand en de ervaringen der Maatschappij.
Meer dan eenig ander maakte hij daar van werk en zoowel
het aanhooren als het lezen dier rede gaf steeds oogen-
blikken van groot letterkundig genot. Een voorzitter, die
hem in dat opzicht overtreft of zelfs maar evenaart, moet
nog gevonden worden.
De discussies waren dit jaar meerendeels nog al droog.
Matthew haar terugvond en haar naar het huis in Queen
Anne's Gate terng bracht. En tot overmaat van ramp
zag zij zich gewillig naar de kerk voeren, om met Bruce
Wylie te trouwen.
Zij had juist het toppunt van hare ellendige gedachten
bereikt, toen de trein aan een klein tusschenstation stil
hield en er een oude pastoor instapte, wiens zwart, af
gedragen gewaad er oud en landelijk uitzag. Zy n mager,
afgeleefd gelaat, had er zeker in zijn jeugd streng uitge
zien maar de jaren hadden het bitse weggenomen en
gelijk Southey's halst, was hetgene, wat eens scherp en,
stekelig was geweest, nu, naarmate hij dichter den
hemel bereikte, zacht geworden. Zijn scherpe blik scheen
zijne medereizigers in één oogopslag op te nemen, en hij
scheen dadelijk te raden, dat het kleine Engelsche meisje
in het hoekje zich om de een of andere reden zeer ver
laten gevoelde. Hij ging naast haar zitten en begon een
pak, dat hij bij zich had, van het omhulsel te ontdoen.
Het bleek een kooi te zijn, waarin een bloedvink zat, en
Evereld keek met aandacht naar het fladderen van den
vogel, en naar het zachte, geruststellende gezicht van den
ouden man, die den vogel tot bedaren trachtte te brengen.
»Het is zijn eerste reis," zeide hij, haar aanziende.
»Het ongewone jaagt ons allen schrik aan. Hij zal wel
gauw begrijpen, dat hij veilig is. Kom Fifi, zou ik je nu
door iemaDd kwaad laten doen, dom diertje."
»Ivan hij een wijsje zingen vroeg Evereld. AVij had
den er een in Londen, die een gedeelte van het volks
lied zingen kon."
»Fifi is net zoo vaderlandslievend," zeide de oude pas
toor lachende. »Hij kan twee regels van Partant pour la
Syrië fluiten. Ik heb hem medegenomen, om een van
mijn parochianen op te vroolijken, die in Lyon ziek ligt.
Fifi uit de presbytère zal hem bijna even lief zijn, als
een van zijn eigen vrienden uit het dorp. En zoodra
de jongen beter is, dan zal hij de gevleugelde zendeling
weer bij mij terugbrengen. Mijn oude huishoudster wil er
niets van hooren, om Fifi voor goed weg te geven. Hy
brengt leven in huis, zegt zij."
De vogel, die zich na aan zijne vreemde omgeving be-
Bij de voorstellen waren sommige afgevaardigden plus
royaliste que le roi door meer geld voor bepaalde doel
einden beschikbaar te willen stellen dan het Hoofdbe
stuur yroeg, maar veel succes hadden zij daarmee meestal
niet. Een spoor van vermakelijkheid toonde het debat over
het voorstel om f 1000 voor de oprichting van kook
scholen beschikbaar te stellen. De afgevaardigde van
Bussum, de heer Brandes, die nergens meer hekel aan
heeft dan op een vergadering »voor spek en boonen" er
bij te zitten, kon bij dezen post de verleiding niet weer
staan om de opmerking te maken, dat 't wel heel mooi
was om den menschen te loeren koken, maar dat 't toch
veel mooier zou wezen om iedereen wat te koken te
geven. Van zulk een schrander man kon een dergelijke
dooddoenerniet anders zijn dan een uitvloeisel van den
lust om niet den ganschen middag met de lippen op
elkander te zitten. Zoo vatten de meesten de opmer
king dan ook op, maar niet alzoo de afgevaardigde van
Dieren. Met luider stemme ging hij den post verdedigen
en steeds naar climax strevende kwam hij aan het slot
zijner rede tot het betoog, dat koken zoowat het eenige
noodige is voor de vrouw. Een dergelijke uitspraak in
deze dagen van het barnen der feministische beweging
is inderdaad kras »Het Nut" moest den Dierenschen
aigevaardigde in de gelegenheid stellen om binnenkort
een kijkje te gaan nemen op de Tentoonstelling van
"V rouwenarbeid te 's-Gravenbage. Waarvoor moest freule
de Savornin Lohman een dik boek schrijven over »het
eenige noodige," waar nu dezer dagen is geleeraard, dat
het antwoord, voor zooverre 't de vrouw betreft, luidt
koken en nog eens koken.
