Ralph Denmead.
No. 71.
Honderdste jaargang.
1898.
VRIJDAG
Amsterdamsche Brieven.
17 J U N I.
FEUILLETON.
ALK1AARSCHE CO! RAM.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Do n der da.g-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor A L k m a a r f 0,80 franco door het
geheele rijk f 1.
3 Nummers f O,«6. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone advertentien
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
Telefoonnummer 3.
Eiijst van Kiesgerechtigden voor Leden
van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken.
De BURGEMEESTER van ALKMAAR
Gelet op het Koninklijk Besluit van 4 Mei 189b (staats
blad No. 76) tot vaststelling van een Algemeen Reglement
voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken
Noodigt hen, die niet op de in het jaar 1896 vastge
stelde Kiezerslijst voorkomen, maar aanspraak kunnen
maken om op de Kiezerslijst te worden geplaatst, uit,
daarvan vóór 1 Juli a.s. ter gemeente-secretarie aan
gifte te doen volgens het daarvoor vastgestelde for
mulier, waarvan aldaar exemplaren kosteloos verkrijgbaar
Art. 6 van het Reglement bepaalt dat men, om kiezer
van leden eenor Kamer te zijn, moet voldoen aan de
beide volgende voorwaarden
A. Kiezer zijn van leden van den Raad der gemeente,
waar de Kamer is gevestigd
B. Aldaar bestuurder of mede-bestuurder zijn en gedu
rende twaalf achtereenvolgende maanden zijn ge
weest, van een bedrijf van handel of nijverheid.
Alkmaar De Burgemeester voornoemd,
15 JunT 1898. A. MACLAINE PONT.
XVIII.
De Amsterdamsche makelaars zijn dezer dagen
verblijd met een beschikking van B. en W., die een einde
belooft te maken aan den chaotischen toestand in dit vak.
De diensten van een makelaar zijn veelzijdig Kooper
en verkooper worden daardoor tot elkaar gebracht, waar
door de transactiën worden bevorderd. In een stad als
Amsterdam, waar de mensehen elkaar niet kennen en dus
ook de koopkrachtigheid van den bieder veelal een geheim
is, moet aan de aanwezigheid van dergelgke tusschen-
personen groote waarde worden toegekend. Hoezeer zg
zich dan ook onmisbaar hebben weten te maken blgkt
wel hieruit, dat zij ondanks het feit dat geen makelaars
in vaste goederen meer worden aangesteld omdat dit met
de wet in strijd wordt geacht de makelaar is alleen
geroepen zijn tusschenkomst bij AandeZs-overeenkomsten
te verleenen en de handel kan slechts roerende goederen
tot voorwerp hebben geen enkel perceel in Fruscati
of andere verkooplokalen wordt geveild dan door tus
schenkomst van makelaars.
Iemand die als makelaar wenscht aangesteld te worden,
heeft bij 'zijn hiertoe strekkend verzoekschrift aan den
gemeenteraad over te leggen 1°. het bewijs dat hij den
ouderdom van 23 jaren bereikt heeft of dat hij gehuwd
is of eene acte van bekomen venia aetatis 2". een ver
klaring van inwoning afgegeven door het gemeentebe
stuureen verklaring dat hij is van onbesproken gedrag,
kundig in den handel en gedurende minstens drie jaren
werkzaam geweest in het vak of de vakken waarin hij
de makelaardij wenscht uit te oefenen welke verklaring
moet zijn geteekend door twee geaccrediteerde kooplieden,
of door twee deskundigen. Oppervlakkig zou men der
halve zeggendat 't nog niet zoo gemakkelijk is om
makelaar te worden. De werkelijkheid is echter jaren
achtereen geweest, dat de voorschriften alleen naar
den vorm werden nageleefd zonder dat ook maar in
het minst met het wezen daarvan werd rekening ge
houden. Wie den makelasrstitel begeerde kon dien
zonder veel moeite krijgennaar zijn bekwaamheid werd
geen onderzoek ingesteld en een paar onderteekenaren
voor het vereisehte attest wier namen geheim werden
gehouden, waren altijd gemakkelijk te vinden. Het gevolg
is geweest, dat in de gelederen tal van elementen^ zgn
lö gOYYODOJ, V»«iu
gekomen, die het vak tot schande maken. De makelaars
van goed gehalte hebben zich daaraan voortdurend geëi-
gerd en requesten hebben zij ook genoeg gezonden aan
den gemeenteraad en de Kamer van Koophandel, doch
resultaat kwam daarvan niet in het minst.
