Ralph Denmead.
No. 67.
onderdste jaargang.
1898.
x:.
■WOENSDAG
Noodhulp-Kaasdrager
Amsterdamsche Brieven.
FEUILLETON.
8 JUNI.
B u i t e nl a n d.
ALKMAARSCHE COERAAT.
Deze Courant wordt B i n s A a g-, Bond e,r d a g-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f ®,80 franco door het
geheele rijk t 1.
3 Nummers f 0,0«. Afzonderlijke nummers 3 ets.
V,' i?
Prijs der gewone advertentlen
Per regel f 9,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
Telefoonnummer
SÖIiIiICITAWTEUT naar de betrekking van
worden verzocht zich tot en met II Juni a.s.
gemeente-secretarie aan te
middags 9 tot des namiddags 2
ter
melden, van des voor-
uur.
XVII.
Amsterdam is in veel opzichten een verrukkelijke stad
en wie er eenmaal gewoond heeft krijgt altijd weer
heimwee naar hare drukke straten en mooie winkels
maar op warme dagen is 't er niet berekend. Dan komt
er een geest van loomheid onder de bewoners, een ontem
bare zucht naar frissche lucht, een ontevredenheid over
de misdeeldheid der longen. Waar zal men heengaan als
men het muffe bovenUuis heeft verlaten Een ritje in de
open tram geeft de eerste verfrissching en bij voorkeur
wordt plaats genomen in de wagens in de richting van
het Vondelpark.
Daar is 't werkelijk mooi. Het park is met smaak
aangelegd en wordt zorgvuldig onderhouden vele hoo
rnen beginnen al zoo iets van een eerbiedwaardigen ouder
dom te krijgen en de bloemperken schitteren in een kleu
renpracht als men anders alleen bij de mooiste villa's te
zien krijgt. Op dit alles valt niets af te dingen maar
het groote bezwaar is en blijft, dat een te groote massa
van al die schoonheid wil genieten. Bij natuurgenot be
hoort stilte en in het Vondelpark is 't in de mooiste
lanen niet veel anders dan een pantoffel-parade. De men-
schen verdringen elkaar en de frischheid gaat daardoor
op de vlucht. Hoe sterk dit is bleek mij dezer dagen,
toen ik een Zondagavond doorbracht in een der villa's
langs het park. De gastheer deed zich kennen als een
groot voorstander van luchtverversching en daarom waagde
ik 't mijn verbazing erover te kennen te geven, dat hij
zijne ramen aan den kant van het Park zoo angstvallig
gesloten hield. En wat was de oplossing? Op Zondag
avond was men daartoe verplicht, omdat er anders »zoo'n
menschenlneht" binnenkwam. Deze uitspraak is teekenend
voor Amsterdam
Ik kan mij begrijpen dat zoo iets te Alkmaar met
zekere zelfgenoegzaamheid zal worden gelezen. Ja, wij
benijden de vriendelijke stad waar dit blad verschijnt
haar fraaie plantsoenen en vooral haar heerlijk boseh met
de wandelingen naar Heiloo Bergen Egmond enz. Wa
ren wij er maar wat dichter bij dan kwamen wij er
meer van genieten altijd onder deze voorwaarde dat
wij kort daarna weer naar onze stad mogen terugkeeren.
Wij kunnen niet meer buiten onze vrijheid die gepaard
gaat met het groote-stadsleven en wij krijgen iets benepen,
wanneer wijte Pleiloo zittende bij de aankomst uit
Alkmaar van elke nieuwe familie aan bijna ieder tafeltje
de hoeden zien lichten. Omgekeerd zou misschien een
Alkmaarder kippevei krijgen wanneer hij de Amster
dammers zag in een van onze buitentuinenb.v. Schin
kelhaven. Wij zitten daar naast mekaar en doen of wij
er alleen waren vriendelijkheid voor den buurman zou
kleinsteedschheid verraden en alleen reeds de gedachte,
dat men ons daarvan verdenktdoet het vuur naar de
wangen stijgen.
De lezer ziet, dat de afgeloopen warme Zondag op den
briefschrijver van dit blad wel grooten indruk heeft ge
maakt want zelden nog leveraen de weerpraatjes hem
stof. Maar nu is ook genoeg over dit thema geschreven
en gaan wij over tot een ander mderwerp. Wij wenschen
een woord te wijden aan een Jubileumdat deze week
met veel feestvertoon te Amsterdam zal worden gevierd.