In de algemeene vergadering van den STederland-
schen Typografenbond, ook dezer dagen te Amster
dam gehouden, kwam de vrouwen-quaestie insgelijks
even om den hoek gluren. De afdeeling Dordrecht had
namelijk voorgesteld een groote landelijke meeting te be-
leggen en daar propaganda te maken voor de stelling,
dat er voor gewaakt moet worden om den vrouwen
arbeid in de typografie te maken tot een middel voor
werkgevers tot het verkrijgen van goedkoopere arbeids
krachten. Daartegen werd een kloek en verstandig woord
gesproken door den afgevaardigde van Amsterdam. Hij
pleitte er met warmte voor om de vrouwen in de orga
nisatie op te nemen, wijl zjj niet tegenover maar naast
de mannen behoorden te staan. Den stroom van den
vrouwenarbeid kon toch geen mensch keeren, maar nu
was t zaak dien in de goede bedding te leiden. Hoe
kleinzielig klonk tegenover die gezonde taal de stem
van den Schiedamschen afgevaardigde, die geen enkele
vrouw tot de afdeeiiugs-vergaderingen wenschte te zien
toegelaten! Voor een dergelijke enghartige opvatting zijn
de typografen echter te veel ontwikkeld en alleen met
de tegenstem van Schiedam werd besloten de statuten
zoodanig te wijzigen, dat ook vrouwen in den Bond
kunnen worden opgenomen.
Middel om paarden tegen steekvliegen
te besehermen.
De Turken bedienden zich algemeen van Jodenpik
of Jodenlijm (aardhars). Men lost het in olie op en
bestrijkt hiermede toom en gebit. De reuk hiervan schijnt
de vliegen zeer onaangenaam te zijn, zoodat mende paarden
van die erge plaag geheel kan bevrijden. Het zou
wenschelijk zijn als de landlieden er eens de proef van
namen om hnnne trekdieren ta midden van eenen ver-
hittenden arbeid meer rust te verschaffen en zichzelven
wellicht voor ongelukken te vrijwaren.
Invloed van alcohol op spierkracht.
Om de quaestie uit te maken of, gebruik van alco
hol een vóór- of nadeeligen invloed op spier werkzaamheid
uitoefent, heeft Destrée eenige proeven verricht, die niet
van belang ontbloot zijn. Hij zelf gebruikte een zekere
hoeveelheid alcohol en bepaalde dan met krachtmeters
zijne spierkracht.
Destrée heeft de volgende feiten kunnen aantoonen
De alcohol bevordert zoowel bij een vermoeid als bij een
niet-vermoeid lichaam de werkzaamheid. Deze verhooging
van werkzaamheid heeft oogenblikkelijk plaats na het ge
bruik van alcohol, maar duurt kort. Op deze tijdelijke,
zeer korte opwekking volgt een sterke vermindering. Een
half uur ongeveer na het gebruik van sterken drank ont
gon te wennen, floot vroolijk het refrein van het bekende
wijsje
Amour a la plus belle,
Honneur au plus vaillant."
»0, hij zingt beter dan de onze zeide Evereld lachende.
Hij is een zeer goede leerling."
»En veel handelbaarder dan een koorknaap," zeide de
oude pastoor schertsend. »Als bij te hard zingt en men
wordt er moe van dan heeft men maar zijn Kooi toe te
dekken en hij is zoo stil als eeu muis."
Hierna begonnen zij een gesprek over het buitenleven
in Frankrijk en toen zij te Lyon aankwamen voelde
Evereld dat de oude man een vriend geworden was.
De oudere reizigers stapten uitieder in zijn eigen
aangelegenheden verdieptmaar de pastoor hielp haar
beleefd met haar pakjes.
»Zoudt u mij ook kunnen zeggen, wat het beste en
stilste hotel is om heen te gaan vroeg zij. »Ik kan
eerst morgen ochtend om negen uur vertrekken. Ik ga
naar eenige vrienden, die dicht bij Clermont Ferrand
wonen."
Gij zijt nog zoo jong, mijn kind," zeide hij, >om alleen
te reizen. Maar ik weet, dat het in Engeland heel anders
is, dan bij ons, de jonge demoiselles hebben meer vrijheid.
Het beste voor u is, om naar een hotel hier dichtbij te
gaan. Toevallig ken ik den eigenaar en zijne vrouw, en
indien u het goedvindt, zal ik zoover met n meegaan en
hen vragen goed voor u te zorgen. Ik geloof, dat u net
als Fifi bent, die ook nog niet aan reizen gewend is."
»Dank n wel," zeide Evereld, dankbaar. »Nu weet ik
dat ik in goede handen ben."
De oude pastoor begeleidde haar door de menigte op
het perron, en nauat hij haar bagage aan den portier
gegeven had, ging hij zelf met haar mee naar het kleine
bureau van den hotelhouder, waar madame, een vriende
lijke en bevallige dame, aan haar lessenaar zat, drux
bezig met rekeningen le schrijven. Haar gelaat helderde
op, toen zij den ouden man zag.