Thans is er echter uitredding gekomen. Nadat, voor
korten tijd door de Makelaars-societeit een vakblad is
opgericht waarin telkens weer op het onhoudbare van
den huidigen toestand werd gewezen, is een publicatie
verschenen van B. en W.waarin ter kennisse wordt
gebracht, dat voortaan openbare mededeeling zal worden
gedaan van de namen van hen, die tot makelaar wen-
schen te worden benoemd, van het vak waarvoor zij als
zoodanig verzoeken te worden aangesteld, benevens van
de namen der personen, die ten aanzien van hunne kunde
in den handel en het tijdvak hnnner werkzaamheid in
het vak schriftelijke verklaringen hebben afgegeven.
Dit is werkelijk een belangrijke stap in de goede rich
ting. Door het licht der publiciteit wordt het bedrijf
van onverantwoordelijke lichtzinnigheid, tot hiertoe door
de groote geheimzinnigheid begunstigd, aan de contröle
van hel publiek onderworpen, zoodat nu niet meer zoo
licht iemand zal worden benoemd, die eigenlijk nóch de
rechten, nóch de capaciteiten bezit. Meldt zich nu een
onbevoegde voor het makelaars-ambt aan, dan zal^ b.v.
de Makelaars-Sociëteit wel zorgen, dat de Raad bijtijds
wordt gewaarschuwd om niet een titel te verleenen aan
iemand, die daarvoor niet in aanmerking kan komen.
Ook met het klakkelooze onderteekenen der verklaringen
zal 't nu gedaan zijnzij, die zich daaraan schuldig
maakten, deinsden er niet voor terug, wijl toch hun
namen nooit werden gepubliceerd. Thans zullen zij zich
wel tweemaal bedenken, eer zij een lengen door hun
naamteekening bekrachtigen, want openlijk zal hun be
drog worden gesignaleerd. Aldus zal het aantal aan
vragen en benoemingen geringer worden, terwijl op den
duur het gehalte veel zal verbeteren.
Waar B. en W. nu getoond hebben tot dit doel te
willen medewerken, is 't te hopen, dat de makelaars
ook van hnn kant hun best zullen doen om in dien geest
werkzaam te zijn. Er is jaren geleden een onbegrensd
vertrouwen in hun bedrijf gesteld, dat in de latere jaren
is te loor gegaan. Nu moet dit hersteld worden, het
geen ook aan het algemeen ten goede komt.
Minder blijde klanken dan uit het makelaars-kwartier
zijn er in de laatste dagen opgegaan uit de kringen van
hen, die met de versieringen tijdens de Inhuldiglngs-
fee'steu een goed jaar hopen te maken. Het is name
lijk bekend geworden, dat de Oommissie voor het ver
sieren van den weg, die door H. M. de Koningin bij
den intocht zal worden gevolgd, deze taak heeft opge
dragen aan den heer Büchenbaeher, den vertegenwoor-
diger te Amsterdam van de Engelsche firma James Pain
Sons. Een aanbesteding_ voor dit omvangrijke werk
was uitgeschreven en de uitslag was, dat de vreemde-
ling verreweg het laagst zijn biljet had ingevuld, rrou-
wens, tegen hem viel moeiljjk te concnrreeren. De heeren
Pain' zijn speciaal ingericht voor straatversioringen bij
plechtigheden en zij hebben een groote hoeveelheid ma
teriaal in voorraad, dat van de eene stad naar de an
dere reist. Vooral nu, na de .Jubileum-feesten in En
geland, zijn zij daarvan zeer ruim voorzien. Er zijn b.v.
eerepoorten, die verscheidene duizenden guldens hebben
gekost, maar nu voor evenveel honderden in huur worden
gegeven. Daartegen kan natuurlijk niemand op. De
Hollandsche inschrijvers wisten dat ook en men zou
vooronderstellen, dat hierin voor hen een prikkel zou
zijn gelegen om zoo coulant mogelijk te zijn. Kiets
echter van dit alles! Do commissie stond er b.v. op, dat
het geheele werk in één hand zou zijn, maar onder onze
landgenooten was niemand bereid om zich naar dien
wensch te schikken. De een zou zich belasten met het
timmerwerk, de ander met het vlaggedoek, een derde
met het groenmaken, een vierde met de verlichting
niemand dan de heer Büchenbaeher was genegen alles
voor zijn rekening te nemen. Ook de Commissie had
gaarne een Hollandsche firma met het werk bevoordeeld,
maar waar alles zoo onvergelijkelijk veel aannemelijker
werd aangeboden door den vreemdeling, meende zij, dat
zij het haar toevertrouwde mandaat het best behartigde
door aan het patriotisme het zwijgen op te leggen. Te
meer nog, toen de vertegenwoordiger van James lam
Sons zich verbond, door ISederlandsche werklieden al
het werk te laten verrichten, dat hier kon geschieden
als het opstellen der stukken, het decoreeren, het bij
schilderen, enz.