Vrijdag toch herdenkt de heer Van Hasselt, thans
gedelegeerd lid bij den Raad van Administratie bij den
H. S. M. den dag, waarop hij vóór '25 jaar bij deze Maat
schappij in dienst trad. De Hollandsche Spoor heeft zeei
veel aan hem te danken. Zelf het voorbeeld gevende van
strenge plichtsbetrachting weet hij die bij zijne ambte
naren en beambten te waardeeren en de belangen van
hen die 't verdienen zijn bij hem in veilige handen.
Eiken morgen op denzelfden tijd kan men hem langs
Damrak of Nieuwendijk naar zijn bureau zien wandelen
en bijna allen, die hem tegenkomen, kennen zijn naam.
Dat ligt aan zijn eigenaardig gezicht met ietwat zenuw
achtige trekken waarop bet stempel ligtdat men hier
met een man van beteekems heeft te doen. Hoezeer
hij 't ook vermijdtin zijn verschijning ligt iets dat
opvalt en de nieuwsgierigheid naar zijn naam en ambt
opwekt. Er spreekt nit zijn gelaat het bezit van een vasten
wil en van de bekwaamheid om een groot corps te regeeren.
Zooals reeds gezegd voor het personeel, mits het
blijken van ijver geeftis de heer Van Hasselt altijd een
zorgzame chef geweest. Hij heeft in veler positie aan
merkelijke verbetering gebracht veel vrijgevige bepa
lingen gemaakt en de pogingen om onderling de eigen
belangen te bevorderen met mildheid gesteund. Ver
zoeken tot opheffen van billijke grieven hebben steeds
bij hem een geopend oor gevonden. Onder zijn aanzien
lijke schare van ondergeschikten zijn er dan ook velen
die hem warme sympathie toedragen.
Bij al die goede bedoelingen heeft zich een eigenschap
bij den heer Van Hasselt ontwikkeld die ongebreideid
heerschappij voert. Deze is een gezworen haat aan alwat
socialisme is of daarnaar riekt. Hij heelt gemeend dit uit de
gelederen te kunnen honden door er openlijk en fel tegen
op te treden. Op het lidmaatschap van de socialistische
spoorwegvereeniging »Steeds Voorwaarts' staat bij de
H. S. M. onverbiddelijk ontslag en ook het lezen van
het orgaan is een zeker beletsel voor promotie. De af
schuw voor alles wat »rood isheeft zich in vervol
gingswoede ontaard socialistische ideeën werken op den
heer Van Hasselt als de roode doek op den stier.
Ontegenzeglijk kan men er iets voor gevoelen, dat
iemand, die 't goed meent met zijn personeel, kregelig
wordt wanneer hij zietdat niettemin het zaad der
ontevredenheid wortel schiet. Maar aan den anderen kant
moest toch ook de heer Van Hasselt begrijpen, dat hij
als individu niet in staat is een beweging tegen te gaan,
die zich op elk gebied doet gevoelen. Hij moest inzien,
dat de zelfbewuste arbeiders lang niet de minsten onder
door EDN A LY ALL.
50)
»Te Arvon een klein dorpje waar veel arme lui leven
De menschen adoreeren hem. Dit is nwe kamer, made
moiselle, zal ik n ook een beetje warme soep boven laten
brengen of wilt u liever naar beneden gaan in de Salie
de Manger!'*
»Ik zou bet graag boven hebben als het n blieft
zeide Evereld. »En wilt n er voor zorgen dat ik mij
niet verslaap, want ik wil den trein niet missen Ik ben
zoo moeik zon wel tot morgen ochtend twaalf nur
kunnen slapen als niemand mij wekte."
»Ik zal u zelf roepen zeide de eigenares. Het is hier
zeer drnk en ik sta altijd vroeg op. Bonsoir Mademoiselle,
Ik hoop dat n morgen geheel uitgeslapen zult zijn."
♦Wat is mij alles meegevallen", dacht Evereld zich
gereed makende om naar bed te gaan. »Als men denkt
dat ik gisteren om dezen tijd in Glion wasen zoo ang
stig wasdat iemand mij verhinderen zou weg te gaan
Zou het niet beter zijn als ik aan mevrouw Magnay
telegrafeerde en haar liet weten, dat ik op weg ben om hare
bescherming in te roepen. Neen ik zal het maar liever
niet doen misschien zou men mij daar later door vinden
en trouwensik weet niet eens of er in de nabijheid
van het kasteel een telegraafbureau is. Het zal mij ver
wonderen hoe alles ailoopen zal."