De firma's, wien dit mooie karwei is ontsnapt, zijn
nu bitter verontwaardigd. Zij trachten het chauvinisme
wakker te schudden door advertentiën, waarin klagelgk
gevraagd wordt, waarom nu juist weer een vreemdeling
met den buit moet gaan strijken. Op het eerste gezicht
is men bij die klacht zeker geneigd mee te protesteeren,
maar zal de lust daartoe niet verflauwen, wanneer men,
zooals hierboven is gedaan, de juiste toedracht verneemt
Protectie is wel zeer schoon in beginsel, maar de beurzen
van hen die voor de versiering moeten worden
aangesproken dienen ook geprotegeerd te wordon. En
dook EDNA LY ALL.
54)
Een zucht van verlichting ontsnapte aan Sir Matthew's
lippen. Ralph wist nietdat hij met Evereld's geld ge
speculeerd en bijna alles verloren had.
»Je beoordeelt mij verkeerd," zeide hij, een waardigen
toon aanslaande. »Ik kan je geen uitlegging geven vam
deze zaak maar ik had de beste intentie, toen ik Evereld
veilig met Bruce Wylie getrouwd wilde zien. Voor het
overige, is het zeer waarschijnlijk, datje wensch ver
wezenlijkt wordt. Je kunt me nog van avond in Sout
hampton zien gevangen nemen. Ik zal er echter wel voor
zorgen niet lang in de gevangenis te blijven. Het eemge
verschil zal zijn dat ik mijn plan om naar Havre te gaan
opgeef en daarvoor in de plaats een minder kostbaar
kaartje neemnaar »het onbekende land'', van welks
grens geen reiziger terugkeert."
Hij stond op en begon langzaam zijn jas dicht te knoo-
pen. De luchtige toon, waarop hij deze aanhaling geuit had,
en de uitdxukking van kalme vastberadenheid op zijn strak
gelaat, maakten een pijnlijken indruk op Ralph. Zgn toorn
verdween. Afschuw en ontsteltenis overstelpten hem plot-
Sel»Wat moet ik doen?" dacht hij wanhopend. »Wat
zou mijn vader gedaan hebben Wanneer ik mj) een
man als Macneillie kon voorstellen die mij denzelfden
dienst vroeg dan zou ik hem een schuilplaats geven en
hem helpen. Moet ik hetzelfde doen voor een man, dien
ik haat? Het zou veel rechtvaardiger zijn om hem ge
vangen te laten nemen 1 Waarom zou ik een schuldige
helpen vluchten? Het is het kwaad door de vingers zien.
Maar toch, het is waar, dat ik jarenlang zijn brood ge
geten heb. Wanneer hij zich werkelijk het leven benam,
dan zou ik zeker wenschenhem geholpen te hebben.
Goede hemel 1 hoe weet ik, wat goed en wat verkeerd is?
Hij keek omSir Matthew had de sjaal omgeslagen, en
liep nu naar de deur.
.Adieu, Ralph," zeide hij. .Hartelijk dank voor je gast
vrijheid."
Maar ofschoon Ralph werktuiglijk de toegestoken hand
vatte, sprak hij geen woord tot afscheid hij hield de
hand vast, terwijl honderd tegenstrijdige gedachten, elkan
der op zgn zeldzaam beweeglijk gelaat afwisselden.
.Wacht," zeide bij eindelijk. »Ik kan u zoo niet laten
gaan, Sir Matthew."
Zijn verslageuheid en smart waren zoo oprecht, dat,
voor de eerste maal sedert hun gesprek, Sir Matthew een
soort van toegenegenheid gevoelde voor dezen knaap,
dien hij gepatroniseerd, afgesnauwd en opgevoed, beknord
en heimelijk gehaat had. Hij zag, dat Ralph het edel
moedige en vriendelijke karakter van zijn vader bezat,
maar veel meer warmte en kracht van temperament, dan
de Dominee ooit bezeten had.
Hij wachtte in angstige spanning, om zijn lot te ver
nemen. Gedurende eenige oogenblikken heerschte er eene
doodelijke stilte. Toen hief Ralph, die naar den haard
gegaan was, om dit moeielijke vraagstuk op te lossen,
met zijn armen op den schoorsteenmantel, en het gelaat
daarin verborgen, het hoofd op en ontmoette den blik van
den vriend zijns vaders. Sir Matthew zag met verwonde
ring, dat hij bleek en ontdaan was, door den strijd, dien
hij gestreden had.
»Ik zal trachten u te helpen," zeide hij eenvoudig.
.Dan," zeide Sir Matthew met warmte, .had ik gelijk
om naar je toe te komen. Je bent zooals ik dacht
de zoon van je vader. Je bent oen echte Denmead.
Ralph kon zijn lachen niet bedwingen.
.Dat hebt gij in Rilchester, op een geheel anderen
toon gezegd," merkte hij op. .De Denmead's, zooai3 gij
toen de goedheid hadt te zeggen, waren altijd onpracti-
sche gekken, die naar een onmogelijk ideaal streven. Toen
was ik boos, maar misschien hebt gij toch gelijk. Ik ge
loof, dat ik dwaas ben om u te helpenmaar juist, om
dat gij ons in het verleden kwaad hebt gedaan, ben ik
bang, u dit verzoek te weigeren, uit vrees, dat er ver
borgen spijt of wraak, in die weigering mocht liggen
Welke klasse wenscht u te reizen? Ik zal nu dadelijk
uw kaartje halen."
.Neem een retour tweede naar Havre, dat is misschien
een voorzorg," zeide Sir Matthew. De stoomboot vertrekt
niet voor 11,45. Ik ben niet met den boottrein gekomen,
want die zal zeer waarschijnlijk bespied worden. Maar
wat doen wij met de vermomming?"
.Ik zal op den terugweg naar den schouwburg gaan,"
zeide Ralph»en een witte baard medebrengen dat is,
geloof ik alles wat wij noodig hebben."
Hij liep haastig heenwant er bleef niet veel tijd
over. Nu hij zijn besluit genomen had, was hij naar even
redigheid kalm en toen hij door de donkere straten liep,
dwaalden zijne gedachten naar Whinhaven en naar al de
kalme plekjes, die hij bezocht had, terug. Het was vreemd,
dat Sir Matthew hem juist ontmoeten moesttoen hij
van zijn oude woonplaats terugkwam en misschien zou
hij nooit zijn hulp verkregen hebben, ware het niet, dat
het bezoek aan de oude Pastorie en het .liefelijk erfdeel'
hem zachter gestemd had.
Nadat hij een kaartje genomen had, ging hij naar den
schouwburg, waar, ondanks het vroege uur, Macneillie
reeds aangekomen was, en met den tooneeldirecteur en
den timmermansbaas een netelige quaestie besprak. Ralph
sloop hen voorbij en liep naar zijn kleedkamer, haalde
den baard, dien hij noodig had uit zijn mand, nam zijn
kapdoos onder den arm en spoedde zich huiswaarts.
.Waar ga je heen, Denny vroeg Macneillie.
»In tien minuten ben ik weer terug, gouverneur,"
antwoordde hij.
Hij wilde er na niet meer aan denken, boe ongaarne
hij het werk deed, hetwelk hij op zich genomen had, en
toen hij in zijn eigen kamer terugkwam, welde er werke
lijk een soort van medelijden voor zijn pleegvader in zijn
hart op. Sir Matthew was zoo terneergeslagen, zoo ver
ouderd, door alles wat hij geleden had 1 De zenuwachtige
haast, waarmede hij het kaartje aannam, de haastige
vragen die hij deed, waren zoo verschil1end van zijn
vroegere manier van zijn, dat het onmogelijk was, geen
deelneming te gevoelen met iemand, die niets meer dan
een schim van zijn eigen zelf was. Geheel uitgeput
door den dwang, dien hij zich den laatsten tijd had moeten
aandoen, zat de schijn-philantroop bij den haard en liet
zich als een kind helpen, terwijl hij met bewondering naar
de ingespannen uitdrukking op Ralphs gelaat keek, toen
deze, met eenige flinke streken aan de wenkbrauwen en door
eenige rimpels scherper te teekenen, hem geheel onkenbaar