Zij werd in hare overpeinzing gestoorddoor de komst
van een aardig jong kamermeisje dat haar een kop met
heerlijke bouillon brachten lang voor middernacht, was
zij vast in siaap gevallen en droomde van Bride en Aimée.
Zij ontwaakte in vroolijke stemming, praatte met Madame
terwijl zij het ontbijt gebruikte, bestaande uit koffie en
broodjes, die het aardige kamermeisje in haar slaapkamer
gebracht had en blij dat alles zoo goed was afgeloopen.
de broederen zijn, getuige b. v. nog weer het feit, dat
aan den spoorweg bij de machinisten, die toch zeker
niet het minst ontwikkeld zijn van het met de handen
arbeidend personeel, hot socialisme het weligst tiert. Wan
neer hij slechts als uitsluitende maatstaf stelde getrouwe
nakoming der verplichtingen en nauwgezette uitoefening
van het bedrijf zonder te letten op de politieke kleur
zon hij zeker zijne onderneming niet minder goed dienen.
Zijn methode kan niet anders dan bij de daarvoor vat
baren huichelachtigheid kweeken en daarvoor wordt zeker
niet het peil der ondergeschikten verhoogd.
Vermoedelijk is 't hieraan dan ook toe te schrijven,
dat eenige dagen vóór de feestviering een slinksch wraak
middel is te baat genomen om de vreugde van den heer
Van Hasselt te bederven. Op onverklaarbare wijze is in
de pers een bericht gelanceerd, als zou de jubilaris te
kennen hebben gegeven, dat hij geen geschenk wenschte
te aanvaarden van zijn personeelmaar het daarvoor
bijeengebrachte geld had verdubbeld en dit had bestemd
voor het fonds tot ondersteuning van weduwen en wee-
zen van ambtenaren. In bijna alle bladen is dit ver
meld en toch is 't niets anders dan een kwaadaardig
verzinsel. Inderdaad is door alle ambtenaren en beamb
ten, van den hoogste tot den laatste, een som verzameld,
maar deze is reeds besteed voor den aankoop van eenige
aquarellen en platen voor den jnbileum-dag bestemd.
De helschheid van het bericht zal ieder duidelijk zijn en
de heer Van Hasselt zal in de toekomst nooit naar het
huldeblijk kunnen kijken zonder te toornen over de
gemeene manierwaarop men getracht heeft hem zijn
feestdag te vergallen.
KEIiUIË. De verkiezingen voor de Provinciale Raden
zijn niterst kalm verloopen. De clericalen behielden een
sterke meerderheid in de provinciën Antwerpen, Namen,
Limburg, Luxemburg en de beide Vlaanderen. In Brabant
heeft de clericale minderheid eenige zetels verloren aan
de socialisten en de liberalen. Te Brussel moet herstem
ming plaats hebben tusschen drie liberalen en twee cleri
calen met een socialist. In Henegouwen hebben de socia
listen den liberalen acht zetels ontnomen. De liberalen
winnen daarentegen twee zetels te Enghien. In de pro
vincie Luik schijnen de socialisten terrein te hebben
verloren.
In de beide Vlaanderen zijn vele Christendemocraten,
die zich tegenover de clericalen candidaat hadden gesteld,
niet gekozen.
EGYPTE. Men meldt nit Caïro, dat de Anglo-
Egyptisehe expeditie naar Khartoem vermoedelijk nog
versterkt zal worden door een Engelsche Brigade.
De expeditie zal in het geheel bestaan uit 20,000 man.
Men rekent, dat zij begin October te Khartoem zal aan
komen.
Het gerucht gaat, dat de Derwischen Siaabluka, de
sterkste stelling tusschen Berber en Khartoem, hebben
ontruimd. De Khalief trekt zijn troepen samen bij Om-
dnrman.
Op hetzelfde oogenblik stond Sir Matthew treurig in
haar leege kamer in Glion, er over nadenkende, hoe hij
haar kon vinden. Maar Evereld had het te druk, om
zich veel over deze welverdiende nederlaag te bekommeren.
Iedereen scheen zich voorgenomen te hebben, vriendelijk
tegen haar te zijn. De eigenares toonde eene moederlijke
bezorgdheid, het kamermeisje bediende haar, alsof het
een genot was en de bediende van het hotel verwaar
loosde de andere passagiers in den omnibus, totdat hij haar
en hare bagage veilig in de wachtkamer gebracht had.
Daar vond zij tot hare verwondering vader Nicolaas
zitten, die zijn brevier las.
»Het was te vroeg om den zieken knaap op te zoeken,
waarover ik n gesproken heb," zeide hij, »dus toen dacht
ik, dat ik u maar weg zou brengen, indien n mij dit
veroorlooft."
»Ik zal uwe vriendelijkheid nooit vergeten," zeide zij
dankbaar. »Ik gevoelde mij zoo eenzaamvoordat u
gisterenavond in den trein staptet.
»Nu het is nog zoo kwaad niet om te leeren wat
eenzaamheid beteekent," zeide de oude man peinzend.
Niets leert ons beter om naar de eenzamen op ons pad
uit te zienzoodat wij hen helpen kunnen. Ha, daar
wordt uw trein gemeld. Ik zal even vragen of gij ook
te Montbrison overstappen moet."
Hij liep haastig heen en kwam in een paar minuten
terug, om haar met hare pakjes te helpen.
»Ja, het spijt mij, dat ik het zeggen moet, maar gij
moet er te Montbrison uit, gij hebt echter tien minuten
oponthoud, dus zal het niet moeielijk wezen in dat kleine
plaatsje. Ik zie daar mijnheer Dubochet en zijn twee
dochters zeer aangename menschen wilt gij in
hetzelfde conpé zitten?" En haar met eenige hartelijke
woorden voorstellend, wenschte vader Nicolas Evereld
een goede reis. Toen de trein zich in beweging zette,
keek zij den vriendelijken ouden vriend weemoedig na,
zich verwonderd afvragende, of zij hem ooit zou weerzien.
Het sloeg vijf nur, toen Evereld, na een kalme reis
aan het station te Clermont Ferrand aankwam, en aan
eeii ruw nitzienden Auvergnat orders gaf, naar het kasteel
van Mabillon te rijden. De man scheen meer geld voor
den rit te verlangen, dan noodig was, en daar Evereld
den afstand niet kende, besloot zij vooreerst niet er op
in te gaan. Zij kon niet zeer verkwistend zijn, want zij
wist niet, hoe lang zij met het geld, wat zij het laatst
gekregen had, uit moest komen.
♦Mijnheer Magnay zal je betalen, zoodra wij aan het
kasteel aankomen," zeide zij met waardigheid. De man
verminderde dadelijk den prijs, want hij zag, dat hij met
geen vreemdelinge, maar eene vriendin van de familie te
doen had. En Claude Magnay's naam gaf hem voldoende
zekerheid dat hij het geld, wat hem voor den rit toe
kwam ontvangen zou maar niet de enorme som, die
hij van de nieuw aangekomene gevraagd had.
Dit kleine voorval had echter Evereld een weinig van
streek gebracht. Zij had vol vertrouwen tot den man
gesproken maar nu wantrouwde zij hem. Zij ging een
gunst van Aimée's ouders vragen en toch kende zij hen
bijna niet.j,Toen zij vroeger te Southbourne kwamen, was
zij met Aimée en Bride medegegaan om den Zaterdag
met hen door te brengen en was zij drie of viermaal
in Londen met hen geweestmaar zij wistdat zij hen
nu een groote dienst ging vragenen dat zij haar mis
schien liever niet tegen haar wettigen voogd in bescher
ming wilde nemen.
Deze gedachte hield haar den geheelen tijd bezig, terwijl
zij door de nauwe duistere straten van Clermond Ferrand
reed en zij verbeeldde zich, dat de van lava gebouwde
huizen een ontevreden blik op haar wierpen, en haar te
kennen gaven dat zij eene onwelkome gast was. Het
duurde niet lang, of zij hadden de stad verlaten en reden
nu door een heerlijke omgeving in dat lachende, zonnige
landschap was het onmogelijk, om zich aan angstige ge
dachten over te geven. De schitterende kleuren van de
herfstbladende schilderachtige wijnbergen de rivier
met het heldere water waarin zich de hemel weerspie
gelde, en de vreemde onregelmatige bergen, die zich aan
weerskanten verhieven, brachten haar in verrukking. De
zon was ondergegaan toen zij eindelijk aan een nauwere
en meer ingesloten vallei kwamen; Evereld verbeeldde zich